zondag 26 november 2017

De Zes

De naam van de eerste act, Selder, doet vermoeden dat de zoveelste flauwe plezante disco- of punkband is opgestaan. Fout. De eclectische muziek werd aangevoerd door strakke grooves en de aangename stemkleur van beide vocalisten. De frisse nummers verveelden geen moment, met name dankzij de verrassende tempowisselingen en het brede gamma aan stijlen. Zo klonk het ene nummer lekker opzwepend en serveerde Selder even later een flinke dosis funk van het merk ‘Prince’. Voortdurend riepen frontvrouw Mathilde en frontman Zadok op tot dansen. En bij het laatste nummer werden we tot drie maal toe verzocht om door de knieën te gaan en recht te springen. Selder organiseerde een explosief feestje waarbij geen levende ziel in Trix de heupen onberoerd liet – een knappe prestatie als opener.
De Antwerpse shoegaze van bleak hield ons een poosje vrijwillig gevangen tussen muren van geluid, in een rustige droom waarin het verslaafde publiek steeds dieper wenste weg te zakken. Denk Slowdive, Air Formation, oude Radiohead. Ondanks de nochtans stevige dreampop lag het knuffelgehalte soms wat hoog en mocht het hier en daar allemaal wat gevaarlijker. Hoewel Bleak zeker geen vernieuwende muziek maakt, zette de band een concert op poten dat ons van de eerste tot de laatste seconde helemaal deed wegdromen, met een beate glimlach op de lippen.
De twee blootvoetse zangeressen van UMM deden met hun experimentele, met synths overladen indiepop meer dan eens aan Warpaint denken. Zo koesterde het subtiele melodieuze ‘This day’ een haast spiritueel aura. De andere single ‘Papercut’ startte als warme zweverige pop onder een geheimzinnig vernislaagje, die na een onverwachte uitbarsting steeds hoger kringelde tot een knappe samenzang op het einde. Die kwam nog eens terug in het laatste nummer, in het Frans dan nog, wat een hippe apotheose creëerde. Soms klonk deze intrigerende muziek misschien iets te perfect, door subtiele kunstgrepen die een schijn van monotonie gaven. UMM bevredigt zo vooral het geoefende oor, al is de muziek catchy genoeg voor wie zweert bij radio.
 Met heel weinig middelen toch een indrukwekkende sfeer oproepen, is weinig artiesten gegeven. En misschien was het eens aan het publiek om beroep te doen op de eigen verbeelding. Paulien Rondou, ofwel Catbug, verscheen alleen op het podium van de Club, en suggereerde dat we er bij het eerste liedje de klarinet maar zelf moesten bij denken. We kregen gitaarliedjes voor het slapen gaan, troostwalsjes voor wie hartzeer heeft, in een vrij unieke stijl. Het geheel werd misschien een tikkeltje monotoon, ondanks de intrigerende variaties op stemgebruik. In combinatie met de trage weemoedige riffs creëerde Pauliens hoge, bijna fluisterende zang een betoverend effect.
De Kalmthoutse jongens van Garbage Dreams namen ons drie nummers lang mee op ruimtereis. Ze begonnen vrij poppy met de nummers ‘Daydream’ en ‘Lucky’, gekenmerkt door de nogal brave zang en de aanstekelijke danspasjes van de gitarist, waar we op slag vrolijk van werden. Hier en daar werd de naar Tame Impala neigende psychrock doorspekt met dreigende flarden synth. De fenomenale afsluiter ‘Defending champion’ stak met kop en schouders boven het optreden, en misschien wel de hele avond uit. De ruimtemissie is mislukt en plots zit het gevaar overal en moeten we rennen voor ons leven. De minutenlange instrumentale outro greep ons naar de keel, om niet meer los te laten tot het einde.
Na een ingetogen piano-intro en jazzy drumgeruis voegde de rapper David Jahmill zich bij zijn liveband. Meteen bracht hij ons in de sfeer van zijn opzwepende eerlijke hip-hop, bijgestaan door ratelende drums en huilende gitaren. Ondertussen vlogen de metaforen en bars ons om de oren, want Christopher David Jahmill kan schrijven. Meer dan eens moesten we aan Kendrick Lamar denken. Of Pusha T. “Jullie zijn zo mooi”, besloot Christopher enthousiast, waarna hij ons uitnodigde het lampje op onze gsm aan te zetten en omhoog te houden. Deze stunt miste zijn effect niet, en al gauw verdwenen de gsm’s en zette het publiek het op een dansen en springen. Bij het laatste nummer werd er lekker op los gerockt. Ook figuurlijk mochten we vanavond een gat in de lucht springen, want dit was een finale met niets dan sterke acts, wat weer eens aantoont dat het in Antwerpen wemelt van het talent.
Winnaar: Catbug
Publieksprijs: Selder


Indiestyle top 3:

1. Selder
2. David Jahmill
3. bleak


 Lees de recensie op Indiestyle!

donderdag 23 november 2017

Scheuren in de schuur

SONS + Barber Rufus @ De Smoutpot: Scheuren in de schuur

De vuile variant van vertier wachtte ons gisterenavond op in De Smoutpot, een als schuur vermomd concertzaaltje op de polder tussen Zwijndrecht en Melsele. Je kon er de mestlucht net niet ruiken. Het is het decor bij uitstek voor bands die voorlopig nog in het ondergrondse ronddolen, maar dat niet lang meer van plan zijn. Twee beloftevolle groepen speelden er een thuismatch, en het is vooral SONS dat hoge ogen gooit. Ze werden door Studio Brussel geselecteerd voor De Nieuwe Lichting, het lanceerplatform van onder meer Tamino en Equal Idiots. Daaruit blijkt dat deze kerels wel eens de toekomst van de Vlaamse garagerock zouden kunnen worden, of toch minstens de nabije toekomst, want ze maakten een diepere indruk dan hun nochtans waardige voorprogramma en zelfs het gros van de Belgische gitaarbandjes van het moment – en dat heeft vooral met een boeiend kleurenpallet te maken.

Eerst Barber Rufus, een duo dat meteen aan Royal Blood doet denken, omwille van de formatie, de sound, en misschien een beetje omdat drummer Anton Van Hove zelf de geuzennaam “de Royal Blood van de Aldi” hanteert. De strakke rocksongs waren er inderdaad niet naast en dreven op een wijde, vlot verteerbare sound met vlijmscherpe riffs. Dat maakte het allemaal best catchy, haast meezingmateriaal. Af en toe leek een nummer te ‘haperen’, een trucje waar hun Engelse voorbeelden in uitblinken en dat evenzeer bij deze band werkte. Ondanks de gewonde rechterhand van zanger-gitarist Joris Wendelen zette het duo een meer dan behoorlijke set neer. Waar het laatste nummer misschien wat langdradig was, maakten enkele finale krachtige drumsalvo’s dat weer helemaal goed.

Je vraagt je af hoe een band met nog geen 250 likes op Facebook door Studio Brussel wordt opgepikt. Het antwoord is kwaliteit – maar zeker ook een eigen karakteristieke sound, iets wat best moeilijk is bij het genre dat SONS beoefent en waar de radio ons tegenwoordig weer mee om de oren gekletst. Na de pauze trapten de vier zonen een erg opwindende set in gang, die gerust een pak langer mocht duren. Hun merk van garagerock heeft het humeur van pretpunk en een arsenaal aan wervelende gitaarsolo’s die uit de jaren tachtig leken te zijn geplukt, zonder evenwel het strakke ritme van de hoofdzakelijk up-tempo nummers af te remmen. Door beide gitaren ten volle te benutten, werd een brede sound opgezet, in schril contrast met de meer uitgeklede maagstompen van Equal Idiots en MOAR. Toch klonk SONS nog voldoende rammelend om hier en daar gevaarlijk uit de hoek te kunnen komen. Misschien werd er nog iets te veel gepronkt met een lichte overdaad aan gitaarsolo’s, hoewel dat eigenlijk nooit stoorde, en aan de onderhuidse harmonie werd zelden geraakt.

Tijdens de korte set bleef de vaart erin, ondanks de interessante overgangen in best schizofrene nummers die leken te aarzelen tussen de mooipratende rockster met vetkuif en de vuile compromisloze punker. Zo baadde ‘Ricochet’ in een speelse vibe waar het publiek duidelijk pap van lustte, getuige het vrouwelijke gejoel na afloop. De laatste twee nummers moesten het dan weer hebben van overstuurde gitaren en een instrumentale noisy opbouw naar een schreeuwerige climax. Afsluiter ‘Do they see me’ barstte inderdaad los in een feest van rauwe gitaarsolo’s om vervolgens als een op hol geslagen stier rechtstreeks richting verlossing te stormen. Die kwam in de vorm van een allerlaatste kreet.

Gisterenavond viel in Vlaamse velden een rockband te ontdekken waar je binnenkort niet meer naast kunt kijken. We wensen SONS een doorbraak toe, maar wel één die hun eigenheid niet aantast en de zin voor experiment alleen nog zal aanwakkeren. Tot op de festivals?

Lees de recensie op Luminous Dash!

woensdag 22 november 2017

Literaire tip: The Satanic Verses

We schrijven 1988. De Brits-Indische auteur Salman Rushdie publiceert zijn vierde roman The Satanic Verses. Het duurt niet lang voor deze in verschillende moslimlanden wordt verbannen. De Iraanse Ayatollah Khomeini roept zelfs een fatwa uit over de schrijver, waarmee hij hem vogelvrij verklaart, waardoor Rushdie, na verschillende moordpogingen, moet onderduiken. Wereldwijd worden ook enkele vertalers van het boek aangevallen. De oorzaak van deze woede is een vermeend geval van heiligschennis. De roman is namelijk voor een significant deel gebaseerd op het leven van de Profeet Mohammed, en de Duivelsverzen waar de titel naar verwijst, zijn uit de Koran verbannen regels die een verafgoding van drie godinnen zou toestaan, wat van de islam geen monotheïstische maar een polytheïstische godsdienst zou maken. Los van de schande ook nog eens een gemiste kans, want het meesterwerk pleit ervoor dat we onze blik verruimen en de mooie kans tot dialoog moeten grijpen die migratie ons biedt, maar waarschuwt ook voor de destructieve kracht van gesloten absolutistische religies gekaapt en gemanipuleerd door politieke belangen. Pijnlijk ironisch.

Net als in het eerder dit jaar besproken werk van Murakami staat magisch realisme centraal in The Satanic Verses. Hiervoor put Rushdie uit verschillende culturen, niet het minst uit de islam en het hindoeïsme. Er passeren heel wat goden en profeten, maar ook vele verwijzingen naar de Indische cultuur, inclusief Bollywood en popmuziek, en ook de Westerse cultuur mag niet ontbreken. Het resultaat is een multiculturele mozaïek die ervoor lijkt te pleiten om inderdaad ook eens buiten de monotheïstische lijntjes te kleuren. En daar worden dus heel wat magische en fantastische elementen bijgesleept, die op haast geloofwaardige manier in een verder relatief realistische narratief worden geschoven.

Zo tuimelen de twee protagonisten en tegenspelers Gibreel Farishta en Saladin Chamcha uit de Bostan, een door terroristen gekaapt en opgeblazen vliegtuig, een val die ze overleven, zij het niet in dezelfde gedaante. Beide Indische acteurs beginnen namelijk te muteren en wanneer ze elk op eigen kracht naar Londen trekken (nadat Gibreel Chamcha aan zijn lot overlaat), krijgt Gibreel een aureool en verandert Chamcha in een naar zwavel stinkende geit. De aartsengel Gabriël en Shaitan proberen ondanks hun metamorfose de draad van hun leven weer op te pikken, maar dat loopt uiteraard niet van een leien dakje.

Chamcha, die een voorliefde koestert voor Engeland en met zijn vader en vaderland heeft gebroken, wordt ironisch genoeg als illegale immigrant opgepakt en heel ruw door de politie behandeld. Gibreel zoekt de vrouw van zijn leven Allie Cone op, maar hun relatie krijgt het zwaar te verduren door Gibreels extreme jaloezie en aanleg voor schizofrenie. Chamcha maakt hier handig gebruik van om wraak te nemen op zijn vriend, door diens ziekelijke jaloezie te voeden tot deze volledig doorslaat en alles verwoest wat hem dierbaar is.

Rushdie stelt op geniale wijze in vraag wat wij als goed en slecht beschouwen. Zo gedraagt Gibreel, de engel, zich steeds meer als een egoïstische schurk, terwijl Chamcha, de duivel, keer op keer het deksel op zijn neus krijgt omwille van zijn goedheid. Door dit later in het verhaal nog een paar keer om te draaien, doet de schrijver vermoeden dat de dingen niet zwart-wit zijn, en  complexer dan ze vaak lijken. 

De hoofdstukken over deze twee opmerkelijke figuren worden afgewisseld met Rushdie's eigenzinnige interpretatie van verhalen uit de Koran in droomsequenties die aan Gibreel worden toegeschreven. Zo verhaalt Rushdie hoe de Profeet terugkeert naar Jahilia, de stad van zand, en er de vele afgoden verjaagt om een nieuwe godsdienst op te dringen: één god in plaats van vele. De subversieve dichter Baal moet onderduiken in een bordeel, waar hij de plaatselijke Mohammed wordt en de vele prostituees nemen de identiteit van Mohammeds vrouwen aan, als een soort van onkuise tegenhanger van de heilige huishouding van de Profeet.

Een ander verhaal vertelt hoe de jonge Ayesha, het vlindermeisje, een voettocht naar Mekka organiseert en haar voltallige dorp kan overtuigen mee te gaan, tot grote frustratie en wanhoop van Mirza Saeed Akhtar, wiens doodzieke vrouw medische verzorging verwerpt ten voordele van deze krankzinnige bedevaart. De sceptische Mirza volgt hen achteraan de processie, in een dure en comfortabele wagen, waarin de minst devote of meest afgepeigerde dorpelingen afwisselend op adem kunnen komen. Hoogtepunt op de reis is de Arabische Zee. Maar of die in twee zal splijten?

The Satanic Verses spreekt enorm tot de verbeelding, is een magische reis doorheen boeiende culturen, en gaat over identiteit, vervreemding, wedergeboorte, onderdrukking, het belang van migratie, en de nood aan dialoog tussen verschillende culturen. Net daarom blijft dit boek brandend actueel. #jesuisrushdie

dinsdag 14 november 2017

Muzikale samenwerkingen

Ik begrijp het volledig. Op den duur kan je er nog moeilijk aan uit. Welk muzikaal project is wat ook weer? Hieronder een handig - een eerlijk gezegd egostrelend - overzicht van m'n belangrijkste muzikale samenwerkingen!

In 2015 maakte ik samen met de post-punkband Melting Time een snoeiharde ballade van een van de laatste brieven die schrijver J.M.H. Berckmans aan Kristien de Proost schreef. Kris Verdonck maakte er een beklijvende videoclip voor, die we opnamen in hartje Grauwzone, en in totaal hebben we het nummer drie keer live gebracht, waaronder op De Nacht Van Pafke en in Trix.

2015 zag ook de geboorte van Hersencellen, een samenwerking met enfant terrible Bootsie Butsenzeller. Onze mariage van Nederlandstalige poëzie en elektronische muziek, met een hoofdrol voor percussie, heeft voorlopig één album opgeleverd, het eclectische We Ploeteren Voort, uit 2017. Het bekendste nummer daaruit is het trippy 'Kubisme'. We werkten voor andere nummers samen met Vincent Brijs, Marieke Lightband en Patrick Delabie.

In 2017 besloot ik om samen met Tom Tiest een nieuw projectje uit de grond te stampen, als eerbetoon aan Robbe De Hert en aan film in het algemeen. Met Veelvraat gaven we een performance op De Nacht Van Robbe, met een kwartier lang nummer waarin filmisch proza enerzijds en onderkoelde beats en stemvervorming anderzijds hand in hand gaan. Er zitten nog heel wat andere nummers in deze intrigerende samenwerking, en er komen ook enkele nieuwe optredens aan.

De in Antwerpse muziekkringen en ver daarbuiten gevestigde waarde KOALA heeft sinds eind 2016 een bijna geheel nieuwe bezetting, waarin ook mijn lyrics een rol zullen spelen. Al heel 2017 werken Carlos Dyckmans en zijn vrienden hard aan nieuwe nummers, die variëren van trip-hop over funk en rock tot elektronica, met als belangrijke invloeden Gorillaz, Massive Attack, Magnus, Prince, Jamiroquai... De opvolger voor Gravity, Central en Tall Machines zal het lange wachten meer dan waard zijn.
Foto: Lisa Deckers

Voor Beat Night (2 december 2017 in DE Studio) kruip ik met Naomi, Mauro en Niels van Melting Time nog eens het repetitiekot in. In de zomer won hun nagelnieuwe band Laguna nog De Beloften en hun drie eerste nummers klinken dan ook beloftevol. De geest van Burroughs schemert door 'Hades', het resultaat van de krachten die we, twee jaar na De Nacht Van Pafke, bundelen onder de naam Laguna ft. Gert VLB. Voor deze performance wordt ons team versterkt door de Antwerpse kunstenares Barbara Bervoets, die het geheel nog net dat beetje krankzinniger maakt. Mooi zo.
Foto: Manu De Caluwe

Drink My Puke bestaat al zo'n acht jaar en verrees uit de smeulende stinkende assen van Anale Bezem. Met onze gruwelijke mengvorm van grindcore/punk en kermisbeats zijn Vomit Eater en ik een vaste waarde geworden in bepaalde jeugdhuizen. We werden zelfs door HUMO 'opgepikt'! Nu ja... Onze energieke shows zijn een must voor iedereen die ook op wansmakelijke muziek compleet uit de bol wil gaan.

zondag 12 november 2017

Literaire tip: Heart Of Darkness

Mijn nieuwe leestip is een veelbesproken en vrij controversiële korte roman uit het begin van de vorige eeuw. Joseph Conrad, een Brit van Poolse afkomst, publiceert zijn meesterwerkje in 1902, al verscheen het enkele jaren eerder al als driedelige serie in een tijdschrift.

Heart Of Darkness vertelt het verhaal van Charles Marlow, die, in dienst van een Belgisch bedrijf, naar Kongo-Vrijstaat vaart. Hij krijgt er de opdracht om de voorbeeldige en getalenteerde ivoorhandelaar Kurtz op te sporen, een man met een hele goede reputatie, getuige de vele verhalen, anekdotes en roddels die hem vooraf gaan. Hij werd voorop gestuurd om vooruitgang naar het hart van Kongo te brengen maar heeft al geruime tijd niets van zich laten horen. Marlow leest een door Kurtz geschreven brief en verbaast zich over hoe diens magische eloquentie in scherp contrast staat met een agressieve voetnoot die hij veel later aan de brief toevoegde: 'Exterminate all the brutes!'

Met een aftandse stoomboot vaart Marlows team tegen de stroom in. Het is een gevaarlijke onderneming waarbij verschillende mensen het leven verliezen. Kurtz wordt uiteindelijk gevonden, verward en verwilderd, geen greintje beschaving meer te bespeuren. Hij regeert met ijzeren hand over de nederzetting waarin hij zich heeft verschanst, getuige de afgehouwen hoofden van zijn tegenstanders die hij op speren heeft gespietst, en laat zich door de inwoners verafgoden. Kurtz' laatste woorden laten een diepe indruk op Marlow achter, en deze inwendige worsteling vormt het morele hart van de boek.

Uiteraard zijn licht en duister belangrijke motieven in het verhaal. Conrad speelt voortdurend met woorden zoals 'zwart' en 'wit', en deze motieven bereiken een hoogtepunt in een schets van een geblinddoekte vrouw met fakkel, en hoe het licht een sinister effect werpt op haar gezicht. Waar licht voor beschaving staat, is duister het onbekende, het gevaar, het verlies van zelfbeheersing. Maar beschaving is een dun laagje vernis. Het is een hypocriet masker, dat bij een ingrijpende verandering in je leven kan worden losgerukt. Het duistere hart is dat van Kurtz, maar ook van de Europese uitbuiting van Afrika, een gitzwarte pagina in onze geschiedenis, en ons land in het bijzonder, al wordt ook het Britse Rijk met de vinger gewezen - op het einde van het boek vaart het schip waarop Marlow zijn relaas vertelt de Theems op, en is Londen het hart van een immense duisternis.

Hoewel het boek de afgelopen decennia wel eens als racistisch werd bestempeld omwille van de stereotiepe karakterisering van de inheemse bevolking (zo worden Marlows helpers op de stoomboot beschreven als 'kannibalen' en krijgt geen enkel Afrikaans personage diepgang, in tegenstelling tot de Europese personages), bevat het onschatbare kritiek op de Westerse kolonisatie van Afrika en de gruwel die daarmee gepaard ging, weliswaar in de vorm van fictie maar geschreven door een rechtstreekse ooggetuige van zoveel misdaden tegen de mensheid waar men zich onder Leopold II schuldig aan maakte (de bekendste daarvan is het afhakken van de handen van werkers die niet genoeg rubber uit de jungle konden halen). Tevens was dit werk een van de allereerste onthullingen van deze wreedheden, waar op het moment van publicatie nog maar heel weinig over bekend was. Op dat vlak is het voor die tijd een belangrijk antiracistisch boek, dat zijn lezers aan het denken zette. Ook stelt het verhaal het onderscheid tussen beschaving en achterstand ter discussie, en toont het op ingenieuze wijze hoe snel een zogezegd rationele ontwikkelde man kan ontsporen.

Hetzelfde thema keert terug in Coppola's meesterwerk Apocalypse Now, een film uit 1979, waarin Martin Sheen Marlows rol vertolkt, en Marlon Brando een onvergetelijke Kurtz neerzet. Ook al speelt de film zich af tijdens de toen nog heel recente Vietnamoorlog, de invloed van Heart Of Darkness is overduidelijk en alomtegenwoordig, tot in sommige details. Zo perst ook Marlon Brando de legendarische woorden "The horror! The horror!" uit zijn strot, het onvergetelijke moment van bezinning. Ook Peter Jacksons King Kong en de serie Lost bevatten onmiskenbare echo's van Conrads literaire klassieker.

Ook vandaag blijft de idee relevant dat extreme situaties eender wie ingrijpend kunnen veranderen, en dan met name oorlog en macht. Wanneer geweld en uitbuiting de normaalste gang van zaken worden in een maatschappij dreigen al haar inwoners een tandwieltje te worden in een door angst goed geoliede moordmachine. De destructieve cocktail van ambtenarij, patriottisme en een dwalende wetgeving zagen we bij slavernij, genocide, apartheid, war on terror, en zolang wij het onszelf en onze leiders toelaten, zal Heart Of Darkness nooit aan urgentie verliezen.

zaterdag 4 november 2017

Flavours of the month

Another interesting list with different genres, and Godspeed are this month's kings and queens. MGMT is back with a catchy tune. We have Morrissey with two brand new singles. The War On Drugs are performing in Brussels tonight. They have a couple of new singles from their epic album A Deeper Understanding. Amongst the Belgian bands, do check OUTER, SONS, FÄR, DIRK., Fornet, Zool., blackwave., Yuko and of course the by now notorious Amenra. Yes, it's all capitals and full stops these days.

  1. Godspeed You! Black Emperor - Anthem For No State
  2. Amenra - Children Of the Eye
  3. The War On Drugs - Pain
  4. And So I Watch You From Afar - Dying Giants
  5. OUTER - eyja
  6. MGMT - Little Dark Age
  7. dirk. - Gnome
  8. Grandbrothers - Long Forgotten Future
  9. Morrissey - Spent the Day In Bed
  10. De Ambassade - Verloren
  11. Protomartyr - Don't Go To Anacita
  12. Hookworms - Negative Space
  13. The War On Drugs - Nothing To Find
  14. FÄR - Epicaricacy
  15. Fornet - Erase
  16. Godspeed You! Black Emperor - Undoing a Luciferian Towers
  17. Sufjan Stevens - Wallowa Lake Monster
  18. Zool. - Hemp
  19. Son Lux - Dream State
  20. SONS - Do They See Me
  21. Morrissey - I Wish You Lonely
  22. Nick Murphy - Medication
  23. Noel Gallagher's High Flying Bird - Fort Knox
  24. Yuko - Jenny
  25. Franz Ferdinand - Always Ascending
  26. Teleman - Bone China Face
  27. blackwave. feat. David Ngyah - Elusive
  28. DJ Shadow - Corridors
  29. Royal Blood - How Did We Get So Dark?
  30. Rhye - Taste

vrijdag 3 november 2017

Ballonnenvrees 1 november 2017

We hadden gisterenavond wat te vieren bij Ballonnenvrees: de vijftigste editie alweer van dit woord- en muziekpodium! Als experiment openden we met een twee uur op voorhand online aangekondigde open mic, die meteen stampvol zat. Deze werd geopend door postmodernistisch schrijver/slammer Robin de Cnaep, die binnenkort zelf een woordpodium organiseert. Zijn lijstgedichten bevatten echo's van chemie en filosofie. Alec Lamberts was weer van de partij, al is hij ook de schrik van menig partij. Zijn tekst was een uithaal naar corrupte politici en verder ging het over kotsen voor de deur van een maagd. Maarten Van Camp speelt in een fanfare maar schrijft ook poëzie, over Miss Hyde, over zijn petekind, en over de kerozinezone (hij woont aan de luchthaven van Antwerpen). Spitsvondige teksten.
John Brains is zo'n beetje de Don DeLillo van het Waasland. Hij gaf ons 'Discretie' en verder nog hilarische en ingenieuze teksten over verkeer tijdens het spitsuur en agressieve automobilisten. Frank Mathay had Engelstalige teksten bij over aliens en walvissen, en ook werk in het Nederlands over katten in de boom, en zelfs een haiku als afsluiter. Kristien Van Den Borne stond voor het eerst op een podium, met gedichten over liefdesverdriet en een vlucht naar de Hobokense polder. Na de open mic verblufte Sven Staelens het 50e publiek met zijn opener 'We Zijn Getijdlijnd', dat hij schreef voor Moment, en verder 'Reconstructies', voor een kunstgallerij. Oerdegelijk werk.
Dorien De Vylder publiceerde onlangs haar debuutbundel Vertraagd Stilleven en daar is ze nu mee op tournee. Ook Ballonnenvrees mocht natuurlijk niet ontbreken. Na de eerste pauze nam ze het publiek mee naar het platteland, met haar kenmerkende onthaastingsgedichten over rivieren, olijfbomen en samengeknepen colablikjes. De zorgvuldige gecomponeerde gedichten, waaronder 'De Slaper' en 'Geheim', zijn een streling voor het oor en de verbeelding en dus eindelijk in meeneemversie te verkrijgen.
Ook Tom Driesen publiceert dit najaar, al is zijn bundel Vaderhanden nog net niet uit. De vorige stadsdichter van Turnhout opende met het titelgedicht, een uppercut van formaat, eentje die al meteen hard binnenkomt. Hoe Tom pijnlijke situaties in dichtvorm kan gieten is werkelijk meesterlijk. We kregen nog het gloednieuwe 'Evacuatieplan' en 'Nu Is een Ligstoel' en ook zijn tekst over zijn slechte ogen is scherp. Naast best grappige bindteksten, op zijn Toms, was vooral zijn nieuwe Word Wa(a)r battle, die van de cirkel versus de driehoek een onverdeeld succes. Met twee handpoppen die deze figuren voorstellen battlede hij tegen zichzelf, en het is opmerkelijk hoeveel afgunst en competitiedrang er in de scene van de meetkunde is. Uiteindelijk won Tom zelf, want het publiek at uit zijn vaderhanden.
Tijd voor een satirische simulatie van een stoffige edoch elitaire poëzieavond bevolkt door hautaine dichters met belegen gedichten die niet van achter hun pupiter uit komen. Het is de nieuwste voorstelling van het Mechelse collectief Dichtatuur en we kwamen niet meer bij van het lachen. De dichters gebruikten zowat de volledige ruimte van De Kleine Hedonist. Zo was er Charles die van achter de discobar (die ook een boekenkast is) met veel drama 'What Is Love' van Haddaway declameerde, of Hidde met zijn ellenlange aankondiging van zijn ultrakorte gedicht 'Zondeval', waar hij mythologie en etymologie en weet ik wat nog erbij sleept. Op het einde kreeg iedereen ruzie en werd er gestruikeld en gevallen dat het een lieve lust was. Haal deze jonge honden in huis en laat ze uw podium bevlekken, want ook uzelf houdt het niet droog bij hun shows.
 Afsluiter van formaat was Antwerps multi-instrumentalist Butsenzeller, die in totaal al bij zo'n dertigtal bands speelde (van DAAU over Dottir Slonza tot A Clean Kitchen Is A Happy Kitchen). Zijn optreden was half live-set half dj-set en verschillende nummers uit zijn twee soloplaten en losse tracks kwamen aan bod: opener 'Unfunny Clowns', 'Sharp', 'Electrified Fencer', van new wave tot behoorlijk funky. Met lichtgevend Halloweenmasker en een hersenhelm ging hij zijn laptop en drumcomputer genadeloos te lijf en kreeg zo het publiek aan het dansen. Halverwege de set verscheen Gert Vanlerberghe met dezelfde hersenhelm op het podium, voor een try-out van nieuw materiaal van hun band Hersencellen en als afsluiter "onze hit" 'Kubisme', waarbij Gert met het statief zwaaide als een tambour-maître. Ten slotte vloeide de performance voort in een dj-set waarbij onder meer Fad Gadget, Goldfrapp en Blanche aan bod kwamen. Tegen het einde kregen we bezoek van onze burgervader BDW, een geslaagd staatsbezoek van de schaduwburgemeester aan ons 4,5 jaar oude poëziestaatje.
Bedankt aan iedereen die heeft bijgedragen aan een topavond, en tot op een van de komende edities. Op 8 december en 12 januari bezoeken we het literaire en huiskamerlijke Café Boekowski, sinds een halfjaar de tweede thuis voor heel wat dichters, en binnenkort dus ook voor Ballonnenvrees. 
Foto's: Gust Peeters en Moomer Foto