dinsdag 2 oktober 2018

Sri Lanka 15-30 september 2018, deel 2

Sri Lanka, deel 2: Leeuwenrots en boeddhatand


Met de eerste twee koningssteden achter de kiezen reizen we richting meer cultuur. Op het menu vandaag staat de beroemde Leeuwenrots van Sigiriya, 200 meter hoog. Er staat een hele klim voor de boeg, maar de fresco's van de knappe rondborstige dames zouden de moeite waard zijn. Eind 5e eeuw bouwde koning Kasyapa hier zijn paleis en burcht. Dit is de koning die zijn eigen vader levend liet inmetselen om aan de macht te komen. Zijn halfbroer verbande hij naar India, maar toen deze 18 jaar later terugkwam met een leger, liet dat van Kasyapa hem in de verwarring van het strijdgewoel in de steek. Hierna pleegde Kasyapa zelfmoord en werd zijn halfbroer Mogallan koning.
De vrouwenfresco's zijn waardevolle overblijfselen van deze Hemelburcht, die ooit volledig was beschilderd. Ze zijn 1500 jaar oud en geschilderd in natuurlijke kleuren. In de Spiegelmuur werden al in de 8e eeuw recensies gekrast door toeristen avant la lettre. Ze lezen als poëzie.
Wat een klim in deze hitte, maar ook: wat een uitzicht! Overal oerwoud, aan de horizon heuvels, hier en daar een heiligdom, zoals Dambulla, waar we later vandaag heen trekken. De laatste trap wordt ingeleid door twee reusachtige leeuwenpoten, uit de rots gehouwen en aangevuld met bakstenen. Eeuwen geleden was er ook een kop, maar die is verdwenen. Tijdens de afdaling zien we langoerapen en ceylonkroonapen verbroederen. Onze ogen klimmen naar de holtes in de muren, waarin soldaten de wacht hielden. Als ze indommelden, stortten ze de diepte in. Efficiënt hoor, koning Kasyapa. Een andere bezienswaardigheid hier is het 'parlement', een groot stuk uitgehakte rots. Tot slot is er de Cobrarots, die doet denken aan een... juist ja.
Dambulla was van op de Leeuwenrots al te zien omwille van haar nieuwe Gouden Tempel en 30 meter hoge gouden boeddha. Onze aandacht gaat vooral naar de antieke rotstempels met in totaal 165 sublieme kleurrijke beelden, waaronder grote boeddha's en Singalese koningen. Verder zijn er muurschilderingen van meer dan 2000 jaar oud. Dit is werkelijk verbluffend. We staan met open mond te kijken. Bij de afdaling zien we in de verte Sigiriya liggen.
We reizen door een berglandschap naar de culturele hoofdstad Kandy, de laatste der koningssteden. Onderweg houdt de bus halt bij een specerijenplantage in Palapathwela, gespecialiseerd in ayurvedische geneeskunde. Een herbalist biedt ons kruidenthee aan en toont allerhande medicinale planten en hun trucjes. We krijgen verschillende olies opgesmeerd en een massage, en voelen ons als herboren. In Matale bewonderen we de schitterende hindoetempel Sri Muthumariamman, met zijn 1001 godenbeelden. Al die heilige pracht en praal is een lust voor het oog. In de winkelstraten hangen honderden boeddhistische vlaggen.
Kandy telt enkele koloniale monumenten en ligt aan een kunstmatig meer, dat door de laatste Singalese koning, Sri Vikrami Rajasingha, werd aangelegd. Ah, de drukte van een stad na een week op het platteland. Laat op de avond drink ik een slaapmutsje op het rooftop terrace. Het grootste deel van Kandy ligt er donker bij, maar de grote boeddha en een witte stoepa zijn mooi verlicht. Buiten wordt me voortdurend hasj aangeboden.
De Tempel van de Tand is de heiligste plek op Sri Lanka. Hij staat centraal in Kandy en bewaart een tand van Boeddha. Het bedevaartsoord is streng bewaakt na de bomaanslag door Tamil Tijgers in 1998, waarbij het zwaar werd beschadigd en er doden vielen. In een stroom van honderden gelovigen laat ik me door dit prachtig versierde heiligdom voeren. Het is net offertijd, dus waanzinnig druk.
In een bar tegenover Saint Paul's Church kijk ik naar de Asian Cup. De barmannen leggen me de regels van cricket nog eens uit. Op de rotonde bij de charmante klokkentoren is er altijd veel verkeer. Er staan enkele standbeelden uit koloniaal Ceylon. In de overdekte markt, waar vlees- en visgeuren en -sappen zich met elkaar vermengen, koop ik wat fruit. Het zicht op de Tempel van de Tand, aan de overkant van het meer, is de moeite. De indruk van sereniteit steekt fel af tegen het middagspitsgeruis. Schildpadden en aalscholvers rusten in de Zuid-Aziatische zon.
In Royal Palace Park zoek ik verkoeling. De (vele) makaken observeren is entertainender dan een stand-up comedy show. Ze trekken aan elkaars staarten, duwen elkaar de heuvel af, jagen elkaar achterna voor een hapje eten, en rollebollen in het gras. Heel wat koppeltjes komen hier knuffelen bij de fonteinen, elk met een paraplu tegen de zon. Ik ben hier de enige toerist.
Kee, Chris, Arthur en ik wandelen heel het meer rond. We ontmoeten reigers, ooievaars, vliegende honden, varanen, schildpadden, pelikanen, en willen die kraaien eens vijf minuten hun snavel houden? Bij schemering voegen we ons bij de rest, op het rooftop terrace. De zonsondergang spuit een melkweg van oranje boven de heuvels. Vliegende honden bestormen de hemel. We nemen tuk-tuks tot in de heuvels van Kandy voor een rooftop dinner met zicht over de hele stad. De Kandyan Calypso Band speelt een concert aan onze tafel.
Het is de dag nadien vroeg opstaan. We verlaten Kandy richting het centrale bergland, met de hoogste toppen van Sri Lanka. Kandy wordt begrensd door de langste rivier van het land, de Mahaweli Ganga. In Kitulgali gaan we met z'n vijven raften op de Kelani Ganga. Het is mijn eerste keer. Best kicken in het wilde water. Een paar keer voert een jonge gids ons tegen de stroming de helling op. Ik drink een paar borrels junglewater en Chris valt een keer uit het rubberen bootje. Op het laatste stuk is het kalmer en laten we ons drijven als otters op het water. Dat heet bodyrafting. Topervaring in dit landschap. Eindhalte is een typisch Brits-koloniaal hotelletje.
Nuwara Eliya ligt te midden van de beroemde theeplantages, en aan de voet van de Pidurutalagala, ofwel Mount Pedro, de hoogste berg van Sri Lanka. Op deze hoogte is het een pak koeler, weg van de hitte. We hebben ook voor het eerst felle regen, typisch voor het centrale bergland. Alles ademt hier de Brits-koloniale sfeer uit, van de Victoriaanse villa's tot de golfclubs. We bezoeken een theefabriek. Er zijn drie types thee, en bij Lipton worden die gemengd, al is blended tea niet zo kwaliteitsvol als de rest, met name High Grown Garden Fresh Broken Orange Pekoe, de Ferrari van de thee. Omdat theestruiken best hoog kunnen groeien, moeten ze regelmatig worden gesnoeid, om op plukhoogte te blijven. Zo goed als alle theeplukkers zijn vrouwen. Hoewel het zondag is, draaien de sorteermachines op volle toeren. 50% van de thee wordt geëxporteerd naar Rusland en de Emiraten.
We krijgen gratis kopjes Ceylon thee, de beste thee in de wereld. De vergezichten in dit mistige bergland zijn adembenemend. Er zijn ook enkele mooie watervallen te bewonderen. De vele dennenbomen zijn geïmporteerd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten