Met een aftandse stoomboot vaart Marlows team tegen de stroom in. Het is een gevaarlijke onderneming waarbij verschillende mensen het leven verliezen. Kurtz wordt uiteindelijk gevonden, verward en verwilderd, geen greintje beschaving meer te bespeuren. Hij regeert met ijzeren hand over de nederzetting waarin hij zich heeft verschanst, getuige de afgehouwen hoofden van zijn tegenstanders die hij op speren heeft gespietst, en laat zich door de inwoners verafgoden. Kurtz' laatste woorden laten een diepe indruk op Marlow achter, en deze inwendige worsteling vormt het morele hart van de boek.
Uiteraard zijn licht en duister belangrijke motieven in het verhaal. Conrad speelt voortdurend met woorden zoals 'zwart' en 'wit', en deze motieven bereiken een hoogtepunt in een schets van een geblinddoekte vrouw met fakkel, en hoe het licht een sinister effect werpt op haar gezicht. Waar licht voor beschaving staat, is duister het onbekende, het gevaar, het verlies van zelfbeheersing. Maar beschaving is een dun laagje vernis. Het is een hypocriet masker, dat bij een ingrijpende verandering in je leven kan worden losgerukt. Het duistere hart is dat van Kurtz, maar ook van de Europese uitbuiting van Afrika, een gitzwarte pagina in onze geschiedenis, en ons land in het bijzonder, al wordt ook het Britse Rijk met de vinger gewezen - op het einde van het boek vaart het schip waarop Marlow zijn relaas vertelt de Theems op, en is Londen het hart van een immense duisternis.
Hoewel het boek de afgelopen decennia wel eens als racistisch werd bestempeld omwille van de stereotiepe karakterisering van de inheemse bevolking (zo worden Marlows helpers op de stoomboot beschreven als 'kannibalen' en krijgt geen enkel Afrikaans personage diepgang, in tegenstelling tot de Europese personages), bevat het onschatbare kritiek op de Westerse kolonisatie van Afrika en de gruwel die daarmee gepaard ging, weliswaar in de vorm van fictie maar geschreven door een rechtstreekse ooggetuige van zoveel misdaden tegen de mensheid waar men zich onder Leopold II schuldig aan maakte (de bekendste daarvan is het afhakken van de handen van werkers die niet genoeg rubber uit de jungle konden halen). Tevens was dit werk een van de allereerste onthullingen van deze wreedheden, waar op het moment van publicatie nog maar heel weinig over bekend was. Op dat vlak is het voor die tijd een belangrijk antiracistisch boek, dat zijn lezers aan het denken zette. Ook stelt het verhaal het onderscheid tussen beschaving en achterstand ter discussie, en toont het op ingenieuze wijze hoe snel een zogezegd rationele ontwikkelde man kan ontsporen.
Ook vandaag blijft de idee relevant dat extreme situaties eender wie ingrijpend kunnen veranderen, en dan met name oorlog en macht. Wanneer geweld en uitbuiting de normaalste gang van zaken worden in een maatschappij dreigen al haar inwoners een tandwieltje te worden in een door angst goed geoliede moordmachine. De destructieve cocktail van ambtenarij, patriottisme en een dwalende wetgeving zagen we bij slavernij, genocide, apartheid, war on terror, en zolang wij het onszelf en onze leiders toelaten, zal Heart Of Darkness nooit aan urgentie verliezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten