De roman biedt ons niet alleen enkele levenslessen aan, maar laat ons ook binnenkijken in de joodse gemeenschap, de zionistische ideologie, de artificiële wereld waarin tieners wegvluchten wanneer het hen allemaal te veel wordt; dat alles doorspekt met zowel hilarische als ontroerende conversaties tussen de verschillende personages, meeslepende anekdotes en herinneringen, en de rijke innerlijke wereld van de vijf gezinsleden.
Jonathan Safran Foer toont zich een meesterverteller in het hoofdstuk 'The Destruction Of Israel', waarin drie toespraken de lezer tot naar het puntje van zijn stoel duwen. Met de trefzekerheid van een dominospel ontvouwt zich een gevaarlijke escalatie van eeuwenoude spanningen. Aan het woord zijn zowel de eerste minister van Israël als de Ayatollah, die de wereld maar vooral hun eigen volk toespreken, en hen klaarmaken voor de ultieme strijd - toespraken die de religieuze en nationalistische propaganda niet schuwen. De derde monoloog is van Jacobs oudste zoon Sam, die tijdens zijn bar mitzvah alle toehoorders met verstomming slaat. Er gaat een ongelooflijk symbolische kracht uit van dit hoofdstuk, waarin de drie monologen alterneren, en de opbouw ervan is subliem.
Een ander hoofdstuk heet 'The Bible', en is onderdeel van het script waar Jacob al jaren aan werkt, in de hoop er ooit een televisieprogramma van te kunnen maken. Het fragmentarische script is erg waarheidsgetrouw want het gaat duidelijk over Jacobs eigen gezin en problemen, en leidt tot intieme inzichten over de crisis die Jacob verscheurt. Andere favoriete passages zijn de grandioze speech van een jonge rabbi op de begrafenis, het Bijbelverhaal van Abraham en Isaak als metafoor voor de familie Bloch (hineni), Jacob en Tamir die weed roken door een uitgeholde appel en zich hun nachtelijk bezoek aan de dierentuin herinneren, de familie Bloch die zich afvraagt of Spielberg wel is besneden, het wachtwoord 'this2shallpass' dat elk gezinslid voor elke vorm van beveiliging gebruikt, de verwarring rond de lyrics van Nirvana's 'All Apologies', de reïncarnatie van Sams avatar op Other Life, mogelijke praktische oplossingen voor de problematiek rond de eroev, Sams eerste ervaringen met masturbatie, Max' doorgedreven drang om te delen, zowat alle spontane uitlatingen van de jongste zoon Benjy, en de honderden anekdotes, weetjes en wijsheden waarmee de roman is doorspekt en die voortdurend in de langere fragmenten opduiken.
De laatste pagina's volgen we Jacob Bloch en Argus onderweg naar een dierenarts. En na het lezen van de laatste woorden valt het hele gewicht van het verhaal - het oneerlijke (Unfair! Unfair!) verloop van het leven, de pijnlijke levenslessen... - als één blok op de lezer neer. Als de laatste muur van een heilige tempel die vele eeuwen vol geschiedenis heeft weten trotseren maar uiteindelijk geen andere keuze heeft dan neer te stuiken. Het boek laat de lezer verweesd en verloren achter, met als enige keuze zich aan de schrale troost van de aanvaarding vast te klampen: ideaal gezien doen mensen elkaar geen pijn, hoeven we dit allemaal niet te doorstaan, maar we leven in deze wereld. Afscheid hoort erbij. I'm ready.
Een must-read. Sowieso.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten