Heb je mijn zucht ingeblikt,
ingeprent, tastbaar zoals ik nooit zal zijn?
Label mijn nalatenschap, verberg haar in een doolhof
en laat het verder los, laat het allemaal los.
Hak dan mijn armen en benen af
en bedrijf de liefde met mijn romp
terwijl je kijkt hoe piranha's
zich te goed doen
aan tien vingers en tien tenen
en dertig jaar van schoppen en strelen.
In de fractie van een knikkend ooglid
wonen meer visioenen
dan zandkorrels in het heelal, sterren op onze stranden,
maar genoeg is genoeg.
Wanneer je mijn haar afknipt,
ben ik weer wat moleculen armer.
Schuur je de huid van mijn vlees
en het vlees van mijn botten,
dan bloos ik en besef dat
al mijn geheimen als appels voor het rapen.
Mijn brein voelt zich als
de laatste coelacant op sterk water,
een mummie met haken en ogen,
alle opgeslagen kennis ingekapseld in een wijwatervat,
aangevreten cursussen en naslagwerken
en een groeiende drang naar spirituele troost.
Ik vernauw en ik verzuil,
het enige nog werkende orgaan
is een tentakel, tast alle opties af,
vindt een ritssluiting, een spelonk.
Een ingeblikte echo. De voltrekking
van mijn afbraak lonkt.
Hier zou ik zomaar ongezien
kunnen verdwijnen.
Met dank aan Dwars, het studententijdschrift van de UA stadscampus.
Vormgeving: Stine Moons
Geen opmerkingen:
Een reactie posten