zondag 22 juli 2018

Heroïnebaby's

Waar was je de nacht dat ik hun ogen uitstak?

Wellicht al onderweg naar huis van die tijdelijke expositie die je wou zien. Het effect van veelvuldig druggebruik op je kinderen, levensechte poppen met naalden waar hun gezicht; gewoon een gladde plek en de dodelijke toevoer van verboden snoepgoed in de stijl van acupunctuur.

Abstract maar met een boodschap, zei je. Het zijn kinderen die geen kinderen kunnen zijn, zonder jeugd, zonder persoonlijkheid. Want zijn gezichten niet de spiegels van de ziel? Of is dat ogen?

Geblutste producten van verslaving, hun ouders geen ruggegraat, zij geen gelaat. Het maakt me kwaad, zei je, en droevig tegelijk. En daarom wil ik het zien. Zo genetisch mismeesterd, al van in de baarmoeder. Kan je ze even goed heroïnelolly's uitdelen.

Eén van de ruimtes is trouwens een simulatie van een speelplaats. Hinken tussen witte lijnen. Melkkartonnetjes met sterke drank (van Ginza). Doorzichtige plastic doosjes met tic-tacs die naar je lachen. Een broodtrommel met mama's versgebakken cake. En wie weet wat ze met die roze rietjes en voetbalkaarten doen.

Sommige bezoekers vonden dit onderdeel van de expositie er wat over; jij vond de metafoor, hoe verregaand ook, geniaal. Je moest ernaartoe, en ik bleef achter, met huilende kinderen die duidelijk geen heroïnenaalden in hun tronie hadden steken, maar echte gelaatsuitdrukkingen vertoonden, en momenteel viel daar enkel verwarring op af te lezen, en ook nog onbegrip, verwijt en de hint dat het jengelen nog niet meteen zou ophouden en zelfs zou aanzwellen.

Er viel niets mee te beginnen en papa zat het tot hier, en het bier had jij uit voorzorg meegenomen want pampers ververs je niet dronken en baby's te slapen leggen doe je niet met een zakdoekpuntje karmeliet. Denk aan de heroïnebaby's, liefste. En dat deed ik.

Ik kon onze twee koters enkel nog zien als het product van twee onverantwoordelijke ouders, dode zielen, die zo nodig kleine mensjes moesten produceren. En kijk, ik heb prijs: een babyhoofd met pijnlijk scherp omlijnd verwijt. Een groot zwart gat dat al het onheil omvat, een roze diagnose: jouw falen als vader zal je voortaan steeds weerspiegeld kunnen zien in mijn ogen.

Elke blik een limerick van hoe ik telkens weer de afrit mis. Een kunstwerk van mijn hand en de jouwe, en dan in viervoud. Vier ruiters en hoe het einde nadert, hoe ik faal als man en vader.

Enkel een Griekse tragedie kan hier soelaas bieden. Ergens halverwege Korinthe en Thebe wacht zeven jaar ongeluk.

Waar was je de nacht dat ik vier bange spiegels brak?

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten