maandag 11 december 2023

Gekke plekken

Gekke plekken: Een ode aan de volstrekt nutteloze excursie
 
Er is één heel specifieke reden waarom ik 2023 nooit zal vergeten.
 
Een jaar geleden kocht ik het boek De gekste plek van België van Jeroen van der Spek. Mijn leven zou nooit meer hetzelfde zijn. In het boek 2019 kiest de auteur 111 bijzonder bizarre locaties in België, wat hij ook al eens met zijn eigen land Nederland deed, goed voor nog eens 222 compleet gestoorde plekken.
Ik besloot om het boek te gebruiken als alternatieve gids voor mijn eigen land. Ondanks intensieve ontdekkingsreizen sinds ik de trein heb leren gebruiken telt België nog heel wat blinde vlekken voor mij. Door de fiets mee te nemen op de trein kon ik tot de minst bereikbare gehuchten en bossen van het land doordringen. Soms was dat voor een verborgen kunstwerk in het midden van nergens (Mai trop Gesves is een Parijse bouche de métro ergens verscholen tussen de bomen op de oever van de Samson; soms voor een weinig interessant ogend huis (zoals de atoomschuilkelder ergens in een Waals-Brabantse buitenwijk).
Jeroen reisde per auto, vaak urenlang want vanuit Nederland, soms ook met zijn hele gezin in de wagen. Ik ging per bus, tram, trein, fiets of te voet, soms met mijn vriendin, soms met vrienden, heel vaak ook alleen. Die zoektochten waren niet zelden frustrerend, en af en toe was de gekke plek eenvoudigweg teleurstellend. Of wat verwachtte ik ook van rotondekunst in de vorm van een zwevende kraan? Zeker als de gemeente Ieper de waterstraal tijdelijk heeft uitgeschakeld. Of een citytrip naar het afgrijselijke Charleroi voor de rotonde met de afgebladderde Marsupilami?
 
Soms bestond de gekke plek niet meer. Dat ging dan bijna altijd om een kunstwerk. Die zijn blijkbaar tijdelijker dan andere plekken. Ik deel enkele van de meest frappante en minst bekende plekken, alsook de frustrerende of hilarische reisverhalen die erbij horen. Daarbij focus ik op de teleurstellingen en de ongelooflijke vondsten, op zinloze excursies en had-ik-hier-wel-naartoe-moeten-gaantjes. Over musea, gemakkelijk te bereiken plekken en overbekende monumenten zoals het Atomium en de Vlooybergtoren zal ik het niet hebben. Niet Verbeke Foundation, Voorlinden, Labiomista, wel onbenullige rotondekunst en andere banaliteiten. Alvast één eervolle vermelding: Le Truc in Lessen, de geboortestad van René Magritte. Zoek het op. Van die toestanden dus.
Het 'krankzinnigenkerkhof' in Rekem zal ik bijvoorbeeld nooit vergeten. Waar Oud-Rekem al zo goed als onbereikbaar is met het openbaar vervoer, is deze verlaten begraafplaats dat nog veel meer. Gelukkig is het per fiets vanuit Genk maar enkele kilometers. Ik besprak deze kippenvel opwekkende plek in een van mijn fietstips. Lees hier alles over de opmerkelijke mascotte van de begraafplaats.
 
Zo begon ik mijn fietstochten te modelleren volgens deze gekke plekken, en zo bevond ik me plots, tijdens een fietstocht in het Pays des Collines, midden op een rotonde in het compleet onbekende gehucht Hacquegnies om rotondekunst te bekijken in de vorm van een gigantisch suikerklontje dat door reusachtige mieren wordt beklommen. En dan denk je - zij het met een glimlach op je gezicht - waar ben ik in godsnaam mee bezig?
 
Dat gevoel bekroop me misschien wel het meest op een mooie fietstocht die ik met m'n vriend Yanni maakte, van Tienen via mooie Waalse dorpjes door het Meerdaalwoud en ten slotte naar Leuven. Maar het Pagodeveld van Julos Beaucarne, waar een wel héél luguber verhaal bij hoort, moest ik toch eens gezien hebben. En dus liet ik onze route door Bevekom lopen. Yanni en ik fietsten onze tanden stuk op de onverbiddelijke kasseiwegen op zoek naar de vierkantshoeve van Wahenge, enkel om vast te stellen dat er van de houten antennes niets meer overschoot.
 
Toch hebben we allebei erg genoten van wat een intensieve fietstocht zou worden. Enkel de omweg is dus op niets uitgedraaid. Voor de wellicht grootste mislukking heb ik gelukkig niemand op sleeptouw genomen. Ik had er nochtans een mooie wandeling aan gekoppeld, op een van de laatste zomerdagen, van de dijk van Middelkerke tot de polders van Slijpe. Alleen waren er werken aan de brug die me over het kanaal zou voeren, en dus moest ik kilometers om wandelen, via Leffinge, om na een waanzinnige omweg in hartje Slijpe vast te stellen dat de Gouden Schapen van Hannes D'Haese al lang waren verwijderd. En dan vraag je je toch echt af waarom je speciaal voor een kunstwerk naar de kust moest trekken.

Ik heb nog even getwijfeld maar uiteindelijk had ik er weinig zin in om net als Jeroen Petit Gravier, na een landruil met Nederland het jongste stukje België, te betreden. Het schiereilandje op de Maas is bijzonder onherbergzaam, en ik nam genoegen met het lapje grond te spotten vanop de nabijgelegen sluis van Klein-Ternaaien. Ik ben die hard, maar dus lang niet zo die hard als van der Spek. De Toren van Eben-Ezer maakte trouwens alle mislukte uitstapjes en omwegen goed.
Laat ik daar een succesverhaal tegenover zetten. Wat een zalige ontdekking is het café In de Verzekering Tegen de Grote Dorst in Eizeringen, een dorpje in het Pajottenland. We zouden het zonder dit boek nooit hebben ontdekt. Dit authentieke café heeft als unique selling point dat het maar één dag in de week is geopend, en zoiets trekt natuurlijk kuddes toeristen van over de hele wereld aan. In het gezellige café proefden we lokale bieren, zoals Lambiek en Faro, en geraakten aan de praat met een jong Amerikaans koppel, die de uitbaters goed kennen en af en toe speciaal naar België afzakken... ik zou bijna zeggen speciaal voor dit café. Zo klonk het toch ongeveer. Het koppel wist zoveel meer van Belgische bieren af dan de gemiddelde Belg. We hebben in elk geval heel wat bijgeleerd die middag. Hier zouden we een jaarlijkse traditie van moeten maken. En dan altijd nieuwe bieren ontdekken natuurlijk!

Een dagje Chaudfontaine met Teutë was een goed idee, ondanks het bijna volledige gebrek aan gezellige horeca, na de overstromingen van enkele jaren geleden. Maar je kan er prachtige wandelingen maken en het Parc de Hauster telt heel wat interessante moderne kunstwerken. Zo ook de iconische wasknijper, het kunstwerk Skin 2 van Mehmet Ali Uysal. Alleen was het dit voorjaar alweer vervangen door een ander kunstwerk, in het kader van het jaarlijkse festival voor moderne landschapskunst. Best teleurstellend dus, maar gelukkig met andere knappe kunst in de plaats.

Een van de meest bizarre plekken voor mij was Fort Chartreuze in een buitenwijk van Luik. In deze verlaten kazerne van meerdere verdiepingen wordt gekraakt, gespoten, gesnoven, gefeest en geneukt tegen de sterren op, en de stad gedoogt er menig orgie en raveparty. Het pand trekt ook urbexers en verdwaalde toeristen aan. Ik ging er op stap van kamer naar vervallen kamer, af en toe aangenaam verrast door graffitikunst, en kon een huivering niet onderdrukken. Maar hoe zot moeten die feestjes hier zijn.
Een wandeling uitstippelen in het onooglijke Tubeke enkel en alleen om het afgebladderde standbeeld ven Eden Hazard te spotten? Ik kan dat! Maar de tristesse die deze aan haar lot overgelaten plek oproept, kan tellen. Het eerbetoon is spuuglelijk, maar op zijn Waals, en net daarom weer interessant. Of zo.

Nooit ga ik zwemmen in een openbaar zwembad, toch niet meer sinds ik kind was. Ik heb daar ook heel weinig behoefte aan. Maar omdat Zwembad Van Eyck, een badhuis met een hele geschiedenis, in het boek staat, stelde ik aan Teutë een zoveelste citytrip naar Gent voor, deze keer... om er te gaan zwemmen! Het deed nog eens deugd, daar niet van. En zo hebben we ook eens gezwommen in het mooiste zwembad van het land.

Tot slot een plek die ik tot op heden nog steeds niet heb kunnen bezoeken. Het Antoine Wiertz Museum in Brussel is ondertussen zowat mijn Heilige Graal geworden. Probleem is dat het museumpje enkel geopend is tijdens de week, en dan zit ik op kantoor. Echter meende ik online te lezen dat het dan soms toch opent op zaterdag. Na mailverkeer met een medewerker van het Brusselse museum besloten Teutë en ik dan toch op een zaterdag te gaan kijken, en tot onze teleurstelling bleek het alsnog gesloten. Het museum mailde later terug dat het om een miscommunicatie ging, en dat we nog altijd tijdens de weekdagen welkom zijn. To be continued. Op zulke momenten vervloek ik mijn eigen monomanie, mijn obsessie met die gekke plekken die een Nederlandse auteur willekeurig heeft gekozen. En toch... ze gaven mijn jaar mee kleur.
In juni kreeg ik van Teutë de Nederlandse tegenhanger cadeau. 222 plekken om me over te gaan obsederen. Gelukkig is het al veel minder eenvoudig om vaak naar Nederland te trekken. Toch ben ik sinds juni dit jaar wellicht veel vaker naar de noorderburen getrokken dan ooit tevoren. Ook daar kwam ik onvergetelijke plekken tegen, maar even goed complete mislukkingen. Vorig weekend nog liet ik me volledig nat regenen op een tocht in de buitenwijken van Amsterdam, voor het standbeeld van de beer Staalman bijvoorbeeld, of de Autoprikker. Gelukkig beschikt de Nederlandse hoofdstad over een uitstekend metronetwerk.
Met Teutë trok ik door de duinen van Kijkduin voor James Turells Het Hemels Gewelf en de intrigerende Jutterskeet van Ome Jan. We namen de tram naar een buitenwijk van Den Haag voor een dierenwinkel... je leest het goed... maar wel de meest geflipte die we ooit hebben bezocht. Ik kan een bezoek aan Avonturia aan iedereen aanraden. Maar rijd er nu niet speciaal voor naar Den Haag. In Nijmegen nam ik de bus naar Overasselt, te midden van een schitterend natuurgebied, maar enkel en alleen om een koortsboom te aanschouwen. Ik wandelde helemaal naar de rand van Eindhoven voor de Hovenring, een veredelde fietsbrug, en ging er wat op rondlopen. In de gietende regen trok ik door de polders van Gendt voor het 'terpwijf' van Marcelle Hilgers en Lizet Burgersdijk.
Verslavend zijn ze, die gekke plekken. En dan vooral omwille van de intrigerende verhalen die er vaak bij horen. Jeroen van der Speks boeken hebben me op een andere manier leren reizen, met oog voor speciale plekken, van Instagramwaardig tot spuuglelijk of hallucinant saai. Nu ik die van België bijna allemaal heb bezocht, kan ik eindelijk wat rustigaan doen. En terugblikken op al die onvergetelijke momenten, omwille van hun grootsheid of net hun complete zinloosheid.
 
Meer van dat.
 
In dezelfde reeks van compleet gestoorde ideeën: het alfabet fietsen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten