Nachtdichter zonder velokaart,
en tramlijnen die uitdoven
voor de nacht goed en wel gestart,
veroordeeld tot dwalen
als schim tussen de schimmen.
Onderwerelden leven in geblutste
harmonie naast elkaar.
Moedige meisjes fietsen
in korte rokjes voorbij,
nachtruis buitenbreins,
geïmporteerde beats bewijzen
beide oren en gemoed de dienst
van veilig zolang de muziek op repeat.
Elke nacht bieden kronieken
zich aan om me in te verdiepen,
en 's ochtends resten mij
korsten en kruimels,
voor in de vuilbak.
Taxi's in konvooi en iedereen
wil Gainsbourg zijn.
De nacht loopt op stelten,
ergens tussen schaduwen en schaamte.
De kreuken in onbeslapen lakens
worden bij dageraad weer gladgestreken,
net als alle grijnzen van genot.
Want de nacht ziet alles,
maar bij de eerste blijk van ochtendgloren
worden alle poorten weer gesloten.
(gebaseerd op een monoloog uit Gifkind - 2016 - het derde stuk van Studio Bernadette)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten