Vijf minuten geleden las ik Sunset Park uit, de ijzersterke nieuwe roman van Paul Auster. Een roman die de ware Leviathan-spirit weer doet opleven, met ontzettend goed uitgewerkte personages die weten wat ze willen, met elk zo'n sterke persoonlijkheid dat je begint te denken dat de andere 90% van de wereldbevolking wel één en dezelfde persoon moet zijn, gekneed en bewerkt door de maatschappij, met een individualiteitsgehalte van ver onder nul. De personages van deze roman - een drummer, een tekenaar, een thesisstudente en een jongen op de vlucht voor zijn familie en in ballingschap voor de liefde - leven onder het motto Non Serviam in een kraakpand niet ver van Sunset Park in Brooklyn, NY. Ze kiezen niet voor de gemakkelijkste manier van leven en hebben in het verleden al door heel wat moeilijke watertjes moeten zwemmen. Elk van hen probeert het geluk en de kans op een normaal leven na te streven, maar dat blijkt niet zo gemakkelijk te zijn. Sunset Park doet een kritische lezer zuchten bij alle kleine regeltjes die onze vrijheid drastisch kunnen inperken. Zo moeten de 28-jarige Miles en de minderjarige Pilar maandenlang ver van elkaar leven omdat de wet het zo voorschrijft en omdat Miles anders naar de gevangenis moet. Ook kraken is natuurlijk verboden, maar je kan jezelf de vraag stellen in hoeverre dit een misdrijf is als je er niemand mee kwaad doet. Maandenlang is het kraakpand een tempel van cultuur, kunst, literatuur, muziek, liefde. Jammer dat de staat, en hun schoothondjes van de politie, over zulke dingen anders hebben beslist en voor de volle 100% volgens het boekje leven. Je kan je dan nog afvragen in hoeverre de politie de burger 'beschermt'. Onschuldige dromers en mensen die gewoon willen gelukkig zijn, gewoon willen... zijn, wier leven op enkele ogenblikken om zeep wordt geholpen door een politieinval of een absurde arrestatie, ik zou ze de kost niet willen geven...
Sunset Park doet al het bloed naar het hoofd stijgen. Het wekt de geest van Benjamin Sachs uit Leviathan weer maar eens op. Het illustreert dat Thomas Hobbes' eeuwenoude tekst nog steeds springlevend is, en dat de chaos de wereld nog niet uit is. De chaos en de honger naar macht. De chaos en de bijna militaire drang naar conformisme.
Op sommige momenten is de lezer vertederd door de kracht van de liefde, de belangrijke maar niet altijd zo gemakkelijke band tussen vader en zoon - mooi geïllustreerd in enkele ware Homeriaanse passages - het belang van vriendschap, de nood van elke mens aan fysiek contact, het bewonderenswaardige aan mensen met een passie, mensen die in iets geloven en ervoor willen vechten, verenigingen zoals PEN, waar Auster de Amerikaanse voorzitter van is, die het verschil willen maken. Andere momenten doen de lezer koken van woede over al het onrecht in de wereld, de hypocrisie van Amerika (enkel Amerika?); de Chinese staat die andersdenkenden nog steeds zonder proces vasthouden, ver weg van hun geliefden; de politie die vaak als beesten in plaats van als mensen 'hun werk doen', lijnrecht volgens de wet, en zonder enige uitzondering iedereen die deze strikte regels niet naleven de armbandjes omdoen; een deel van de moslimbevolking die, zonder Rushdie ooit te hebben gelezen, zich een mening laten aanpraten door hun leider-met-de-baard, en eisen dat deze eigentijdse, postmoderne Voltaire en zijn vertalers sterven; de vele mensen die hun naasten zulke erge dingen aandoen dat hun leven drastisch verandert, omdat deze mensen nog veel te hard vasthouden aan vastgeroeste, van kop tot teen verlamde waarden, normen en principes die alle voeling met de realiteit lijken te hebben verloren (religie, overdreven respect voor de wet, overdreven respect voor familie...); de slechte staat waarin de literatuur zich bevindt en de steeds afnemende interesse in de letteren. Alles lijkt in deze roman te zijn gebald, als een vuist. Een vuist die net als in Leviathan lijkt te zijn gericht op de hypocrisie en alles wat er voor de rest nog mis is met Amerika, met de wereld.
Het is duidelijk. Paul Austers personages zijn vaak bewonderenswaardige figuren die zich in een moeilijke strijd bevinden en daarom ook vaak onvergefelijke fouten maken, maar die in hun hart oprecht blijven en de op voorhand al verloren strijd tegen het manipulerende conformisme en tegen de overheid, die alle vormen van volgens hen al te afwijkende vrijheid willen afnemen. Zijn personages bloeden uit vele wonden, die wellicht nooit zullen helen, al doen ze nog zo hun best om de draad weer op te pikken. Ze zijn amper opgewassen tegen de wereld, die het niet goed met hen lijkt te menen.
Miles Heller is Prometheus. Miles Heller is Leviathan. Miles Heller is zowel Odysseus als Telemachus. Met een verleden als het zijne is slechts één ding nog echt van belang: de toekomst. En die toekomst is Pilar. Maar zal de wereld hen met rust laten?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten