Trojaanse geit kniediep in de leefstroom van bietenland, drinkt industriebocht waarvan ze is vergeten het zelf te hebben uitgezeikt. Haar eigen verwrongen universum achter de schermen. Lach eens naar de camera. Bevestig fake geblaat voor de keutels thuis. Bij het drinken verslikt het dier zich net niet in haar gevorkte tong. Al wie haar herkauwde platitudes niet na gaapt, moet branden branden branden in haar verongelijkte hel.
Ondertussen zie ik de zwakste geesten van mijn generatie zich in het harnas hijsen. Ze grijpen naar hun kromzwaard en slaan op wat voordeuren. Aufmachen. Schild en vriend. Een groot zwart kruis op de gevel van de Andersdenker. Dissidenten dien je te dissen. Fatsoen wordt norm wordt regel wordt wet wordt keurslijf wordt wapen.
Het hekje is van de dam en krijgt gestalte, groeit, groeit, groeit tot een Mexicaanse muur, een nec plus ultra. Bij volle maan ontpopt het zich tot een demogorgon, die van het Correcte Denken. Vreemdere dingen dan in 1984 zweven nu boven onze wijken. Ze houden een belerend oogje in het zeil, een onweerswolk als geweten, die elk moment in onze hoofden kan inslaan, een illithidisch virus verspreiden dat meningen opspoort en uitschakelt. Sneller dan je de Andersdenker kan ontvrienden. Sneller dan zijn nek bij het hangen breekt. Beeld je zijn erecte penis in. De vlaggenstok is kaal en glad. Hij knakt. Ambitie voor estafette maar niemand waagt het er zijn fikken aan te verbranden. De Mening is dood. Het onrecht gewroken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten