vrijdag 15 maart 2019

Lissabon 4-14 maart 2019, deel 2

Lissabon 4-14 maart 2019

Deel 2: Kloosters en paleizen


So why travel? In Madrid, in Berlin, in Persia, in China, at the North and South Poles, where would I be other than inside myself, feeling my particular kind of feelings? (Pessoa 76)
Op een heuvel boven het treinstation van Alfama staat het pantheon van Portugal, net als dat in Parijs in een voormalige kerk ondergebracht. Deze Igreja Santa Engrácia heeft het officiële record op haar naam staan van kerk waaraan het langst werd gebouwd - zo'n drie eeuwen.
Ik verlaat Lissabon per trein, noordwaarts naar een centraal gelegen streek, waar de drie mooiste kloosters van het land zitten. Eerst Tomar, een provinciestadje aan de charmante Rio Nabão. Hoog in de lucht wacht het wonderlijke Convento do Cristo op me, een architecturaal meesterwerk met rijkelijk versierde kloostergangen in vele stijlen, al domineert de manuelstijl. De fresco- en beeldenweelde van de charola, een vreemd esthetisch hoogstandje, is verbluffend.
Een ander hoogtepunt is het robuuste Raam van Tomar, een spectaculair met mos overwoekerd staaltje beeldhouwkunst. De symboliek van de versieringen is gedurfd en hoogst origineel. Een woest meesterwerk in manuelstijl, half steen half plant, half kunst half natuur - een ware Levensboom op zich. Door de snelle wolkenstroom lijkt het voortdurend alsof deze massieve muur op me zal neerstorten. In de tuinen laat lente zich voorzichtig zien, al zijn de maartse buien onverbiddelijk.
Het centrale plein van het stadje is koddig, met mooie 15e-eeuwse kerk. De aangename straatjes staan in het teken van de tempeliers. Via Fátima, de Portugese tegenhanger van Lourdes, reis ik door naar mijn volgende klooster.
Dat ligt in Batalha. Het werd uit dankbaarheid aan Maria gebouwd na de overwinning op de Fransen en de Castilianen in 1385. Wanneer de bus Batalha binnenrijdt, lichten de pinakels wit op in het donker. Ontzagwekkend klooster. De natte droom der gotiek: torens, spitsbogen, zuilen, gewelven, arcaden, pinakels, waterspuwers, gebeeldhouwde gezichten... zowel 's avonds als overdag een streling voor het oog.
In de kerk valt gekleurd glas-in-loodlicht op sierlijke zuilen. Ik stuit er op de tombe van koning João I en zijn vrouw. Het graf van de Onbekende Soldaat (Eerste Wereldoorlog) wordt bewaakt door twee soldaten. De zeven onvoltooide kapellen vormen een spectaculair en uniek quasi-geheel, met manuelijnse versieringen. Koning Duarte en echtgenote liggen te rusten in de vierde kapel. Er is ook een expositie van Mircea Romans religieuze (maar gedurfde) moderne kunst.
Alcobaça ligt op twee rivieren, de Alcoa en de Baça. Het cisterciënzerklooster is een hoogtepunt van de Portugese gotiek. Zowel Dom Pedro als diens geliefde Inés de Castro liggen hier te rusten. Die laatste werd volgens de overlevering vermoord door koning Afonso IV, Pedro's vader. Bij dit magnifieke klooster hoort de grootste kerk van het land, de Igreja Santa Maria. De graven van de koning en de 'dode koningin' staan tegenover elkaar, en dat van Inés rust op de ruggen van haar moordenaars, met hondenlijven voorgesteld. De sinaasappelbomen bij de Kloostergang van de Stilte - een plek waar de zwijgplicht gold - zijn een mooi extraatje bij alweer een monument om me aan te vergapen.
Terug in Lissabon, op de Praça da Figueira, met het standbeeld van João I, aan wiens tombe ik zonet nog stond, bezoek ik een poppenziekenhuis uit 1830. Cuteness overload, en misschien ook een klein beetje creepy. Er hoort een museum bij met nieuwe, oude en heel oude poppen van over de hele wereld!
Vervolgens is er een rondleiding in de kelder van een bank in de Baixa. De archeologische site onthult de overblijfselen van huizen uit het IJzeren Tijdperk, inclusief een paleo-Christelijk graf mét skelet. Ook de mozaïek van een Romeins bad, met swastikapatronen, en een hoogoven zijn bezienswaardig. De hele Baixa kreeg na de aardbeving een ondergrondse houten versterking, met dank aan de schatrijke Markies de Pombal. Zo werd de wijk brand- en aardbevingbestendig. Lissabon is trouwens een van de 'oudste steden' van Europa, al sprak men toen nog van Olisippo Felicitas Julia. Bekt ook best lekker.
Drankjes in de Bicawijk. Ginjashot in een chocoladeglaasje. Er is een boekbar waar je gedichten uit een kauwgommachine kan halen. Geniaal. Ik heb er één van Camões. De tijden veranderen, verlangens veranderen. Ik geraak aan de praat met de Mexicaanse Ericka, die hier al een tijdje woont en wacht op de traaage Portugese immigratieambtenaars. Het kabbelende leven in Lissabon en zowat de hele wereldpolitiek komen ter sprake. De club ernaast is nogal erotisch en hedonistisch (maar smaakvol) aangekleed. Er hangt een gigantische hertenkop en er is zelfs een waarzegster.
Lissabon is een van de weinige hoofdsteden die ik ken waarvan de meest beroemde bezienswaardigheden er eigenlijk buiten liggen. In Belém vertrok Vasco da Gama in 1497 op ontdekkingsreis. De spectaculaire ontdekkingen zijn heel aanwezig in de monumenten van Belém. Bijvoorbeeld in het wereldberoemde Monumento das Descorbertas, dat Salazar ter ere van Hendrik de Zeevaarder aan de Taag liet oprichten. De witte toren met beeldengroep is 50 meter hoog.
Het is nog vroeg in de ochtend, dus ik ga de pastéis de nata proeven, beroemd tot ver buiten de landsgrenzen. Lekker met koffie erbij, in een authentieke met azulejos versierde banketbakkerij dat al sinds 1837 bekend staat om deze lekkernij. Meestal is het hier aanschuiven tot buiten.
De witte koepel van het sublieme Hiëronymietenklooster glinstert in het zonlicht. Het wacht samen met de vele andere monumenten van Belém op hordes toeristen. Boytacs schitterend versierde portaal is een voorsmaakje van de pracht binnenin het klooster. De graven van Luís Vaz de Camões, die ik gisterenavond nog uit een kauwgommachine haalde, en Vasco da Gama vind ik in de kerk, alweer een verbluffend hoogtepunt van de manuelstijl - die slanke zuilen! In de rijkelijk gedecoreerde kloostergang stuit ik op de grafsteen van Fernando Pessoa. Enkele van zijn regels over de dood schieten me spontaan te binnen.
Ook de beroemde Torre de Bélem, uit 1515, is een eerbetoon aan de ontdekkingsreizen uit die tijd. Vroeger stond deze in het midden van de Taag. Ik klim helemaal naar de Restelokapel, van waar ik op de monding van de Taag in de Atlantische Oceaan kijk. Hagedissen duiken weg tussen de stenen. Tot slot, vlakbij het presidentieel paleis, het Koetsenmuseum, een puike verzameling van weelderig versierde koetsen. Koningen en pausen werden er lang geleden wat in rondgereden.
Tijd om dat karmelietenklooster in hartje Lissabon eindelijk eens te bezoeken, het Carmo, zonder dak. De collectie grafstenen, brokstukken, tegels, beelden en werktuigen is indrukwekkend. Er is zelfs een Egyptische sarcofaag met mummie. De twee Incamummies geven me kippenvel. Tientallen meeuwen cirkelen hoog boven de heuvel van Alfama. Ik bezoek de Sé Patriarcal, de kathedraal die twijfelt tussen romaanse stijl en gotiek. De kerkschat bevat onder meer een peperdure monstrans. Aan de Rua da Saudade (heerlijk toch?) bezichtig ik een archeologische site met restanten van een Romeins theater.
Ik daal de heuvel af en klim naar die met de faculteit waar Lígia Fernandes schildert. Ik heb haar vier jaar niet gezien. Na onze roadtrip in Roemenië gaf ze me een bijzonder geschenk, het boek dat al een week met me meereist, Pessoa's Boek der Rusteloosheid. We doorkruisen de stad op zoek naar haar favoriete plekjes, waanzinnig unieke bars, magnifieke verborgen paleizen. Zo goed om haar weer te zien. Hier kan je een interview met deze bijzondere kunstenares lezen!
Op de grote pleinen zijn er 8-maartbetogingen, met grote opkomst. Een van de thema's is de arrestatie van Lula door de Braziliaanse fascist Bolsonaro. Vanavond geeft Chantal Acda een concert in de Sabotage Club. Daar ging ik al naartoe, maar toevallig zat ik maandag ook naast Acda en Thielemans op het vliegtuig. Ze zijn op tournee door Portugal. Na een Portugees voorprogramma brengt Acda, vergezeld door Thielemans op drum, haar warmste liedjes. Verder wordt deze uitgaansbuurt, ook Pink Street genoemd, gedomineerd door dronken Engelse 'vrijgezellen'.
Buiten Lissabon ligt het sprookjesachtige plaatsje Sintra - een gelukzalig Hof van Eden, volgens Lord Byron. Het pittoreske oord ligt hoog in de heuvels, en dat zorgt voor prachtige vergezichten. Sintra staat bekend om haar rijkelijk versierde paleizen. Het Palácia nacional de Sintra is met twee enorme witte schoorstenen verrijkt. Ik denk spontaan aan de ezelsoren van stripfiguur Dokus. Mooie plafonds in verschillende thema's: zwanen, eksters, zeemeerminnen, blazoenen. Magnifieke tegels overal.
Er zijn erg veel paleizen om te bezoeken, en kiezen is een beetje verliezen. Het Moorse kasteel op de heuvel boven Sintra ligt er bijvoorbeeld impressionant bij. Maar dé must hier is het Palácio nacional da Pena, het beroemde kanariegele paleis. Wauw... Een eclectische schoonheid, dit 'eerste romantische paleis van Europa'. Dom Fernando II, de artistieke koning, had smaak. Dit rood-gele pronkjuweel ligt achter het kasteel, een beide zijn te bereiken via een omhoog meanderende weg, langs de vele chique huizen in het bos.
Wanneer ik onder het gebeeldhouwde monster de poort binnenstap, lijk ik een magische wereld te betreden, een 19e-eeuws Disneyland. Aladdin meets Doornroosje. Het voortdurende opdraven van torentjes, koepels en minaretten is een onafgebroken visueel orgasme. Moorse stijl, barok, renaissance, manuelstijl, alles vloeit hier samen in een architecturale fantasie. Weelderige vertrekken uiteraard. Wijds panorama met de hoofdstad en de oceaan. Piepklein zijn de monumenten van Belém nog net herkenbaar.
Het Quinta da Regaleira lijkt dan weer de setting van een gothic novel. Ook de exotische tuin spreekt tot de verbeelding. In het Palácio de Seteais is nu een hotel gevestigd. Samen met een Zweedse schrijfster wandel ik door het inspirerende bos naar het paleis van Monserrate, een verbluffende Aziatische mirage, pure esthetische extase. Echt iets voor schrijvers om in Lord Byrons natte droom te belanden en samen met open mond en grote ogen door de Indische stucwerkweelde van het paleis te zweven. Verwondering als tegengif voor Pessoa's verveling.
In dit idyllische park maakt een koppel trouwfoto's, terwijl de zon traag achter de heuvels zinkt. We zitten in het gras en Annemaria toont me het boek dat ze momenteel leest. The Book Of Disquiet. Natuurlijk. We rijden terug naar Sintra en dineren bij zonsondergang. Daarna neem ik de trein naar een buitenwijk van Sintra, waar ik bij Sónia verblijf. Ze toont me de dolmen die de enige bezienswaardigheid in haar buurt is. Morgen meer reizen, verder weg van de hoofdstad.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten