Vastgesnoerd als een gegijzelde grap,
het lichaam een machteloze vuist.
Roerloos dode uren uitzitten,
de kaak een verlepte croissant.
Het kwelkoord balt
een murw gemept lijf.
Wachten op de vreselijke
bevrijding van de morgen.
De polsen los schud ik weer
de demonen van me af
als een labrador in een plas.
Ook de stad schraapt alle
duivels en monsters weg
maar laat vandaag de dood
nog deinen in ons achterhoofd.
Wij hebben de zomer nog niet begraven,
want na augustus kwam september
en na september kwam september,
en in de oevers van de Nete
vermoed ik kiemen van een lente
die we nog niet verwachten.
De bladeren dwarrelen maar
de jas moet weer uit.
Is dit dan november
of meer septemberisering?
Een camionette stopt bij de brug,
hond achter het stuur.
Mijn hoofd is een lek springkasteel,
mijn borst zingt een vrolijk lied
dat niet goed afloopt.
Rook de jakhals uit die
te keer gaat in mij.
Meet het braakland tussen
twee oren aan de chaos van de jazz
die als een duivel uit een doosje
door de speakers wordt gespoten.
Overstem de moordstemming,
het dansen van de sater
met de fakkel in de hand.
Weet mijn papieren brein veel
dat het altijd kantelen kan.
In de zon op het plein bij de pinnemutskerk
weet ik: er is enkel nog november.
En zal mijn borst piepen of kraken
als ze uiteindelijk implodeert?
Welkom in de hel, heet dan het mantra
van een moe gespeeld orkest,
met natte voeten excelleert het
op de helling van mijn geest.
Een najaarswind schreeuwt nog: overleef!
Maar wie op 1 november dweept
met metaforen als een falend springkasteel
kan beter zijn matras verschepen
naar het lorgnet van de storm
en er een boom opzetten over
hoe de leegstand daar begon.
Het leven is een doos krijtjes in vele kleuren
maar ooit geldt op = op.
En op feestdagen als deze denkt men
wat vaker aan de dag waarop dit alles stopt.
Je zegt: het rijmt niet,
en slaat me met je vuist in het gezicht.
Blijf hier nog even aan de ketting,
in ons bed van waaruit je
al de kieren en de barsten
in de wereld nog niet ziet.
Want de kerker tussen lakens is je thuis
en daarbuiten zal de herfst
weldra de zege gaan opeisen
na een tergend trage strijd,
die van de vergankelijkheid.
IK MOET ER OVER NADENKEN WIJ MAKEN HET LEVEN NIET ...... het leven maakt ons .... ... MAAR OVER één ding hebben wij zekerheid . OOIT STERFT IEDEREEN ....... EN VERDE QUE SERA SERA ....
BeantwoordenVerwijderenPS CORRECTIE en verder QUE ETC .....
Verwijderen