In de zomer van 2017 verschijnt Nachtprater, mijn experimentele roman over de verlokkingen van fictie, gespleten persoonlijkheid en amateuristische zwendel. In deze korte en sterk versplinterde roman trapt het hoofdpersonage de deuren tussen realiteit, fictie en onderbewustzijn in. Zijn muzikale cadans en podiumpotentieel ontgaat ook Didi de Paris niet:
"Op zoek naar rust danst de Nachtprater op het slappe koord tussen het geschreven en het gesproken woord, gooit de deur van het schrijverskabinet achter zich dicht, en kiest, met vallen en opstaan, voor een bestaan on the road. Live on stage." - Didi de Paris
"Gert heeft een goede pen met een ruime woordenschat die hij zonder schaamte afvuurt op de lezer. Zijn stijl is bij momenten vulgair à la Brusselmans maar neigt ook naar een existentialistisch kantje. Dit boek is zowel inhoudelijk als structureel als experimenteel te benoemen en dat mag in de Vlaamse literatuur al eens wat meer gebeuren. [...] Met enige hulp van een betere uitgever geloof ik dat Gert nog indruk zal maken in de toekomst." - Tomas Serrien
"Deze novelle lijkt sterk de krijtlijnen uit te zetten voor de
stilistische doorbraak waar Vanlerberghe overduidelijk op broedt. We hebben hier niet te maken met plot, eerder met het geveelschrijf van een auteur, de manie van het podiumpersonage Vanlerberghe, en de kwesties droom, daad en dada." - Nils Geylen
"Een ervaren, bedachtzamer, leper redacteur had Nachtprater kunnen
oppoetsen tot een internationaal succesvol goudmijntje door een hippe
Amsterdamse uitgever je door de strot geramd. Maar gelukkig is dat niet
gebeurd en gelukkig is het een echte Vanlerberghe. Gedurfd,
verbeeldingsvol en vooral niet braaf. Nachtprater conformeert niet. Nachtprater breekt bij je in, woelt nog enkele nachten met je mee. Slaapwel." - Nils Geylen (lees zijn volledige recensie HIER)
Die nacht, die vermaledijde nacht, reden we door de Rotterdamse straten in een oude houten kar, getrokken door twee gigantische zwarte ossen. Valerius gaf de dieren genadeloos de zweep en hoewel ze bleven slenteren, schoot het nachtleven voorbij, tegen een luid schreeuwende zwarte hemel die zichzelf voortdurend leek uit te braken.
We passeerden De Witte Aap en de Wunderbar en dure woorden als 'cult' en 'art' hingen als hooghartige bakens van beschaving te flikkeren in de lucht. Truman wees met zijn zweep naar De Schouw, waar een dichter wild gesticulerend een tekst stond te declameren voor een weinig oplettend publiek. "Larie en apekool, je reinste flauwekul, Patrick. Jij kunt veel groter worden met je poëzie. Besef je dat? Maar er zullen altijd mensen zijn die je willen tegenhouden. Kapers op de kust van je literaire ambitie. Bewapen je."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten