magnoliabloesem, geblindeerde brillen
en ostentatief korte rokjes, groot jolijt
voor dit voorschot op de zomer
alsof niemand wat anders
aan de hand had dan terrasjes bezetten
languit lui in het park, op de kaai
desnoods een balkon
zolang ondubbelzinnig
in verbinding met de pas herwonnen zon
en gekakel en geschater
dat gekraai en dat getater
en truiverbranding, onvermijdelijk
of plassen op winterjassen, voor de échte
de muilen vol schepijs - drie, viér bollen
en barbecues en rollerskates en waterballonnen
infuus met mojito in de baxter
en de winter krijgt de vinger
de paria onder de seizoenen
we etaleren deze aversie
dragen open Hawaiihemden
blote buiken, teensleffers
en is dat een bikinitopje
daar in de verte
de zomer consumeren
en het is nog maar nipt lente
dit is niet meer degusteren
eerder schrokken en volproppen
zonder schrik voor indigestie
snipverkouden onder dons
rillend in een warm bad
maar dat heel klein beetje zon
hebben we toch maar al gehad
Geen opmerkingen:
Een reactie posten