Op een zonnige zondagnamiddag - en zoveel hebben we er deze zomer
niet gehad - zit ik op een bankje op het perron van Antwerpen-Berchem, verdiept
in Les Misérables,
wachtend op de trein naar Brussel. Dat lezen vlot helaas niet echt. Nochtans
gaat het om een van die heerlijke passages die lezen als een sneltrein, die
waarin de rijke armoezaaier Jean Valjean, Cosette bij huize Thénardier komt
weghalen. Het ligt dus zeker niet aan de schrijfstijl van de heer Hugo. Waar dat wel aan ligt, zal ik u hieronder vertellen.
Na enkele minuten
geef ik het op en verschuift mijn aandacht onvrijwillig naar de eigenlijke
stoorzender, die ik eigenlijk het liefst op volume nul wil zetten, want wat
erop uitgezonden wordt, is niet oké.
Naast mij op het
bankje zitten een jonge vrouw, bijna nog een kind, en haar grootmoeder.
Hieronder volgt zo'n beetje de dialoog - of laten we het concept met le mot juste benaderen,
het was eerder een monoloog - waar ik gedwongen naar moest
luisteren.
-
Kijk,
oma.
-
Wat?
-
Daar.
-
Wat
bedoelt ge?
-
Dáár.
Dien gast. Allez ja, ‘gast’. Ziet ge hem niet?
-
Ach
ja. Haha.
-
Wat
een streken, zeg. Ziet dien show. Denkt hij zo aan een vent te geraken? Allez,
kijkt nu naar die kleren. Hij is precies per ongeluk in een vrouwenwinkel gaan
shoppen. En dan die schoenen, mensen…
-
Allez,
strakt hoort hij u.
-
Hij?
Daar ben ik niet zo zeker van hoor, oma. Of het een hij of een zij is. En dat
kapsel. Precies een vrouw. Dien zal ook recht van de Gay Parade komen. En dan zo met z’n hoofd schudden. En die houding! Allez, oma, dat kan toch niet?
-
Stiller.
Straks heeft hij u gehoord.
-
Ik
vraag me echt af wat voor mensen zo iemand op de wereld zetten. Dat is toch
niet normaal meer? Wat denkt dien eigenlijk zo te bereiken? En dan van dien
make-up op z’n gezicht. Welke gast doet dat nu?
-
Zijt
ge zeker dat hij u niet kan horen?
-
Dat
kan me niks schelen, oma. Maar kijkt nu toch eens. Vindt gij dat normaal?
Spoorverandering.
De IC-trein met bestemming Hasselt–Luik Guillemins zal bij uitzondering
vertrekken op spoor 9 in plaats van op spoor 5.
-
Oei,
dat zijn wij.
-
Konden
ze dat nu niet wat eerder aankondigen? Altijd hetzelfde met de NMBS.
Mijn ogen volgen het tweetal, dat zich snel uit de voeten maakt,
voor zover dat met zulke zware valiezen lukt. Op nog geen twee meter links van mij
staat een jongeman met duidelijke vrouwelijke trekjes, zeer excentriek gekleed
en opgemaakt. Ik vraag me af of hij de tirade heeft gehoord.
Het oude dametje dat aan de rechterkant van het tweetal heeft
gezeten, zij het op de rand van het bankje, schuift nu op naar links, tot vlak
naast mij. “Stoort het, meneer, als ik gauw een sigaretje opsteek?”
“Geen probleem, mevrouw”, antwoord ik. “Na al die homofobe zever
van daarnet stoort niets me nog.” Het vrouwtje slaakt een diepe zucht, mompelt
iets over de 21e eeuw en steekt haar sigaret op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten