zondag 24 maart 2019

Puinhoop doet leven

Gevangen in een achterwaartse lift,
bewust dat het eind van de rit
pas een einde in zicht
als de wijn op is & reality hits,
als blijkt dat rock'n'roll vooral een puinhoop is,
en wie het witte paard berijdt geen ruiter is,
laat staan geridderd,
als het leven bitter,
de nachten steeds witter.
Breng wijn en breng wijven
want de punk droogt op in onze lijven.
Het kantoor is een vlot om op te drijven,
nee, een valkuil met valse lach
als bankiers die verkopen door louter te zwijgen,
de automatische piloot die ooit wel eens
in een wolkenkrabber parkeert.
De nacht blijft lonken
met al haar gevaren
en veiligheid deprimeert
tot in het diepst van elke vezel.
In de regel verkies ik het om boven te blijven,
dus breng wijn en breng wijven.

zaterdag 23 maart 2019

Ballonnenvrees 22 maart 2019

Voor de 66e Ballonnenvrees (aangekondigd als 'Ballönnenvrees 666', we bestaan binnenkort ook nog eens 6 jaar) grepen we weer naar Café Boekowski. Na een lentegedicht van de presentator ving Hanne Verstappen, beginnend dichteres uit Geel, aan met poëtische reflecties over het leven. Wouter Van Peer is de vijfde stadsdichter van Turnhout. Hij opende met zijn stadsgedicht 'Verlaat Deze Stad', waarop een hilarisch drieluik over Spielberg volgde. 'Er Is Geen Whiskey Meer' zo deprikomisch dat je in het behang wil bijten van het huilen of het lachen. Met Levens(p)licht schreef hij een waargebeurd verhaal waar je het koud van krijgt. Heel blij dat hij weer op m'n podium stond en dat zijn roman sinds deze avond op m'n virtuele nachtkastje ligt.
Ook Rik van Boeckel bracht onlangs een bundel uit. Deze dichter-sjamaan uit Leiden had weer een arsenaal aan muziekinstrumenten bij: djembé, log drum, castagnette... Zijn swingende en lyrische poëzie is een echokamer van de wereld, met echo's van Portugal en Bohemië, van Ten Holt en Lorca, Kavka en Pessoa - gekruid met jazz, pop en fado. Op het dreunende ritme van zijn djembé kregen we meezingers zoals 'Ochtendjazz', 'Met Jou Wil Ik Zijn' en Poëziebus-hit 'Beweeg Als een Strateeg'. Voor 'Ode Aan de Mode' haalde hij Sven de Swerts mee op het podium. Heel soms is poëzie ook gewoon je kapot amuseren.
Van Antwerps dichteres Rosie Guillaume kregen we oud en nieuw werk, hoofdzakelijk levendige teksten over de liefde. Vooral 'Zeven' bleef bij. Ello Nik, uit Balen, had dichterlijke sprookjes bij over een vallende man, te veel moeders en Wonderland, nu en dan met semi-erotische inslag (en zweepslag). Wat een expressieve voordracht, met ingenieuze woordspelletjes rond brood en een ongemakkelijk telefoongesprek supersnel in onze gezichten gespit. We hingen aan haar lippen.
Johan Sebastiaan Stuer is de huisdichter van het weekblad HUMO. Zijn hilarische ultrakorte gedichten zijn ondertussen ook zeer gewilde klassiekers op de Antwerpse poëziepodia. Mijn favorieten? 'Het Huwelijk' uit de HUMO van deze week, 'Dorien', 'Verkeersinformatie', 'Waarheid', 'Regen', 'About Last Night', 'Vriend', en - voor de titel alleen al - 'Don't Lookbek In Anger'.
Sven de Swerts had Tim Albus meegenomen uit Nederland. Samen vormen ze sinds begin dit jaar de militaire boysband Ultralelluk. We kregen flarden poëzie van beide heren, waaronder Swerts' klassieker 'Vertrouw Geen Dichters'. Theatraliteit en intimiteit gingen hand in hand, met af en toe een vlaag van geweld. De waanzinnige postmodernistische opsommingen waren deze keer wat bijgesnoeid, al mag het duidelijk zijn dat deze dichters vooral heel lang kunnen doorgaan. Originele performance zo voor vlak voor een pauze.
Op de open mic deden we enkele straffe ontdekkingen. Akbar Khan publiceerde kort geleden zijn geïllustreerde bundel The Silver Line In Every Rhyme. Daaruit bracht hij 'Imagine' en de ultrapolyglotte tekst 'Who Am I?' Van Gert-Jan Luyckx, gitarist bij KOALA, kregen we een podiumdebuut, altijd spannend. Twee rake gedichten. Gust Peeters is dan weer een ouwe rot in het vak. 'Iedereen Weet' beklijft. Ook zijn Nederlandse vertaling van 'Literatura', een gedicht van de Catalaanse Mireia Calafell, ging er goed in. Hij las het wel eerst in het Catalaans voor.
Jirosj had zijn gitaar en zijn gloednieuwe nummer 'De Enige Alien' bij. Vervolgens nog zo'n ontdekking. Abdul Broekema declameerde een erudiet gedicht dat al lang ergens in de canon had moeten zitten. Het zat tjokvol originele metaforen: de kippen, de Griekse goden, de dode zwanen, de rotondes. Benevelend. Sven de Swerts en Rik van Boeckel mochten nog eens terug komen. Die laatste sloot deze alweer mooie avond af met zijn muzikale 'Jamaica', een ode aan de reggae.
Alle resterende edities van het voorjaar gaan door in De Kleine Hedonist, met eerst ons verjaardagsfeest op 10 april!

Foto's: Gust Peeters

Flavours of the month

Golden days for indie fans. It's like all of the big favorites are back: Tame Impala, The National, Interpol, Johnny Marr, Foals, Vampire Weekend, Local Natives... Hulder, These New Puritans and Vampire Weekend each features twice in the list.

  1. Foals - Sunday
  2. The National - You Had Your Soul With You
  3. Use Knife - For Helvede
  4. Vampire Weekend - Harmony Hall
  5. Tame Impala - Patience
  6. Whispering Sons - Hollow
  7. Son Lux - Sleep
  8. Hulder - Is This the End?
  9. Apparat - Dawan
  10. Squid - Houseplants
  11. These New Puritans - Inside the Rose
  12. Skinny Pelembe - No Blacks, No Dogs, No Irish
  13. Richard Hawley - Off My Mind
  14. Aldous Harding - The Barrel
  15. Tropical Fuck Storm - The Planet Of Straw Men
  16. Strand of Oaks - Ruby
  17. Interpol - Fine Mess
  18. Johnny Marr - Armatopia
  19. Sharon Van Etten - Jupiter 4
  20. Local Natives - When Am I Gonna Lose You
  21. SOAK - Déjà Vu
  22. MorMor - Outside
  23. Hulder - Volcano
  24. Black Mountain - Future Shade
  25. Vampire Weekend - Sunflower
  26. Tristan feat. HHIT - Olso
  27. Ruthie - Spirit Now Moves
  28. Bleak - Temper
  29. These New Puritans - When the Trees Are On Fire
  30. Poppel - Conceived Ideas

zondag 17 maart 2019

Lissabon 4-14 maart 2019, deel 3

Lissabon 4-14 maart 2019

Deel 3: Eindstation Lissabon


Zondagochtend vertrek ik naar Coimbra, in de Beirastreek. Tussen de smalle steegjes baden kloosters en kerken in het zonlicht. Ik bezoek de 12e-eeuwse kathedraal, met Moorse en later renaissancetoetsen. Alweer een bezienswaardige kloostergang, de oudste van het land. In de arcaden zijn geen twee roosvensters dezelfde. Verderop staat de modernere kathedraal, met knappe kapellen en veel goud.
Van op het terras bij het bisschoppelijk paleis is het uitzicht subliem: de oude kathedraal met de mooie tegelkoepel, de universiteit met de Geitentoren, de Rio Mondego, de kloosters op de linkeroever. Net als bij de kathedralen is er een oud en een nieuw Santa Claraklooster. Die bereik ik via de gelijknamige brug. De 'skyline' van de stad wordt door het fiere universiteitsgebouw gedomineerd. Hier heerst kennis.
Al zijn hier verder dus vooral religieuze gebouwen te bezoeken. Het oude clarissenklooster had te kampen met overstromingen. De verzameling voorwerpen die bij de opgraving in 1995 uit de grond werden gehaald, is zeker een bezoekje waard, net als het 13e-eeuwse klooster zelf natuurlijk, dat vooral uit ruïnes bestaat - heel knap. Ik ben helemaal alleen in de kerkruïne. Ik voel de eeuwen wegen.
Zowel dichter de Camões als dictator Salazar studeerde hier aan de universiteit, een van de oudste ter wereld (1290!). Ik bezoek deze grootse tempel van de wijsheid. De kapel is een en al pracht en praal, met haar 17e-eeuwse azulejos. De gigantische barokke bibliotheek uit 1717 bevat 60000 werken. Een verbluffende wandeling tussen boeken, boeken, boeken. Van de drie grote plafondschilderingen tot de kleine chinoiserieën: alles bekoort hier. Ook de Sala dos Capelos is magnifiek, met schilderijen van alle koningen van Portugal en een mooi versierd plafond.
Enkele knappe zalen en salons later beklim ik de 33 meter hoge Geitentoren. Het zicht over Coimbra, de Rio Mondego met haar bruggen, en de verre heuvels maakt de klim helemaal de moeite waard! In het interactieve Wetenschapsmuseum dwaal ik tussen honderden dieren, opgezette en skeletten, bewonder ik de vele instrumenten, speel ik met lichtstralen, en laat ik een heteluchtballon opstijgen. Soms is wetenschap plezant.
's Avonds brengt een monumentale trap me naar de uitgaansbuurt, bij een heiligdom in de Jardim da Sereia. Jongeren stoeien er met hun honden. Een van de rakkers wast zich in de fontein van de grot en springt vervolgens half in mijn rugzak. Lekker fris, natte hond.
De Alentejo is mijn volgende bestemming, een streek in het zuidoosten van het land die haar naam kreeg omwille van haar ligging 'achter de Taag'. Dit zijn de Portugese ommelanden, uitgestrekt, verlaten. De vele eikenbossen zijn een goudmijn: de Alentejo is de grootste kurkproducent ter wereld. In de velden spot ik ooievaars in hun nesten, gepensioneerde aquaducten.
We houden halt in de ommuurde hoofdstad Evora. Tijd voor een stadwandeling doorheen de eeuwen. Eerste stop is de bruisende Praça do Giraldo, die net als de smalle steegjes en huisjes erg licht overkomt, omwille van het veelvuldig gebruik van wit (met gele streep) in Evora. Door de arcaden lijken de huizen te zweven boven de rand van het plein.
Ook de kerken doen hier veel zuidelijker aan dan de strenge donkere burchten in het noorden. Hier begint Zuid-Portugal. Alles kruipt hier trager. In een van de vele kerken bezoek ik de Capella dos Ossos, een kapel die is ingelegd met schedels en beenderen van zo'n 5000 mensen uit de 16e eeuw. Even geniaal als luguber.
De Sé is veel forser en weer erg burchtachtig in zijn strenge gotiek. Ik klim naar het dak, tussen de verschillende massieve torens, en geniet van de zonovergoten omgeving. Vlinders dartelen en buitelen dat het geen naam heeft.
Van een katholieke naar een Romeinse tempel. De zuilen van de 2e-eeuwse tempel van Diana staan nog overeind. Tempel en kathedraal zijn met het hertogelijk en bisschoppelijk paleis en het Lóiosklooster aan hetzelfde plein te vinden. Ik stap zo van het ene in het andere monument. Evora is niet zo groot. Tussen en binnen de monumenten zelf liggen dan weer ettelijke eeuwen. Het meubilair, keukengerei, wapenarsenaal en kunst in het paleis van Caval komen uit verschillende tijdperken, en daarbij wordt de 21e eeuw niet overgeslagen.
Ook de voormalige universiteit van de jezuïeten ligt hier op een steenworp vandaan. De kloostergang in renaissance, met sierlijke arcaden en fontein, geeft al meteen een welkom gevoel aan de studenten. De eindeloze kasseiwegjes blijven elegante paleizen en kerken opwerpen. Wanneer de azuurblauwe lucht andere tinten krijgt, breekt de tijd aan om wat bars te bezoeken. Al lijkt er aan de dag in dit zomerse stadje geen einde te komen.
Vroeg in de ochtend ontbijt ik op het zonnige plein bij de Dianatempel. Ook de politie komt hier koffie kappen. Hun bureau zit eveneens op dit plein. Ze konden het slechter treffen. Ik spring het Lóiosklooster binnen. In de kloostergang (ik ben de tel kwijt...) hebben de monnikencellen het tot hotelkamer geschopt.
Tot ziens Alentejo, vaarwel ooievaars. Terug naar de Taag. Eindstation Lissabon. De bus passeert het 28 meter hoge Jezusbeeld Cristo Rei en rijdt via de rode hangbrug de witte stad binnen. De Strohalmzee strekt zich wijdt onder ons uit. Het zicht op Bélem en de monding links en hoofdstad en haven rechts is subliem. Het 18e-eeuwse aquaduct is een enorme poort die me weer in Lisboa verwelkomt.
In de Baixa neem ik een authentiek geel trammetje. Kreunend klautert het de heuvel op en Alfama in. Een goed zicht op deze fadowijk heb ik op het romantische Largo de Santa Luzia. Mooi kerkje met tuintje en muzikant. Alfama in de zon. Het is een levensstijl op zich. "Giiinja!", roept het oude vrouwtje aan de São Miguelkerk. Gin en chocolade gaan er altijd in. De becos en travessas op mijn weg zijn kleurrijk versierd met graffiti en overal klinkt er muziek.
Het Castelo de São Jorge is al een week lang een vertrouwd gezicht voor me. Ik laat het echter links liggen en begeef me 'buiten de muren', naar het São Vicente da Foraklooster. Mét kloostergang, dat spreekt voor zich. Hier vind ik de tegels die 38 fabels van La Fontaine uitbeelden. Ik lees enkele fabels. Vooral 'De hond en de ezel', 'De kip met de gouden eieren' en 'De ooievaar en de wolf' blijven bij. Verder heel wat fresco's, kunstvoorwerpen en vooral het mausoleum van de dynastie van Bragança, met de laatste koningin van Portugal, koningin Amalia. Aangrijpende tombe.
Van op het dak, tussen de twee torens, heb ik een 360° panorama: Cristo Rei en de bruggen, Alfama, de kasteelheuvel, het pantheon met de markt van de Dievegge, de wijk Alto Pina, de noordelijke buitenwijken, het schiereiland Setúbal en nog veel verder.
De namiddag loopt ten einde in de fadowijk, waar achter elke hoek een kunstzinnige verrassing wacht, waar overal de muziek der weemoed weerklinkt, waar de kersenginja het lekkerst smaakt, waar licht- en kleurspel het laatste woord krijgt (dat wordt wennen in het grauwe Vlaanderen).
Tijdens valavond volg ik nog steeds aangeschoten en vol verwondering trapjes en steegjes. Wanneer ik de Baixa bereik, waar Ericka me voor een expatavond heeft uitgenodigd, ebben de roze wolken weg uit mijn hoofd. Plots ben ik 'weer in een hoofdstad'. Alles komt terug. De meeting gaat door in de bar waarin ik een week geleden ging schuilen tijdens de stortbui bij de Bica. De eigenaar herkent me nog en verwelkomt me hartelijk. We ontmoeten expats van over heel Europa en Zuid-Amerika. Van Bica naar Alfama is het lang strompelen. Uit diverse bars nabij mijn hostel bezingen vrouwenstemmen de weemoed. Flarden fado die zonder omwegen een gevoelige snaar raken.
Laatste volledige dag en nog zoveel te zien. Het populaire vissersstadje Cascais bijvoorbeeld, aan de kust. Veel bootjes, palmbomen en charme enerzijds, evenveel massatoerisme en beton anderzijds. Maar daarom reis ik in maart. Er is een prestigieus park en een fort. De blauw-witte vuurtoren met wuivende palmbomen kan zo op een ansichtkaart.
Er wordt gevist van op de kliffen, met zicht op de 'weg' naar de rest van de wereld, via de welke Portugal zijn rijkdom vergaarde. Dit was het laatste stukje land van waar de boten konden worden uitgewuifd. Aan de Boca do Inferno, een kloof waarlangs schuimbekkende golven met veel lawaai hun intrede maken, kijk ik uit over de Cabo Raso en de blauwe oceaan, de onmetelijke snelweg naar Amerika. We zijn hier niet zo ver van het meest westelijke punt van continentaal Europa.

The train slows, we're at Cais de Sodre. I've arrived in Lisbon but not at any conclusion. (Pessoa 57)

Hip Lissabon, met zijn kunstenaars, designers en barista's, heeft zich verschanst in LX Factory, een industrieel terrein onder de brug, met de nodige street art en onderkoelde beats. Omdat het niet altijd kloosters moeten zijn en omdat dit gewoon een van de coolste plekjes in Lissabon is.
Aan de andere kant van de stad ligt de futuristische wijk Parque das Nações langs de Taag. Sommige attracties dateren van Expo '98, het ene paviljoen is al opmerkelijker dan het andere... de toekomst is er al.
Verderop zie ik de hoogste toren van het land (145 m) en een 13 km lange brug, allebei vernoemd naar ontdekkingsreiziger Vasco da Gama, de trots der natie. Een kabelbaan boven de grens tussen land en water maakt het plaatje compleet. Op een terrasje geniet ik van een vinho quente (warme wijn) en mijn laatste pastel de nata.
In Alfama verdwaal ik van ginja naar ginja. Op een terras wordt een film of serie gedraaid. De actrice springt op het tafeltje en begint voor de acteur te dansen, waarna ze onder luid applaus van de figuranten beginnen te kussen.
In mijn hostel in Chiado zit de sfeer er al goed in wanneer ik arriveer. Free sangria is de oorzaak. Ik leer de Duitse Sonia kennen en vooral veel Brazilianen. Sonia en ik zakken af naar Pink Street en ik toon haar de boekenbar en de surrealistische club. "Je leeft om verhalen te vertellen", zegt ze. "Je bent je eigen personage." Ik antwoord dat dat precies is wat Pessoa zou zeggen. Ze bladert in het boek in het midden van de club. "En hij is altijd maagd gebleven?"

Wanneer we een van onze tijdelijke vrienden aangedaan door de straten zien dwalen, vragen we wat er scheelt. Hij vertelt na wat aandringen dat hij slechts een minuut geleden door een andere gast van het hostel werd aangevallen. Hij had hem, net als aan ons eerder, toevertrouwd dat zijn grootvader in een concentratiekamp heeft gezeten. Dit heeft iets in de andere jongen getriggerd, plots brak hij zijn fles tegen de muur en zwaaide ermee in het rond. Dat hij hem zou vermoorden. Hierop is onze vriend gechoqueerd weggelopen, meer van slag omwille van zijn grootvader dan de aanval. Na nog een kalmeringspilsje en een ontladende grap of twee, drie zijn we allemaal dan maar gaan slapen.

My head and the whole universe ache. (Pessoa 223)

Donderdagmorgen. Witte golven op een wiegende Mar da Palha. Gezellig met z'n allen ontbijten. Ik heb nog een paar uur om het nog eens allemaal in me op te nemen. Het vroege licht op gele gevels. De azulejos en grondtegels. Een koppeltje in het gras. Pessoa op zijn terras. Het trage ontwaken van een stad in permanente onthaasting.
De weemoed overvalt me wanneer ik het Rossio oversteek. Ik wil niet weg. De stad is onder mijn huid gekropen. Bij het borstbeeld van een dichter moet ik even gaan zitten. Ook mijn ziel is een landschap, Fernando. Het holt en bolt, er rijden trammetjes en elevadors, soms is het er glad en uitkijken geblazen. Meestal schijnt de zon. Maar net dan komt de melancholie onverwacht.

Bron: Pessoa, F., 1991, The Book Of Disquiet, London: Serpent's Tail

vrijdag 15 maart 2019

Lissabon 4-14 maart 2019, deel 2

Lissabon 4-14 maart 2019

Deel 2: Kloosters en paleizen


So why travel? In Madrid, in Berlin, in Persia, in China, at the North and South Poles, where would I be other than inside myself, feeling my particular kind of feelings? (Pessoa 76)
Op een heuvel boven het treinstation van Alfama staat het pantheon van Portugal, net als dat in Parijs in een voormalige kerk ondergebracht. Deze Igreja Santa Engrácia heeft het officiële record op haar naam staan van kerk waaraan het langst werd gebouwd - zo'n drie eeuwen.
Ik verlaat Lissabon per trein, noordwaarts naar een centraal gelegen streek, waar de drie mooiste kloosters van het land zitten. Eerst Tomar, een provinciestadje aan de charmante Rio Nabão. Hoog in de lucht wacht het wonderlijke Convento do Cristo op me, een architecturaal meesterwerk met rijkelijk versierde kloostergangen in vele stijlen, al domineert de manuelstijl. De fresco- en beeldenweelde van de charola, een vreemd esthetisch hoogstandje, is verbluffend.
Een ander hoogtepunt is het robuuste Raam van Tomar, een spectaculair met mos overwoekerd staaltje beeldhouwkunst. De symboliek van de versieringen is gedurfd en hoogst origineel. Een woest meesterwerk in manuelstijl, half steen half plant, half kunst half natuur - een ware Levensboom op zich. Door de snelle wolkenstroom lijkt het voortdurend alsof deze massieve muur op me zal neerstorten. In de tuinen laat lente zich voorzichtig zien, al zijn de maartse buien onverbiddelijk.
Het centrale plein van het stadje is koddig, met mooie 15e-eeuwse kerk. De aangename straatjes staan in het teken van de tempeliers. Via Fátima, de Portugese tegenhanger van Lourdes, reis ik door naar mijn volgende klooster.
Dat ligt in Batalha. Het werd uit dankbaarheid aan Maria gebouwd na de overwinning op de Fransen en de Castilianen in 1385. Wanneer de bus Batalha binnenrijdt, lichten de pinakels wit op in het donker. Ontzagwekkend klooster. De natte droom der gotiek: torens, spitsbogen, zuilen, gewelven, arcaden, pinakels, waterspuwers, gebeeldhouwde gezichten... zowel 's avonds als overdag een streling voor het oog.
In de kerk valt gekleurd glas-in-loodlicht op sierlijke zuilen. Ik stuit er op de tombe van koning João I en zijn vrouw. Het graf van de Onbekende Soldaat (Eerste Wereldoorlog) wordt bewaakt door twee soldaten. De zeven onvoltooide kapellen vormen een spectaculair en uniek quasi-geheel, met manuelijnse versieringen. Koning Duarte en echtgenote liggen te rusten in de vierde kapel. Er is ook een expositie van Mircea Romans religieuze (maar gedurfde) moderne kunst.
Alcobaça ligt op twee rivieren, de Alcoa en de Baça. Het cisterciënzerklooster is een hoogtepunt van de Portugese gotiek. Zowel Dom Pedro als diens geliefde Inés de Castro liggen hier te rusten. Die laatste werd volgens de overlevering vermoord door koning Afonso IV, Pedro's vader. Bij dit magnifieke klooster hoort de grootste kerk van het land, de Igreja Santa Maria. De graven van de koning en de 'dode koningin' staan tegenover elkaar, en dat van Inés rust op de ruggen van haar moordenaars, met hondenlijven voorgesteld. De sinaasappelbomen bij de Kloostergang van de Stilte - een plek waar de zwijgplicht gold - zijn een mooi extraatje bij alweer een monument om me aan te vergapen.
Terug in Lissabon, op de Praça da Figueira, met het standbeeld van João I, aan wiens tombe ik zonet nog stond, bezoek ik een poppenziekenhuis uit 1830. Cuteness overload, en misschien ook een klein beetje creepy. Er hoort een museum bij met nieuwe, oude en heel oude poppen van over de hele wereld!
Vervolgens is er een rondleiding in de kelder van een bank in de Baixa. De archeologische site onthult de overblijfselen van huizen uit het IJzeren Tijdperk, inclusief een paleo-Christelijk graf mét skelet. Ook de mozaïek van een Romeins bad, met swastikapatronen, en een hoogoven zijn bezienswaardig. De hele Baixa kreeg na de aardbeving een ondergrondse houten versterking, met dank aan de schatrijke Markies de Pombal. Zo werd de wijk brand- en aardbevingbestendig. Lissabon is trouwens een van de 'oudste steden' van Europa, al sprak men toen nog van Olisippo Felicitas Julia. Bekt ook best lekker.
Drankjes in de Bicawijk. Ginjashot in een chocoladeglaasje. Er is een boekbar waar je gedichten uit een kauwgommachine kan halen. Geniaal. Ik heb er één van Camões. De tijden veranderen, verlangens veranderen. Ik geraak aan de praat met de Mexicaanse Ericka, die hier al een tijdje woont en wacht op de traaage Portugese immigratieambtenaars. Het kabbelende leven in Lissabon en zowat de hele wereldpolitiek komen ter sprake. De club ernaast is nogal erotisch en hedonistisch (maar smaakvol) aangekleed. Er hangt een gigantische hertenkop en er is zelfs een waarzegster.
Lissabon is een van de weinige hoofdsteden die ik ken waarvan de meest beroemde bezienswaardigheden er eigenlijk buiten liggen. In Belém vertrok Vasco da Gama in 1497 op ontdekkingsreis. De spectaculaire ontdekkingen zijn heel aanwezig in de monumenten van Belém. Bijvoorbeeld in het wereldberoemde Monumento das Descorbertas, dat Salazar ter ere van Hendrik de Zeevaarder aan de Taag liet oprichten. De witte toren met beeldengroep is 50 meter hoog.
Het is nog vroeg in de ochtend, dus ik ga de pastéis de nata proeven, beroemd tot ver buiten de landsgrenzen. Lekker met koffie erbij, in een authentieke met azulejos versierde banketbakkerij dat al sinds 1837 bekend staat om deze lekkernij. Meestal is het hier aanschuiven tot buiten.
De witte koepel van het sublieme Hiëronymietenklooster glinstert in het zonlicht. Het wacht samen met de vele andere monumenten van Belém op hordes toeristen. Boytacs schitterend versierde portaal is een voorsmaakje van de pracht binnenin het klooster. De graven van Luís Vaz de Camões, die ik gisterenavond nog uit een kauwgommachine haalde, en Vasco da Gama vind ik in de kerk, alweer een verbluffend hoogtepunt van de manuelstijl - die slanke zuilen! In de rijkelijk gedecoreerde kloostergang stuit ik op de grafsteen van Fernando Pessoa. Enkele van zijn regels over de dood schieten me spontaan te binnen.
Ook de beroemde Torre de Bélem, uit 1515, is een eerbetoon aan de ontdekkingsreizen uit die tijd. Vroeger stond deze in het midden van de Taag. Ik klim helemaal naar de Restelokapel, van waar ik op de monding van de Taag in de Atlantische Oceaan kijk. Hagedissen duiken weg tussen de stenen. Tot slot, vlakbij het presidentieel paleis, het Koetsenmuseum, een puike verzameling van weelderig versierde koetsen. Koningen en pausen werden er lang geleden wat in rondgereden.
Tijd om dat karmelietenklooster in hartje Lissabon eindelijk eens te bezoeken, het Carmo, zonder dak. De collectie grafstenen, brokstukken, tegels, beelden en werktuigen is indrukwekkend. Er is zelfs een Egyptische sarcofaag met mummie. De twee Incamummies geven me kippenvel. Tientallen meeuwen cirkelen hoog boven de heuvel van Alfama. Ik bezoek de Sé Patriarcal, de kathedraal die twijfelt tussen romaanse stijl en gotiek. De kerkschat bevat onder meer een peperdure monstrans. Aan de Rua da Saudade (heerlijk toch?) bezichtig ik een archeologische site met restanten van een Romeins theater.
Ik daal de heuvel af en klim naar die met de faculteit waar Lígia Fernandes schildert. Ik heb haar vier jaar niet gezien. Na onze roadtrip in Roemenië gaf ze me een bijzonder geschenk, het boek dat al een week met me meereist, Pessoa's Boek der Rusteloosheid. We doorkruisen de stad op zoek naar haar favoriete plekjes, waanzinnig unieke bars, magnifieke verborgen paleizen. Zo goed om haar weer te zien. Hier kan je een interview met deze bijzondere kunstenares lezen!
Op de grote pleinen zijn er 8-maartbetogingen, met grote opkomst. Een van de thema's is de arrestatie van Lula door de Braziliaanse fascist Bolsonaro. Vanavond geeft Chantal Acda een concert in de Sabotage Club. Daar ging ik al naartoe, maar toevallig zat ik maandag ook naast Acda en Thielemans op het vliegtuig. Ze zijn op tournee door Portugal. Na een Portugees voorprogramma brengt Acda, vergezeld door Thielemans op drum, haar warmste liedjes. Verder wordt deze uitgaansbuurt, ook Pink Street genoemd, gedomineerd door dronken Engelse 'vrijgezellen'.
Buiten Lissabon ligt het sprookjesachtige plaatsje Sintra - een gelukzalig Hof van Eden, volgens Lord Byron. Het pittoreske oord ligt hoog in de heuvels, en dat zorgt voor prachtige vergezichten. Sintra staat bekend om haar rijkelijk versierde paleizen. Het Palácia nacional de Sintra is met twee enorme witte schoorstenen verrijkt. Ik denk spontaan aan de ezelsoren van stripfiguur Dokus. Mooie plafonds in verschillende thema's: zwanen, eksters, zeemeerminnen, blazoenen. Magnifieke tegels overal.
Er zijn erg veel paleizen om te bezoeken, en kiezen is een beetje verliezen. Het Moorse kasteel op de heuvel boven Sintra ligt er bijvoorbeeld impressionant bij. Maar dé must hier is het Palácio nacional da Pena, het beroemde kanariegele paleis. Wauw... Een eclectische schoonheid, dit 'eerste romantische paleis van Europa'. Dom Fernando II, de artistieke koning, had smaak. Dit rood-gele pronkjuweel ligt achter het kasteel, een beide zijn te bereiken via een omhoog meanderende weg, langs de vele chique huizen in het bos.
Wanneer ik onder het gebeeldhouwde monster de poort binnenstap, lijk ik een magische wereld te betreden, een 19e-eeuws Disneyland. Aladdin meets Doornroosje. Het voortdurende opdraven van torentjes, koepels en minaretten is een onafgebroken visueel orgasme. Moorse stijl, barok, renaissance, manuelstijl, alles vloeit hier samen in een architecturale fantasie. Weelderige vertrekken uiteraard. Wijds panorama met de hoofdstad en de oceaan. Piepklein zijn de monumenten van Belém nog net herkenbaar.
Het Quinta da Regaleira lijkt dan weer de setting van een gothic novel. Ook de exotische tuin spreekt tot de verbeelding. In het Palácio de Seteais is nu een hotel gevestigd. Samen met een Zweedse schrijfster wandel ik door het inspirerende bos naar het paleis van Monserrate, een verbluffende Aziatische mirage, pure esthetische extase. Echt iets voor schrijvers om in Lord Byrons natte droom te belanden en samen met open mond en grote ogen door de Indische stucwerkweelde van het paleis te zweven. Verwondering als tegengif voor Pessoa's verveling.
In dit idyllische park maakt een koppel trouwfoto's, terwijl de zon traag achter de heuvels zinkt. We zitten in het gras en Annemaria toont me het boek dat ze momenteel leest. The Book Of Disquiet. Natuurlijk. We rijden terug naar Sintra en dineren bij zonsondergang. Daarna neem ik de trein naar een buitenwijk van Sintra, waar ik bij Sónia verblijf. Ze toont me de dolmen die de enige bezienswaardigheid in haar buurt is. Morgen meer reizen, verder weg van de hoofdstad.