Geen Rock Werchter voor mij dit jaar, dan maar het Belastingfestival aan de belastingen op de Italiëlei. 28 juni was de laatste dag dat we onze belastingen konden indienen, en wij wilden de mensen alvast een hart onder de riem steken door er met een heus minifestival en enkele artiesten te staan. Het werd zeer gezellig!
Ik verzorgde de presentatie, pianovirtuoos Martinus Wolf voor de muziek tussen de optredens door. Inneke 23 & Co beet de spits af met mooie maar krachtige country/folkmuziek met teksten zowel in het Antwerps als in het Engels. De lyrics waren niet mals voor Patrick Janssens en zijn geliefde maar verwelkende stad Antwerpen. Inneke en Miss Rectangle, twee Bob Dylan fans in hart en nieren, brachten enkele moderne protestliederen, vooral tegen de GAS-boetes, die willekeurig aan mensen worden 'uitgedeeld' als moderne vorm van repressie van de stad uit. Ook volgden er enkele in het Antwerps vertaalde songs, waaronder een paar van Dylan. De cover van Johnny Cash was ook geslaagd. Favorieten zijn "Waterhorse" en een coole countrysong die werd opgedragen aan Kerouacs meesterlijke On the Road.
Watkwam kon niet optreden omdat de zangeres ziek was geworden. De zanger Johan was er gelukkig wel, en hij had een compagnon meegebracht, Filip genaamd. Samen brachten ze ontroerende kleinkunst waar je stil van wordt. Zeer knap gitaarwerk ook.
Tot slot was er de geweldige jazzband rond Amerikaanse frontman Ken Post, met onder meer Lenny Northover, ook bekend van Blue Bot! The Three Chord Jazz Band bestond uit verschillende mensen, waaronder Erwin, al zeven jaar organisator van het Belastingfestival, zelf, op de djembé. Omdat de zangeres enkele hernia's had, zong ze vanuit een wel heel speciale plaats. Op zes meter van het podium stond een auto geparkeerd, waarin zij in schuin liggende houding de longen uit haar lijf zong. De jazzsongs klonken vuil, donker en soms zelfs dreigend, maar in het geheel had het allemaal iets weg van een kampvuurconcert.
Enkele minuten voor middernacht begonnen we af te tellen. Na drie minuten kwam dan toch nog een man met zijn belastingsbrief aandraven, over de rode loper die naar de brievenbus leidde. Aangezien de belastingsinner nog bezig was met alle brieven in de kar te laden, was deze man technisch gezien dus nog op tijd, maar toch onze eerste telaatkomer! Fronk en ik overhandigden hem zijn prijs: de enige echte belastingsbeker! Deze prijs winnen en toch nog op tijd komen, wat een eer.
Het Belastingfestival is een zeer leuk initiatief, maar helaas één met een houdbaarheidsdatum erop. Vorige jaren stonden lange rijen mensen aan te schuiven in de hoop nog op tijd hun brief te kunnen inleveren, maar dankzij Tax On Web was er de hele avond geen sprake van aanschuiven, hoewel er wel geregeld mensen kwamen aanlopen. Aangezien de enige logische evolutie is dat Tax On Web steeds meer zal worden gebruikt in de toekomst, is het nog maar de vraag of er een Belastingfestival 2013 zal zijn. In elk geval staat het garant voor een fijne, muzikale avond met veel interessante 'festivalgangers'!
Enkele foto's van verschrikkelijk lage kwaliteit:
vrijdag 29 juni 2012
woensdag 27 juni 2012
Weekly singles chart
- dEUS - Quatre Mains
- Sigur Rós - Varúð
- Moss - What You Want
- The Dandy Warhols - Sad Vacation
- A Place to Bury Strangers - So Far Away
- Willow - Sweater
- DZ Deathrays - Dollar Chills
- Sigur Rós - Eg Anda
- A Place to Bury Strangers - You Are the One
- Susanne Sundfør - White Foxes
- The Rapture - Sail Away
- Woodkid - Run Boy Run
- Boy & Bear - Feeding Line
- Spector - Celestine
- Beach House - Lazuli
- Gravenhurst - The Prize
- Animal Collective - Honeycomb
- Blaudzun - Solar
- Steak Number Eight - Dickhead
- Great Mountain Fire - Late Lights
- Richard Hawley - Leave Your Body Behind You
- Miike Snow - The Wave
- The Mars Volta - The Malkin Jewel
- Gazpacho - Black Lily
- Dirty Projectors - Gun Has No Trigger
- The Shins - No Way Down
- Patrick Watson - Into Giants
- The Hickey Underworld - The Frog
- Kapitan Korsakov - Lest My Water Break
- The Offspring - Days Go By
dinsdag 26 juni 2012
Stand-Up Tragedy
Op maandag 25 juni was het weer zo ver. De zoveelste - ik kan het niet meer bijhouden - editie van de steeds beter wordende Stand-Up Tragedy, een variëteitenshow met als host de enige echte Vitalski. De gasten zijn niet de minste. Zo is er Benidorm Bastard en dierenvriendin Irène Vervliet, met haar smartlap en verhaal over hondenpoep. Rick De Leeuw brengt gedichten en liedjes. Ernst Löw brengt een bloedstollende tragedie, en ook zijn hit "De Rumfles" ontbreekt natuurlijk niet. Martinus Wolf zorgt voor de muzikale noot, voor wie zin heeft in bijvoorbeeld een echte ragtime. Maar ook De Living Tornado's, Cranky & The Law en de gewéldige stem van Gabriella Kuipers zorgen voor muzikaal vertier. Dan is er nog dans met de dansende panda die Jirka De Preter heeft meegenomen, Bert Lezy die de vrouwelijke artiesten op het witte papier vereeuwigt, Alain Huber en mezelf, tegenwoordig blijkbaar bekend als Ger Vanlerberghe, die onoverkomelijke, gitzwarte tragedie's over zichzelf of een willekeurig historisch figuur brengen, en Lisa DHondt die tussen al die kommer en kwel de mensen aan het lachen brengt! En, tussen ons gezegd en gezwegen, wie heeft Werchter nodig, met hits als "Eenzaam, Verlaten en Alleen", "De Ballade van Pyromaan Stannie" en "Meer dan een Sfeer", die Vitalski nog eens van onder het stof haalt.
En dat zijn nog maar enkele van de vele artiesten die hun steentje bijdragen aan dit schouwspel! Komt dat zien, komt dat zien! Er volgen nog even veel edities als er kookprogramma's op TV zijn. En na deze overvloed van schaamteloze reclame, vertel ik u nog dat u hier meer te weten kunt komen!
Martinus Wolf ziet u nu donderdag 28 juni ook op het Belastingfestival in Antwerpen: Belastingfestival Antwerpen Komen is ook hier de boodschap!
donderdag 21 juni 2012
Weekly singles chart
Alright! dEUS at the number one position!
- dEUS - Quatre Mains
- Sigur Rós - Varúð
- The Dandy Warhols - Sad Vacation
- A Place to Bury Strangers - So Far Away
- Moss - What You Want
- The Rapture - Sail Away
- Willow - Sweater
- DZ Deathrays - Dollar Chills
- Animal Collective - Honeycomb
- Sigur Rós- Eg Anda
- Boy & Bear - Feeding Line
- Steak Number Eight - Dickhead
- A Place to Bury Strangers - You Are the One
- Blaudzun - Solar
- Gravenhurst - The Prize
- Beach House - Lazuli
- Woodkid - Run Boy Run
- Spector - Celestine
- Gazpacho - Black Lily
- Richard Hawley - Leave Your Body Behind You
- The Hickey Underworld - The Frog
- Great Mountain Fire - Late Lights
- The Mars Volta - The Malkin Jewel
- Miike Snow - The Wave
- Sioen - Johnny, Mary, Tommy & the Sun
- Spector - Chevy Thunder
- The Shins - No Way Down
- Kapitan Korsakov - Lest My Water Break
- Tubelight - In Your Eyes
- Patrick Watson - Into Giants
maandag 18 juni 2012
Schemerklok
Halfjuni, halftien
Wanneer een oranje gloed
De stad bedwelmt
En zonlicht halveert de huizen
De kathedraal brandt
Vol van vurig verlangen
De bovenste helft
Dansend in het late licht
De onderste helft
Klaar voor een nieuwe nacht
Zomerduister
Doorprikt door duizenden lichtjes
En de Schelde!
Die stille stroom aan dat
Meesterlijke museum
Rijp voor sluitingstijd
En de doodse vergetelheid
Waarin een ooit zo levendige metropool
Zich door uw stem heeft verwikkeld
Antwerpen, 18 juni 2014
Bart De Wever gaat ervoor
U had het waarschijnlijk al gemerkt. Bart De Wever is klaar voor de gemeenteraadsverkiezingen. Je kan tegenwoordig nog moeilijk naast deze voormalige zware jongen kijken. Hij is overal. Affiches, spandoeken, promotiebussen die heel Vlaanderen afreizen... Als pronkstuk is er natuurlijk het gigantische dubbele spandoek op de hoek van de Schoenmarkt en de Schrijnwerkersstraat, niet ver van de Groenplaats. Als een koning kijkt deze megalomane separatist uit over 'zijn' Antwerpen, de stad die hij vanaf het najaar wenst onder de knoet te houden. In ware Big Brother-stijl lijkt de toekomstige burgemeester ons vanuit de gebouwen toe te kijken, als een stationaire drone (of zijn dat te veel niet-Nederlandse leenwoorden, mijnheer De Wever?) die altijd en overal ziet waar u, kleine opstandige burger, mee bezig bent. In elk geval laat hij wat campagne voeren betreft, de concurrentie ver achter zich.
Een toepasselijker attribuut dan een clownsneus had de spandoek niet kunnen krijgen - behalve dan dat Hitlersnorretje, voor wie een gevoel voor humor (of een profetische gave, wie zal het zeggen?) heeft. Welke waaghals dat ook voor elkaar heeft gekregen, hij of zij heeft al mijn respect. Zulke grootse resultaten van fel overdreven verkiezingscampagnes die voor elke mens met een kritische geest de sfeer op de Schoenmarkt vergallen, verdienen niet beter. De clownsneus maakt er de straat op slag veel vrolijker en gezelliger op...
Beklad. Besmeur. Bevuil. Ga deze affiches te lijf. Maak karikaturen. Schrijf er slogans over. Hij verdient niet beter. Hij lokt het bijna uit. Laat zien dat deze stad niet klaar is voor een totalitaire burgemeester met fascistische trekjes en een maagring, met een aangeboren antipathie voor kritiek en creativiteit, met een puriteinse afkeer voor plezier, met een destructieve voorliefde om dit landje op te splitsen, een Orwelliaanse drang om ons ten allen tijde te controleren. Of dacht u dat Patrick Janssens al erg was?
Een toepasselijker attribuut dan een clownsneus had de spandoek niet kunnen krijgen - behalve dan dat Hitlersnorretje, voor wie een gevoel voor humor (of een profetische gave, wie zal het zeggen?) heeft. Welke waaghals dat ook voor elkaar heeft gekregen, hij of zij heeft al mijn respect. Zulke grootse resultaten van fel overdreven verkiezingscampagnes die voor elke mens met een kritische geest de sfeer op de Schoenmarkt vergallen, verdienen niet beter. De clownsneus maakt er de straat op slag veel vrolijker en gezelliger op...
Beklad. Besmeur. Bevuil. Ga deze affiches te lijf. Maak karikaturen. Schrijf er slogans over. Hij verdient niet beter. Hij lokt het bijna uit. Laat zien dat deze stad niet klaar is voor een totalitaire burgemeester met fascistische trekjes en een maagring, met een aangeboren antipathie voor kritiek en creativiteit, met een puriteinse afkeer voor plezier, met een destructieve voorliefde om dit landje op te splitsen, een Orwelliaanse drang om ons ten allen tijde te controleren. Of dacht u dat Patrick Janssens al erg was?
zondag 17 juni 2012
Canada deel 4
Verslag reis naar Oost-Canada 1-13 juni
Deel 4: De derde hoogste toren ter wereld, de zonnige Toronto Islands, The Maid of the Mist en de T.O. underground
9 juni 2012, SkyPod, 447 meter hoog, Toronto
Net zoals New York City is Toronto een grootschalige mengeling van torenhoge buildings en historische pleintjes, hoekjes, tuintjes... Het stratenplan lijkt op een schaakbord, met lange avenues en straten die elkaar steeds recht op recht kruisen. Ik begin mijn wandeling tussen de betonnen reuzen. Al meteen wanneer ik Union Station buiten stap, heb ik zicht op de wereldberoemde CN Tower, die meer dan een halve kilometer hoog is en dertig jaar lang de hoogste toren ter wereld is geweest. Ik trek door het woud van buildings, waarvan vooral de gouden Royal Bank Plaza, de Dominion Bank Building en het Toronto Dominion Centre, waar de Toronto Stock Exchange is gevestigd, het vermelden waard zijn. Je krijgt al gauw een stijve nek door steeds zo hoog naar boven te kijken. Ook passeer ik twee luxueuze hotels: het imposante Fairmont Royal York Hotel en het niet minder sjieke Royal Meridien King Edward Hotel, genoemd naar de Britse koning uiteraard.
Iets oostelijker verlaat ik even het Financial District en beland ik in het St. Lawrence District. Ik passeer de St. James Cathedral en rust even uit in een gezellig tuintje, waar duiven zich wassen in een fontein. Bezienswaardig in deze wijk is de St. Lawrence Market, een grote overdekte markt waar het gezellig druk is. Binnen kan je zelfs nog de gevel van het oude raadhuis bezichtigen.
Ik moet weer langs alle wolkenkrabbers om uiteindelijk de Inner Harbour te bereiken. Toronto heeft er werk van gemaakt om Queen's Quay aantrekkelijk aan te leggen. Het is er heerlijk kuieren. In de verte landen vliegtuigen, varen zeilboten voorbij; je ziet de Toronto Islands liggen. De kade voert je langs de CN Tower en het Roger's Centre, beide giganten in hun volle glorie, langs dokken en plezierbootjes, een strand met gele parasols, en vooral heel veel groen. Er zijn heel wat tuintjes en parkjes aangelegd langs de kade, waarvan het mooiste Toronto Music Park is. Hier zie ik een paar kardinaaltjes, waarvan het mannetje vuurrood is. Kan je niet missen wanneer dit vogeltje voorbijvliegt. Zo is er ook Little Norway Park, waar een behoorlijke grote totempaal in hout is uitgesneden, dit met erg veel versieringen, vooral van dieren. In het westen passeer ik de architecturaal interessante appartement aan de Harbourfront, en nog verder is de stad steeds nieuwe buildings en woonblokken - de zogenaamde condos - aan het bouwen. Toronto blijft in beweging.
Verderop is er het Historic Fort York, dat destijds als verdediging tegen de Amerikaanse troepen diende. De Amerikaanse vrijheidstroepen legden het in de as, maar de Britten reageerden hevig door niet veel later het Witte Huis af te branden. Nu is er enkel nog een leger bosmarmotten op de heuvels van de wieg van Toronto te bespeuren. Ik bereik de grote avenues. Op een van de kruispunten staan en liggen twee gigantische beelden van speelgoedsoldaten. Ik wandel een lang stuk van Bathurst Street af, langs oude huisjes en enkele parken. Wanneer ik rechts moet afslaan, om Ediths neighbourhood te bereiken, passeer ik Honest Ed's, de wereldberoemde, geschifte koopjeszaak, met duizenden knipperende lichtjes en enkele maffe slogans op de gevel, zoals "Honest Ed never goes out! But his prices keep saying, "Good buy!!" en "A bargain centre like this happens once in a lifetime!! Sometimes never!!"
Ik neem Bloor Street, een van de hipste en drukste straten van T.O. Edith woont in een zijstraat, Madison Avenue in The Annex. Dit is een hoofdzakelijk rustige buurt met ook hier weer veel groen en oude huisjes, vooral in rode baksteen opgetrokken. Edith is allesbehalve rustig. Ze is een zeer coole griet die in een punkband speelt en romans schrijft. Ik vermoed dat dit vijf geweldige dagen gaan worden. Haar appartement, in de kelder, is ontzettend klein, en ik ga op de grond moeten slapen. Waar ik de afgelopen dagen steeds in volle luxe van een bed heb kunnen genieten, gaat het hier dus net iets anders zijn.
Na een lange kennismaking neem ik de metro naar Downtown om het Entertainment District te verkennen. De twee meest opvallende gebouwen zijn natuurlijk Roger's Centre, een gigantisch wit stadion dat de thuishaven is voor de Blue Jays, en de CN Tower, waarop de hoogste bliksemafleider ter wereld prijkt. Ik neem de lift naar de beroemde SkyPod, op 447 meter hoog. Het valt op hoe ver je nog boven de toppen van de andere wolkenkrabbers zit. Ook merk je nu pas hoe groot T.O. is!! Zelfs aan de horizon zie ik buildings, al behoren die eerder tot zusterstad Mississauga. We moeten eerlijk zijn. Ook heb ik een knap zicht op de Toronto Islands en daarachter Lake Ontario. Hier, hoog in de lucht, heb je het roterende restaurant, met de hoogste 'wijnkelder' ter wereld. De attractie met de glazen vloer van de SkyPod is duizelingwekkend. Hoewel die zeer stevig is en er niks kan gebeuren, is het toch met een klein hartje dat mensen naar beneden kijken. Om het effect van een mindfuck te bereiken, moet je op de vloer gaan liggen, met je gezicht tegen het glas. Adrenalinestoot verzekerd! Dit is de hoogste toren waar ik ooit heb gestaan. Het is hoger dan het World Trade Center en hoger dan de Sears Tower, en de hoogste toren van Noord-Amerika en zelfs de westerse wereld. Een bezoek aan de CN Tower is sowieso een zotte ervaring!
10 juni 2012, Nathan Philips Square, Toronto
Even uitrusten op een populair plein in het centrum van Toronto. Het is middag en ontzettend warm. Ik schrijf van op een bankje tegenover de New City Hall en probeer niet weg te dommelen.
Na een bezoek aan de CN Tower heb ik gisteren de rest van het Entertainment District bezocht. Eerst Roundhouse Park, waar je te midden van oude locomotieven en wagons kan wandelen. Aan de andere kant van de CN Tower is er de Roy Thompson Hall, een concertzaal met een hoogst opvallende vorm. Van op een podium in de straten klinkt er reggaemuziek. Hier, op King Street West, vind je de Canadian Walk of Fame, de tegenhanger van die in Los Angeles, met sterren ter ere van Leslie Nielsen, Jim Carrey, Daniel Lanois, William Shatner, Pamela Anderson, Nickelback, James Cameron, Cirque du Soleil, Fay Wray, Bryan Adams en natuurlijk Neil Young.
Enkele blokken verder, in Queen Street Village, ligt CHUM City, het centrum van Canadese muziek. Hier zijn ze volop bezig het podium voor de Much Music Awards 2012 te bouwen. In deze wijk serveren gedecolleteerde jongedames in hippe restaurants, maar de coolste bar is zonder twijfel de legendarische Horseshoe Tavern, een mekka voor rock'n'roll liefhebbers. Naadloos wandel je om de hoek van de straat Chinatown binnen, waar alle straatnamen in twee talen zijn vermeld. Het steeds groeiende Chinatown heeft ondertussen ook het trendy Kensington opgeslorpt. Dit is een van de vele aparte wijkjes van T.O., en het is vooral zo charmant door de erg kleurrijke huisjes die je er vindt. Op een van de stoepen sla ik mijn voet om en ik kan nog net tot een Mexicaans restaurant wandelen om er een wrap te bestellen. Het is al zeer laat en ik ben warempel de enige klant in het etablissement. Nog even doorbijten en ik ben in Madison Avenue. Ik mank een groot stuk van Spadina Avenue door en kijk af en toe eens achterom, naar de rood verlichte CN Tower, dat als een afschuwelijk groot ruimtetuig H.G. Wells-gewijs dreigend door de straten van Toronto loopt. In het donker is het nog indrukwekkender hoe hoog deze toren eigenlijk is!
Edith is nog aan het werk maar ik maak het me al gemakkelijk op haar appartement. Na een paar keer in slaap te vallen, komt Edith terug. Mijn voet doet pijn, maar ik wil nog niet gaan slapen. Tot vijf uur 's nachts praten we honderduit en drinken we middelmatig Amerikaans bier. Voor we écht gaan slapen, eten we nog snel een bagel als ontbijt. Mijn slaapplaats is ontzettend oncomfortabel, zo niet een subtiele marteling van de ruggengraat. Hierna moet ik hier nog drie nachten doorbrengen, maar het feit dat Edith een erg fascinerende persoon is, maakt veel goed. Wat heb ik toch geluk met mijn vier couchsurfers. Magali, Alvaro, Katie, Edith, allemaal hebben ze ervoor gezorgd dat ik een onvergetelijke tijd heb in Canada.
Vanmorgen zijn Edith en ik op stap geweest. Kwestie van nog enkele aantrekkelijke plekjes in Toronto te bezichtigen. We rusten uit in Queen's Park en bezoeken vervolgens het imposante Ontario Houses of Parliament, dat bol staat van de versieringen en schilderijen van Britse vorsten en belangrijke MPPs. Hier krijgen we een interessante rondleiding; zo leren we over de gestolen scepter en bewonderen we zowel de originele scepter als de vervanger, die de twee eerste diamanten bevat die ooit in de streek zijn gevonden. We leren over de penibele taak van de speaker destijds: als de vorst het niet eens was met een beslissing van het parlement, liet deze het hoofd van de speaker afhakken en het opsturen naar Canada. We bezoeken de mooie parlementskamer, waarvan het plafond met afbeeldingen van ahornbladeren is versierd. Na het bezoek zet ik alleen mijn tocht verder.
Nu zit ik dus op het Nathan Philips Square, met zicht op zowel de Old als de New City Hall, waarvan het hoofdgebouw een witte UFO lijkt tussen twee enorme accolades als bijgebouwen. Er is hier een Filipijns feest aan de gang, met vele kraampjes. Mijn stadswandeling is bijna ten einde. Daarna staat een boottocht naar de Toronto Islands op het programma.
11 juli 2012, Hard Rock Café, Niagara Falls
Op een steenworp van Nathan Philips Square ligt Eaton Centre, een populair winkelcentrum waar enkele dagen geleden bij een schietpartij twee bendeleden zijn omgekomen. Opvallend is Flightstop, Michael Snows kunstwerk waarbij het lijkt alsof zestig Canadese ganzen in volle vlucht door het winkelcentrum vliegen. Yonge Street verdeelt T.O. in East en West en zou ook de langste straat in Noord-Amerika zijn. De beroemdste plek is zonder twijfel Dundas Square, met zijn grote neonborden de Canadese tegenhanger van Times Square. Je vind er ook het Hard Rock Café, en verder nog enkele interessante historische gebouwen.
Aan de Harbourfront neem ik een veerbootje naar de Toronto Islands. Het is bijna overbodig om te vertellen hoe mooi het zicht op de wereldberoemde skyline is. De eilandjes zelf zijn een groen paradijs voor heel wat vogelsoorten. Zo zie ik vele Canadese ganzen, meeuwen, zwanen, aalscholvers en een stern. De veldjes zijn ook begeven van de eekhoorns, zoals overal in de Canadese steden. Het is zondag en dus is er heel wat volk op de been. Bezoekers wandelen, fietsen, kanoën, varen en zonnen erop los. Er is dan ook veel te beleven. Het centrale eilandje heeft zelfs een pretparkje. De stranden zijn goed bevolkt met toeristen. Ik zet me neer op een pier en geniet van het matig verfrissende zeebriesje en het zicht op de wolkenkrabbers van Mississauga in de verte. Ik volg de kustlijn tot aan Gibraltar Point. Daar staat een van de oudste vuurtorens in Canada. Het is drukkend warm en ik heb spijt dat ik een zwembroek heb meegenomen. Het strand waar kledij slechts optioneel is, biedt een mogelijke oplossing. Hier geniet iedereen naakt of halfnaakt van een welverdiende strandvakantie, terwijl ze stilaan 'ondergesneeuwd' worden door de pollen afkomstig van de vele populieren die de eilanden tellen.
Ik neem de boot terug en begin dan aan een stevige wandeling van een uur, van Harbourfront tot The Annex. Niet ver van Queen's Park ligt een dode wasbeer in een voortuin. Toronto zou de belangrijkste wasberenpopulatie van alle steden hebben. Edith werkt in een ijsjeszaak op Bloor Street. Ze laat me ijs met 'stoutsmaak' proeven. Bierijs! Hoe verzinnen ze het? Na het werken aan mijn eerste blogbericht over Canada val ik in slaap op Ediths bed. Wanneer ze terugkomt, maakt ze snel een grote bokaal mochito, met veel rum en suiker. Die nemen we mee naar Casa Loma, een kasteel op een heuvel in het noorden van The Annex. Die liet de excentrieke miljonair Henry Pellats bouwen, en hij leidde er een decadent leven... tot het geld op was! We zetten ons op het muurtje van de trap die naar dit kasteel met middeleeuws karakter leidt, als twee gargouilles die turen naar de stad in de verte, met een CN Tower die ons een mooi schouwspel biedt door steeds van kleur te veranderen. Het is erg laat alweer. Opmerkelijk hoe ik aan het begin van mijn reis steeds relatief vroeg ben gaan slapen, omdat ik gewoon op was, en nu tot in de vroege uurtjes wakker kan blijven.
Nochtans moet ik de volgende dag - vandaag - vroeg op. Ik neem de trein naar de wereldberoemde Niagara Falls. Onderweg ontmoet ik twee Italianen en ben al snel in een boeiend gesprek verwikkeld. Hierdoor vergeten we uit te stappen in Burlington, maar gelukkig hebben we snel weer een trein terug. In Burlington moeten we nu wel veel langer wachten op een bus, en zo missen we in totaal een uur van onze dag.
Opvallend in het stadje Niagara Falls is de Skylon Tower, die iets weg heeft van de Strat Tower in Las Vegas, maar dan veel minder hoog natuurlijk. En dan ontvouwt het prachtige zicht zich op beide watervallen, de American Falls en de veel bekendere Horseshoe Falls. De waterdamp van de watervallen stijgt hoog de hemel in. Hier, aan de Canadese kant, kan je de promenade volgen tot achter de watervallen. De 'afgrond' van de Horseshoe Falls heeft iets subliems. Hier over de richel gaan betekent een zekere dood, en toch kan je van hier niet zien hoe diep de waterval gaat. Nochtans hebben in de loop van de jaren verschillende waaghalzen hier hun leven op het spel gezet, waarvan enkelen het niet hebben kunnen navertellen. De Niagara River is een van de snelst stromende rivieren ter wereld, en meteen ook een van de kortste. Het is indrukwekkend om te zien met wat voor geweld het water zich een weg langs de rotsen baant en na een gevaarlijke bocht de diepte in stort.
De Canadese kant van de rivier is ook bezaaid met allerlei attracties, casino's, restaurants. De waterval is dan ook een wereldwonder dat volledig uit zijn natuurlijke context is gehaald. Vroeger, toen alles hier nog maagdelijk woud was, moet dit nog meer impressionant zijn geweest. Een van de coolste attracties is de Maid of the Mist. Dit bootje vaart tot vlak voor de waterval, een hele belevenis. Ik twijfel nog of ik deze attractie ga doen, want ik ben de douche aan de Montmorency waterval, ondertussen alweer meer dan een week geleden, nog niet vergeten. Gelukkig krijg je hier een blauwe regenjas. Maar toch...
Ook opvallend is de Rainbow Bridge, die naar de Verenigde Staten leidt. De rivier is namelijk de grens tussen de V.S. en Canada, New York en Ontario. Die grens ga ik straks via de brug oversteken. Nu zit ik van een cola te slurpen in het Hard Rock Café, de grootste van de drie café's die ik deze reis ben tegengekomen.
13 juni 2012, Toronto Pearson Int. Airport
That's it, folks. Dag 13. Het einde van mijn trip naar Canada. Wat zal ik dit land missen. De openhartige mensen. De gezellige drukke maar groene steden. De maple sirop bagels. De geur van de hotdogs die ze overal in Toronto verkopen. Hell, zelfs het irritante gekrijs van de epauletspreeuw. Hieronder het relaas van mijn laatste dagen in Canada.
Waar waren we gebleven? Oh ja, Niagara. Eergisteren heb ik na mijn stop in het Hard Rock Café de Niagara River via de brug overgestoken. Zo belandde ik in Niagara Falls, NY. Aan de Amerikaanse kant van de rivier is het veel rustiger, met amper attracties. Het mooie parkje dat deels op Green Island en deels op Goat Island ligt, staat in schril contrast met de madness aan casino's, hotels, pretparkattracties... aan de Canadese zijde. Je kan de American Falls, die ook zeer indrukwekkend zijn, erg dicht benaderen, net zoals de Horseshoe Falls en de sterke stroomversnelling die aan het destructieve monster vooraf gaat. Te midden van de chaos drijft een aalscholver een niet al te aangename dood tegemoet. Pas te laat schijnt het dier het te beseffen en tegen het einde van de rit probeert het nog weg te vliegen, wat niet lukt. En dan verdwijnt het over de rand van de waterval. Een harde les.
Het is prachtig om de watervallen langs beide kanten te bewonderen. Hoewel ik mijn voeten, die vol blaren staan, tot het uiterste heb gedreven, moet ik nu natuurlijk terug. Ik steek de brug weer over en strompel naar het marktje aan de waanzinnig populaire attractie Maid of the Mist. We krijgen allemaal een blauwe regenponcho, stappen aan boord van het Amerikaans-Canadese bootje en varen stroomopwaarts, voorbij de American Falls, die eindigt in een labyrint van scherpe rotsen, voorbij de met honderden meeuwen bevolkte kliffen van Goat Island, waar toeristen in regenponcho's een natte tocht langs de American Falls maken, en dan rechtdoor naar onze lotsbestemming: de natte hel. Wanneer het bootje de Horseshoe Falls nadert, begint de motor een wilde worsteling met de kolkende golven. Een wit inferno doemt voor ons op en gaat ons met vlugge natte tongen te lijf. Het bootje slingert wild heen en weer, terwijl onze ogen nog weinig meer dan water - overal water - kunnen bespeuren en onze oren gevuld worden met het angstaanjagende geraas van de waterval. Adrenaline schiet door ons lichaam en met ontzag in de ogen en een opgelucht lachje merken we hoe de Maid of the Mist langzaam maar zeker terug vaart, met een drijfnat dek vol dolenthousiaste passagiers. Wat een ervaring.
Na drie uur ben ik weer in The Annex, waar ik enkele uren op adem kom van de vermoeiende en voor mijn voeten belastende dag. Wanneer Edith thuiskomt van haar repetitie trekken we het nachtelijke Toronto in. We belanden in de jazzbar The Rex en drinken er bier uit de streek.
Gisteren was een rustiger dagje, hoewel ik zowat half Toronto heb rondgewandeld. Ik begon in het oosten van de stad. Daar ligt Greektown, de belangrijkste Griekse gemeenschap in Noord-Amerika. Een gezellige buurt, waar witte standbeelden, Griekse zuilen en blauw en wit het straatbeeld domineren. Griekenland moet het goed doen op het EK, want een groep van twintig jongens zingen uitbundig overwinningsliederen, met Griekse vlag en trommel in de aanslag.
Ik stap iets verder de tuin van een kunstschool binnen, waar een orkest van zo'n dertig studenten "The Suburbs" van Arcade Fire speelt. Mooi gedaan. In mijn lange maar trage wandeling door de stad ontdek ik nog veel meer gezellige buurten met die typische huisjes. In tegenstelling tot de voorbije dagen prop ik me vandaag vol: eerst met heel veel fruit, dan een uitgebreide lunch, dan nog enkele muffins. Ik slenter over de boulevards. Het zijn lange afstanden en ik word er moe van. Ik zet me neer op het Nathan Philips Square en val zelfs in slaap. Ik drink een pintje in de Horseshoe Tavern en wacht er op Edith. Het is met de grootste moeite dat ik me wakker probeer te houden, maar de weinige slaap die ik in Toronto heb gehad, eist al zijn tol.
Samen met mijn T.O. couchsurfer, die eigenlijk afkomstig is van Oost-Québec, kuieren we door Graffiti Alley, een aaneenschakeling van smerige steegjes langs de achterkant van restaurants. Dit gaat eindeloos door. Hier zitten erg knappe kunstwerkjes bij, maar ook enkele gedrochten. Edith gaat werken en ik leg me neer in Trinity Park. Het is al avond, maar het toch nog erg warm. Na even uit te rusten, wil ik Historic Fort York bezoeken, maar de gekostumeerde werknemers zeggen me dat het gesloten is. Ik neem de streetcar naar het noorden en stap af bij Honest Ed's.
's Avonds laat wandel ik voor de laatste keer Spadina Avenue af richting Downtown. Het lichtspektakel op de CN Tower, die op een kruising van een minaret en een ruimteantenne lijkt, is verbluffend. Ik sla af in Queen Street West en ga enkele punkoptredens in The Bovine bekijken, een van de coolste bars van Canada. De bands die optreden zijn The Stragglers, The Cola Heads en The Burnouts, maar de eerstgenoemde zijn veruit de beste. Edith komt in het laat nog af en samen ontmoeten we hier en daar nog wat mensen en drinken we bier aan de lopende band. Dit was mijn laatste avond in Canada, en nu wacht ik met spijt in het hart om op het vliegtuig te stappen dat me naar JFK Airport zal brengen. Vandaar heb ik nog één laatste vlucht te gaan, over de grote, donkere waterplas die mijn wereld afscheidt van deze wereld waarin ik bijna twee weken lang heb mogen vertoeven. Een reis die ik nooit zal vergeten.
Deel 4: De derde hoogste toren ter wereld, de zonnige Toronto Islands, The Maid of the Mist en de T.O. underground
9 juni 2012, SkyPod, 447 meter hoog, Toronto
Net zoals New York City is Toronto een grootschalige mengeling van torenhoge buildings en historische pleintjes, hoekjes, tuintjes... Het stratenplan lijkt op een schaakbord, met lange avenues en straten die elkaar steeds recht op recht kruisen. Ik begin mijn wandeling tussen de betonnen reuzen. Al meteen wanneer ik Union Station buiten stap, heb ik zicht op de wereldberoemde CN Tower, die meer dan een halve kilometer hoog is en dertig jaar lang de hoogste toren ter wereld is geweest. Ik trek door het woud van buildings, waarvan vooral de gouden Royal Bank Plaza, de Dominion Bank Building en het Toronto Dominion Centre, waar de Toronto Stock Exchange is gevestigd, het vermelden waard zijn. Je krijgt al gauw een stijve nek door steeds zo hoog naar boven te kijken. Ook passeer ik twee luxueuze hotels: het imposante Fairmont Royal York Hotel en het niet minder sjieke Royal Meridien King Edward Hotel, genoemd naar de Britse koning uiteraard.
Iets oostelijker verlaat ik even het Financial District en beland ik in het St. Lawrence District. Ik passeer de St. James Cathedral en rust even uit in een gezellig tuintje, waar duiven zich wassen in een fontein. Bezienswaardig in deze wijk is de St. Lawrence Market, een grote overdekte markt waar het gezellig druk is. Binnen kan je zelfs nog de gevel van het oude raadhuis bezichtigen.
Ik moet weer langs alle wolkenkrabbers om uiteindelijk de Inner Harbour te bereiken. Toronto heeft er werk van gemaakt om Queen's Quay aantrekkelijk aan te leggen. Het is er heerlijk kuieren. In de verte landen vliegtuigen, varen zeilboten voorbij; je ziet de Toronto Islands liggen. De kade voert je langs de CN Tower en het Roger's Centre, beide giganten in hun volle glorie, langs dokken en plezierbootjes, een strand met gele parasols, en vooral heel veel groen. Er zijn heel wat tuintjes en parkjes aangelegd langs de kade, waarvan het mooiste Toronto Music Park is. Hier zie ik een paar kardinaaltjes, waarvan het mannetje vuurrood is. Kan je niet missen wanneer dit vogeltje voorbijvliegt. Zo is er ook Little Norway Park, waar een behoorlijke grote totempaal in hout is uitgesneden, dit met erg veel versieringen, vooral van dieren. In het westen passeer ik de architecturaal interessante appartement aan de Harbourfront, en nog verder is de stad steeds nieuwe buildings en woonblokken - de zogenaamde condos - aan het bouwen. Toronto blijft in beweging.
Verderop is er het Historic Fort York, dat destijds als verdediging tegen de Amerikaanse troepen diende. De Amerikaanse vrijheidstroepen legden het in de as, maar de Britten reageerden hevig door niet veel later het Witte Huis af te branden. Nu is er enkel nog een leger bosmarmotten op de heuvels van de wieg van Toronto te bespeuren. Ik bereik de grote avenues. Op een van de kruispunten staan en liggen twee gigantische beelden van speelgoedsoldaten. Ik wandel een lang stuk van Bathurst Street af, langs oude huisjes en enkele parken. Wanneer ik rechts moet afslaan, om Ediths neighbourhood te bereiken, passeer ik Honest Ed's, de wereldberoemde, geschifte koopjeszaak, met duizenden knipperende lichtjes en enkele maffe slogans op de gevel, zoals "Honest Ed never goes out! But his prices keep saying, "Good buy!!" en "A bargain centre like this happens once in a lifetime!! Sometimes never!!"
Ik neem Bloor Street, een van de hipste en drukste straten van T.O. Edith woont in een zijstraat, Madison Avenue in The Annex. Dit is een hoofdzakelijk rustige buurt met ook hier weer veel groen en oude huisjes, vooral in rode baksteen opgetrokken. Edith is allesbehalve rustig. Ze is een zeer coole griet die in een punkband speelt en romans schrijft. Ik vermoed dat dit vijf geweldige dagen gaan worden. Haar appartement, in de kelder, is ontzettend klein, en ik ga op de grond moeten slapen. Waar ik de afgelopen dagen steeds in volle luxe van een bed heb kunnen genieten, gaat het hier dus net iets anders zijn.
Na een lange kennismaking neem ik de metro naar Downtown om het Entertainment District te verkennen. De twee meest opvallende gebouwen zijn natuurlijk Roger's Centre, een gigantisch wit stadion dat de thuishaven is voor de Blue Jays, en de CN Tower, waarop de hoogste bliksemafleider ter wereld prijkt. Ik neem de lift naar de beroemde SkyPod, op 447 meter hoog. Het valt op hoe ver je nog boven de toppen van de andere wolkenkrabbers zit. Ook merk je nu pas hoe groot T.O. is!! Zelfs aan de horizon zie ik buildings, al behoren die eerder tot zusterstad Mississauga. We moeten eerlijk zijn. Ook heb ik een knap zicht op de Toronto Islands en daarachter Lake Ontario. Hier, hoog in de lucht, heb je het roterende restaurant, met de hoogste 'wijnkelder' ter wereld. De attractie met de glazen vloer van de SkyPod is duizelingwekkend. Hoewel die zeer stevig is en er niks kan gebeuren, is het toch met een klein hartje dat mensen naar beneden kijken. Om het effect van een mindfuck te bereiken, moet je op de vloer gaan liggen, met je gezicht tegen het glas. Adrenalinestoot verzekerd! Dit is de hoogste toren waar ik ooit heb gestaan. Het is hoger dan het World Trade Center en hoger dan de Sears Tower, en de hoogste toren van Noord-Amerika en zelfs de westerse wereld. Een bezoek aan de CN Tower is sowieso een zotte ervaring!
10 juni 2012, Nathan Philips Square, Toronto
Even uitrusten op een populair plein in het centrum van Toronto. Het is middag en ontzettend warm. Ik schrijf van op een bankje tegenover de New City Hall en probeer niet weg te dommelen.
Na een bezoek aan de CN Tower heb ik gisteren de rest van het Entertainment District bezocht. Eerst Roundhouse Park, waar je te midden van oude locomotieven en wagons kan wandelen. Aan de andere kant van de CN Tower is er de Roy Thompson Hall, een concertzaal met een hoogst opvallende vorm. Van op een podium in de straten klinkt er reggaemuziek. Hier, op King Street West, vind je de Canadian Walk of Fame, de tegenhanger van die in Los Angeles, met sterren ter ere van Leslie Nielsen, Jim Carrey, Daniel Lanois, William Shatner, Pamela Anderson, Nickelback, James Cameron, Cirque du Soleil, Fay Wray, Bryan Adams en natuurlijk Neil Young.
Enkele blokken verder, in Queen Street Village, ligt CHUM City, het centrum van Canadese muziek. Hier zijn ze volop bezig het podium voor de Much Music Awards 2012 te bouwen. In deze wijk serveren gedecolleteerde jongedames in hippe restaurants, maar de coolste bar is zonder twijfel de legendarische Horseshoe Tavern, een mekka voor rock'n'roll liefhebbers. Naadloos wandel je om de hoek van de straat Chinatown binnen, waar alle straatnamen in twee talen zijn vermeld. Het steeds groeiende Chinatown heeft ondertussen ook het trendy Kensington opgeslorpt. Dit is een van de vele aparte wijkjes van T.O., en het is vooral zo charmant door de erg kleurrijke huisjes die je er vindt. Op een van de stoepen sla ik mijn voet om en ik kan nog net tot een Mexicaans restaurant wandelen om er een wrap te bestellen. Het is al zeer laat en ik ben warempel de enige klant in het etablissement. Nog even doorbijten en ik ben in Madison Avenue. Ik mank een groot stuk van Spadina Avenue door en kijk af en toe eens achterom, naar de rood verlichte CN Tower, dat als een afschuwelijk groot ruimtetuig H.G. Wells-gewijs dreigend door de straten van Toronto loopt. In het donker is het nog indrukwekkender hoe hoog deze toren eigenlijk is!
Edith is nog aan het werk maar ik maak het me al gemakkelijk op haar appartement. Na een paar keer in slaap te vallen, komt Edith terug. Mijn voet doet pijn, maar ik wil nog niet gaan slapen. Tot vijf uur 's nachts praten we honderduit en drinken we middelmatig Amerikaans bier. Voor we écht gaan slapen, eten we nog snel een bagel als ontbijt. Mijn slaapplaats is ontzettend oncomfortabel, zo niet een subtiele marteling van de ruggengraat. Hierna moet ik hier nog drie nachten doorbrengen, maar het feit dat Edith een erg fascinerende persoon is, maakt veel goed. Wat heb ik toch geluk met mijn vier couchsurfers. Magali, Alvaro, Katie, Edith, allemaal hebben ze ervoor gezorgd dat ik een onvergetelijke tijd heb in Canada.
Vanmorgen zijn Edith en ik op stap geweest. Kwestie van nog enkele aantrekkelijke plekjes in Toronto te bezichtigen. We rusten uit in Queen's Park en bezoeken vervolgens het imposante Ontario Houses of Parliament, dat bol staat van de versieringen en schilderijen van Britse vorsten en belangrijke MPPs. Hier krijgen we een interessante rondleiding; zo leren we over de gestolen scepter en bewonderen we zowel de originele scepter als de vervanger, die de twee eerste diamanten bevat die ooit in de streek zijn gevonden. We leren over de penibele taak van de speaker destijds: als de vorst het niet eens was met een beslissing van het parlement, liet deze het hoofd van de speaker afhakken en het opsturen naar Canada. We bezoeken de mooie parlementskamer, waarvan het plafond met afbeeldingen van ahornbladeren is versierd. Na het bezoek zet ik alleen mijn tocht verder.
Nu zit ik dus op het Nathan Philips Square, met zicht op zowel de Old als de New City Hall, waarvan het hoofdgebouw een witte UFO lijkt tussen twee enorme accolades als bijgebouwen. Er is hier een Filipijns feest aan de gang, met vele kraampjes. Mijn stadswandeling is bijna ten einde. Daarna staat een boottocht naar de Toronto Islands op het programma.
11 juli 2012, Hard Rock Café, Niagara Falls
Op een steenworp van Nathan Philips Square ligt Eaton Centre, een populair winkelcentrum waar enkele dagen geleden bij een schietpartij twee bendeleden zijn omgekomen. Opvallend is Flightstop, Michael Snows kunstwerk waarbij het lijkt alsof zestig Canadese ganzen in volle vlucht door het winkelcentrum vliegen. Yonge Street verdeelt T.O. in East en West en zou ook de langste straat in Noord-Amerika zijn. De beroemdste plek is zonder twijfel Dundas Square, met zijn grote neonborden de Canadese tegenhanger van Times Square. Je vind er ook het Hard Rock Café, en verder nog enkele interessante historische gebouwen.
Aan de Harbourfront neem ik een veerbootje naar de Toronto Islands. Het is bijna overbodig om te vertellen hoe mooi het zicht op de wereldberoemde skyline is. De eilandjes zelf zijn een groen paradijs voor heel wat vogelsoorten. Zo zie ik vele Canadese ganzen, meeuwen, zwanen, aalscholvers en een stern. De veldjes zijn ook begeven van de eekhoorns, zoals overal in de Canadese steden. Het is zondag en dus is er heel wat volk op de been. Bezoekers wandelen, fietsen, kanoën, varen en zonnen erop los. Er is dan ook veel te beleven. Het centrale eilandje heeft zelfs een pretparkje. De stranden zijn goed bevolkt met toeristen. Ik zet me neer op een pier en geniet van het matig verfrissende zeebriesje en het zicht op de wolkenkrabbers van Mississauga in de verte. Ik volg de kustlijn tot aan Gibraltar Point. Daar staat een van de oudste vuurtorens in Canada. Het is drukkend warm en ik heb spijt dat ik een zwembroek heb meegenomen. Het strand waar kledij slechts optioneel is, biedt een mogelijke oplossing. Hier geniet iedereen naakt of halfnaakt van een welverdiende strandvakantie, terwijl ze stilaan 'ondergesneeuwd' worden door de pollen afkomstig van de vele populieren die de eilanden tellen.
Ik neem de boot terug en begin dan aan een stevige wandeling van een uur, van Harbourfront tot The Annex. Niet ver van Queen's Park ligt een dode wasbeer in een voortuin. Toronto zou de belangrijkste wasberenpopulatie van alle steden hebben. Edith werkt in een ijsjeszaak op Bloor Street. Ze laat me ijs met 'stoutsmaak' proeven. Bierijs! Hoe verzinnen ze het? Na het werken aan mijn eerste blogbericht over Canada val ik in slaap op Ediths bed. Wanneer ze terugkomt, maakt ze snel een grote bokaal mochito, met veel rum en suiker. Die nemen we mee naar Casa Loma, een kasteel op een heuvel in het noorden van The Annex. Die liet de excentrieke miljonair Henry Pellats bouwen, en hij leidde er een decadent leven... tot het geld op was! We zetten ons op het muurtje van de trap die naar dit kasteel met middeleeuws karakter leidt, als twee gargouilles die turen naar de stad in de verte, met een CN Tower die ons een mooi schouwspel biedt door steeds van kleur te veranderen. Het is erg laat alweer. Opmerkelijk hoe ik aan het begin van mijn reis steeds relatief vroeg ben gaan slapen, omdat ik gewoon op was, en nu tot in de vroege uurtjes wakker kan blijven.
Nochtans moet ik de volgende dag - vandaag - vroeg op. Ik neem de trein naar de wereldberoemde Niagara Falls. Onderweg ontmoet ik twee Italianen en ben al snel in een boeiend gesprek verwikkeld. Hierdoor vergeten we uit te stappen in Burlington, maar gelukkig hebben we snel weer een trein terug. In Burlington moeten we nu wel veel langer wachten op een bus, en zo missen we in totaal een uur van onze dag.
Opvallend in het stadje Niagara Falls is de Skylon Tower, die iets weg heeft van de Strat Tower in Las Vegas, maar dan veel minder hoog natuurlijk. En dan ontvouwt het prachtige zicht zich op beide watervallen, de American Falls en de veel bekendere Horseshoe Falls. De waterdamp van de watervallen stijgt hoog de hemel in. Hier, aan de Canadese kant, kan je de promenade volgen tot achter de watervallen. De 'afgrond' van de Horseshoe Falls heeft iets subliems. Hier over de richel gaan betekent een zekere dood, en toch kan je van hier niet zien hoe diep de waterval gaat. Nochtans hebben in de loop van de jaren verschillende waaghalzen hier hun leven op het spel gezet, waarvan enkelen het niet hebben kunnen navertellen. De Niagara River is een van de snelst stromende rivieren ter wereld, en meteen ook een van de kortste. Het is indrukwekkend om te zien met wat voor geweld het water zich een weg langs de rotsen baant en na een gevaarlijke bocht de diepte in stort.
De Canadese kant van de rivier is ook bezaaid met allerlei attracties, casino's, restaurants. De waterval is dan ook een wereldwonder dat volledig uit zijn natuurlijke context is gehaald. Vroeger, toen alles hier nog maagdelijk woud was, moet dit nog meer impressionant zijn geweest. Een van de coolste attracties is de Maid of the Mist. Dit bootje vaart tot vlak voor de waterval, een hele belevenis. Ik twijfel nog of ik deze attractie ga doen, want ik ben de douche aan de Montmorency waterval, ondertussen alweer meer dan een week geleden, nog niet vergeten. Gelukkig krijg je hier een blauwe regenjas. Maar toch...
Ook opvallend is de Rainbow Bridge, die naar de Verenigde Staten leidt. De rivier is namelijk de grens tussen de V.S. en Canada, New York en Ontario. Die grens ga ik straks via de brug oversteken. Nu zit ik van een cola te slurpen in het Hard Rock Café, de grootste van de drie café's die ik deze reis ben tegengekomen.
13 juni 2012, Toronto Pearson Int. Airport
That's it, folks. Dag 13. Het einde van mijn trip naar Canada. Wat zal ik dit land missen. De openhartige mensen. De gezellige drukke maar groene steden. De maple sirop bagels. De geur van de hotdogs die ze overal in Toronto verkopen. Hell, zelfs het irritante gekrijs van de epauletspreeuw. Hieronder het relaas van mijn laatste dagen in Canada.
Waar waren we gebleven? Oh ja, Niagara. Eergisteren heb ik na mijn stop in het Hard Rock Café de Niagara River via de brug overgestoken. Zo belandde ik in Niagara Falls, NY. Aan de Amerikaanse kant van de rivier is het veel rustiger, met amper attracties. Het mooie parkje dat deels op Green Island en deels op Goat Island ligt, staat in schril contrast met de madness aan casino's, hotels, pretparkattracties... aan de Canadese zijde. Je kan de American Falls, die ook zeer indrukwekkend zijn, erg dicht benaderen, net zoals de Horseshoe Falls en de sterke stroomversnelling die aan het destructieve monster vooraf gaat. Te midden van de chaos drijft een aalscholver een niet al te aangename dood tegemoet. Pas te laat schijnt het dier het te beseffen en tegen het einde van de rit probeert het nog weg te vliegen, wat niet lukt. En dan verdwijnt het over de rand van de waterval. Een harde les.
Het is prachtig om de watervallen langs beide kanten te bewonderen. Hoewel ik mijn voeten, die vol blaren staan, tot het uiterste heb gedreven, moet ik nu natuurlijk terug. Ik steek de brug weer over en strompel naar het marktje aan de waanzinnig populaire attractie Maid of the Mist. We krijgen allemaal een blauwe regenponcho, stappen aan boord van het Amerikaans-Canadese bootje en varen stroomopwaarts, voorbij de American Falls, die eindigt in een labyrint van scherpe rotsen, voorbij de met honderden meeuwen bevolkte kliffen van Goat Island, waar toeristen in regenponcho's een natte tocht langs de American Falls maken, en dan rechtdoor naar onze lotsbestemming: de natte hel. Wanneer het bootje de Horseshoe Falls nadert, begint de motor een wilde worsteling met de kolkende golven. Een wit inferno doemt voor ons op en gaat ons met vlugge natte tongen te lijf. Het bootje slingert wild heen en weer, terwijl onze ogen nog weinig meer dan water - overal water - kunnen bespeuren en onze oren gevuld worden met het angstaanjagende geraas van de waterval. Adrenaline schiet door ons lichaam en met ontzag in de ogen en een opgelucht lachje merken we hoe de Maid of the Mist langzaam maar zeker terug vaart, met een drijfnat dek vol dolenthousiaste passagiers. Wat een ervaring.
Na drie uur ben ik weer in The Annex, waar ik enkele uren op adem kom van de vermoeiende en voor mijn voeten belastende dag. Wanneer Edith thuiskomt van haar repetitie trekken we het nachtelijke Toronto in. We belanden in de jazzbar The Rex en drinken er bier uit de streek.
Gisteren was een rustiger dagje, hoewel ik zowat half Toronto heb rondgewandeld. Ik begon in het oosten van de stad. Daar ligt Greektown, de belangrijkste Griekse gemeenschap in Noord-Amerika. Een gezellige buurt, waar witte standbeelden, Griekse zuilen en blauw en wit het straatbeeld domineren. Griekenland moet het goed doen op het EK, want een groep van twintig jongens zingen uitbundig overwinningsliederen, met Griekse vlag en trommel in de aanslag.
Ik stap iets verder de tuin van een kunstschool binnen, waar een orkest van zo'n dertig studenten "The Suburbs" van Arcade Fire speelt. Mooi gedaan. In mijn lange maar trage wandeling door de stad ontdek ik nog veel meer gezellige buurten met die typische huisjes. In tegenstelling tot de voorbije dagen prop ik me vandaag vol: eerst met heel veel fruit, dan een uitgebreide lunch, dan nog enkele muffins. Ik slenter over de boulevards. Het zijn lange afstanden en ik word er moe van. Ik zet me neer op het Nathan Philips Square en val zelfs in slaap. Ik drink een pintje in de Horseshoe Tavern en wacht er op Edith. Het is met de grootste moeite dat ik me wakker probeer te houden, maar de weinige slaap die ik in Toronto heb gehad, eist al zijn tol.
Samen met mijn T.O. couchsurfer, die eigenlijk afkomstig is van Oost-Québec, kuieren we door Graffiti Alley, een aaneenschakeling van smerige steegjes langs de achterkant van restaurants. Dit gaat eindeloos door. Hier zitten erg knappe kunstwerkjes bij, maar ook enkele gedrochten. Edith gaat werken en ik leg me neer in Trinity Park. Het is al avond, maar het toch nog erg warm. Na even uit te rusten, wil ik Historic Fort York bezoeken, maar de gekostumeerde werknemers zeggen me dat het gesloten is. Ik neem de streetcar naar het noorden en stap af bij Honest Ed's.
's Avonds laat wandel ik voor de laatste keer Spadina Avenue af richting Downtown. Het lichtspektakel op de CN Tower, die op een kruising van een minaret en een ruimteantenne lijkt, is verbluffend. Ik sla af in Queen Street West en ga enkele punkoptredens in The Bovine bekijken, een van de coolste bars van Canada. De bands die optreden zijn The Stragglers, The Cola Heads en The Burnouts, maar de eerstgenoemde zijn veruit de beste. Edith komt in het laat nog af en samen ontmoeten we hier en daar nog wat mensen en drinken we bier aan de lopende band. Dit was mijn laatste avond in Canada, en nu wacht ik met spijt in het hart om op het vliegtuig te stappen dat me naar JFK Airport zal brengen. Vandaar heb ik nog één laatste vlucht te gaan, over de grote, donkere waterplas die mijn wereld afscheidt van deze wereld waarin ik bijna twee weken lang heb mogen vertoeven. Een reis die ik nooit zal vergeten.
vrijdag 15 juni 2012
Canada deel 3
Verslag reis naar Oost-Canada 1-13 juni
Deel 3: Occupons Montréal, de Ottawa Locks en Westfest
6 juni 2012, Montréal
Rustige dag vandaag, maar alweer zeer bewogen avond. 's Morgens zijn Alvaro, Thomas en ik het kolossale bedevaartsoord Oratoire St-Joseph gaan bezoeken, dat op de helling van de Mont-Royal staat. Dit 20e-eeuwse bouwwerk heeft een gigantische basiliek, waar de orgelmuziek je sterke religieuze gevoelens geeft, of je dat nu wil of niet. Verder zijn er heel wat kapelletjes waar je een kaarsje kan branden, voor de familie, voor de doden, of voor wanneer je wil genezen van mank been. Aan de ingang van de kapel hangen zo demonstratief tientallen krukken, als 'bewijs' dat deze plek, met een beetje hulp van St-Jozef, wonderen kan verrichten. Er is ook een rots waarvan steeds straaltjes water druppelen en waarin je muntjes kan gooien om een wens te doen. Intrigerende plek!
Verder een dag van onthaasting. Ik neem een banlieuetrein naar Deux-Montagnes en rust wat uit aan het pittoreske meer. Tegen de vooravond ben ik weer in Montréal, waar ik enkele uren door Vieux-Montréal, Centre-Ville en de Vieux-Port wandel, die laatste tot aan de Tour de l'Horloge, vanwaar je een mooi zicht hebt op de skyline van mijn geliefde stad en op het Parc Jean Drapeau.
Ik wandel rustig verder tot in het Quartier Latin, waar al heel wat lawaai wordt gemaakt. Impulsief beslis ik om ook vandaag mee te lopen in de 'stoet'. Omdat het zo'n mooi weer is, is er veel meer volk dan gisterenavond. Honderden mensen maken lawaai met alles wat ze maar in handen krijgen, maar er zijn ook echte instrumenten aanwezig, zoals een gitaar en een accordeon. De politie komt de betoging net zoals elke avond illegaal verklaren, en de hele groep zet zich weer in beweging, luid aangemoedigd door voorbijgangers en andere studenten in de Rue Saint-Denis, waar we als helden worden toegejuicht. Het lawaai is oorverdovend. Wat een belevenis! Overal zie je mensen met maskers opduiken, of met pandaknuffels, uit protest tegen het maskerverbod en als steun aan de Anarchopanda, die de problematiek sterk in de verf zet door helemaal verkleed als panda door de straten te lopen. Als ik me niet vergis, is hij enkele dagen geleden gearresteerd. Bij het kruispunt met Rue de Mont-Royal, ontmoet UMAQ de Engelstalige universiteit McGill. Het is een ontroerend maar vooral oorverdovend weerzien, waarbij het kruispunt volledig wordt ingepalmd en er geen enkele bus of auto doorkan. Dit duurt nog minstens een halfuur lang, en de studenten en andere activisten zijn nog lang niet van zin om op te hoepelen wanneer ik dat wel doe en voor de laatste keer de metro naar Alvaro's appartement neem, voor mijn laatste nacht in deze complexe, fascinerende mierenheuvel met de klinkende naam... Montréal.
Ondertussen is Thomas ook binnengekomen. Het is na middernacht en hij wil gaan zwemmen. Geweldig idee, ook al ben ik erg moe! Tenslotte moeten we als couchsurfers toch minstens één keer gebruik maken van Alvaro's gratis zwembad?
7 juni 2012, Ottawa Locks, Rideau Canal, Ottawa
Wanneer je het centrum van Canada's kleine hoofdstad binnenwandelt, liefst langs de McKenzie King Bridge, trekt het Rideau Canal meteen de aandacht, met aan de linkerkant het magistrale Westminster Palace-achtige parlement en aan de rechterkant het Château Laurier Hotel, dat sterke trekjes van een willekeurig Loirekasteel heeft. Ottawa ligt dan ook aan de grens tussen de provincies Ontario en Québec.
Het Confederation Square is een ideaal vertrekpunt voor een wandeling door deze erg Britse stad, met Engelse pubs en rode dubbeldekbussen. Zeer opvallend is het enorme oorlogsmonument in het midden van het plein, maar ook de vele standbeelden van historische figuren waarmee het bevolkt is, heeft een leuk effect.
Aan het überluxueuze Château Laurier Hotel heb je een zeer goed zicht op de Ottawa Locks, een tiental sluizen die een hoogte van 25 meter overbruggen tussen de Ottawa River en het Rideau Canal. Dit wordt nog steeds handmatig geregeld!
Nu zit ik onderaan de Locks, met mijn blik op de rivier en de oever van zusterstad Gatineau en haar vele musea gericht en het geruis van een door de onderste sluis veroorzaakte waterval in het rechteroor. Ook zichtbaar zijn de Alexandra Bridge en Nepian Point, met het grote Samuel de Champlain standbeeld dat hoog boven Ottawa River uitkijkt over de provincie Québec. De hoorn van een cruiseschip galmt in mijn linkeroor. Tijd dat ik ook weer eens opstap. Eerstvolgende stop is de Commissariat Building, het oudste gebouw van de stad.
7 juni 2012, Murray Street, Ottawa
Dat het regelen van de sluizen handmatig gebeurt, heb ik vanmiddag zelf kunnen vaststellen. Twee bootjes moeten via de Locks de rivier bereiken, waarmee ze de sluisbedienden heel wat werk geven. Wanneer ik de heuvel opklim, zijn ze nog maar aan de tweede sluis bezig. Ik blijf een kwartiertje kijken, tot zo één sluis is opengezet, de bootjes erdoor zijn gevaren en de sluis weer is wordt gesloten. Dit zal nog een hele tijd duren, want er zijn nog zes of zeven van die sluizen. Wel eens interessant om te zien hoe dat in z'n werk gaat.
Ik wandel Parliament Hill op, dé trekpleister van Ottawa. Je vindt er het schitterende complex van maar liefst drie rijkelijk versierde parlementsgebouwen, en in totaal een tiental massieve torens met waterspuwers en andere beeldjes. De hoogste toren is de opvallende Peace Tower, die met zijn 92 meter hoogte erg op de Big Ben lijkt. Aan het portaal van het Center Block herinneren een leeuw en een eenhoorn ons aan het Britse verleden van de stad. Ik kuier op de promenade aan de achterkant van dit gebouw. Deze kant van de heuvel is bezaaid met zwarte standbeelden, heeft een mooi tuintje en een zomerpaviljoen en biedt een zeer knap zicht op de Ottawa River, vele bruggen, Gatineau en de bossen in de verte.
Iets later laat ik me opslorpen door Downtown Ottawa, waar de buildings niet zo hoog zijn als in Montréal en wellicht ook Toronto. Interessant is de Sparks Street Mall, een lange winkel- en wandelstraat dat de Centre-Ville doorkruist. Wanneer ik Katies appartement bereik, is ze niet thuis. Het zal voor later zijn. Eerst de overkant van de rivier gaan verkennen. Via de Portage Bridge wandel ik van Ontario naar Québec, van Ottawa naar Gatineau, en meer bepaald het stadsdeel Hull. Hier heb je een zeer mooi zicht op Parliament Hill. Terwijl ik het schitterende panorama bewonder, belt Katie me. Ze vraagt me om vanavond naar het restaurant waar ze werkt te komen. Dat restaurant heet Murray Street en bevindt zich dan ook in Murray Street. Van daar schrijf ik nu, terwijl ik overheerlijke gerookte eendenborst op z'n Canadees verorber. Dit is een restaurant met lekkere Canadese vlees- en kaasgerechten. Ik heb het dus getroffen.
Na het telefoontje vervolg ik mijn wandeling door een parkje langs de rivier. Wanneer ik mijn leeg flesje frisdrank wil weggooien, kruipt er een jonge rode eekhoorn met een stuk kaas in de pootjes uit de vuilbak. Ontroerd wacht ik tot het na twee minuten besluit om in een van de omstaande bomen te verdwijnen, en pas dan kan ik het flesje weggooien. Eekhoorns zijn dagelijkse kost in de Canadese steden. Vooral de grijze en de zwarte. De rode zie je hier iets minder vaak. Even verder wandelt een groep Canadese ganzen nieuwsgierig voorbij. Ook aan hen geen gebrek in de Canadese rivieren en meren.
Het Canadian Museum of Civilization ofwel Musée Canadien de Civilisations telt twee architecturaal fascinerende gebouwen, die door het genie Douglas Cardinal zijn ontworpen. Ook de collectie is echt de moeite. Een uur lang wandel ik in toonzalen tussen schilderijen, ruïnes, nagebouwde totempalen en poppen van indianen en Inuits. Vooral de reconstructies van dorpen van de eerste volkeren die Canada bewoonden, zijn een echte aanrader. Zo zie ik er onder meer hoe de pelshandel met de eerste ontdekkingsreizigers in zijn werk ging. Er is ook een zaal over de Maya's, met prachtige kunstwerken en griezelige maskers van honderden jaren oud. Je kan ook het Canadian Postal Museum bezoeken, als dat je interesseert.
Het meest interessante aan het museum is Canada Hall, een knap staaltje van make-belief. Deze gigantische zaal herbergt een nederzetting in Saskatchewan, met een levensgrote kerk, een schip, verschillende huisjes en winkels waar je kan binnenstappen... Allemaal levensecht. Wanneer je in de straatjes wandelt, lijkt het alsof je echt buiten bent, omdat de verlichting doet vermoeden dat het schemert. Dit is een verbluffend museum dat je bij een bezoek aan de Canadese hoofdstad absoluut niet mag overslaan.
Ik steek de Alexander Bridge over. Het uitzicht op Ottawa lijkt op dat van een reisbrochure waarop enkele bekende monumenten uit Europa in hetzelfde landschap zijn gefotoshopt. Alleen vandaag al heb ik zo'n 35 foto's met een of meerdere parlementsgebouwen erop genomen. Zo mogelijk is het uitzicht vanop Neptian Point, aan het beeld van onze goede vriend Samuel, nog mooier. In de tuin van de nabij liggende National Gallery of Canada, met het bekende spinnenbeeld, genieten enkele bosmarmotten van de zon. Ze hebben niet veel tijd meer, want vanavond zal er een storm losbarsten boven Ottawa. Iets verder is er nog de Notre-Dame basiliek, een aardige kerk om eens binnen te springen.
Dan is er Byward Market, de meest levendige buurt van Ottawa. Ik stap Katies restaurant in Murray Street binnen om er mijn rugzakken te droppen en krijg er meteen een groot glas water. Na een vrolijke kennismaking, begeef ik me richting het Rideau Center winkelcentrum, dat ook 's nachts open is (behalve de winkels zelf dan). Vanop de McKenzie King Bridge heb ik een opmerkelijk uitzicht. In het noorden gaat de zon onder, wat de lucht achter het parlement en het kasteel een prachtige oranjegloed geeft, terwijl er in het oosten een onweer - inclusief bliksems - komt aanstormen. Het is nog even lopen tot aan Murray Street, maar ik ben nét op tijd binnen. Een korte maar hevige regen- en hagelbui zet de hele hoofdstad op z'n kop. Gelukkig ben ik droog en heb ik nog mijn eendenborst en het aangename gezelschap van het voornamelijk vrouwelijke personeel.
9 juni 2012, trein naar Toronto
De reis is ondertussen meer dan halverwege en ik ben onderweg naar de laatste etappe, Toronto. Deze treinreis zal bijna vijf uur duren. Tijd genoeg dus om terug te blikken op de afgelopen dagen.
Donderdagnacht ben ik met Katie, Jane en Sarah naar een hip-hop party geweest. Niet echt mijn ding, maar voor de gemiddelde homie is dit grijpfestijn wellicht het van het. Maar het was best leuk!
's Anderendaags is het weer wat uitbollen in Ottawa, waarvan je het grootste deel al op één dag hebt gezien. Eerst in een park aan een zijrivier van Ottawa River, waar de eekhoorns en meeuwen elkaar bekampen, daarna in de diplomatenwijk, en met name aan Rideau Hall, de woonst van de gouverneur-generaal, de op één na hoogste macht in Canada. Aan de rand van het park waarin dit gebouw ligt, vind je 24 Sussex Drive, het bekendste adres in heel Canada. Hier woont de eerste minister.
Ik neem een bus naar Downtown, waar ik een afspraak heb met Katie. Samen bezoeken we het Canadian Museum of Nature, waar niet alleen heel wat Canadese dieren zijn opgezet (bizon, beer, veelvraat, eland...), maar je ook tussen de skeletten en levensgrote poppen van dinosaurussen en mastodonten kan wandelen. Ten slotte zien we nog het geraamte van het grootste dier dat ooit heeft geleefd, de blauwe vinvis, enkele levende insecten, weekdieren en amfibieën, en - waarom niet? - een gouden munt ter waarde van $1000000.
Na het museumbezoek neem ik de bus naar Westboro, waar het hele weekend Westfest wordt georganiseerd, een gratis festival met Canadese bands. Na een djembéles en een concert van The Cougar Chick Tribute Band, komen er twee bands naar mijn hart. Eerst is er de synthpopband Silkken Laumann, die met zware beats en donkere synths het volk aan het dansen krijgen. Afsluiter is de populaire negenkoppige alternatieve groep The Hidden Cameras, die ondanks een mengeling van genres en invloeden - ik hoor onder meer The Smiths en R.E.M. - toch een eigen sound hebben, die vooral gekenmerkt wordt door straffe melodieën, sfeervolle blazers, catchy synths en een overdosis aan levenslust. Het werd een uitzinnig feest daar in de Ottawaanse suburbs. Na afloop slenter ik nog door de nachtelijke straten van de hoofdstad en stuit ik op het Hard Rock Café. In Murray Street wacht ik samen met Jane tot Katies shift erop zit. En dan slaaptijd! Vanmorgen ben ik om halfzes opgestaan om op tijd deze trein te halen. Nog vijf dagen in Canada. Het begint jammer genoeg te korten!
Deel 4: De derde hoogste toren ter wereld, de zonnige Toronto Islands, The Maid of the Mist en de T.O. underground
Deel 3: Occupons Montréal, de Ottawa Locks en Westfest
6 juni 2012, Montréal
Rustige dag vandaag, maar alweer zeer bewogen avond. 's Morgens zijn Alvaro, Thomas en ik het kolossale bedevaartsoord Oratoire St-Joseph gaan bezoeken, dat op de helling van de Mont-Royal staat. Dit 20e-eeuwse bouwwerk heeft een gigantische basiliek, waar de orgelmuziek je sterke religieuze gevoelens geeft, of je dat nu wil of niet. Verder zijn er heel wat kapelletjes waar je een kaarsje kan branden, voor de familie, voor de doden, of voor wanneer je wil genezen van mank been. Aan de ingang van de kapel hangen zo demonstratief tientallen krukken, als 'bewijs' dat deze plek, met een beetje hulp van St-Jozef, wonderen kan verrichten. Er is ook een rots waarvan steeds straaltjes water druppelen en waarin je muntjes kan gooien om een wens te doen. Intrigerende plek!
Verder een dag van onthaasting. Ik neem een banlieuetrein naar Deux-Montagnes en rust wat uit aan het pittoreske meer. Tegen de vooravond ben ik weer in Montréal, waar ik enkele uren door Vieux-Montréal, Centre-Ville en de Vieux-Port wandel, die laatste tot aan de Tour de l'Horloge, vanwaar je een mooi zicht hebt op de skyline van mijn geliefde stad en op het Parc Jean Drapeau.
Ik wandel rustig verder tot in het Quartier Latin, waar al heel wat lawaai wordt gemaakt. Impulsief beslis ik om ook vandaag mee te lopen in de 'stoet'. Omdat het zo'n mooi weer is, is er veel meer volk dan gisterenavond. Honderden mensen maken lawaai met alles wat ze maar in handen krijgen, maar er zijn ook echte instrumenten aanwezig, zoals een gitaar en een accordeon. De politie komt de betoging net zoals elke avond illegaal verklaren, en de hele groep zet zich weer in beweging, luid aangemoedigd door voorbijgangers en andere studenten in de Rue Saint-Denis, waar we als helden worden toegejuicht. Het lawaai is oorverdovend. Wat een belevenis! Overal zie je mensen met maskers opduiken, of met pandaknuffels, uit protest tegen het maskerverbod en als steun aan de Anarchopanda, die de problematiek sterk in de verf zet door helemaal verkleed als panda door de straten te lopen. Als ik me niet vergis, is hij enkele dagen geleden gearresteerd. Bij het kruispunt met Rue de Mont-Royal, ontmoet UMAQ de Engelstalige universiteit McGill. Het is een ontroerend maar vooral oorverdovend weerzien, waarbij het kruispunt volledig wordt ingepalmd en er geen enkele bus of auto doorkan. Dit duurt nog minstens een halfuur lang, en de studenten en andere activisten zijn nog lang niet van zin om op te hoepelen wanneer ik dat wel doe en voor de laatste keer de metro naar Alvaro's appartement neem, voor mijn laatste nacht in deze complexe, fascinerende mierenheuvel met de klinkende naam... Montréal.
Ondertussen is Thomas ook binnengekomen. Het is na middernacht en hij wil gaan zwemmen. Geweldig idee, ook al ben ik erg moe! Tenslotte moeten we als couchsurfers toch minstens één keer gebruik maken van Alvaro's gratis zwembad?
7 juni 2012, Ottawa Locks, Rideau Canal, Ottawa
Wanneer je het centrum van Canada's kleine hoofdstad binnenwandelt, liefst langs de McKenzie King Bridge, trekt het Rideau Canal meteen de aandacht, met aan de linkerkant het magistrale Westminster Palace-achtige parlement en aan de rechterkant het Château Laurier Hotel, dat sterke trekjes van een willekeurig Loirekasteel heeft. Ottawa ligt dan ook aan de grens tussen de provincies Ontario en Québec.
Het Confederation Square is een ideaal vertrekpunt voor een wandeling door deze erg Britse stad, met Engelse pubs en rode dubbeldekbussen. Zeer opvallend is het enorme oorlogsmonument in het midden van het plein, maar ook de vele standbeelden van historische figuren waarmee het bevolkt is, heeft een leuk effect.
Aan het überluxueuze Château Laurier Hotel heb je een zeer goed zicht op de Ottawa Locks, een tiental sluizen die een hoogte van 25 meter overbruggen tussen de Ottawa River en het Rideau Canal. Dit wordt nog steeds handmatig geregeld!
Nu zit ik onderaan de Locks, met mijn blik op de rivier en de oever van zusterstad Gatineau en haar vele musea gericht en het geruis van een door de onderste sluis veroorzaakte waterval in het rechteroor. Ook zichtbaar zijn de Alexandra Bridge en Nepian Point, met het grote Samuel de Champlain standbeeld dat hoog boven Ottawa River uitkijkt over de provincie Québec. De hoorn van een cruiseschip galmt in mijn linkeroor. Tijd dat ik ook weer eens opstap. Eerstvolgende stop is de Commissariat Building, het oudste gebouw van de stad.
7 juni 2012, Murray Street, Ottawa
Dat het regelen van de sluizen handmatig gebeurt, heb ik vanmiddag zelf kunnen vaststellen. Twee bootjes moeten via de Locks de rivier bereiken, waarmee ze de sluisbedienden heel wat werk geven. Wanneer ik de heuvel opklim, zijn ze nog maar aan de tweede sluis bezig. Ik blijf een kwartiertje kijken, tot zo één sluis is opengezet, de bootjes erdoor zijn gevaren en de sluis weer is wordt gesloten. Dit zal nog een hele tijd duren, want er zijn nog zes of zeven van die sluizen. Wel eens interessant om te zien hoe dat in z'n werk gaat.
Ik wandel Parliament Hill op, dé trekpleister van Ottawa. Je vindt er het schitterende complex van maar liefst drie rijkelijk versierde parlementsgebouwen, en in totaal een tiental massieve torens met waterspuwers en andere beeldjes. De hoogste toren is de opvallende Peace Tower, die met zijn 92 meter hoogte erg op de Big Ben lijkt. Aan het portaal van het Center Block herinneren een leeuw en een eenhoorn ons aan het Britse verleden van de stad. Ik kuier op de promenade aan de achterkant van dit gebouw. Deze kant van de heuvel is bezaaid met zwarte standbeelden, heeft een mooi tuintje en een zomerpaviljoen en biedt een zeer knap zicht op de Ottawa River, vele bruggen, Gatineau en de bossen in de verte.
Iets later laat ik me opslorpen door Downtown Ottawa, waar de buildings niet zo hoog zijn als in Montréal en wellicht ook Toronto. Interessant is de Sparks Street Mall, een lange winkel- en wandelstraat dat de Centre-Ville doorkruist. Wanneer ik Katies appartement bereik, is ze niet thuis. Het zal voor later zijn. Eerst de overkant van de rivier gaan verkennen. Via de Portage Bridge wandel ik van Ontario naar Québec, van Ottawa naar Gatineau, en meer bepaald het stadsdeel Hull. Hier heb je een zeer mooi zicht op Parliament Hill. Terwijl ik het schitterende panorama bewonder, belt Katie me. Ze vraagt me om vanavond naar het restaurant waar ze werkt te komen. Dat restaurant heet Murray Street en bevindt zich dan ook in Murray Street. Van daar schrijf ik nu, terwijl ik overheerlijke gerookte eendenborst op z'n Canadees verorber. Dit is een restaurant met lekkere Canadese vlees- en kaasgerechten. Ik heb het dus getroffen.
Na het telefoontje vervolg ik mijn wandeling door een parkje langs de rivier. Wanneer ik mijn leeg flesje frisdrank wil weggooien, kruipt er een jonge rode eekhoorn met een stuk kaas in de pootjes uit de vuilbak. Ontroerd wacht ik tot het na twee minuten besluit om in een van de omstaande bomen te verdwijnen, en pas dan kan ik het flesje weggooien. Eekhoorns zijn dagelijkse kost in de Canadese steden. Vooral de grijze en de zwarte. De rode zie je hier iets minder vaak. Even verder wandelt een groep Canadese ganzen nieuwsgierig voorbij. Ook aan hen geen gebrek in de Canadese rivieren en meren.
Het Canadian Museum of Civilization ofwel Musée Canadien de Civilisations telt twee architecturaal fascinerende gebouwen, die door het genie Douglas Cardinal zijn ontworpen. Ook de collectie is echt de moeite. Een uur lang wandel ik in toonzalen tussen schilderijen, ruïnes, nagebouwde totempalen en poppen van indianen en Inuits. Vooral de reconstructies van dorpen van de eerste volkeren die Canada bewoonden, zijn een echte aanrader. Zo zie ik er onder meer hoe de pelshandel met de eerste ontdekkingsreizigers in zijn werk ging. Er is ook een zaal over de Maya's, met prachtige kunstwerken en griezelige maskers van honderden jaren oud. Je kan ook het Canadian Postal Museum bezoeken, als dat je interesseert.
Het meest interessante aan het museum is Canada Hall, een knap staaltje van make-belief. Deze gigantische zaal herbergt een nederzetting in Saskatchewan, met een levensgrote kerk, een schip, verschillende huisjes en winkels waar je kan binnenstappen... Allemaal levensecht. Wanneer je in de straatjes wandelt, lijkt het alsof je echt buiten bent, omdat de verlichting doet vermoeden dat het schemert. Dit is een verbluffend museum dat je bij een bezoek aan de Canadese hoofdstad absoluut niet mag overslaan.
Ik steek de Alexander Bridge over. Het uitzicht op Ottawa lijkt op dat van een reisbrochure waarop enkele bekende monumenten uit Europa in hetzelfde landschap zijn gefotoshopt. Alleen vandaag al heb ik zo'n 35 foto's met een of meerdere parlementsgebouwen erop genomen. Zo mogelijk is het uitzicht vanop Neptian Point, aan het beeld van onze goede vriend Samuel, nog mooier. In de tuin van de nabij liggende National Gallery of Canada, met het bekende spinnenbeeld, genieten enkele bosmarmotten van de zon. Ze hebben niet veel tijd meer, want vanavond zal er een storm losbarsten boven Ottawa. Iets verder is er nog de Notre-Dame basiliek, een aardige kerk om eens binnen te springen.
Dan is er Byward Market, de meest levendige buurt van Ottawa. Ik stap Katies restaurant in Murray Street binnen om er mijn rugzakken te droppen en krijg er meteen een groot glas water. Na een vrolijke kennismaking, begeef ik me richting het Rideau Center winkelcentrum, dat ook 's nachts open is (behalve de winkels zelf dan). Vanop de McKenzie King Bridge heb ik een opmerkelijk uitzicht. In het noorden gaat de zon onder, wat de lucht achter het parlement en het kasteel een prachtige oranjegloed geeft, terwijl er in het oosten een onweer - inclusief bliksems - komt aanstormen. Het is nog even lopen tot aan Murray Street, maar ik ben nét op tijd binnen. Een korte maar hevige regen- en hagelbui zet de hele hoofdstad op z'n kop. Gelukkig ben ik droog en heb ik nog mijn eendenborst en het aangename gezelschap van het voornamelijk vrouwelijke personeel.
9 juni 2012, trein naar Toronto
De reis is ondertussen meer dan halverwege en ik ben onderweg naar de laatste etappe, Toronto. Deze treinreis zal bijna vijf uur duren. Tijd genoeg dus om terug te blikken op de afgelopen dagen.
Donderdagnacht ben ik met Katie, Jane en Sarah naar een hip-hop party geweest. Niet echt mijn ding, maar voor de gemiddelde homie is dit grijpfestijn wellicht het van het. Maar het was best leuk!
's Anderendaags is het weer wat uitbollen in Ottawa, waarvan je het grootste deel al op één dag hebt gezien. Eerst in een park aan een zijrivier van Ottawa River, waar de eekhoorns en meeuwen elkaar bekampen, daarna in de diplomatenwijk, en met name aan Rideau Hall, de woonst van de gouverneur-generaal, de op één na hoogste macht in Canada. Aan de rand van het park waarin dit gebouw ligt, vind je 24 Sussex Drive, het bekendste adres in heel Canada. Hier woont de eerste minister.
Ik neem een bus naar Downtown, waar ik een afspraak heb met Katie. Samen bezoeken we het Canadian Museum of Nature, waar niet alleen heel wat Canadese dieren zijn opgezet (bizon, beer, veelvraat, eland...), maar je ook tussen de skeletten en levensgrote poppen van dinosaurussen en mastodonten kan wandelen. Ten slotte zien we nog het geraamte van het grootste dier dat ooit heeft geleefd, de blauwe vinvis, enkele levende insecten, weekdieren en amfibieën, en - waarom niet? - een gouden munt ter waarde van $1000000.
Na het museumbezoek neem ik de bus naar Westboro, waar het hele weekend Westfest wordt georganiseerd, een gratis festival met Canadese bands. Na een djembéles en een concert van The Cougar Chick Tribute Band, komen er twee bands naar mijn hart. Eerst is er de synthpopband Silkken Laumann, die met zware beats en donkere synths het volk aan het dansen krijgen. Afsluiter is de populaire negenkoppige alternatieve groep The Hidden Cameras, die ondanks een mengeling van genres en invloeden - ik hoor onder meer The Smiths en R.E.M. - toch een eigen sound hebben, die vooral gekenmerkt wordt door straffe melodieën, sfeervolle blazers, catchy synths en een overdosis aan levenslust. Het werd een uitzinnig feest daar in de Ottawaanse suburbs. Na afloop slenter ik nog door de nachtelijke straten van de hoofdstad en stuit ik op het Hard Rock Café. In Murray Street wacht ik samen met Jane tot Katies shift erop zit. En dan slaaptijd! Vanmorgen ben ik om halfzes opgestaan om op tijd deze trein te halen. Nog vijf dagen in Canada. Het begint jammer genoeg te korten!
Deel 4: De derde hoogste toren ter wereld, de zonnige Toronto Islands, The Maid of the Mist en de T.O. underground
donderdag 14 juni 2012
Occupons Montréal - le vidéo
Snel in elkaar geflanst videoverslagje van de twee manifestaties waar ik vorige week in Montréal aan heb deelgenomen. Het is duidelijk dat er de tweede avond veel meer volk op straat kwam. Indrukwekkend was het moment wanneer de Franstalige betoging van UQAM en de Engelstalige betoging van McGill University elkaar ontmoetten.
Veekly zingles xart
dEUS new at #2 with a refreshingly new song! Our Icelandic heroes still at #1 though.
- Sigur Rós - Varúð
- dEUS - Quatre Mains
- The Dandy Warhols - Sad Vacation
- The Rapture - Sail Away
- Animal Collective - Honeycomb
- A Place to Bury Strangers - So Far Away
- Steak Number Eight - Dickhead
- Blaudzun - Solar
- Gazpacho - Black Lily
- Moss - What You Want
- Gravenhurst - The Prize
- Boy & Bear - Feeding Line
- Beach House - Lazuli
- DZ Deathrays - Dollar Chills
- The Hickey Underworld - The Frog
- Woodkid - Run Boy Run
- Richard Hawley - Leave Your Body Behind You
- Great Mountain Fire - Late Lights
- Spector - Chevy Thunder
- The Mars Volta - The Malkin Jewel
- Tubelight - In Your Eyes
- Spector - Celestine
- Sioen - Johnny, Mary, Tommy & the Sun
- A Place to Bury Strangers - You Are the Sun
- Sky Castles - Camp, Not Kitch
- Jack White - Sixteen Saltines
- Kapitan Korsakov - Lest My Water Break
- Arctic Monkeys feat Richard Hawley - You and I
- Miike Snow - Paddling Out
- Beach House - Myth
Abonneren op:
Posts (Atom)