donderdag 24 oktober 2019

Ballonnenvrees 23 oktober 2019

Af en toe fladdert Ballonnenvrees op en landt in een nieuw arendsnest. De eerste editie in Café Blauwe Toren, in de theaterbuurt, smaakte in elk geval naar meer.
Hannah de Groot opende de avond met 'De Afrekening', gewapend met lange slierten 'rekeningetjes' van waar ze haar 'afrekeningen' af las. Zo werd een angstige duik in het donkere water al gauw een 'Diep in de zee' Disney-feest. Met Doreen Hendrikx was het kermis in de hel. In een ander gedicht zagen we haar voor de spiegel staan. En ook haar tekst over de babysitter die met een kind in gesprek gaat over biseksualiteit, met de conclusie dat het kind eigenlijk te jong is voor de vooroordelen die ze draagt, was raak. Doreen bakte tolerantie en strijd in treffende metaforen, die het publiek met gusto oppeuzelde.
Antony Samson opende met zijn 'makrelen-klassieker' en eindige met het ondertussen al even gekende 'Als Het Huis Slaapt'. Daartussen bracht hij meer straffe woordkost, zoals 'Vanavond Laten Wij De Hemel Blozen', 'Onverzettelijke Traagheid', 'Leegstand' (wij hielden van zijn vondst 'afgebladderd verstand'), 'Lijflied', 'Lappendeken' en 'Het Ultieme Fietsgedicht'. Mooi hoe hij landschappen personaliseert, soms een tikkeltje meta. Zijn gedichten zijn spitsvondig, grappig en klaar voor een groter publiek.
De Indische dichteres Priyam Redican Chakne opende met de vraag welke van twee deuren we zouden kiezen: 'love' of 'honour'. Haar eerste Engelstalige tekst nam het thema van gearrangeerde huwelijken onder handen. Die werd via een uitzonderlijk verteltalent tot in onze huiskamer gebracht, door een tragisch liefdesverhaal à la Romeo en Julia. Haar tweede tekst, ook in het Engels, was veel positiever van insteek, een verrukkelijke viering van het moederschap als nieuwe start.
Meer klassiekers, zonder te overdrijven. De catchphrase "Ik ben uw favoriete net-nietgriet" van Paradockx, het alter-ego van Evelien Dockx, blijft een geweldig creatieve binnenkomer. In haar tweede lange tekst verzocht ze haar lyrische object: "Ik wil dat je voor mij kiest." Speelse en ontwapenende teksten. Philip Meersman begon met een hartverwarmende fluistertekst over zelfverbranding. In zijn prijswinnende gedicht kregen sociale media bijbelse eigenschappen. 'Drie Hipsters Met Een Varen' was dan weer een heerlijke spottekst, vol prikkelende knipoogjes. Zijn zeevaardersgedicht, voor een opdracht in Cyprus, had een einde waar iedereen stil van werd. Kippenvel en bulderlach.
Els Dejonghe had iets speciaals voor ons in petto. In haar try-out met de voorlopige titel 'Bloot Voor De Zee' speelde ze een nieuwkomer op kantoor, die onvermijdelijk flagrante fouten maakt tegen de ongeschreven regels van de bedrijfscultuur, die ook niet aan haar worden meegedeeld. De 'Alain Vandam'-beproeving, zeg maar. Met geestige anekdotes en een overtuigende performance kregen we herkenbare verhalen uit de kantoorbiotoop voorgeschoteld.
Open mic time. Na een klimaatgedicht van Gert Vanlerberghe stelde Arthur zijn Boekencompagnie voor en praatte hij over De Leeskamer, het project waarin we ons bevonden. Ballonnenvrees 71 was zo het eerste evenement dat in De Leeskamer plaatsvond. Ekster overdonderde ons met een erg speelse tekst met origineel eindrijm, boordevol referenties, en een snufje oosterse verwondering en westerse waanzin. Mozes vertelde een verhaal over een schoendoos en een koe. Chloë de Nil had 'True Colours' en 'In Deze Werkelijkheid' bij.
Gust Peeters had Koerdische gedichten van het Engels naar het Nederlands vertaald om hun strijd een hart onder de riem te steken. Ook droeg hij een gedicht op aan Jotie 't Hooft. We kregen Doreen Hendrikx nogmaals met een binnenkopper van een tekst. John Brains gaf ons onder meer 'Spaceshuttle', 'Uithangt', 'Slecht Worden' en 'Tegenstand' - allemaal in die vijf minuten gepropt. Als afsluiter zong Lieven Indigne de ziel uit zijn lijf. Zijn gitaar was het enige streepje muziek deze avond.

Meer edities volgen. 27 november in 't Werkhuys en 11 december in De Kleine Hedonist. Op 25 april 2020 is er trouwens een nieuwe editie van ons festival Hedonismuz, dat zal samenvallen met 7 jaar Ballonnenvrees. U hoort dus nog van ons!

Foto's: Gust Peeters

maandag 21 oktober 2019

Flavours of the month

From metal over postpunk and shoegaze to hip-hop, here's our ultimate autumn list. The biggest surprise is the pleasant comeback of R.E.M. singer Michael Stipe. There are some obvious winners this month, with no less than three Elbow songs in the list. The Twilight Sad en Foals both have two songs in this month's list. And Tool proves to be invincible.

  1. Tool - Fear Inoculum
  2. DIIV - Blankenship
  3. The Guru Guru - Chramer
  4. Alcest - Protection
  5. Big Thief - Not
  6. Michael Stipe - Your Capricious Soul
  7. Elbow - Dexter & Sinister
  8. Clipping - Nothing Is Safe
  9. The Twilight Sad - Public Housing
  10. Ohio Mark - Shimmers Of Darkness In Voids Of Happiness
  11. Foals - The Runner
  12. Oproer - Corner Of Your Eye
  13. Namdose - Shelter
  14. Elbow - White Noise White Heat
  15. Arabnormal - Scorpio
  16. Blanck Mass - Love Is a Parasite
  17. Foals - Into the Surf
  18. Faux Ferocious - No Pressure
  19. Elbow - Empires
  20. Stef Kamil Carlens - Back On the Road
  21. Ashley Morgan - Seaweeds and Algaes
  22. Mikal Cronin - I've Got Reason
  23. The Twilight Sad - Rats
  24. Matt Berninger feat. Phoebe Bridgers - Walking On a String
  25. Coyote Melon - Casablanca
  26. Bishop Briggs - Jekyll & Hide
  27. Jan Verstraeten - Milky Way
  28. Nick Cave & The Bad Seats - Bright Horses
  29. Somebody's Child - Jungle
  30. Portland - Lady Moon

zondag 20 oktober 2019

isn't it good

mooie vrouw vol verhalen
al (te) vaak was de liefde lastig
frequent genoeg het noodlot drachtig
vergeef me als ik nog eens blaas of roer

je bent een lentebeer
zo graag zie ik je komen

alle bomen in alle bossen erven een appelflauwte
geen beuk, berk of bloesem blijft overeind
en tijgers smelten als boter
in helende handen

luid als de brandweer
zo graag hoor ik je komen

badkamertegelwijsheid:
voorzichtig is een vogel voor de kat
dus vergeef me als ik voorlopig nog
behoedzaam de lakens met je bewoon

een slaap als kathedralen in de nacht
wanneer de beiaard het loodje legt
en ik de sluier draag waarmee
geen maanlicht het altaar bereikt 

isn't it good
norwegian wood

donderdag 17 oktober 2019

Saladinges

Hete nachten in Mada Fakr.
Kilo's woestijnzand achter de kiezen
op de rug van een kameel.
Nu de hammam,
morgen weer de wadi.
De zee is zout,
de zon een moordend geel.

Renaud de Franse burchtheer,
ongrijpbaar als in The Holy Grail.
Zeven zuilen der wijsheid,
de zoveelste kruistocht.
Tot hier en niet verder,
rot maar weg in je kasteel.

Zand in de ogen, zout in de wonden.
We rijden nu ook 's nachts,
negeren elk bordeel.
Geen tijd voor arrack
op weg naar Karak.
De naam is Saladin,
mijn zwaard snakt naar je keel.

dinsdag 15 oktober 2019

Jordanië 4-13 oktober 2019, deel 2

Jordanië 4-13 oktober 2019
Deel 2: In de wadi

Dans la vallée de Dana... la lila...
Een wolkenveld kleurt de lucht wit als een melkweg. De vroege zon strooit aarzelend licht over de rotsen van de Dana-vallei. Spreeuwen buitelen boven ons stenen verblijf, kwetteren hun gelaten boodschap dat de nacht is weggeëbd, dat het Midden-Oosten weer van hen is. Vandaag gaan we op stap in het mooie natuurpark van Dana, bezaaid met talloze ruïnes van Ottomaanse dorpjes. Twee honden lopen spontaan mee, we noemen ze Billie Eilish en Lana Del Rey. In de verte ligt de Wadi Araba en nog verder Israël.
Enkele kilometers zuidswaarts ligt Shobak, het vroegere Montréal, de allereerste kruisridderburcht, opgericht door Boudewijn I. We zien het kasteel in de diepte liggen, te midden van een memorabel maanlandschap. De burcht werd herhaaldelijk belegerd door Saladin. Mamelukken lapten het boeltje op en nu wonen bedoeïenen hier en daar in de streek.
Nog later kijken we uit over Wadi Musa, de vallei van Mozes. Op de top van de hoogste berg is het heiligdom met de tombe van Aäron, broer van Mozes, net zichtbaar. Verborgen voor het reizigersoog, tussen twee rotsen, ligt onze roze graal, het wonder achter de bergen, de wereldberoemde rotsstad der Nabateeërs: Petra. Dit raadselachtige oord werd door de Zwitser Burckhardt ontdekt, die zich als islamitische pelgrim moest vermommen om toegang te verkrijgen. Wij zullen dezelfde route volgen, net als elke toerist die het wonder wil aanschouwen.
Lana laat ons achter in de goede handen van Mohammed, die haast perfect Nederlands spreekt. Hij leidt de groep naar het hart van de Nabateeërsstad, langs opvallende tomben uit monolieten gehakt. Opmerkelijk is het obeliskengraf. Dan trekken we ruim een halfuur door de siq, de beroemde kloof veroorzaakt door een aardbeving. De Nabateïsche versieringen in de siq zijn uniek: hier de godin Isis, daar een vroegchristelijk kruis, dan weer kamelensilhouetten. Paard en kar stuiven ons voorbij door de kloof. Soms moet je letterlijk uit de weg springen.
De wandeling is ongelooflijk mooi, maar niet zonder ongemakken. Halverwege verzwik ik mijn enkel, wat de tocht een pak moeilijker maakt. Maar de inspanningen worden beloond. De siq komt plotseling uit op Al-Khazneh, de 'schatkist van de faraoh', een hellenistisch meesterwerk dat in al zijn pracht en praal roze dan weer goud uitslaat, afhankelijk van de zon. Naast de vele toeristen loopt hier ook gans een dierentuin rond: dromedarissen, paarden, ezels, muilezels, geiten, honden, katten. Voorbij dit bekendste postkaartje van Jordanië houdt het uiteraard niet op. Dit is nog maar het begin. De vele rotstombes blijven ons verbazen. Ze lijken recht uit Star Wars, of letterlijk, Indiana Jones te komen. Maar er bestaan eigenlijk geen woorden om dit magische oord, een van de zeven wereldwonderen, bevredigend te beschrijven.
De natuurlijke verkleuring van de grotwanden maken het plaatje af. Verbluffende kunst door Moeder Aarde. Een volledig theater is hier uitgehakt in de rotsen - geitjes springen er lustig rond - en aan kolossale koningsgraven voert een cardo langs ruïnes van tempels en een stadspoort. Er lijkt geen einde aan te komen en we hebben ogen te kort.
En dan is het helemaal terug: de cardo, de koningsgraven, het theater, de schatkamer, de kilometer lange siq. En de volgende ochtend dat alles opnieuw! De ochtendzon op de schatkamer zorgt alweer voor een nieuw uitzicht. Langzaam maar zeker daalt het licht over de façade. Onder het genot van een kopje thee op kussens in een arendsnest boven in de rots zitten we op de eerste rij voor dit spektakel.
De cardo brengt ons langs de ondertusssen vertrouwde tempelruïnes naar de rotskloof waar onze klim start. Drie kwartier lang klauteren we via wat voor treden moet doorgaan naar boven. De tocht is uitputtend en het is woestijnheet, maar de rode rotsen en de voortdurend wisselende vergezichten zijn onwaarschijnlijk mooi. Onderweg nemen we foto's, drinken we ijskoffie en frisdrank en ontwijken we muilezels, die als zwaarbeladen gevaartes de trappen op en af donderen. Ondertussen zijn ook Rowessa en Sigrid gewond geraakt, maar we ploeteren moedig voort.
Bij de top wacht ons Ed-Deir, een 45 meter hoog en 50 meter breed uit de rots gehouwen meesterwerk, vergelijkbaar met Al-Khazneh. Samen met een kudde geiten klimmen we naar de top van een monoliet. Bovenaan is er thee, waterpijp, radio. We zien hier de tombe van Aäron, de Wadi Araba-woestijn uitgestrekt tot een eind in Palestina.
Down is the new up. De afdaling te midden van al dat moois is nog zwaarder. Mijn laatste stop - want hier kan je dagenlang dolen - is de Jebel Khubta met de koningswand. Ik bezoek enkel het reusachtige urnengraf uit de 1e eeuw, op m'n eentje. De natuurlijke tekeningen in de wanden lijken van een andere planeet. Ik leer een jonge Caraïbische vrouw uit Londen kennen en we praten honderduit met zicht op de cardo en de vele ruïnes helemaal beneden. Opnieuw is het helemaal terug, door de siq, naar de ingang...
... en 's avonds terug! We krijgen geen genoeg van Petra. Na een heerlijk diner van Jordaanse specialiteiten doen we de route ingang-siq-schatkamer-siq-uitgang gewoon nog een derde keer, maar in het donker. De siq en Al-Khaznah zijn verlicht door duizenden kaarsjes in zakjes. Geluidseffecten en muziek versterken de ervaring van onze derde queeste naar de schatkamer. Daar aankomen heeft iets wonderlijks. Honderden mensen zitten tussen honderden kaarsjes en aanschouwen het klank- en lichtspel in het hart van Petra. Al-Khazneh wordt magisch mooi verlicht, er zijn vertellingen, zang, muziek, er wordt ons thee aangeboden. Allemaal vereren we de onvatbare betekenis van deze plek, van dit moment, van de verwondering zelf.
Na afloop, en voor we het door kaars en maan verlichte pad tussen de steile wanden van de siq voor de zesde en laatste keer bewandelen, poseert een model in doorzichtige jurk voor het eeuwenoude monument, vast voor Instagram. Ook dat is Petra.
Alweer donderdagochtend. We verlaten Wadi Musa zuidwaarts, zien Petra in de diepte liggen. Onze eerste stop is Little Petra, ofwel Siq al-Berid, een Nabateïsche stopplaats voor karavanen en zakenlui. Dit is letterlijk Petra in het klein. Een mini-siq tussen de bergwanden leidt naar een nederzetting met geen tombes maar biclinia, triclinia en slaapzalen in de grotten. Een van de ruimtes bevat nog een vrij gedetailleerde fresco, met een fluitspeler, vogels en bloemen.
Ondertussen is ook Leela een reisverslag begonnen. Het is aanstekelijk. Terwijl we door de rotswoestijn stuiven, pent ze onze avonturen neer in haar boekje, en dat in haar heerlijk geestige stijl. We passeren honderden dromedarissen in verschillende kleuren. Het landschap wordt steeds subliemer. De bizarre rotsformaties doen me denken aan Arizona of Utah, of zelfs een andere planeet. Lawrence of Arabia beschreef de Wadi Rum al zo treffend in zijn relaas Seven Pillars Of Wisdom. Wat valt er verder nog te schrijven over "deze als reuzen oprijzende bergen"?
Een van de rotsen werd trouwens vernoemd naar deze literaire klassieker. En zowel zijn verfilming als The Martian werden hier opgenomen. Met vier jeeps rijden we de wadi in. Onderweg beklimmen we een steile rode duin. In een smalle kloof bekijken we eeuwenoude tekeningen van mensen en gazellen. Ook staan er Arabische boodschappen van de opstand van 1917 te lezen. Dan is er de rotsbrug waar iedereen instafoto's op neemt. Leela the Brave klimt helemaal naar boven, en wij moedigen haar luidkeels aan. We zijn aanwezig in de woestijn.
Wanneer we ons tentenkamp bereiken, wanen we ons op Mars. Een overnachting op de rode planeet. De bedoeïenen zijn gastvrij, de kamers koddig, de toiletten proper. Voor de zonsondergang klauteren we bovenop zo'n monoliet. Twee dromedarissen passeren terwijl de zon boven de wadi hangt. Buitenaards mooi. De zon zien zakken in de Wadi Rum is een van de meest spectaculaire dingen die ik al heb gedaan.
's Avonds drinken we thee en alcoholvrij bier - alcohol is verboden voor de bedoeïenen - aan een kampvuur. De bedoeïenen spelen muziek, zingen en dansen. Ook ik waag me aan de kamelendans. Na het diner - dat letterlijk uit het zand wordt opgegraven (van slow cooking gesproken) - trekken Nittya, Rowessa, Leela en ik de woestijn in. De maan verlicht ons pad. Overal zien we dromedaris- en jeepsporen in het rode zand, verder wat scarabeeën en enkele stillevens van afval. Terug in het kamp is de rest van de groep gaan slapen. Een andere groep heeft hun plaats ingenomen. Een van hen verjaart, hij wordt 50 in de woestijn. Ook wij krijgen chocoladetaart en whiskey uit de Highlands - dat laatste doet deugd na vier dagen zonder alcohol.
Vroeg uit de veren in een weergaloos decor. Dromedarissen brengen ons terug naar de bewoonde wereld. Ik zit op mama kameel en Jack en Sabine op haar kinderen. Met z'n achten rijden we door de Rum, hoog op de rug van deze machtige dieren, een ware woestijnvloot.
Terug in de bus rijden we door naar Aqaba, helemaal in het zuidwesten van het land. De noordelijke corniche van de Rode Zee deelt Jordanië met Israël/Palestina, Saoedi-Arabië en Egypte. Hier trokken de Britten, na de Arabische opstand tegen de Turken, die in Aqaba begon, een willekeurige grens tussen het toenmalige Transjordanië en Saoedi-Arabië. Aqaba (Jordanië) en Elat (Israël) liggen hier stiefbroederlijk naast elkaar. Tussen de sjieke hotels met wuivende palmbomen liggen nog de ruïnes van Ayla, een oude islamitische nederzetting. Meer dan 8 eeuwen lag het havenstadje onder het zand. Op een privé-strand is het cocktail o'clock, al vermoeden we dat er zo goed als geen alcohol in zit. Af en toe komen Russische animatiemeisjes ons halen voor activiteiten. Verder is het dolce far niente bij 34°C: zee, strand, palmbomen en uitstekend eten.
En dan onvermijdelijk de laatste dag. Voor we helemaal van Aqaba weer naar Amman reizen, varen we de Rode Zee op. In de verte liggen Israël en Egypte. Aqaba en Elat, met hun vele luxehotels, krimpen. Het koninklijk paleis ligt naast de grens. In 1995 werd daar het vredesverdrag tussen Israël en Jordanië ondertekend. Je ziet ook duidelijk hoe Israël ingesloten zit tussen twee islamitische landen, en hoe ongewoon het concept Israël op zich eigenlijk is. Grenzen zie je natuurlijk niet. Ook niet die tussen beide werelddelen, die hier samenkomen.

Door de glazen bodem in ons bootje bewonderen we prachtige koraalriffen met clownsvisjes, doktersvissen, koraaljuffertjes, anemoonvissen, zeeëgels, zeeanemonen... Sommige koralen lijken op hersenen. Een legertank op de bodem van de zee is volledig door koraal ingenomen. Even spectacular is het vliegtuigwrak dat twee jaar geleden voor toeristen is gezonken. Enkelen van ons gaan snorkelen. Een eerste keer voor mij. Het waait hard en ik krijg heel wat borrels binnen, krijg geen adem, waardoor ik me er niet kan overzetten. Golven duwen we voortdurend tegen het messcherpe koraal aan, wat me enkele schaafwonden oplevert. De paar seconden dat het 'snorkelen' lukt, tonen me al het moois dat ik mis. Tantalus.

Ondertussen in buurland Syrië escaleert de boel opnieuw, deze keer door een Turkse invasie. Zo nemen Turkse soldaten de Amerikaanse troepen onder vuur. De spanningen tussen Turken en Koerden wereldwijd dreigen weer hoog op te lopen. Het is dus niet van harte dat we weer via Istanbul vliegen.

We keren Aqaba de rug toen en Zaïd rijdt ons heel het land door, tussen koper- en basaltmonolieten, door het rode wadizand. Onze laatste dromedarissen. Een truckchauffeur rolt zijn matje uit naast de snelweg en bidt naar het zuiden. Er is ook nog een spookrijder. We arriveren Amman bij valavond en nemen afscheid van Lana en Zaïd. Ons laatste avondmaal, om in de bijbelse sfeer te blijven, eten we in het hotel. Sigrid en Jolanda gaan echter nog de bloemetjes buiten zetten in een rooftop bar, maar voor ons is het genoeg geweest. Om 2 uur 's nachts gaat de wekker, 4 uur later stijgt het vliegtuig op, twee vluchten later zitten er alweer een tiental landen tussen ons en het intrigerende, tegenstrijdige, onvergetelijke land Jordanië.

maandag 14 oktober 2019

Jordanië 4-13 oktober 2019, deel 1

Jordanië 4-13 oktober 2019
Deel 1: Welkom in de Bijbel 

Het Midden-Oosten is nog onontgonnen terrein voor mij. Daar moest maar eens verandering in komen. Hoog op mijn virtuele lijstje prijkt Jordanië, het hasjemitische koninkrijk tussen Israël/Palestina, Syrië, Irak en Saoedi-Arabië ingeklemd. Ook Egypte ligt om de hoek. In dit gastvrije land zullen we stuiten op antieke sporen van Mozes, van Saladin, van de kruisridders en, veel recenter, van T.E. Lawrence ofwel Lawrence of Arabia. Tien dagen Arabische zon, Dode Zee en woestijnzand.
Het regent pijpenstellen wanneer een Antwerpse taxi me enkele nachten voor de vlucht thuis afzet. "En drink kamelenmelk", raadt de islamitische chauffeur me aan. "Eet kamelenvlees en word zo sterk als een kameel", lacht hij. Ik was toch al van plan mijn verbruik van dierlijke producten tijdelijk weer wat op te krikken op reis. In ruil voor veel minder alcohol? "Ik drink niet meer. Ik heb Allah. Een gezonde geest in een gezond lichaam." Benieuwd welke spirituele verlokkingen mijn pad zullen kruisen.
Enkele dagen later kijk ik via een ovaal raampje uit over de Zwarte Zee. Aan de Turkse agglomeratie beneden lijkt geen einde te komen. Het onmetelijke Istanbul ligt breed uitgesmeerd in zicht, de vele moskeeën, tientallen wolkenkrabbers, honderden flats, duizenden en duizenden huizen. De bruggen op de Bosporus als een beugel. Europa en Azië in een oogopslag. Een wereldstad met elke voet in een ander continent. Je krijgt voor minder een identiteitscrisis. Een tweede vliegtuig brengt ons naar Jordanië. Naast me reist een Arabier uit Texas die zijn oude moedertje in Karak komt bezoeken en zo even de rat race van Houston ontvlucht.
In de luchthaven is de groep (10 Belgen, 4 Nederlanders) compleet en ontmoeten we onze gids Lana. De oude bijbelse stad Madaba licht voor ons op in het donker. In dit christelijke oord hebben we, moegereisd, nog net genoeg fut voor wat nachtelijke drankjes aan het zwembad.
Heel wat kerken in Madaba dus, met op kop de Grieks-orthodoxe Georgiuskerk, volgestouwd met kleurrijke iconen. Hier huist het schitterende Palestina-mozaïek, de oudst bewaarde kaart van het Beloofde Land, uit de 6e eeuw. Centraal ligt de Dode Zee, eronder Jeruzalem, de rivieren Jordaan en Nijl, en ook de bekendste bijbelse plaatsen zijn op de mozaïek afgebeeld. In een marktje, uitgebaat door een excentriek Duitstalig Jezusfiguur, drinken we granaatappelsap en Turkse koffie. Het dadelseizoen is begonnen.
Iets verderop bezichtigen we de mozaïeken van een Byzantijnse basiliekruïne. Rond de grote moskee zijn enkele werkwinkels gevestigd waar je kan leren mozaïeken te maken. Toeristen poseren stoer met de arafatsjaal. Bij het visitors center is er een muurschildering waarop de hele Koningsweg, die gans Jordanië doorkruist (en wij op deze reis zullen volgen), is afgebeeld, van het Meer van Tiberius tot aan de Rode Zee. Arabieren zingen er mantra's in koor, de sigaret in de hand.
We rijden de stad uit, onze lunch tegemoet. De dorre velden stikken in het plastic. De gesel van het wegwerpzakje. Hoofdstad Amman, vroeger Philadelphia, is op zeven heuvels gebouwd. Het is de stad van de koninklijke familie, de wolkenkrabbers, de overheidsgebouwen, de bouwwoede - met een eindeloos uitdijende agglomeratie van witte huizen als gevolg. Een mierenhoop waar de auto's de mieren (en dus koning) zijn. Een stinkende vuile lelijke saaie hoofdstad - there, I said it.
Na een overvloedige lunch bezoeken we de monumenten op de Jebel al-Qala'a. Van de citadel zijn enkel nog ruïnes overgebleven. Hier, aan de tempel van Hercules, worden we na een felle bui beloond op een regenboog boven Amman. Het namiddaggebed weergalmt ondertussen in gans deze gigantische stad, die in alle windrichtingen tot aan de horizon reikt. Aan de voet van de heuvel rust het Romeinse theater, in uistekend goede staat. Met name de tempel, het paleizencomplex en de cisterne zijn indrukwekkend in het avondlicht. Na ons bezoek aan de heuvel rijden we bergop bergaf bergop bergaf door getto's langs paleizen - in de plastic fields forever tussen Amman en Madaba zien we onze eerste dromedarissen van de reis.
Zondagochtend. De muezzin fungeert als haan. Zaïd, onze chauffeur van dienst, rijdt ons naar het noorden, richting Syrië. We passeren het hospitaal van Amman, waar koning Hussein stierf. Vlakbij werden een park en een moskee met vier minaretten aangelegd, ter ere van de overleden koning. Het koninklijk paleis zelf is niet toegankelijk. De koninklijke familie leeft teruggetrokken, weg van het openbare leven en de media. Net buiten Amman ligt een Palestijnse getto, eind jaren zestig als vluchtelingenkamp opgericht. Hoewel ze dezelfde rechten als Jordaniërs hebben, zullen Palestijnen hier geen topfuncties uitoefenen. De laatste jaren zijn er ook erg veel Syrische vluchtelingen in deze streek beland. De grens ligt hier maar enkele tientallen kilometers vandaan. In de heuvels wisselen riante villa's en armoedige barakken elkaar af. Af en toe een minaret in het landschap. Een schaapherder hier. Een jongen met ezel daar. Zwarte geiten klauteren op de rotsen. Het Midden-Oosten quoi... Voorbij de rivier Zarqa ligt onze bestemming.
Jerash, het antieke Gerasa en hoofdstad van Romeins Arabië destijds, mag zich beroemen op de best bewaarde Romeinse nederzetting ter wereld. De archeologische site is erg uitgestrekt en bevat tal van bezienswaardige restanten van deze eerst Griekse dan Romeinse stad - honderden zuilen, de tempels van Zeus en Artemis, een triomfboog en een verbluffend theater. We beklimmen de vele treden naar boven voor een duizelingwekkend zicht op de tribune, het podium en, in de verte, de tempels. De dierenmozaïeken in een van de kerkruïnes zijn prachtig. Aan het ovale forum begint de cardo, ofwel de hoofdstraat, met origineel plaveisel. Het is boeiend om je in te beelden hoe het hier al die eeuwen geleden moet hebben uitgezien. Hagedissen soezen op een steen, wij zweten tussen de ruïnes. Wat een bijzondere plek.
Westwaarts nu naar Swemeh, aan de Dode Zee, het beroemde zoute meer waar geen leven kan gedijen. Deze laagst gelegen plek ter wereld (!) vormt samen met de Jordaan de grens met Israël en de Palestijnse autonome gebieden. Een groot deel van de verhalen uit het Oude Testament speelden zich rond dit meer af. Sodom lag hier. Jericho ligt aan de overkant, de laagst gelegen stad ter wereld. Lots vrouw keek om en veranderde in een zoutpilaar. En wat het Nieuwe Testament betreft: hier vlakbij doopte Johannes de Doper Jezus in de Jordaan.
Heerlijk om je te laten drijven op het warme water, het zout licht bijtend in kleine wondjes. Je kan er staan noch zinken. Eat that, Archimedes! Een modderman smeert ons helemaal in met pekzwarte modder uit het meer. Wanneer die opdroogt tot een tweede huid, gaan we weer het water in. Een blitzkuur voor de huid. Een vroege avondzon zet de Dode Zee en de Palestijnse bergen in een magisch licht.
Via een kronkelige weg tussen desolate graniet- en basaltrotsen rijdt het busje terug naar Madaba. Vanuit de hoogte lijken we op de terugweg van het middelpunt van de aarde. Dichterbij zullen we in elk geval niet komen. We klimmen klimmen klimmen, zien de zon zakken achter oranje bergen, het zoutmeer sodomroze. Het Beloofde Land in lichterlaaie. Een zonsondergang van bijbelse proporties.
Net als gisteren gaan we 'lokaal eten', na wat arracks achterover te slaan. Arracks in de bar zijn een zekerheid aan het worden. De muezzin als wekker eveneens. Goedemorgen. Na veertig jaar ronddolen in de woestijn belandden Mozes en zijn volgelingen op de berg Nebo, van waar hij zijn Beloofde Land nog kon bekijken alvorens te sterven. Hij zou ook op deze berg zijn begraven, maar niemand heeft zijn graf terug gevonden. Naast een Franciscanerkerk, met schitterende mozaïeken, symboliseert een groot kruis met slang de connectie tussen Mozes en Jezus. Het is een modern kunstwerk van de hand van Gian Paolo Fantoni. Van hier zien we Amman, Jericho, de Jordaanvallei, de Dode Zee en, op de horizon, Jeruzalem.
In een werkwinkel in Madaba leren we hoe die delicate mozaïeken worden gemaakt. De vele borden, vazen, tafeltjes in de shop zijn artisanaal ingelegd met mozaïeksteentjes. Stoere zwaarden en dolken zijn gemaakt van kamelenbotten en edelstenen. 
We verlaten Madaba voorgoed, zuidwaarts langs de adembenemende ravijnen van de Wadi Mujib. Deze rivierkloof is de Grand Canyon van Jordanië. In Dhiban, onder het genot van een kopje bedoeïenenkoffie met kardemom kijken we uit over de spectaculaire kloof met helemaal beneden de vruchtbare strook. De rivier zelf is ingedamd. De twee jonge bedoeïenen, excentriek à la Jack Sparrow, spreken een woordje Nederlands en verzekeren onze vrouwen dat ze vrijgezel zijn. Good for you, guys.
We rijden de kloof over aan de dam en klimmen via scherpe haarspeldbochten het ravijn aan de overkant weer op. Het water staat laag want de eerste echte regen moet nog vallen. Water is sowieso een kostbaar goed in het Midden-Oosten en het nijpende tekort van het blauwe goud is hier een enorm probleem.
Voorbij de kloof is het nog een uurtje over de Koningsweg. Kwajongens saboteren ons busje met ijzerdraad, maar dat is gauw verholpen. Onderweg passeren we nog de Romeinse en Byzantijnse ruïnes van al-Rabba. Karak is vooral bekend omwille van z'n kruisridderburcht. Boudewijn I liet de burcht in 1132 bouwen als onderdeel van een verdedigingsgordel tegen de Arabieren. De kruistochten waren een genadeloze poging om het Beloofde Land te zuiveren van joden en moslims. Het zootje ongeregeld stuitte op Saladin, die een jihad tegen de christenen uitriep en uiteindelijk de kruisridders in de pan hakte.
De oninneembare vesting ligt op 900 meter hoogte. Van hier gooide Renaud de Châtillon zijn gevangenen de diepte in - hun hoofden verpakt in helmen zonder kijkgaten zodat ze niet voor hun fatale aankomst in zwijm zouden vallen en hun spectaculaire val ten volle zouden ervaren. Deze sympathieke kasteelheer werd, nadat deze de wapenstilstand verbrak, door Saladin letterlijk een kopje kleiner gemaakt. Een oude Arabier gidst ons door de claustrofobische vertrekken, van de slaapkamers over de hammam en de cellen tot de moskee. "Na de Mamelukken kwamen de Ottomanen. Daarna kwam ik", lacht de sympathieke bedoeïen. Opnieuw een fraai panorama met Israël en de Dode Zee.
De Koningsweg leidt nu recht de woestijn in. Door de vele geiten, schapen, ezels, paarden, honden, dromedarissen lijkt het wel een safari met enkel tamme dieren. Koffiepauze in een bazaar in het midden van de wadi. Hier probeert Inge af te dingen bij een verkoper, maar grappig genoeg gaat de prijs van de Van Gogh-mozaïek alleen maar naar boven.
Slapen doen we in de stenen huisjes van een authentiek hotel in Dana, een dorp vol ruïnes middenin een ravijn. Bij zonsondergang drinken we thee met de flamboyante hoteleigenaar, die al gauw een oogje op onze Belgische en Nederlandse dames laat vallen. Wat een onverbetelijke charmeur. Geen arrack, of eender welke alcohol bij onze 'pyjama party', dat mag hier niet. Enkel veel thee met veel suiker, zo wil de pater familias. En 's morgens blijft ook de gebedsoproep uit. Zekerheden zijn er om gauw te vergeten.

dinsdag 1 oktober 2019

Love it hurts

I drag my body to the bus stop
and sleepwalk back to bed.
I read my life in cocktails,
then watch the rain turn red.
I'm like a spider with my manners
but in my dreams I fly like birds.
I feel the weight of weary whispers.
I'm so in love it hurts.