Αθήνα, part 2...
When old age shall this generation waste, | |
Thou shalt remain, in midst of other woe | |
Than ours, a friend to man, to whom thou say'st, | |
'Beauty is truth, truth beauty,—that is all | |
Ye know on earth, and all ye need to know.'
(John Keats, Ode on a Grecian Urn)
|
Hier, aan de haven, vertrekken ferry's naar de beroemde eilanden Lesbos, Mykonos, Kreta, de Cycladen..., via de Saronische Golf. Ik eet m'n late lunch op het lelijke, vuile Pl. Karaïskaki, tussen de duiven en de honden, naast een bouwvallige wagon. Geen goed plan. Binnen de kortste keren ben ik omsingeld. Een Albanees probeert me een 'Rolex' aan te smeren en, wanneer ik weiger, vraagt hij een euro. Ik moet hem teleurstellen. Wat een lelijke voorstad. Enkel de haven zelf maakt deze opeenhoping van lelijke flats en havengebouwen goed, en dan nog. Hier en daar wel een aardig kerkje, maar niet om over naar huis te schrijven. Blaffende honden versperren de ringweg naar de voertuigen. Ze staan pal in het midden. "Only in Greece", zou Emma zeggen. Ik steek de baan over en verdwijn in de vuile binnenstad, waar een bus me naar Peraiki rijdt, waar m'n uitstap eindelijk de moeite loont. Hier aan de Limanakibaai wordt gevist en gezwommen tegen een achtergrond van zon, zee en bergen. Zwerfhonden kuieren langs rotsen, Atheners flaneren over de Akti Themistokleous. Hier kan je in een piepklein blauw-wit kapelletje gaan bidden voor zwemweer en de bijbehorende bikini's. Het is geen 4m2 groot maar bevat wel een kleine 100 heilige prentjes, plaatjes en schilderwerkjes. De kapel is doordringt met een aangename wierookgeur. Van aan de overkant van de baai ligt het er erg schattig bij.
Ik volg niet de dijk maar spring van rots naar witte rots, over de smalle kanaaltjes waarin krabben zich tussen zeeanemonen en visjes verschalken. In de verte ligt de witte Kastellawijk, aan de voet van de grillige heuvels. Aaah... dit is vakantie. Voorbij de 2400 jaar oude stadsmuurrestanten van de Baai van Skafaki leidt een wit trapje tot aan het water, waar je in een 'kapel' van 0,5m2 - of beter: een groot uitgevallen brievenbus - wierook en kaarsjes kan branden. Zwerfkatten krijgen er dagelijks eten. Vanaf de Psalimanibaai zie ik de Lykavittos ligen, ver achter het mastenwoud en de verdere kustlijn. Zoveel luxejachten bij elkaar. Verschillende ervan komen uit Malta.
Een kabelbus brengt me van Platia Kanari naar het volgende cirkelvormige havenbekken, Mikrolimano. De schemering valt over deze zeer aardige baai. Ik volg een kanaaltje dat tussen het volleybalstadium en de met trendy bars bezaaide Akti Dilaveri loopt en uitkomt op alweer een typisch Griekse kerk, met rijkelijk versierd interieur. Niet ver van het stadion neem ik de tram naar Athene en dineer ik aan het Syntagmaplein, in een restaurant genoemd naar Aesopos' fabel van de sprinkhaan en de mier.
De volgende morgen sta ik ontzettend vroeg op voor een busrit voorbij groene heuvels, roodbruine rotsen, meren als fjorden, half overstroomde velden. Het weer is abominabel slecht en ik vrees wat voor de rest van de dag. Pas na meer dan drie uur worden de tickets gecontroleerd. Ongeloof maakt zich van me meester wanneer de controleur me zegt dat dit niet de juiste bus is. Niet de bus naar Delfi, maar wel naar een andere bestemming. Ik heb dus geen flauw idee waar ik me ergens in Griekenland bevind! Een Engels koppeltje heeft hetzelfde voor. We willen naar Delfi, maar zijn bijna tot Lamia gereden! Dezelfde richting gelukkig, maar toch... We zijn Delfi gewoon voorbij gereden, want deze bus had daar geen stop. Nochtans stonden we op hetzelfde perron en namen we een bus die op exact hetzelfde tijdstip is vertrokken. Achteraf blijkt dat er op dat perron twee bussen van verschillende maatschappijen vertrekken. Dit misverstand moet vaak voorkomen en men had ons hier op z'n minst voor kunnen behoeden. Een andere bus brengt ons naar Lamia en van daaruit kunnen we naar de toeristische site in Delfi, dat tegen onze aankomst gesloten zal zijn. Merde! We gaan een hele dag verliezen. Onze tweede bus brengt ons langs besneeuwde bergtoppen in dichte nevel gehuld. In Lamia moeten we onze situatie met handen en tanden uitleggen. Na bijna een uur hebben we een bus naar Amfissa, waar we weer zullen moeten wachten op een bus naar Delfi. Deze busrit is erg mooi en gaat door ver uitgestrekte velden, met aan de horizon blauwe bergen die stilaan van kleur veranderen door het plotseling mooie weer. We rijden hoog de bergen in, en het panorama is werkelijk om van te smullen. De besneeuwde toppen rond het bergdorpje Kastellia, met het schattige kerkje, zijn een streling voor het oog. Hier lijken we ver weg te zijn van de beschaving. Een charmant paadje leidt over een snel stromend bergriviertje. In Gravia zijn er zelfs enkele watervallen te bewonderen. Weer hoog het Parnassosgebergte in, langs de woeste Cephisus. Arenden cirkelen boven de sneeuwwitte rotsen. Amfissa, gebouwd op de bergflank, blinkt in het zwakke zonlicht. De bergrit duurde anderhalf uur. De Britten en ik nemen onze vierde bus, dat meteen naar Delfi rijdt, door sublieme berglandschappen, langs de Saronische Golf, het ene bergdorpje al pittoresker dan het andere, en bij elke bocht wordt een nieuw panorama voorgeschoteld. Cipressen, olijfbomen en bloeiende fruitboompjes maken de ervaring compleet. Geiten grazen los in de weiden. En dan... rijdt de bus Delfi binnen.
De monumentale ruïnes liggen te midden van al die pracht. De belangrijkste site, met de restanten van de wereldberoemde tempel van Apollo is gesloten, maar wel kunnen we de heuvel afdalen naar de grondvesten van de tempel van Athena en de bekende Tholon van Athena Pronaia, een cirkelvormige zuilentempel waarvan er zich nog drie karakteristiek tegen de achtergrond aftekenen. Niet bijzonder hoog maar wel majestueus, een laatste stuiptrekking van antieke glorie. Ook de overige ruïnes dwingen een vorm van verering af voor al die voorbije eeuwen. Ik pluk een olijf en steek die in m'n mond. Pffft! Niet het juiste seizoen! Het is gezellig warm, de omgeving is ronduit schitterend en we hebben eindelijk, na zeven lange uren onderweg zijn, Delfi bereikt. We hoeven geen orakel te raadplegen om te weten hoe we terug geraken. Verschillende oudjes die zich perfect in het Engels kunnen behelpen, weten ons te vertellen dat er nog één bus naar Athene is. Anders zitten we vast in dit provinciestadje. We maken nog een rustige, plezierige wandeling - tijd zat - en dineren in de authentieke tavere In Delphi. Om niets aan het toeval over te laten staan we 45 minuten op voorhand op de uitkijk voor De Laatste Bus, die vlak voor de taverne halt houdt. Mijn hart maakt een salto van vreugde en opluchting wanneer die eindelijk verschijnt. De bus raast als een bezetene door het donkere berglandschap. Drie uur later zijn we in Athene. Deze opmerkelijke en erg lange dag zal geen van ons drieën ooit vergeten!
Ik volg niet de dijk maar spring van rots naar witte rots, over de smalle kanaaltjes waarin krabben zich tussen zeeanemonen en visjes verschalken. In de verte ligt de witte Kastellawijk, aan de voet van de grillige heuvels. Aaah... dit is vakantie. Voorbij de 2400 jaar oude stadsmuurrestanten van de Baai van Skafaki leidt een wit trapje tot aan het water, waar je in een 'kapel' van 0,5m2 - of beter: een groot uitgevallen brievenbus - wierook en kaarsjes kan branden. Zwerfkatten krijgen er dagelijks eten. Vanaf de Psalimanibaai zie ik de Lykavittos ligen, ver achter het mastenwoud en de verdere kustlijn. Zoveel luxejachten bij elkaar. Verschillende ervan komen uit Malta.
Een kabelbus brengt me van Platia Kanari naar het volgende cirkelvormige havenbekken, Mikrolimano. De schemering valt over deze zeer aardige baai. Ik volg een kanaaltje dat tussen het volleybalstadium en de met trendy bars bezaaide Akti Dilaveri loopt en uitkomt op alweer een typisch Griekse kerk, met rijkelijk versierd interieur. Niet ver van het stadion neem ik de tram naar Athene en dineer ik aan het Syntagmaplein, in een restaurant genoemd naar Aesopos' fabel van de sprinkhaan en de mier.
De volgende morgen sta ik ontzettend vroeg op voor een busrit voorbij groene heuvels, roodbruine rotsen, meren als fjorden, half overstroomde velden. Het weer is abominabel slecht en ik vrees wat voor de rest van de dag. Pas na meer dan drie uur worden de tickets gecontroleerd. Ongeloof maakt zich van me meester wanneer de controleur me zegt dat dit niet de juiste bus is. Niet de bus naar Delfi, maar wel naar een andere bestemming. Ik heb dus geen flauw idee waar ik me ergens in Griekenland bevind! Een Engels koppeltje heeft hetzelfde voor. We willen naar Delfi, maar zijn bijna tot Lamia gereden! Dezelfde richting gelukkig, maar toch... We zijn Delfi gewoon voorbij gereden, want deze bus had daar geen stop. Nochtans stonden we op hetzelfde perron en namen we een bus die op exact hetzelfde tijdstip is vertrokken. Achteraf blijkt dat er op dat perron twee bussen van verschillende maatschappijen vertrekken. Dit misverstand moet vaak voorkomen en men had ons hier op z'n minst voor kunnen behoeden. Een andere bus brengt ons naar Lamia en van daaruit kunnen we naar de toeristische site in Delfi, dat tegen onze aankomst gesloten zal zijn. Merde! We gaan een hele dag verliezen. Onze tweede bus brengt ons langs besneeuwde bergtoppen in dichte nevel gehuld. In Lamia moeten we onze situatie met handen en tanden uitleggen. Na bijna een uur hebben we een bus naar Amfissa, waar we weer zullen moeten wachten op een bus naar Delfi. Deze busrit is erg mooi en gaat door ver uitgestrekte velden, met aan de horizon blauwe bergen die stilaan van kleur veranderen door het plotseling mooie weer. We rijden hoog de bergen in, en het panorama is werkelijk om van te smullen. De besneeuwde toppen rond het bergdorpje Kastellia, met het schattige kerkje, zijn een streling voor het oog. Hier lijken we ver weg te zijn van de beschaving. Een charmant paadje leidt over een snel stromend bergriviertje. In Gravia zijn er zelfs enkele watervallen te bewonderen. Weer hoog het Parnassosgebergte in, langs de woeste Cephisus. Arenden cirkelen boven de sneeuwwitte rotsen. Amfissa, gebouwd op de bergflank, blinkt in het zwakke zonlicht. De bergrit duurde anderhalf uur. De Britten en ik nemen onze vierde bus, dat meteen naar Delfi rijdt, door sublieme berglandschappen, langs de Saronische Golf, het ene bergdorpje al pittoresker dan het andere, en bij elke bocht wordt een nieuw panorama voorgeschoteld. Cipressen, olijfbomen en bloeiende fruitboompjes maken de ervaring compleet. Geiten grazen los in de weiden. En dan... rijdt de bus Delfi binnen.
De monumentale ruïnes liggen te midden van al die pracht. De belangrijkste site, met de restanten van de wereldberoemde tempel van Apollo is gesloten, maar wel kunnen we de heuvel afdalen naar de grondvesten van de tempel van Athena en de bekende Tholon van Athena Pronaia, een cirkelvormige zuilentempel waarvan er zich nog drie karakteristiek tegen de achtergrond aftekenen. Niet bijzonder hoog maar wel majestueus, een laatste stuiptrekking van antieke glorie. Ook de overige ruïnes dwingen een vorm van verering af voor al die voorbije eeuwen. Ik pluk een olijf en steek die in m'n mond. Pffft! Niet het juiste seizoen! Het is gezellig warm, de omgeving is ronduit schitterend en we hebben eindelijk, na zeven lange uren onderweg zijn, Delfi bereikt. We hoeven geen orakel te raadplegen om te weten hoe we terug geraken. Verschillende oudjes die zich perfect in het Engels kunnen behelpen, weten ons te vertellen dat er nog één bus naar Athene is. Anders zitten we vast in dit provinciestadje. We maken nog een rustige, plezierige wandeling - tijd zat - en dineren in de authentieke tavere In Delphi. Om niets aan het toeval over te laten staan we 45 minuten op voorhand op de uitkijk voor De Laatste Bus, die vlak voor de taverne halt houdt. Mijn hart maakt een salto van vreugde en opluchting wanneer die eindelijk verschijnt. De bus raast als een bezetene door het donkere berglandschap. Drie uur later zijn we in Athene. Deze opmerkelijke en erg lange dag zal geen van ons drieën ooit vergeten!
Bij het uitgraven van het Atheense metronetwerk werden heel wat nieuwe ontdekkingen gedaan. Verschillende blootgelegde nederzettingen kan je zo tijdens het wachten op de metro bezoeken. In het Monastiriastation kunnen de metroreizigers een betrekkelijk groot stuk nederzetting uit de 8e eeuw v. Chr., de geometrische tijd, bewonderen. Best indrukwekkend. Ik stap uit aan halte Victoria en neem een bus naar de zuidelijk gelegen Kaap Sounion. De bus rijdt heel Athene door en passeert twee betogingen op weg naar Syntagma. Verschillende pleinen vertonen een niet onbelangrijke politieaanwezigheid en het Syntagmaplein zelf wordt erg goed gewaakt. Dan houdt de bus even halt aan de Poort van Hadrianus en de Tempel van de Olympische Zeus, waarvan nog enkele torenhoge Corinthische zuilen overblijven. De omvang van deze tempel moet gigantisch geweest zijn. Ik ga er straks of morgen beslist even langs.
De rit gaat verder langs het hemelsblauwe water van de Saronische Golf, met toeristische badplaatsjes, jachthavens en tavernes, en de obligate wuivende palmbomen. Aan de andere kant van de weg staat er op een gevel in grote letters: WAKE UP. Een onvrijwillige schreeuw. Prachtige baaien rollen langs de ramen voorbij. Steeds met dat heel blauwe water en de reuzen van de Peloponnesus aan de horizon. Kaap Sounion scheidt de Golf van de Egeïsche Zee. Lekker weertje hier op het meest zuidoostelijke punt van de provincie Attika. Meeuwen gieren boven de kliffen. Een arend speurt boven het dorpje. Het heiligdom van Poseidon, waarvan de meeste pilaren nog overeind staan, kijkt uit over de azuurblauwe zee. Volgens Homeros' bekende epos was het op deze plek dat koning Menelaos zijn vriend Phrontis begroef, op de terugweg van het met de grond gelijk gemaakte Troje. De tempel was een ontzagwekkend bouwwerk, want de gunst van Poseidon was nooit een slechte zaak alvorens uit te varen. Van de Athenatempels blijft niet meer zoveel over. Twee patrijzen zoeken voedsel in het zand. Witte golven wassen de voeten van de rots. Gisteren leek het lente, vandaag is het zomer!
Op de terugweg geraak ik in gesprek met een Pool uit Wroclaw. Back in Athens volg ik de weg langs de Nationale Tuin, met op m'n pad de overblijfselen van Romeinse thermen, een standbeeld van Lord Byron, de marmeren Poort van Hadrianus, de Tempel van de Olympische Zeus, het Zappio... Aan de Poort van Hadrianus zit een oude man tegen honden te praten. Hij vertelt me over zijn job in Saoedi-Arabië, lang geleden. Goede job, zegt hij, maar vreselijke plek. Geen alcohol, geen vrouwen.
Een bezoek aan het Panatheens Stadion, het enige marmeren stadion ter wereld, waar het grote Olympische succesverhaal begon, is een echte aanrader. Hier werden onder meer de Olympische Spelen van 1896 en 2004 georganiseerd. Door en speciale gang loop ik naar het stadion, in de voetsporen van zoveel Griekse en andere atleten, maar ook van gladiatoren, op weg naar een bloedbad. Het uitzicht bovenop dit indrukwekkende stadion is erg mooi. Langs het presidentiële paleis ga ik terug naar Syntagma. Twee parkieten bekvechten letterlijk om een groot stuk brood. Wanneer de ene de touwtje-trekwedstrijd wint, vliegt die naar een naburige boom, maar wordt al gauw achtervolgd door de verliezer, die op dezelfde tak neerstrijkt. Hierop vliegt deze weer weg, waardoor z'n achtervolger bijna wordt weg gekatapulteerd. Grappig om te zien. In Athene ben ik verslaafd geraakt aan cappuccino. Ik bestel er één op het Syntagmaplein en wacht op Helena en Alexandra. We wandelen door de gezellige Plakawijk en proberen de gekken die ons lastigvallen te negeren. In de James Joyce pub bestel ik Molly Bloom's sausage & mash, al waren niertjes à la Bloom nog gepaster geweest. De gedachtesprong naar de Egeïsche Zee en Poseidon is snel gemaakt. What a day. Mijn gesprek met de twee dames turns political again, maar we hebben het ook over reizen en België versus Griekenland. Zeer fijne laatste avond in een stad die niet voor Rome moet onderdoen en zelfs is te verkiezen boven veel andere Europese steden, toch vanuit een toeristisch oogpunt. De reputatie van Athene is niet zo best en dat is gedeeltelijk terecht. Ja, het is een vuile stad, maar dat zijn veel steden in Europa. Ja, het is er niet zo veilig, maar dat zijn weinig andere grootsteden wél. De meeste wijken - zelfs de armste - zijn trouwens geïnspireerder en charmanter dan willekeurige grijze buitenwijken van veel andere steden. Er valt zoveel schoonheid te ontdekken in Athene en het is een uitvalsbasis naar prachtige berg- en kuststreken. Ik neem afscheid van mijn bevallige gezelschap op het Syntagmaplein. Door de staking rijden er geen bussen meer en moet ik te voet naar Goudi. Gelukkig weet ik ongeveer de weg en regent het niet. Ik geniet van m'n laatste tocht door nachtelijk Athene. Morgen de laatste dag... Ik wou echt dat ik kon blijven.
Ik bezoek het Archeologisch Museum van Athene. Een must. Het bevat een indrukwekkende verzameling van Griekse kunst, van de prehistorie tot de Romeinse tijd, met als hoogtepunten de Kouroi, het beroemde standbeeld van Zeus of zijn broer Poseidon, en reusachtige beelden van mensen, goden, mythische wezens (waaronder de Minotaurus en Sirenen). De tentoongestelde objecten laten de interessante evolutie van de weergave van het menselijke lichaam zien. Een bediende vertelt me dat de helft van het museumpersoneel onlangs is ontslaan. Het is zo ver gekomen met Griekenland dat mensen zoals u, beste lezer, en ik uit vuilnis moeten eten. Zelf heb ik het niet gezien, maar het gebeurt. Gisteren was er weer een staking, maar er was veel te weinig volk aanwezig, hoewel er ontzettend veel werklozen zijn in Athene en de rest van Griekenland. Wanneer gaan we eindelijk wakker worden? De rechtse en centrum-rechtse partijen blijven blijven op de verkeerde problemen focussen, en extreem-rechts biedt voor velen een aantrekkelijk alternatief. De aandacht wordt op een efficiënte manier van de crisis afgeleid door het vormen van een Vijand. Daklozen, immigranten, Europa, alles is goed. Mocht Griekenland een belangrijke Waalse populatie hebben, ook zij zouden worden geviseerd. Want dat komt ervan. Ik kan er niets aan doen. Griekenland is geen geïsoleerd geval. Ik moet voortdurend aan ons eigen land denken en de door bepaalde partijen opgedrongen polarisering, die het land stilaan in twee zaagt.
Ik ga nog het voormalige Klooster van Dafni aan de rand van de stad bezichtigen, maar het is door onderhoudswerken gesloten. Terug naar het centrum, waar ik me nog even neerplof op het Monastirakiplein, niet ver van de oude moskee en de ruïnes van Hadrianus' bibliotheek. Ik kijk recht naar de Acropolis. Gipsymuziek masseert mijn trommelvliezen. Ik ga deze stad van antieke schimmen en beroofde burgers missen, deze stad, ooit zo verheven, nu tot aan de kin in het water*. En bezorgd over de toekomst van een half vertrouwde stad, zeg ik: Kzie A gère!
*Profetische beeldspraak, want nog geen 24 uur later was Athene onderhevig aan ernstige overstromingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten