Zuid-Afrika deel 2: Over Swazi en Zoeloes
Swaziland is een onafhankelijke staat van een zakdoek groot geleid door een zichzelf met geld en vrouwen verrijkende relatief jonge koning. Nochtans bedraagt het werkloosheidspercentage maar liefst 40%! Het is een christelijk land maar men gelooft nog in de geesten van hun voorouders, waar ze heel veel respect voor hebben. Het is het land van de Swazi, een oude Afrikaanse stam, en het is onze volgende bestemming. En route!
In de dorpjes rond het Krugerpark heb je langs de hoofdbaan om de paar meter een supermarkt. Die bestaan uit een stenen huisje vaak met verf opgesmukt, niet zelden in de knalrode kleur van Coca Cola. Af en toe lopen runderen en kippen over de weg. We rijden verder zuidwaarts in het dolomietenlandschap van Mpumalanga, naar de Lebombobergen. Aan de grens tussen Zuid-Afrika (Jeppe's Reef) en Swaziland (Matsamo) bezoeken we een make-belief Swazidorp. De gids is een jonge vrouw in traditionele klederdracht (heel veel rood). Ze vertelt ons over hun rituelen en extreem patriarchale systeem. De vrouw is ontzettend onderdanig volgens de gebruiken van de Swazi. Wanneer we haar het nagebouwde dorp in volgen, moeten de mannen eerst en pas daarna de vrouwen. Maar niet vooraleer we met zijn allen toestemming vragen. We wonen een optreden van traditionele zang en dans bij, het hele 'dorp' in Swazikledij natuurlijk. Zo zijn de jonge mannen naakt, op een rood-groen rokje en een rode 'das' na. De zang ontroert en de ritmes zijn erg meeslepend. We mogen zelfs even mee dansen.
Ons busje rijdt voorbij de laatste grenspost, Swaziland binnen. Overal loslopende varkens, geiten en runderen. De koereigers zijn ook nooit ver weg. In volle vaart vliegen we door de groene heuvels van Swaziland, met de cd van de Swazi als soundtrack. Koning Mswati III is polygaam en heeft tien vrouwen, en voor elke vrouw heeft hij een villa laten bouwen. We passeren er een paar voor we de langs de hoofdstad Mbabane rijden. tussen Mbabane en Manzini liggen Ezulwini Valley en het Mlilwane reservaat. Onze laatste vijf minuten in de wagen zijn een safari op zich. Om het hotel te bereiken moeten we door het reservaat. We spotten zebra, gnoe, blesbok, impala, wrattenzwijn, nyala, krokodil en bijeneter.
We slapen in een cirkel van typische Swazihutjes en schenken brandewijn op het middenplein, samen met de Nederlandse groep en hun gids. Er is geen omheining dus de antilopes wandelen gewoon tussen de hutten door. Ook wordt er gewaarschuwd voor nijlpaarden in het donker. Ik neem mijn glas brandewijn en slenter in het duister tussen de impala's en de nyala's. Twee impalamannetjes zijn in een gevecht verwikkeld. We vlijen ons neer aan het kampvuur, waar vier wrattenzwijnen liggen te slapen. Verbazingwekkend hoe dichtbij je kan komen. Het waait erg hard en de elektriciteit valt een paar keer uit tijdens het avondeten, en dan ineens finaal voor de komende 15 uur.
In de vroege ochtend ligt de stroom dus nog altijd uit. Voor het ontbijt bewonder ik een koppel blauwkopagamen, en dan vooral de prachtige blauwe kleur van het mannetje, en gaan Bart en ik al wat verkennen. Aan de dam heerst een drukke bedrijvigheid van heilige ibissen, reigers en wevers. Het is erg warm en er staat een stevige wandeling op het programma, onze eerste sinds we in Afrika zijn geland. Mona en Eveline gaan naar de markt, de rest volgt de Hippo Trail, aan de Nyonyaneberg, een parcours met veel hindernissen, door jungle en savanne. We spotten enkele bedrijvige mestkevers en een bol die enkel uit bijen bestaat. Na een poos schakelen we over op de Summit Trail en beginnen we aan een stevige klim. Helemaal bovenin ligt een hotel met een schattig tuintje. Het uitzicht is om van te smullen en de frisdrank en biertjes doen geweldig veel deugd na zo'n klim in volle zon. Op de terugweg proberen we zo dicht mogelijk een zebrakudde te benaderen. Wanneer we terugkomen is de elektriciteit nog steeds uit, dus onze biertjes zijn iets minder fris in ons eigen hotel, maar we zitten op het terras aan het water en het zicht op de vissen en watervogels maakt veel goed. Een kindje gooit stukjes brood in het water, waarop een hele school katvissen als grote wilde slokoppen erop af stormen. Aan de overkant kruipt een jonge nijlkrokodil op de oever om wat te kunnen zonnen. Wij kunnen ook wat water gebruiken en we verhuizen naar het zwembad, waar kinderen een verjaardagsfeestje houden. Dat heerlijk koude water kwam geen seconde te vroeg. Een biertje erbij, en wanneer iets later de elektriciteit weer aanspringt, is werkelijk alles in kannen en kruiken. Na het diner krijgen we nog een portie Swazidans voorgeschoteld.
De volgende dag zitten we vooral lang in de wagen. Het is zondagochtend en we cruisen door Manzini, de tweede grootste stad van het land. We rijden een poosje langs indrukwekkende dolomieten, daarna wordt het landschap vlakker. Achter de bergen in het oosten ligt Mozambique. We houden halt in een hotel en aaien een zebra in de miniboerderij, terwijl mestkevers zich over zijn fecaliën ontfermen. Onze wagen stopt ook even aan Swazihutjes in de wildernis. Moeder de vrouw komt dankbaar op ons toegelopen en we stoppen haar wat geld toe.
We verzamelen weer enkele bureaucratische stempels, steken de zuidgrens over en rijden KwaZulu-Natal binnen, ofwel Zoeloeland, het thuisland van de Zoeloestammen, in het oosten van Zuid-Afrika. De hutjes langs de weg, de savanne met haar typische paraplubomen en kuddes buffels en antilopen zijn zo karakteristiek als Afrika kan zijn. We verblijven in Zulu Nyala Hotel, naast Zulu Cultural Village, zo'n beetje hetzelfde concept als Swazi Cultural Village, met nagebouwde Zoeloehutten. Een klein Bokrijk, zeg maar. Er is een krokodillenvijver en een kleine savanne met kuddes zebra's en antilopen. De wevers kwetteren non-stop in dit bungalowdorp. Voor ik de bar mee onveilig ga maken begeef ik me in de kudde. De blesbokken worden onrustig door mijn aanwezigheid en beginnen als gekken rond te draven, en de zebra's proberen me weg te jagen door met hun hoeven op de grond te stampen. De impala's en nyala's houden me schuchter in de gaten. Fascinerend hoe en wanneer deze prachtige, elegante dieren reageren bij een indringer in hun savanne-idylle. En dan nu de bar.
Na een dag niets doen is het weer tijd voor actie. Om 5u gaat de wekker en een uur later rijden we naar het Hluhluwe reservaat. We spotten witte neushoorn, bruine slangenarend, Kaapse buffel, zebra, nyala, leeuw (eindelijk een 'check' voor The Big Five!), waterbok, rode duiker, lori, samangoaap, geelbekwouw, wrattenzwijn. De leeuwen liggen rustig te slapen op een verafgelegen heuvel, maar de neushoorns komen erg dichtbij. Wat een fantastische ervaring! We rijden door naar Saint Lucia en bijbehorend meer, aan de Indische Oceaan. Op het strand maken twee jongens zandsculpturen van Afrikaanse dieren. Met een bootje varen we het Saint Luciameer af, langs de mangroven. We krijgen nijlpaard, visarend, zilverreiger, koereiger, Afrikaanse ooievaar, geelbekwouw, ijsvogel en neushoornvogel in het vizier. Het territorium van een nijlpaardenfamilie is zo'n 1-2 km groot. We bezoeken er verschillende. Deze tamme goedzakken liggen er lui en lieflijk bij maar zijn eigenlijk gevaarlijker dan eender wie van The Big Five. Jaarlijks doden ze zo'n 3000 mensen in heel Afrika. Ze geeuwen erop los. Je wordt moe van naar ze te kijken.
Slecht weer verbant ons naar de receptie van het hotel, waar we gefascineerd kijken hoe een gekko ondersteboven op het plafond op vliegen jaagt. Iets na het avondeten op restaurant gaan regen en wind wel héél stevig te keer. Gelukkig ligt het restaurant niet ver van het hotel. De storm is een razende furie en haar toorn is verschrikkelijk. Alsof ze met al het water in de oceaan de straten van Saint Lucia wil schoonvegen. Het hotel lekt water naar binnen. Ik was net op tijd binnen maar de rest van de groep zit nog na te tafelen op het open terras van het restaurant. Bezorgd rijdt John, de gids van de Nederlandse groep, zijn busje uit om de natafelende Belgen en Nederlanders op te pikken. Het blijft regenen de volgende dag. We bezoeken een krokodillencentrum, met heel veel nijlkrokodillen, gegroepeerd per leeftijd, en enkele alligators, langsnuitkrokodillen, dwergkrokodillen en schildpadden. In de bomen hangen kolossale nesten van de hamerkop, nochtans geen grote vogel. De wegen van Saint Lucia liggen bezaaid met grote takken en zelfs bomen. Hier en daar worden loshangende takken uit de bomen getrokken en met de kettingzaag gedecimeerd. De regen houdt op, de zon laat zich voorzichtig zien en het dorp stroomt vol met toeristen en aapjes.
Het iSimangaliso Wetland Park is een uitzonderlijk natuurgebied met erg veel verscheidenheid aan fauna. Zelfs de coelacanth zou hier nog voorkomen. We rijden door het reservaat naar Cape Vidal en bewonderen koedoe, reebok, vervet, zebra, buffel, bosbok en helmparelhoen terwijl we langs het grote meer over de bergachtige savanne rijden. Op de parkeerplaats kijken we een tijdje geïntrigeerd naar een familie vervets en hun dagelijkse beslommeringen. Deze groene meerkatten zijn niet bang van vrouwen, wel van mannen. Een vervetwijfje jaagt Mona weg. De jonge aapjes vangen insecten, wat een komisch zicht is. Onder de samango's wordt gevochten. Een mangoest loopt onder onze geparkeerde wagen door. In de oceaan nemen we het op tegen hoge golven en op het strand tegen de apen. Ze proberen herhaaldelijk onze snacks te stelen, met wisselend succes. Eén van de vervets loopt met een stukje chocolade en mijn boxershort weg. Die laatste laat ze vallen. Daarna gaat één er met de hele koekjesdoos vandoor, maar is ook iets te onhandig. We experimenteren wat en kijken hoe ver ze durven gaan. Af en toe staan we oog in oog in dreigingshouding. Ontzettend fascinerend. Op het einde van ons kleine oorlogje geeft Joris de aap enkele koekjes, die ze gulzig verorbert. In de duinen grazen enkele duikers.
Ook bij het ontbijt de volgende ochtend worden we door een tiental apen op het terras belaagd. Enkele toeristen hebben het raampje op hun kamer laten open staan en maar liefst vier apen vinden hun weg naar binnen. Bij Steves kamer roven ze verschillende appels en zakjes suiker weg. Tot ze zelf door spreeuwen worden aangevallen, iets wat ze duidelijk niet hebben verwacht. Wellicht hebben de vogels er ergens een nest met kuikens. We vertrekken richting Durban, de drukste zeehaven van het continent en belangrijke stad in het Britse koloniale verleden. Met de Zoeloes en Indiërs erbij is het een interessante smeltkroes van culturen. We zien het stadium en rijden over de Golden Mile, de boulevard aan de dijk. Er zijn heel wat luxehotels gebouwd, en verder is er een pretpark met kabelbaan. Riksjarijders bieden toeristen een rit aan in hun Zoeloeriksja. Op het Francis Farewell Square staat het imposante stadhuis, een replica van dat van Belfast. Aan het kruispunt en het marktje heerst een verkeersdrukte van jewelste. Het is best moeilijke om uit deze bedrijvige mierenhoop weg te geraken. Wanneer we de stad via de snelweg verlaten valt op hoe groot die is. Met haar 3,5 miljoen inwoners is Durban de derde grootste stad van Zuid-Afrika.
We rijden door naar de Howick Falls, een 94 meter hoge waterval. Het was op deze plek dat Nelson Mandela werd gearresteerd, waarna hij voor 28 jaar achter slot en grendel verdween. Tijdens onze lunch speelt een straatmuzikant het refrein van 'I Want To Know What Love Is' van Foreigner aan één stuk non-stop door, tot we er gek van worden. Ons busje rijdt verder landinwaarts in een felgroen heuvellandschap. We zullen onze twee laatste nachten doorbrengen in de Drakensbergen, het uitgestrekte berg- en bosgebied dat Zuid-Afrika van Lesotho scheidt. Het hotel ligt in een landelijke omgeving. De slaaphutjes liggen tussen mooie, keurige tuintjes. De muren van de bar zijn van boven tot beneden volgeschreven met berichtjes van bezoekers. Er kleeft zelfs een sticker van Provincie Antwerpen. Van dit dorpje Bergville is het niet ver naar de noordelijke Drakensbergen. Daar gaan we de volgende dag wandelen.
Deze grillige bergen met hun weelderige flora zijn van een buitengewone schoonheid. We volgen de wandelroute The Gorge en komen onderweg enkele toeristen en... bavianen tegen. Deze dieren hebben tanden die langer zijn dan die van een leeuw. We geven hen dus voorrang. Aan de kloof in kwestie wordt het een pak avontuurlijker. Daar is het klimmen met touwladders, pinnen in de rotsen en ijzeren kabels. Best gevaarlijk bij momenten, maar daar doen we het voor. Op de terugweg passeren Stefan en ik een boom wanneer een baviaan dreigend naar ons blaft. Speciaal. Met 16 km bergpad in de benen bij meer dan 30°C smaken de pintjes aan het zwembad nog net iets beter.
De laatste dag vertrekken we noordwaarts, door de fabelachtige Drakensbergen, door de provincie Vrijstaat, naar Johannesburg. We rijden voorbij Sterkfonteindam, een dam van enorme afmetingen, en zien enkele flamingo's en lepelaars. Zodra de dominante skyline van Jo'burg opdoemt, dringt ook het vrijdagnamiddagverkeer zich op, en onvermijdelijk ook het einde van deze intrigerende groepsreis doorheen Swaziland en het noordoosten van Zuid-Afrika, boordevol herinneringen die we nog heel lang zullen koesteren.
zondag 30 oktober 2016
Zuid Afrika 16-29 oktober 2016, deel 1
Zuid-Afrika deel 1: Goudzoekers en Olifanten
Om 1u 's nachts dineren in een restaurant op de luchthaven van de in rijkdom zwelgende emiratenstad Dubai, het drukste kruispunt van de luchtvaart in het Midden-Oosten. Buiten deze glazen stolp, dit kapitalistische walhalla, dit Mekka voor duty-free fanaten geniet men van een Arabische nacht van 30°C, maar daar zien of voelen we niets van in deze troebele visbokaal met airco. De hele wereld is over de tafeltjes rondom mij uitgesmeerd, iedereen gefocust op hun kip met rijst of kip met burger, we waren even goed duizenden kilometers van elkaar verwijderd geweest, wat binnen enkele uren ook letterlijk het geval zal zijn. Als bij een biljartstoot met effect vliegen we weldra alle windrichtingen uit, nog voor je Verenigde Arabische Emiraten kan zeggen. In ons geval zal dat het zuidwesten zijn. Onze tweede vlucht heeft Johannesburg als bestemming. Het is mijn tweede keer in Afrika en mijn eerste keer onder de evenaar. We zullen een heel eind zuid zitten in dit gigantische continent, al staat enkel het noorden van Zuid-Afrika op het programma, inclusief enkele grensgebieden, waaronder een bezoek aan het staatje Swaziland. Er staat heel wat cultuur op het programma van de groepsreis, en we gaan ook enkele parken bezoeken voor de bijzonder rijke fauna en flora van het land. In de late nacht stijgen we op boven een stad van miljoenen lichtjes, waaruit de Burj Khalifa als een naald verrijst, majestueus in zijn titel van hoogste toren ter wereld. Zes uur later landt het toestel in Johannesburg, de grootste stad van Zuid-Afrika, bekend als zakenstad, maar ook als broeihaard voor misdaad. De groepsreis kan beginnen. We zijn met negen Belgen, plus de flamboyante gids Steve, wiens Afrikaans best goed is te verstaan en in weze niet veel harder verschilt dan de dialecten van de groepsleden onderling.
We rijden op de belangrijkste ringweg rond de stad en haar vele voorsteden. Er zijn er zo'n zevenhonderd! De skyline van Jo'burg is niet meer of minder indrukwekkend dan die van een andere miljoenenstad met een woud van wolkenkrabbers. Steve vertelt dat bijna alles wat we aan bomen zien vanuit Australië is ingevoerd. We passeren enkele gated communities, goed met prikkeldraad ingepakt en de beruchte townships en sloppenwijken. Zelfs op de grote wegen zijn straatverkopers en -artiesten druk in de weer. Onderweg naar Soweto doemt plots een Italiaanse stad op, als tang op een varken. Het is het enorme casino van Johannesburg, inclusief dom en klokkentoren. Authentiek in haar nep zijn. Soweto is zo'n zwarte township, maar dan één van gigantische afmetingen, of toch zeker wat het bevolkingsaantal betreft. Er leven zo'n 3,5 miljoen inwoners in Soweto alleen! Deze plek werd beroemd toen arbeiders massaal in opstand kwamen tegen de apartheid. Tegenwoordig vind je er zowel villa's als sloppenwijken, aangezien steeds meer nouveaux riches in Soweto komen wonen. De helft van de inwoners is werkloos, een bedroevend cijfer. Heel wat mensen wonen nog in de zogenaamde luciferdoosjes, die waren gebouwd voor wie in de mijnen moest werken. We rijden door Diepkloof, een van de bekendste wijken van Soweto, en voorbij een van de grootste ziekenhuizen ter wereld. Iets verderop staan twee oude met tekeningen opgesmukte koeltorens, vanwaar je kan bunjeejumpen.
Heel beroemd is Vilakazi Street, waar twee Nobelprijswinnaars hebben gewoond. In dezelfde straat vind je het huis van Desmond Tutu en dat van Nelson Mandela. Deze laatste verbleef er slechts elf dagen, nadat hij na 28 jaar gevangenschap was vrijgelaten. De wereldpers zwermde als hongerige vliegen rond het huis, dus Mandela moest opnieuw verhuizen. Het is een interessant museum met heel wat foto's en persoonlijke spullen van de ex-president. Onder de boom in de tuin werden de navelstrengen van pasgeboren kinderen begraven. Van het Hector Pieterson Museum krijgen we dan weer een krop in de keel, en geen kleine. Op 16 juni 1976 werd de 12-jarige Hector Pieterson doodgeschoten tijdens een studentenprotest tegen het invoeren van Afrikaans als officiële taal in het onderwijs. Deze taal werd gezien als de taal van de onderdrukker, van de blanke bezetter. We leren ook meer over het ANC en over Steve Biko, de jonge actievoerder die in de gevangenis overleed. De foto's spreken boekdelen over deze vreselijke periode van racisme, onderdrukking en geweld.
Het busje stopt even aan het FNB-stadium, ofwel Soccer City, en daarna doen we een drive-by van Johannesburg in de rapte. Opvallend zijn de Hillbrow Tower, die heel lang de hoogste toren van Afrika is geweest, de Mandela Bridge en de sierlijke mormonenkerk. Ons eerste hotel ligt niet ver van het 'Italiaanse stadje', in de hutsepot van wegen, wijken en tankstations die de banlieue van Jo'burg is. Het is een mooi maar eenvoudig domein met verschillende bungalowhutjes, een zwembad en een bar. De gids dolt wat met het zwarte personeel, dagelijkse inside jokes over ras die blanken en zwarten delen. Humor is het beste medicijn. Wat een geschiedenis ook... Tegenwoordig zijn het vooral politici die elkaar niet kunnen luchten en de twee tegen elkaar trachten op te zetten. Waar hebben we dat nog gehoord? Zowat overal eigenlijk. Na twee vermoeiende vluchten en een dag rondrijden door Johannesburg en Soweto is het tijd om van het avondmaal te genieten en eens lekker achterover te leunen... iets te hard want het dunne glas van het raam kan het gewicht van mijn vermoeide lichaam niet aan. Oeps. Dat begint al goed.
Op dag twee rijden we naar Pretoria, de politieke hoofdstad van Zuid-Afrika. We passeren militaire grond en de spoorweg voor de goudtrein die tussen Johannesburg en Pretoria reed. Pretoria wordt wel eens de Jacarandastad genoemd, omwille van haar hoge dosis aan jacaranda's in de straten, paars bloeiende bomen. Pretoria is een studentenstad (de University Of South Africa is erg groot) maar heeft ook een vrij conservatief imago. Er wonen best veel nette, brave pilaarbijters in de stad. Voor we Pretoria bereiken, zien we het Voortrekkersmonument, ter ere van de Afrikaners die tijdens de Grote Trek van de 19e eeuw tegen de inheemse stammen vochten. Een centraal figuur in Pretoria is Paul Kruger, de eerste president van Zuid-Afrika. Zijn monumentale standbeeld vinden we terug op het erg mooie Kerkplein, omzoomd door knappe gebouwen zoals het Paleis van Justitie en de Oude Raadsaal. Het standbeeld zelf is afgebakend met een zwart hek, mogelijk omdat het wat controversieel is, net als het Voortrekkersmonument natuurlijk. Onderweg naar Meintjies Kop passeren we nog St Alban Cathedral.
Op de heuvel Meintjies Kop staat het indrukwekkende zandstenen parlementsgebouw. In de prachtige, op maat gesneden tuin hebben we een uitzicht over de hele stad, met al haar wolkenkrabbers en jacaranda's, tot ver in de heuvels met het Voortrekkersmonument. Een groot beeld van Nelson Mandela verwelkomt ons, breed glimlachend, de armen gespreid. De met villa's en ambassades bezaaide Government Avenue is de enige boulevard in de stad met een dubbele rij jacaranda's.
We verlaten de Arcadiawijk en even later ook Pretoria en rijden oostwaarts. Na enkele kilometers passeren we een indrukwekkende Chinese tempel, de enige in Zuid-Afrika. We stoppen om te eten in een Alzu Total nabij Middelburg. In de weilanden grazen witte neushoorns, zebra's, hartebeesten, elandantilopen, Kaapse buffels, reebokken, waterbokken, struisvogels en emoe's. Die laatste zijn natuurlijk geïmporteerd. De neushoorns hebben geen hoorns meer. Die zijn verwijderd opdat ze de andere dieren niet zouden verwonden. Interessant om deze dieren van dichtbij te zien, nu nog in het wild. In het gebied rond Dullstroom liggen verschillende kerkhoven voor gesneuvelde soldaten tijdens de twee Boerenoorlogen, zowel Britten als Afrikaners. Heel wat vrouwen en kinderen belandden hier in concentratiekampen en stierven er in mensonterende omstandigheden. Het landschap wordt heuvelachtig, ruwer, met uitgestrekte velden die steeds meer voor wildernis willen doorgaan. Onderweg naar Pilgrim's Rest, in de provincie Limpopo, stoppen we nog even in Lydensburg.
Een bezoek aan Pilgrim's Rest roept de tijd van de Oud-Transvaalgoudkoorts weer op. Het werd tot nationaal monument uitgeroepen. In 1873 werd er goud ontdekt en van alle hoeken van de wereld kwam men naar hier in de hoop stinkend rijk te worden. Het is best fris wanneer we het gezellige mijnstadje binnenrijden, ook al is dit het begin van de zomer. We zitten namelijk hoog in de heuvels. We wandelen langs een markt met Afrikaanse spullen en de verkopers blijven maar aandringen dat we binnen komen en eventueel iets kopen, maar wij hebben al lang iets interessanters gezien. In de bomen en op het zandweggetje naar de kerk zitten een tiental apen, van de soort vervet, van de familie blauwaap. De mannetjes hebben geslachtsdelen die eerder op rode en blauwe plasticine lijken. In het restaurant genieten we van een heerlijke maaltijd, wanneer plots het voltallige personeel uit volle borst in het Zoeloe begint te zingen. Na nog enkele Castle biertjes in een bar die vroeger een kerk was is het weer tijd om naar Zandmanland te vertrekken.
Na het ontbijt rijden we de mistige heuvels in. Het miezert en het is glad op de stijle weg. Samen met de naaldbossen geeft het hele plaatje eerder een Europese of Noord-Amerikaanse indruk. Er is een ongeluk gebeurd. Een witte wagen ligt op haar zijkant, de ramen versplinterd. De politie is al ter plaatse. We klimmen steeds hoger, tot er niets van het adembenemende landschap overblijft en er enkel nog mist is. Daarna wordt het kleurrijker, roodbruin, met cactussen, jacaranda's, koortsbomen, bescheiden termietenheuvels, en enkele vervetaapjes. Hier en daar lopen enkele runderen langs de baan. Voor we naar het laagveld afdalen, stoppen we bij God's Window, een heuveltop die een verbluffend panorama biedt op de Blyde River Canyon, een beetje de Grand Canyon van Afrika, met helemaal beneden een blauwe Blyde River. Het is ijskoud maar het uitzicht op de grillige rotsformaties maakt heel veel goed. Dit is de derde grootste canyon ter wereld en een van de mooiste uitzichten in Afrika.
Bourke's Luck potholes is de volgende stop. Goudzoeker Tom Bourke stierf uiteindelijk zonder goud, arm maar gelukkig. Sommige van de potholes die werden uitgediept zijn wel 5,5 m diep. We dalen een rotsachtig pad af naar waar de rivieren Treur en Blyde samenkomen. Het geheel van de diep uitgesneden rivieren, de ronde potholes en de rotsen is erg mooi. Onderweg naar Graskop spot ik een baviaan op uitkijk. Een vervet raapt nog gauw zijn lunch op alvorens weg te vluchten van ons rijdende busje. We kopen zakjes biltong in Graskop, stukjes gedroogd vlees van de koedoe en de springbok, en halen geld af. Een Britse toeriste beschuldigt Mona ervan enkele van haar bankbiljetten te hebben meegenomen. Wanneer blijkt dat ze gewoon verkeerd heeft geteld, krijgt Mona niet eens een sorry. In Harrie's Pancakes doen we ons te goed aan overheerlijke zoete of hartige pannenkoeken.
Het klimaat en de vegetatie veranderen stilaan op weg naar het Krugerpark. De naaldwouden maken plaats voor meer exotische flora. Het Krugerpark strekt zich uit over de provincie Mpumalanga tot aan de grens met Mozambique. Het laagveld is de thuis voor zo'n 150 soorten zoogdieren, in alle vormen en maten. We zullen in het park zelf slapen, op een domein dat nogal op een concentratiekamp lijkt, midden in het laagveld. Onder het genot van een welkomstdrankje op het terras kijken we uit over de wildernis en krijgen we alvast enkele van de meest vooraanstaande bewoners van het park te zien. Vier olifanten slenteren een honderdtal meter verder voorbij. De koning van de Afrikaanse jungle. Het grootste landdier ter wereld. Lid van The Big Five, de vijf gevaarlijkste zoogdieren tijdens de jacht. Je kan alleen maar ontzag hebben voor deze elegante kolossen. In open wagens rijden we de bush in. Op safari in Zuid-Afrika, het is al heel mijn leven een droom geweest. We spotten impala's, grijze duikers, hopvogels, arendsuilen, een nijlpaard en een krokodil in een poel, visarenden, waterbokken, scharelaars en ossenpikkers. Niet ver van een neushoornschedel houden we halt. We stappen de 4x4 uit en de gids van het park dekt een tafeltje. Aperitief in de wildernis met lekkere amarula en brandewijn! Steve steekt een impalakeutel in zijn mond terwijl de gids een uitleg geeft over de dieren in het Krugerpark. Tijdens de zonsondergang klimmen we weer de wagen in en rijden we terug naar het hotel, gewapend met een zaklamp, om meer dieren te kunnen spotten. We zien zebra's, hazen, vleermuizen en een Kaapse buffel, ook bij de dodelijke Big Five, omwille van zijn onvoorspelbaarheid.
We worden vroeg wakker in een weelde van vreemde vogelgeluiden en nemen een douche in een openluchtcabine. Buiten kijken enkele nieuwsgierige impala's van achter het hek onder stroom. Verschillende vogels in de mooiste kleuren vliegen vrolijk rond. Bijzonder irritant is de schreeuw van de nochtans erg mooie glansspreeuw. Enkele helmparelhoenderen lopen zenuwachtig door de bush. In een plas achter de omheining plonsen enkele nijlpaarden in het water. We trekken drie uur lang te voet door het laagveld, zo'n vijf kilometer lang. Onze game rangers zijn gewapend met jachtgeweren waarmee je een olifant kan vellen maar hebben die nog nooit moeten gebruiken. Ze geloven er vast in dat er altijd een uitweg is bij een gevaarlijke ontmoeting. We zien wrattenzwijnen, impala's, duikers, waterbokken, vervetten, nijlpaarden, gnoes en bijeneters. Een van de game rangers raapt een duizendpoot op, die meteen van stress zijn hand begint onder te schijten. We houden ook halt aan het hol dat een aardvarken heeft uitgegraven. Na twee dagen verlaat het zijn hol en gaan er andere dieren in leven. Onze game ranger vermoedt dat er een leeuw in zit, wat dus een gevaarlijke situatie kan zijn. We zien ook verschillende sporen en uitwerpselen van dieren en enkele nesten van de hamerkop.
Daarna rijdt Steve ons de bush in. We zien Kaapse buffel, waterbok, olifant, zebra, geelbekreiger, nijlpaard, witte neushoorn, gnoe, schildpad, visarend, gier, wilde hond, koedoe, duiker, neushoornvogel, vervet, arend, kuifbaardvogel. In Skukuza, aan de Sabie River, gaan we eten. Ik ga voor een stuk sprinkbokvlees. De Sabie River wordt de 'Rivier van de Angst' genoemd. Er loopt een ongebruikte spoorwegbrug over, waar een groep bavianen over kruipen. Aan het terras spelen enkele nieuwsgierige vervets. Wanneer ze proberen bij ons eten te komen, worden ze weggejaagd door personeel met katapulten. Op de terugweg bekijken we een gevecht tussen twee olifantstieren. Zelfs in het duelleren zijn ze tergend traag. De poorten sluiten om 18u en wij zijn te laat. De gids geeft extra plankgas maar het mag niet baten. We mogen niet meer binnen. Na veel gedoe met de poortwachter wordt een escorte opgebeld. Die rijdt ons voor in het pikdonkere laagveld, om onze veiligheid te garanderen. Vier buffels blokkeren de weg maar slenteren uiteindelijk tegen hun zin de bush in. De biertjes smaken eens zo goed bij onze terugkomst in de bar. De braai ook, al komt die me later duur te staan.
We staan op voor dag en dauw om met een 4x4 uit te rijden, maar ik heb andere zorgen. Door een voedselvergiftiging mag ik niet mee en ben ik genoodzaakt uit te slapen en in het hoteldomein rond te hangen. Nijlpaarden spotten van achter de omheining en J.M. Coetzee lezen zijn aardige tijdverdrijven, maar op den duur heb ik het gehad. Omdat ik me in de namiddag beter voel, vraag ik aan de receptie of ik met een andere trip mee kan. Er worden wat mensen opgebeld en bijgehaald en ik mag nog mee met een Duitse groep. Met de 4x4 komen we erg dicht bij heel wat olifanten. De chauffeur Steve vertelt ons dat er 18000 olifanten in het park zijn. Dat is veel te veel. Overal zijn sporen van hun vernieling zichtbaar. Er zullen er enkele naar buurlanden worden verhuisd, maar 3000 dieren zullen helaas moeten worden gedood. Hun vernieling van het park wordt anders een veel te grote bedreiging voor de andere dieren. We zien buffels, een bateleur (ook goochelaar genoemd), een erg giftige soort duizendpoot, gnoe, giraf, impala, visarend, bijeneter, nijlpaard, luipaard, gier, koedoe. Daarna is er weer het aperitief, met amarula op mijn nuchtere maag. De tocht door het donker is indrukwekkend, vooral omdat ik naast de chauffeur zit. En zo werd deze dag toch nog lichtjes spectaculair, zeker met de luipaard, die rustig op een dode boom lag in te dutten.
Om 1u 's nachts dineren in een restaurant op de luchthaven van de in rijkdom zwelgende emiratenstad Dubai, het drukste kruispunt van de luchtvaart in het Midden-Oosten. Buiten deze glazen stolp, dit kapitalistische walhalla, dit Mekka voor duty-free fanaten geniet men van een Arabische nacht van 30°C, maar daar zien of voelen we niets van in deze troebele visbokaal met airco. De hele wereld is over de tafeltjes rondom mij uitgesmeerd, iedereen gefocust op hun kip met rijst of kip met burger, we waren even goed duizenden kilometers van elkaar verwijderd geweest, wat binnen enkele uren ook letterlijk het geval zal zijn. Als bij een biljartstoot met effect vliegen we weldra alle windrichtingen uit, nog voor je Verenigde Arabische Emiraten kan zeggen. In ons geval zal dat het zuidwesten zijn. Onze tweede vlucht heeft Johannesburg als bestemming. Het is mijn tweede keer in Afrika en mijn eerste keer onder de evenaar. We zullen een heel eind zuid zitten in dit gigantische continent, al staat enkel het noorden van Zuid-Afrika op het programma, inclusief enkele grensgebieden, waaronder een bezoek aan het staatje Swaziland. Er staat heel wat cultuur op het programma van de groepsreis, en we gaan ook enkele parken bezoeken voor de bijzonder rijke fauna en flora van het land. In de late nacht stijgen we op boven een stad van miljoenen lichtjes, waaruit de Burj Khalifa als een naald verrijst, majestueus in zijn titel van hoogste toren ter wereld. Zes uur later landt het toestel in Johannesburg, de grootste stad van Zuid-Afrika, bekend als zakenstad, maar ook als broeihaard voor misdaad. De groepsreis kan beginnen. We zijn met negen Belgen, plus de flamboyante gids Steve, wiens Afrikaans best goed is te verstaan en in weze niet veel harder verschilt dan de dialecten van de groepsleden onderling.
We rijden op de belangrijkste ringweg rond de stad en haar vele voorsteden. Er zijn er zo'n zevenhonderd! De skyline van Jo'burg is niet meer of minder indrukwekkend dan die van een andere miljoenenstad met een woud van wolkenkrabbers. Steve vertelt dat bijna alles wat we aan bomen zien vanuit Australië is ingevoerd. We passeren enkele gated communities, goed met prikkeldraad ingepakt en de beruchte townships en sloppenwijken. Zelfs op de grote wegen zijn straatverkopers en -artiesten druk in de weer. Onderweg naar Soweto doemt plots een Italiaanse stad op, als tang op een varken. Het is het enorme casino van Johannesburg, inclusief dom en klokkentoren. Authentiek in haar nep zijn. Soweto is zo'n zwarte township, maar dan één van gigantische afmetingen, of toch zeker wat het bevolkingsaantal betreft. Er leven zo'n 3,5 miljoen inwoners in Soweto alleen! Deze plek werd beroemd toen arbeiders massaal in opstand kwamen tegen de apartheid. Tegenwoordig vind je er zowel villa's als sloppenwijken, aangezien steeds meer nouveaux riches in Soweto komen wonen. De helft van de inwoners is werkloos, een bedroevend cijfer. Heel wat mensen wonen nog in de zogenaamde luciferdoosjes, die waren gebouwd voor wie in de mijnen moest werken. We rijden door Diepkloof, een van de bekendste wijken van Soweto, en voorbij een van de grootste ziekenhuizen ter wereld. Iets verderop staan twee oude met tekeningen opgesmukte koeltorens, vanwaar je kan bunjeejumpen.
Heel beroemd is Vilakazi Street, waar twee Nobelprijswinnaars hebben gewoond. In dezelfde straat vind je het huis van Desmond Tutu en dat van Nelson Mandela. Deze laatste verbleef er slechts elf dagen, nadat hij na 28 jaar gevangenschap was vrijgelaten. De wereldpers zwermde als hongerige vliegen rond het huis, dus Mandela moest opnieuw verhuizen. Het is een interessant museum met heel wat foto's en persoonlijke spullen van de ex-president. Onder de boom in de tuin werden de navelstrengen van pasgeboren kinderen begraven. Van het Hector Pieterson Museum krijgen we dan weer een krop in de keel, en geen kleine. Op 16 juni 1976 werd de 12-jarige Hector Pieterson doodgeschoten tijdens een studentenprotest tegen het invoeren van Afrikaans als officiële taal in het onderwijs. Deze taal werd gezien als de taal van de onderdrukker, van de blanke bezetter. We leren ook meer over het ANC en over Steve Biko, de jonge actievoerder die in de gevangenis overleed. De foto's spreken boekdelen over deze vreselijke periode van racisme, onderdrukking en geweld.
Het busje stopt even aan het FNB-stadium, ofwel Soccer City, en daarna doen we een drive-by van Johannesburg in de rapte. Opvallend zijn de Hillbrow Tower, die heel lang de hoogste toren van Afrika is geweest, de Mandela Bridge en de sierlijke mormonenkerk. Ons eerste hotel ligt niet ver van het 'Italiaanse stadje', in de hutsepot van wegen, wijken en tankstations die de banlieue van Jo'burg is. Het is een mooi maar eenvoudig domein met verschillende bungalowhutjes, een zwembad en een bar. De gids dolt wat met het zwarte personeel, dagelijkse inside jokes over ras die blanken en zwarten delen. Humor is het beste medicijn. Wat een geschiedenis ook... Tegenwoordig zijn het vooral politici die elkaar niet kunnen luchten en de twee tegen elkaar trachten op te zetten. Waar hebben we dat nog gehoord? Zowat overal eigenlijk. Na twee vermoeiende vluchten en een dag rondrijden door Johannesburg en Soweto is het tijd om van het avondmaal te genieten en eens lekker achterover te leunen... iets te hard want het dunne glas van het raam kan het gewicht van mijn vermoeide lichaam niet aan. Oeps. Dat begint al goed.
Op dag twee rijden we naar Pretoria, de politieke hoofdstad van Zuid-Afrika. We passeren militaire grond en de spoorweg voor de goudtrein die tussen Johannesburg en Pretoria reed. Pretoria wordt wel eens de Jacarandastad genoemd, omwille van haar hoge dosis aan jacaranda's in de straten, paars bloeiende bomen. Pretoria is een studentenstad (de University Of South Africa is erg groot) maar heeft ook een vrij conservatief imago. Er wonen best veel nette, brave pilaarbijters in de stad. Voor we Pretoria bereiken, zien we het Voortrekkersmonument, ter ere van de Afrikaners die tijdens de Grote Trek van de 19e eeuw tegen de inheemse stammen vochten. Een centraal figuur in Pretoria is Paul Kruger, de eerste president van Zuid-Afrika. Zijn monumentale standbeeld vinden we terug op het erg mooie Kerkplein, omzoomd door knappe gebouwen zoals het Paleis van Justitie en de Oude Raadsaal. Het standbeeld zelf is afgebakend met een zwart hek, mogelijk omdat het wat controversieel is, net als het Voortrekkersmonument natuurlijk. Onderweg naar Meintjies Kop passeren we nog St Alban Cathedral.
Op de heuvel Meintjies Kop staat het indrukwekkende zandstenen parlementsgebouw. In de prachtige, op maat gesneden tuin hebben we een uitzicht over de hele stad, met al haar wolkenkrabbers en jacaranda's, tot ver in de heuvels met het Voortrekkersmonument. Een groot beeld van Nelson Mandela verwelkomt ons, breed glimlachend, de armen gespreid. De met villa's en ambassades bezaaide Government Avenue is de enige boulevard in de stad met een dubbele rij jacaranda's.
We verlaten de Arcadiawijk en even later ook Pretoria en rijden oostwaarts. Na enkele kilometers passeren we een indrukwekkende Chinese tempel, de enige in Zuid-Afrika. We stoppen om te eten in een Alzu Total nabij Middelburg. In de weilanden grazen witte neushoorns, zebra's, hartebeesten, elandantilopen, Kaapse buffels, reebokken, waterbokken, struisvogels en emoe's. Die laatste zijn natuurlijk geïmporteerd. De neushoorns hebben geen hoorns meer. Die zijn verwijderd opdat ze de andere dieren niet zouden verwonden. Interessant om deze dieren van dichtbij te zien, nu nog in het wild. In het gebied rond Dullstroom liggen verschillende kerkhoven voor gesneuvelde soldaten tijdens de twee Boerenoorlogen, zowel Britten als Afrikaners. Heel wat vrouwen en kinderen belandden hier in concentratiekampen en stierven er in mensonterende omstandigheden. Het landschap wordt heuvelachtig, ruwer, met uitgestrekte velden die steeds meer voor wildernis willen doorgaan. Onderweg naar Pilgrim's Rest, in de provincie Limpopo, stoppen we nog even in Lydensburg.
Een bezoek aan Pilgrim's Rest roept de tijd van de Oud-Transvaalgoudkoorts weer op. Het werd tot nationaal monument uitgeroepen. In 1873 werd er goud ontdekt en van alle hoeken van de wereld kwam men naar hier in de hoop stinkend rijk te worden. Het is best fris wanneer we het gezellige mijnstadje binnenrijden, ook al is dit het begin van de zomer. We zitten namelijk hoog in de heuvels. We wandelen langs een markt met Afrikaanse spullen en de verkopers blijven maar aandringen dat we binnen komen en eventueel iets kopen, maar wij hebben al lang iets interessanters gezien. In de bomen en op het zandweggetje naar de kerk zitten een tiental apen, van de soort vervet, van de familie blauwaap. De mannetjes hebben geslachtsdelen die eerder op rode en blauwe plasticine lijken. In het restaurant genieten we van een heerlijke maaltijd, wanneer plots het voltallige personeel uit volle borst in het Zoeloe begint te zingen. Na nog enkele Castle biertjes in een bar die vroeger een kerk was is het weer tijd om naar Zandmanland te vertrekken.
Na het ontbijt rijden we de mistige heuvels in. Het miezert en het is glad op de stijle weg. Samen met de naaldbossen geeft het hele plaatje eerder een Europese of Noord-Amerikaanse indruk. Er is een ongeluk gebeurd. Een witte wagen ligt op haar zijkant, de ramen versplinterd. De politie is al ter plaatse. We klimmen steeds hoger, tot er niets van het adembenemende landschap overblijft en er enkel nog mist is. Daarna wordt het kleurrijker, roodbruin, met cactussen, jacaranda's, koortsbomen, bescheiden termietenheuvels, en enkele vervetaapjes. Hier en daar lopen enkele runderen langs de baan. Voor we naar het laagveld afdalen, stoppen we bij God's Window, een heuveltop die een verbluffend panorama biedt op de Blyde River Canyon, een beetje de Grand Canyon van Afrika, met helemaal beneden een blauwe Blyde River. Het is ijskoud maar het uitzicht op de grillige rotsformaties maakt heel veel goed. Dit is de derde grootste canyon ter wereld en een van de mooiste uitzichten in Afrika.
Bourke's Luck potholes is de volgende stop. Goudzoeker Tom Bourke stierf uiteindelijk zonder goud, arm maar gelukkig. Sommige van de potholes die werden uitgediept zijn wel 5,5 m diep. We dalen een rotsachtig pad af naar waar de rivieren Treur en Blyde samenkomen. Het geheel van de diep uitgesneden rivieren, de ronde potholes en de rotsen is erg mooi. Onderweg naar Graskop spot ik een baviaan op uitkijk. Een vervet raapt nog gauw zijn lunch op alvorens weg te vluchten van ons rijdende busje. We kopen zakjes biltong in Graskop, stukjes gedroogd vlees van de koedoe en de springbok, en halen geld af. Een Britse toeriste beschuldigt Mona ervan enkele van haar bankbiljetten te hebben meegenomen. Wanneer blijkt dat ze gewoon verkeerd heeft geteld, krijgt Mona niet eens een sorry. In Harrie's Pancakes doen we ons te goed aan overheerlijke zoete of hartige pannenkoeken.
Het klimaat en de vegetatie veranderen stilaan op weg naar het Krugerpark. De naaldwouden maken plaats voor meer exotische flora. Het Krugerpark strekt zich uit over de provincie Mpumalanga tot aan de grens met Mozambique. Het laagveld is de thuis voor zo'n 150 soorten zoogdieren, in alle vormen en maten. We zullen in het park zelf slapen, op een domein dat nogal op een concentratiekamp lijkt, midden in het laagveld. Onder het genot van een welkomstdrankje op het terras kijken we uit over de wildernis en krijgen we alvast enkele van de meest vooraanstaande bewoners van het park te zien. Vier olifanten slenteren een honderdtal meter verder voorbij. De koning van de Afrikaanse jungle. Het grootste landdier ter wereld. Lid van The Big Five, de vijf gevaarlijkste zoogdieren tijdens de jacht. Je kan alleen maar ontzag hebben voor deze elegante kolossen. In open wagens rijden we de bush in. Op safari in Zuid-Afrika, het is al heel mijn leven een droom geweest. We spotten impala's, grijze duikers, hopvogels, arendsuilen, een nijlpaard en een krokodil in een poel, visarenden, waterbokken, scharelaars en ossenpikkers. Niet ver van een neushoornschedel houden we halt. We stappen de 4x4 uit en de gids van het park dekt een tafeltje. Aperitief in de wildernis met lekkere amarula en brandewijn! Steve steekt een impalakeutel in zijn mond terwijl de gids een uitleg geeft over de dieren in het Krugerpark. Tijdens de zonsondergang klimmen we weer de wagen in en rijden we terug naar het hotel, gewapend met een zaklamp, om meer dieren te kunnen spotten. We zien zebra's, hazen, vleermuizen en een Kaapse buffel, ook bij de dodelijke Big Five, omwille van zijn onvoorspelbaarheid.
We worden vroeg wakker in een weelde van vreemde vogelgeluiden en nemen een douche in een openluchtcabine. Buiten kijken enkele nieuwsgierige impala's van achter het hek onder stroom. Verschillende vogels in de mooiste kleuren vliegen vrolijk rond. Bijzonder irritant is de schreeuw van de nochtans erg mooie glansspreeuw. Enkele helmparelhoenderen lopen zenuwachtig door de bush. In een plas achter de omheining plonsen enkele nijlpaarden in het water. We trekken drie uur lang te voet door het laagveld, zo'n vijf kilometer lang. Onze game rangers zijn gewapend met jachtgeweren waarmee je een olifant kan vellen maar hebben die nog nooit moeten gebruiken. Ze geloven er vast in dat er altijd een uitweg is bij een gevaarlijke ontmoeting. We zien wrattenzwijnen, impala's, duikers, waterbokken, vervetten, nijlpaarden, gnoes en bijeneters. Een van de game rangers raapt een duizendpoot op, die meteen van stress zijn hand begint onder te schijten. We houden ook halt aan het hol dat een aardvarken heeft uitgegraven. Na twee dagen verlaat het zijn hol en gaan er andere dieren in leven. Onze game ranger vermoedt dat er een leeuw in zit, wat dus een gevaarlijke situatie kan zijn. We zien ook verschillende sporen en uitwerpselen van dieren en enkele nesten van de hamerkop.
Daarna rijdt Steve ons de bush in. We zien Kaapse buffel, waterbok, olifant, zebra, geelbekreiger, nijlpaard, witte neushoorn, gnoe, schildpad, visarend, gier, wilde hond, koedoe, duiker, neushoornvogel, vervet, arend, kuifbaardvogel. In Skukuza, aan de Sabie River, gaan we eten. Ik ga voor een stuk sprinkbokvlees. De Sabie River wordt de 'Rivier van de Angst' genoemd. Er loopt een ongebruikte spoorwegbrug over, waar een groep bavianen over kruipen. Aan het terras spelen enkele nieuwsgierige vervets. Wanneer ze proberen bij ons eten te komen, worden ze weggejaagd door personeel met katapulten. Op de terugweg bekijken we een gevecht tussen twee olifantstieren. Zelfs in het duelleren zijn ze tergend traag. De poorten sluiten om 18u en wij zijn te laat. De gids geeft extra plankgas maar het mag niet baten. We mogen niet meer binnen. Na veel gedoe met de poortwachter wordt een escorte opgebeld. Die rijdt ons voor in het pikdonkere laagveld, om onze veiligheid te garanderen. Vier buffels blokkeren de weg maar slenteren uiteindelijk tegen hun zin de bush in. De biertjes smaken eens zo goed bij onze terugkomst in de bar. De braai ook, al komt die me later duur te staan.
We staan op voor dag en dauw om met een 4x4 uit te rijden, maar ik heb andere zorgen. Door een voedselvergiftiging mag ik niet mee en ben ik genoodzaakt uit te slapen en in het hoteldomein rond te hangen. Nijlpaarden spotten van achter de omheining en J.M. Coetzee lezen zijn aardige tijdverdrijven, maar op den duur heb ik het gehad. Omdat ik me in de namiddag beter voel, vraag ik aan de receptie of ik met een andere trip mee kan. Er worden wat mensen opgebeld en bijgehaald en ik mag nog mee met een Duitse groep. Met de 4x4 komen we erg dicht bij heel wat olifanten. De chauffeur Steve vertelt ons dat er 18000 olifanten in het park zijn. Dat is veel te veel. Overal zijn sporen van hun vernieling zichtbaar. Er zullen er enkele naar buurlanden worden verhuisd, maar 3000 dieren zullen helaas moeten worden gedood. Hun vernieling van het park wordt anders een veel te grote bedreiging voor de andere dieren. We zien buffels, een bateleur (ook goochelaar genoemd), een erg giftige soort duizendpoot, gnoe, giraf, impala, visarend, bijeneter, nijlpaard, luipaard, gier, koedoe. Daarna is er weer het aperitief, met amarula op mijn nuchtere maag. De tocht door het donker is indrukwekkend, vooral omdat ik naast de chauffeur zit. En zo werd deze dag toch nog lichtjes spectaculair, zeker met de luipaard, die rustig op een dode boom lag in te dutten.
vrijdag 14 oktober 2016
Ozymandias
Goodbye to everyone
Laat je wandelstok achter
naast de deur van je nieuwe verblijf.
Leg je hoed op de kapstok
en je moegestreden lijf te rusten.
Hier is niemand die je kent,
het verleden ligt begraven
onder kilo’s woestijnzand,
leeft nog enkele dagen
in homeopathische dosis verder
in verschrompelde hersencellen.
En daarna is er niets meer. Bijna niets.
Je werd ouder dan de gemiddelde farao.
Een leven opgestapeld als bij
een onhandig partijtje Tetris.
Leven alsof er nooit een dageraad komt,
dat kon je als geen ander.
En gelijk had je.
Beeld je een podium in
waaruit twee benen groeien,
de ene wat gekromd
want iets langer dan de andere.
Een pose die even goed
dictators als gegoten stond.
Je hoefde nooit een masker op.
Dat had je niet nodig.
Je was altijd demonstratief jezelf,
charmant in je onhebbelijkheid,
vervelend in je oprechtheid.
Je had een microfoon en voerde legers aan,
annexeerde nieuwe harten,
die je schopte of streelde.
Je mag nu stoppen met schreeuwen,
zelfs de maan is reeds vergruisd.
Wanneer alles weer stof en stront
leven enkel je woorden nog voort,
geschramd en geschroeid in onze huid.
Say goodbye to everyone
Goodbye to everyone
Abonneren op:
Posts (Atom)