Zuid-Afrika deel 1: Goudzoekers en Olifanten
Om 1u 's nachts dineren in een restaurant op de luchthaven van de in rijkdom zwelgende emiratenstad Dubai, het drukste kruispunt van de luchtvaart in het Midden-Oosten. Buiten deze glazen stolp, dit kapitalistische walhalla, dit Mekka voor duty-free fanaten geniet men van een Arabische nacht van 30°C, maar daar zien of voelen we niets van in deze troebele visbokaal met airco. De hele wereld is over de tafeltjes rondom mij uitgesmeerd, iedereen gefocust op hun kip met rijst of kip met burger, we waren even goed duizenden kilometers van elkaar verwijderd geweest, wat binnen enkele uren ook letterlijk het geval zal zijn. Als bij een biljartstoot met effect vliegen we weldra alle windrichtingen uit, nog voor je Verenigde Arabische Emiraten kan zeggen. In ons geval zal dat het zuidwesten zijn. Onze tweede vlucht heeft Johannesburg als bestemming. Het is mijn tweede keer in Afrika en mijn eerste keer onder de evenaar. We zullen een heel eind zuid zitten in dit gigantische continent, al staat enkel het noorden van Zuid-Afrika op het programma, inclusief enkele grensgebieden, waaronder een bezoek aan het staatje Swaziland. Er staat heel wat cultuur op het programma van de groepsreis, en we gaan ook enkele parken bezoeken voor de bijzonder rijke fauna en flora van het land. In de late nacht stijgen we op boven een stad van miljoenen lichtjes, waaruit de Burj Khalifa als een naald verrijst, majestueus in zijn titel van hoogste toren ter wereld. Zes uur later landt het toestel in Johannesburg, de grootste stad van Zuid-Afrika, bekend als zakenstad, maar ook als broeihaard voor misdaad. De groepsreis kan beginnen. We zijn met negen Belgen, plus de flamboyante gids Steve, wiens Afrikaans best goed is te verstaan en in weze niet veel harder verschilt dan de dialecten van de groepsleden onderling.
We rijden op de belangrijkste ringweg rond de stad en haar vele voorsteden. Er zijn er zo'n zevenhonderd! De skyline van Jo'burg is niet meer of minder indrukwekkend dan die van een andere miljoenenstad met een woud van wolkenkrabbers. Steve vertelt dat bijna alles wat we aan bomen zien vanuit Australië is ingevoerd. We passeren enkele gated communities, goed met prikkeldraad ingepakt en de beruchte townships en sloppenwijken. Zelfs op de grote wegen zijn straatverkopers en -artiesten druk in de weer. Onderweg naar Soweto doemt plots een Italiaanse stad op, als tang op een varken. Het is het enorme casino van Johannesburg, inclusief dom en klokkentoren. Authentiek in haar nep zijn. Soweto is zo'n zwarte township, maar dan één van gigantische afmetingen, of toch zeker wat het bevolkingsaantal betreft. Er leven zo'n 3,5 miljoen inwoners in Soweto alleen! Deze plek werd beroemd toen arbeiders massaal in opstand kwamen tegen de apartheid. Tegenwoordig vind je er zowel villa's als sloppenwijken, aangezien steeds meer nouveaux riches in Soweto komen wonen. De helft van de inwoners is werkloos, een bedroevend cijfer. Heel wat mensen wonen nog in de zogenaamde luciferdoosjes, die waren gebouwd voor wie in de mijnen moest werken. We rijden door Diepkloof, een van de bekendste wijken van Soweto, en voorbij een van de grootste ziekenhuizen ter wereld. Iets verderop staan twee oude met tekeningen opgesmukte koeltorens, vanwaar je kan bunjeejumpen.
Heel beroemd is Vilakazi Street, waar twee Nobelprijswinnaars hebben gewoond. In dezelfde straat vind je het huis van Desmond Tutu en dat van Nelson Mandela. Deze laatste verbleef er slechts elf dagen, nadat hij na 28 jaar gevangenschap was vrijgelaten. De wereldpers zwermde als hongerige vliegen rond het huis, dus Mandela moest opnieuw verhuizen. Het is een interessant museum met heel wat foto's en persoonlijke spullen van de ex-president. Onder de boom in de tuin werden de navelstrengen van pasgeboren kinderen begraven. Van het Hector Pieterson Museum krijgen we dan weer een krop in de keel, en geen kleine. Op 16 juni 1976 werd de 12-jarige Hector Pieterson doodgeschoten tijdens een studentenprotest tegen het invoeren van Afrikaans als officiële taal in het onderwijs. Deze taal werd gezien als de taal van de onderdrukker, van de blanke bezetter. We leren ook meer over het ANC en over Steve Biko, de jonge actievoerder die in de gevangenis overleed. De foto's spreken boekdelen over deze vreselijke periode van racisme, onderdrukking en geweld.
Het busje stopt even aan het FNB-stadium, ofwel Soccer City, en daarna doen we een drive-by van Johannesburg in de rapte. Opvallend zijn de Hillbrow Tower, die heel lang de hoogste toren van Afrika is geweest, de Mandela Bridge en de sierlijke mormonenkerk. Ons eerste hotel ligt niet ver van het 'Italiaanse stadje', in de hutsepot van wegen, wijken en tankstations die de banlieue van Jo'burg is. Het is een mooi maar eenvoudig domein met verschillende bungalowhutjes, een zwembad en een bar. De gids dolt wat met het zwarte personeel, dagelijkse inside jokes over ras die blanken en zwarten delen. Humor is het beste medicijn. Wat een geschiedenis ook... Tegenwoordig zijn het vooral politici die elkaar niet kunnen luchten en de twee tegen elkaar trachten op te zetten. Waar hebben we dat nog gehoord? Zowat overal eigenlijk. Na twee vermoeiende vluchten en een dag rondrijden door Johannesburg en Soweto is het tijd om van het avondmaal te genieten en eens lekker achterover te leunen... iets te hard want het dunne glas van het raam kan het gewicht van mijn vermoeide lichaam niet aan. Oeps. Dat begint al goed.
Op dag twee rijden we naar Pretoria, de politieke hoofdstad van Zuid-Afrika. We passeren militaire grond en de spoorweg voor de goudtrein die tussen Johannesburg en Pretoria reed. Pretoria wordt wel eens de Jacarandastad genoemd, omwille van haar hoge dosis aan jacaranda's in de straten, paars bloeiende bomen. Pretoria is een studentenstad (de University Of South Africa is erg groot) maar heeft ook een vrij conservatief imago. Er wonen best veel nette, brave pilaarbijters in de stad. Voor we Pretoria bereiken, zien we het Voortrekkersmonument, ter ere van de Afrikaners die tijdens de Grote Trek van de 19e eeuw tegen de inheemse stammen vochten. Een centraal figuur in Pretoria is Paul Kruger, de eerste president van Zuid-Afrika. Zijn monumentale standbeeld vinden we terug op het erg mooie Kerkplein, omzoomd door knappe gebouwen zoals het Paleis van Justitie en de Oude Raadsaal. Het standbeeld zelf is afgebakend met een zwart hek, mogelijk omdat het wat controversieel is, net als het Voortrekkersmonument natuurlijk. Onderweg naar Meintjies Kop passeren we nog St Alban Cathedral.
Op de heuvel Meintjies Kop staat het indrukwekkende zandstenen parlementsgebouw. In de prachtige, op maat gesneden tuin hebben we een uitzicht over de hele stad, met al haar wolkenkrabbers en jacaranda's, tot ver in de heuvels met het Voortrekkersmonument. Een groot beeld van Nelson Mandela verwelkomt ons, breed glimlachend, de armen gespreid. De met villa's en ambassades bezaaide Government Avenue is de enige boulevard in de stad met een dubbele rij jacaranda's.
We verlaten de Arcadiawijk en even later ook Pretoria en rijden oostwaarts. Na enkele kilometers passeren we een indrukwekkende Chinese tempel, de enige in Zuid-Afrika. We stoppen om te eten in een Alzu Total nabij Middelburg. In de weilanden grazen witte neushoorns, zebra's, hartebeesten, elandantilopen, Kaapse buffels, reebokken, waterbokken, struisvogels en emoe's. Die laatste zijn natuurlijk geïmporteerd. De neushoorns hebben geen hoorns meer. Die zijn verwijderd opdat ze de andere dieren niet zouden verwonden. Interessant om deze dieren van dichtbij te zien, nu nog in het wild. In het gebied rond Dullstroom liggen verschillende kerkhoven voor gesneuvelde soldaten tijdens de twee Boerenoorlogen, zowel Britten als Afrikaners. Heel wat vrouwen en kinderen belandden hier in concentratiekampen en stierven er in mensonterende omstandigheden. Het landschap wordt heuvelachtig, ruwer, met uitgestrekte velden die steeds meer voor wildernis willen doorgaan. Onderweg naar Pilgrim's Rest, in de provincie Limpopo, stoppen we nog even in Lydensburg.
Een bezoek aan Pilgrim's Rest roept de tijd van de Oud-Transvaalgoudkoorts weer op. Het werd tot nationaal monument uitgeroepen. In 1873 werd er goud ontdekt en van alle hoeken van de wereld kwam men naar hier in de hoop stinkend rijk te worden. Het is best fris wanneer we het gezellige mijnstadje binnenrijden, ook al is dit het begin van de zomer. We zitten namelijk hoog in de heuvels. We wandelen langs een markt met Afrikaanse spullen en de verkopers blijven maar aandringen dat we binnen komen en eventueel iets kopen, maar wij hebben al lang iets interessanters gezien. In de bomen en op het zandweggetje naar de kerk zitten een tiental apen, van de soort vervet, van de familie blauwaap. De mannetjes hebben geslachtsdelen die eerder op rode en blauwe plasticine lijken. In het restaurant genieten we van een heerlijke maaltijd, wanneer plots het voltallige personeel uit volle borst in het Zoeloe begint te zingen. Na nog enkele Castle biertjes in een bar die vroeger een kerk was is het weer tijd om naar Zandmanland te vertrekken.
Na het ontbijt rijden we de mistige heuvels in. Het miezert en het is glad op de stijle weg. Samen met de naaldbossen geeft het hele plaatje eerder een Europese of Noord-Amerikaanse indruk. Er is een ongeluk gebeurd. Een witte wagen ligt op haar zijkant, de ramen versplinterd. De politie is al ter plaatse. We klimmen steeds hoger, tot er niets van het adembenemende landschap overblijft en er enkel nog mist is. Daarna wordt het kleurrijker, roodbruin, met cactussen, jacaranda's, koortsbomen, bescheiden termietenheuvels, en enkele vervetaapjes. Hier en daar lopen enkele runderen langs de baan. Voor we naar het laagveld afdalen, stoppen we bij God's Window, een heuveltop die een verbluffend panorama biedt op de Blyde River Canyon, een beetje de Grand Canyon van Afrika, met helemaal beneden een blauwe Blyde River. Het is ijskoud maar het uitzicht op de grillige rotsformaties maakt heel veel goed. Dit is de derde grootste canyon ter wereld en een van de mooiste uitzichten in Afrika.
Bourke's Luck potholes is de volgende stop. Goudzoeker Tom Bourke stierf uiteindelijk zonder goud, arm maar gelukkig. Sommige van de potholes die werden uitgediept zijn wel 5,5 m diep. We dalen een rotsachtig pad af naar waar de rivieren Treur en Blyde samenkomen. Het geheel van de diep uitgesneden rivieren, de ronde potholes en de rotsen is erg mooi. Onderweg naar Graskop spot ik een baviaan op uitkijk. Een vervet raapt nog gauw zijn lunch op alvorens weg te vluchten van ons rijdende busje. We kopen zakjes biltong in Graskop, stukjes gedroogd vlees van de koedoe en de springbok, en halen geld af. Een Britse toeriste beschuldigt Mona ervan enkele van haar bankbiljetten te hebben meegenomen. Wanneer blijkt dat ze gewoon verkeerd heeft geteld, krijgt Mona niet eens een sorry. In Harrie's Pancakes doen we ons te goed aan overheerlijke zoete of hartige pannenkoeken.
Het klimaat en de vegetatie veranderen stilaan op weg naar het Krugerpark. De naaldwouden maken plaats voor meer exotische flora. Het Krugerpark strekt zich uit over de provincie Mpumalanga tot aan de grens met Mozambique. Het laagveld is de thuis voor zo'n 150 soorten zoogdieren, in alle vormen en maten. We zullen in het park zelf slapen, op een domein dat nogal op een concentratiekamp lijkt, midden in het laagveld. Onder het genot van een welkomstdrankje op het terras kijken we uit over de wildernis en krijgen we alvast enkele van de meest vooraanstaande bewoners van het park te zien. Vier olifanten slenteren een honderdtal meter verder voorbij. De koning van de Afrikaanse jungle. Het grootste landdier ter wereld. Lid van The Big Five, de vijf gevaarlijkste zoogdieren tijdens de jacht. Je kan alleen maar ontzag hebben voor deze elegante kolossen. In open wagens rijden we de bush in. Op safari in Zuid-Afrika, het is al heel mijn leven een droom geweest. We spotten impala's, grijze duikers, hopvogels, arendsuilen, een nijlpaard en een krokodil in een poel, visarenden, waterbokken, scharelaars en ossenpikkers. Niet ver van een neushoornschedel houden we halt. We stappen de 4x4 uit en de gids van het park dekt een tafeltje. Aperitief in de wildernis met lekkere amarula en brandewijn! Steve steekt een impalakeutel in zijn mond terwijl de gids een uitleg geeft over de dieren in het Krugerpark. Tijdens de zonsondergang klimmen we weer de wagen in en rijden we terug naar het hotel, gewapend met een zaklamp, om meer dieren te kunnen spotten. We zien zebra's, hazen, vleermuizen en een Kaapse buffel, ook bij de dodelijke Big Five, omwille van zijn onvoorspelbaarheid.
We worden vroeg wakker in een weelde van vreemde vogelgeluiden en nemen een douche in een openluchtcabine. Buiten kijken enkele nieuwsgierige impala's van achter het hek onder stroom. Verschillende vogels in de mooiste kleuren vliegen vrolijk rond. Bijzonder irritant is de schreeuw van de nochtans erg mooie glansspreeuw. Enkele helmparelhoenderen lopen zenuwachtig door de bush. In een plas achter de omheining plonsen enkele nijlpaarden in het water. We trekken drie uur lang te voet door het laagveld, zo'n vijf kilometer lang. Onze game rangers zijn gewapend met jachtgeweren waarmee je een olifant kan vellen maar hebben die nog nooit moeten gebruiken. Ze geloven er vast in dat er altijd een uitweg is bij een gevaarlijke ontmoeting. We zien wrattenzwijnen, impala's, duikers, waterbokken, vervetten, nijlpaarden, gnoes en bijeneters. Een van de game rangers raapt een duizendpoot op, die meteen van stress zijn hand begint onder te schijten. We houden ook halt aan het hol dat een aardvarken heeft uitgegraven. Na twee dagen verlaat het zijn hol en gaan er andere dieren in leven. Onze game ranger vermoedt dat er een leeuw in zit, wat dus een gevaarlijke situatie kan zijn. We zien ook verschillende sporen en uitwerpselen van dieren en enkele nesten van de hamerkop.
Daarna rijdt Steve ons de bush in. We zien Kaapse buffel, waterbok, olifant, zebra, geelbekreiger, nijlpaard, witte neushoorn, gnoe, schildpad, visarend, gier, wilde hond, koedoe, duiker, neushoornvogel, vervet, arend, kuifbaardvogel. In Skukuza, aan de Sabie River, gaan we eten. Ik ga voor een stuk sprinkbokvlees. De Sabie River wordt de 'Rivier van de Angst' genoemd. Er loopt een ongebruikte spoorwegbrug over, waar een groep bavianen over kruipen. Aan het terras spelen enkele nieuwsgierige vervets. Wanneer ze proberen bij ons eten te komen, worden ze weggejaagd door personeel met katapulten. Op de terugweg bekijken we een gevecht tussen twee olifantstieren. Zelfs in het duelleren zijn ze tergend traag. De poorten sluiten om 18u en wij zijn te laat. De gids geeft extra plankgas maar het mag niet baten. We mogen niet meer binnen. Na veel gedoe met de poortwachter wordt een escorte opgebeld. Die rijdt ons voor in het pikdonkere laagveld, om onze veiligheid te garanderen. Vier buffels blokkeren de weg maar slenteren uiteindelijk tegen hun zin de bush in. De biertjes smaken eens zo goed bij onze terugkomst in de bar. De braai ook, al komt die me later duur te staan.
We staan op voor dag en dauw om met een 4x4 uit te rijden, maar ik heb andere zorgen. Door een voedselvergiftiging mag ik niet mee en ben ik genoodzaakt uit te slapen en in het hoteldomein rond te hangen. Nijlpaarden spotten van achter de omheining en J.M. Coetzee lezen zijn aardige tijdverdrijven, maar op den duur heb ik het gehad. Omdat ik me in de namiddag beter voel, vraag ik aan de receptie of ik met een andere trip mee kan. Er worden wat mensen opgebeld en bijgehaald en ik mag nog mee met een Duitse groep. Met de 4x4 komen we erg dicht bij heel wat olifanten. De chauffeur Steve vertelt ons dat er 18000 olifanten in het park zijn. Dat is veel te veel. Overal zijn sporen van hun vernieling zichtbaar. Er zullen er enkele naar buurlanden worden verhuisd, maar 3000 dieren zullen helaas moeten worden gedood. Hun vernieling van het park wordt anders een veel te grote bedreiging voor de andere dieren. We zien buffels, een bateleur (ook goochelaar genoemd), een erg giftige soort duizendpoot, gnoe, giraf, impala, visarend, bijeneter, nijlpaard, luipaard, gier, koedoe. Daarna is er weer het aperitief, met amarula op mijn nuchtere maag. De tocht door het donker is indrukwekkend, vooral omdat ik naast de chauffeur zit. En zo werd deze dag toch nog lichtjes spectaculair, zeker met de luipaard, die rustig op een dode boom lag in te dutten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten