Fietstips voor kniekastijders, vers van de pers! De eerste is eigenlijk eentje voor kontkastijders. Twee dagen na mijn uitputtende Vierlandentocht zit ik nog steeds in fietsmodus. Dan fiets ik maar de Anale Driehoek van Antwerpen. Zelfs met de kilometers van en naar het Nachtegalenpark inbegrepen is dit maar 35 km, perfect voor na het werk.
Ik spurt naar Hof Arendsnest in Edegem als officiële start. Van hier is het niet ver naar de eerste hoek van de driehoek: de groene gemeente Kontich. Op deze route valt bijna geen Reet te zien, want ik rijd de dorpskern niet binnen. Wel beland ik in het centrum van Aartselaar, en nadat ik me tijdens een felle bui laat nat regenen op het platteland en net als de koeien geen onderdak vind, ga ik in een bushokje bij de Sint-Ritakerk van Kontich schuilen. En zo is de driehoek compleet en moet ik tijdens een onweer afdruipen naar huis. Onderweg passeer ik nog het bezienswaardige Hof Ter Linden en Fort 5, allebei in Edegem.
Fietsknooppunten: 40 - 09 - 26 - 02 - 01 - 92 - 93 - 05 - 22 - 23 - 07 - 16 - 08 - 15 - 01 - 02 - 99 - 98 - 09
Een week later ga ik op de Vlaamse Feestdag fietsen op de taalgrens. L'union fait le fiets. De route slingert door Waals Picardië, Pajottenland en de Vlaamse Ardennen, en maar liefst drie Belgische provincies, met als startpunt het Henegouwse stadje Edingen. In de bekoorlijke heuvels van het Pajottenland gaan Vlaanderen en Wallonië voortdurend met elkaar in dialoog. Meer van dat. In het Vlaams-Brabantse Bever figureerde ik twaalf jaar geleden nog voor de politieserie Code 37, met een glansrol voor Marc Van Eeghem als sekteleider. In het Waalse Lessenbos passeer ik het Kasteel van Lestriverie. Op de oever van de Dender staat el Truc à batchos te verroesten, industrieel erfgoed van het steengroevestadje Lessen, tevens geboorteplek van René Magritte. In de Grand Rue herinneren kleurrijke silhouetten aan zijn beroemde schilderijen: bolhoeden, duiven, pijpen die geen pijpen zijn. Op de Grand' Place tref ik op een bankje een bronzen Magritte aan met omgekeerde bolhoed op het hoofd. Deze stad is terecht trots op haar bekendste zoon.
Verder vind ik in Lessen een imposant gasthuis uit de 13e eeuw. De romaanse kerk van Wannebecq dateert dan weer van de 11e eeuw. Het is nog een pittige etappe door het Pays des Collines, met flink wat tegenwind, tot in Frasnes-lez-Buissenal. Hier maak ik een omweg naar Hacquegnies, om die fameuze Mierenrotonde eens te gaan bekijken. Dit opmerkelijke staaltje rotondekunst van Patrick Jouret stelt een reusachtig suikerklontje voor dat door enorme mieren wordt beklommen. Het is een eerbetoon aan de suikerindustrie van deze streek.
Ik keer terug naar Frasnes en zet koers naar het noorden. Iets voorbij de taalgrens ligt het einde van mijn fietstocht. Het zweet druipt van onder de rand van mijn fietshelm wanneer ik afscheid neem van de ezeltjes van het Pays des Collines en de al even heuvelachtige Vlaamse Ardennen betreed. Genoeg terrasjes in Ronse. Op de Kleine Markt geniet ik van en Quintine Blond, een heksenbier uit de mistige heuvels van Elzele, langs het Pad van het Vreemde. Dat krijg je met de vloek van de eeuwige dorst. Lessen maar!
Fietsknooppunten: 74 - 70 - 97 - 46 - 2 - 44 - 49 - 41 - 46 - 34 - 45 - 44 - 37 - 33 - 32 - 27 - 16 - 14 - 6 - 63 - 54 - 55 - 47 - 62 - 13 - 53 - 52 - 51 - 44 - 5 - 44 - 51 - 52 - 39 - 23 - 11 - 10 - 9 - 6 - 70 - 92 - 93 - 34 - 29
De pracht van de Maasvallei, waar de rivier in een verticale beweging België van Nederland scheidt, is voor mij nog een vrij recente ontdekking. Laat ik er nog eens gaan fietsen, deze keer van Tongeren via Maastricht naar Wezet, met dus een stad in Vlaanderen, in Nederland en in Wallonië, en heel wat te bezichtigen onderweg.
Van juli 2023 zullen we vooral de regen onthouden. Zelfs op een dag met kans op buien, eind juli, waag ik het erop. Na een koffie bij het standbeeld van Ambiorix begin ik aan mijn fietstocht. Tongeren, onze oudste stad, is altijd gezellig in de zomer. Vorige keer volgde ik de Romeinse weg helemaal naar Tienen. Vandaag trap ik noordoostwaarts richting de Nederlandse grens. Ik volg de Jeker en klim de Berg op. Daar tref ik op het terrein van een vervallen schoolgebouw levensgrote beelden aan van Afrikaans wild. Gek is dat. De giraf zal ik in een andere pose later op deze tocht opnieuw tegenkomen. Ik passeer het Wijnkasteel van Genoelselderen in al zijn glorie. In de Haspengouwse heuvels herken ik Maastricht aan de horizon. Hier ben ik een speelbal van de wind.
In Kesselt word ik verrast door een hagelbui. Ik ga schuilen onder de opmerkelijke brug van Vroenhoven, over het Albertkanaal. Op deze plek begon voor ons land de Tweede Wereldoorlog, toen de nazi's tijdens een verrassingsaanval de brug innamen. De huidige brug herdenkt deze strategische aanval en huisvest een amfitheater, twee musea en een taverne met zicht op het kanaal. Ik laat de Haspengouwse heuvels achter en fiets Nederland binnen. In de heuvelachtige straatjes van de oude universiteitstad Maastricht voel ik me op vakantie. Genoeg tavernes op het Vrijthof om Brand bij te tanken, met zicht op de torens van de rode Sint-Janskerk en de 11e-eeuwse Basiliek van Sint-Servaas. De massieve toren van de OLV-basiliek mag er ook zijn, en verder telt het historische centrum een hele verzameling oude stadsmuren en torens. De Jeker stroomt hier in de fiere Maas, en volg je het riviertje stroomopwaarts, dan bereik je de kazematten Waldeck. Het kunstwerk met het meisje dat bij een dode giraf waakt, terwijl je naar de beelden van uitgestorven dieren, zoals de Tasmaanse buidelwolf, kan kijken, als naar dieren in een zoo, is op z'n zachtst gezegd origineel. Maastricht heeft zo haar troeven.
Ik fiets tot de top van de Sint-Pietersberg, een natuurgebied en een bijzondere plek vol geschiedenis. Ik blijf er ineens een paar uur, want er is zoveel te bezichtigen. Zo loop ik door het fort, dat werd gebouwd voor een Franse dreiging uit het zuiden. Wat een zicht over Maastricht met haar torens en de Maas. Ik loop tot aan de ENCI-groeve, ook wel de Grand Canyon van Nederland, een door de natuur ingenomen cementgroeve waar drie skeletten van mosasaurussen werden opgegraven. De film Jurassic World nam deze vondsten als model voor hun eigen reuzenhagedis, die een paar maten te groot is... want Hollywood. Het zicht op de plas en omringende kalkterrassen is werkelijk subliem. Van op een modern platform maken toeristen hun Instagram weer wat rijker.
Dan sluit ik me nog aan bij een groep Belgische en Nederlandse bezoekers voor een wandeling van bijna twee uur door de gangen van de mergelgrotten. Vergezeld van een gids met zaklamp duiken we in dit labyrint van koele en duistere gangen en bewonderen de fraaie steenkooltekeningen. De geschiedenis van deze mergelgrotten is ronduit fascinerend. Niet alleen werden ze door joden als smokkelgangen gebruikt (met name het verhaal van de heer Salomon is aangrijpend) naar een relatief veilig stuk België. Ook Britse soldaten die waren neergestort konden er met de hulp van het verzet gaan schuilen, in speciaal ontworpen ruimtes, terwijl de nazi's in de gangen patrouilleerden. In de Kluis werden de belangrijkste schilderijen van Nederland drie jaar lang opgeborgen. Rembrandts De Nachtwacht moest zelfs met de verf naar boven worden opgerold! Tot slot toont de gids hoe in deze grotten champignons en witloof worden gekweekt.
Iets ten zuiden van de Sint-Pietersberg steek ik bij het mysterieuze Château Neercanne de grens over naar het Limburgse Kanne, en bij het Albertkanaal ook de taalgrens naar Eben-Emaal en het militaire fort dat in 1940 door de Duitsers snel werd veroverd. In het Waalse Ternaaien, aan de Maas, vind ik een erg gezellige bistro. Ik vlij me neer tussen de kussens van het salon met een streekbiertje: een flesje Jupiler. Even bekomen van een pittige 'bergrit' in de regen. Tijdens de laatste etappe, zuidwaarts langs de Maas, wordt het weer wel heel lelijk. Mijn brilglazen dampen aan en ik baan me in volle vaart een weg door de gietende regen en een honderdtal nijlganzen vooraleer ik de brug van Wezet bereik. Maar wat een dag... het was toch een klein beetje vakantie.
Fietsknooppunten: Ambiorix - 111 - 112 - 113 - 86 - 89 - 81 - 540 - 124- 88 - 557 - 88 - 11 - 3 - 1 - 3 - 12 - 401 - 402 - 405 - 412 - 413 - 414 - 40 - 47
Het verhaal van de heer Salomon
De heer Salomon was een van de joden die tijdens de nazibezetting van Nederland de mergelgrot van de Sint-Pietersberg heeft kunnen gebruiken om naar een relatief veilig stukje België te vluchten. Het Belgische verzet wachtte hen in het Limburgse Kanne op. Samen met enkele andere vluchtelingen kerfde hij zijn naam in de wanden van de grot. Decennia later reisde Salomon met zijn familie terug naar Maastricht en vroeg hij aan de bevoegde instanties om hem terug naar diezelfde wand te brengen. Ernaast kerfde hij zijn naam en die van zijn gezinsleden opnieuw in de wand.
Eind augustus trek ik er met mijn goede vriend Yanni op uit voor een fietstocht van zo'n 55 kilometer door het Hageland en de Dijlevallei. We vertrekken bij de fotogenieke kerkruïne van Tienen en fietsen de hete heuvels in. Daar volgen we een uitgedoofde spoorlijn en flirten met de taalgrens. Er wordt wat afgeflirt met die taalgrens tijdens mijn fietstips voor kniekastijders. In de Getevallei passeren we enkele schattige dorpjes zoals Sint-Remy-Geest en Mélin. Moordende kasseiwegen voeren ons door Bevekom, waar we de wicker man van de Fêtes de Wallonie ontmoeten.
We bereiken het Meerdaalwoud, waar de lommerte een welkome afwisseling vormt. De zon is al gans de dag genadeloos. We dalen af naar Sint-Joris-Weert en lunchen op een terrasje bij de spoorweg. Van hier kan je de Dijle volgen naar Leuven, maar wij kiezen de velden. In de heuvels van het bekoorlijke Neerijse kijken we uit over Heverlee en Leuven. Het is nog een paar keer stevig klimmen en we produceren liters zweet. Een stuur verschuift, een knie kraakt. De cocktails op de Oude Markt komen extra hard binnen. Een zeer geslaagde fietstocht met enkel hellingen op een snikhete zomerdag.
Fietsknooppunten: 42 - 64 - 65 - 47 - 15 - 11 - 60 - 61 - 32 - 31 - 28 - 26 - 93 - 90 - 81 - 77 - 78 - 79 - 80 - 5 - 4 - 59 - 3 - 2 - 13 - 75 - 74 - 10 - 11
Duidelijk krijg ik maar geen genoeg van het Maasland, die natte zoen van België en Nederland, waar je soms niet weet of je nu in Wallonië, Nederland of Belgisch Limburg aan het trappen bent, alles vloeit door elkaar. Omdat ik nog enkele zaken wil bezichtigen in deze streek, maar ook niet exact dezelfde fietstocht wil maken als vorige keer, vertrek ik in Glaaien, een Waals dorp net over de taalgrens. Ik volg de Jeker door een fraai verlengstuk van de Limburgse buiten. In Wonk passeer ik de Ferme des Hirondelles, een artistieke, milieuvriendelijke boerderij met heel wat nestkasten voor zwaluwen en vleermuizen. In een Amerikaanse schoolbus kan je zelfs overnachten.
Iets verderop bezoek ik het Silexmuseum in de eigenaardige Toren van Eben-Ezer. Deze plek stond al jaren op mijn bike-etlist. Bovenop de vuurstenen toren staan betonnen beelden van de vier gevleugelde cherubijnen (stier, leeuw, sfinx, griffioen), klaar voor de apocalyps. Ze zijn al van ver zichtbaar, zo groot zijn ze. Ondanks deze dreigende wezens is de toren van pacifist Marcel Garcet een monument voor de wereldvrede. Zeven verdiepingen telt deze vredestempel, waar Garcet 15 jaar lang aan werkte en waarvan de afmetingen zijn gebaseerd op de Openbaring van Johannes. Ik stap naar de poort van de rechten en plichten van de mens en bewonder de perverse waterspuwers, waaronder de leugenachtige bisschop en de generalosaurus.
Ook binnen tref ik heel wat dinosaurussen en andere monsters aan. De Zaal der Cherubijnen is uitermate symbolisch en staat in het teken van oorlog en vernietiging. Opnieuw die vier reusachtige cherubijnen, maar deze zitten opgesloten in de zaal en kunnen niet uitvliegen. Op de schilderijen op de muren herken ik Romeinse soldaten, Italiaanse tanks, raketten, hakenkruizen, een tiara. Het Evangelie van Matteüs is afgebeeld en 2000 jaren van oorlogen zijn opgelijst, tot aan de atoombom, allemaal als gevolg van het doorhakken van de Gordiaanse knoop. Ook de Kerk wordt voortdurend in verband gebracht met miserie en verwoesting. In deze tempel voor de wereldvrede is er weinig tijd voor hippietoestanden. Ongemakkelijk word je ervan, want die wereldvrede ontbreekt nu net.
Ik klim naar het dak en ben omsingeld door de vier enorme beesten, die klaar staan om uit te vliegen en de wereld te vernietigen. Ze staan met hun konten naar mij, zoals de Big Five op safari's. Mijn blik glijdt over de vele esoterische tekens. Dit moet de meest poëtische uitkijktoren van ons land zijn. Ik kijk uit over de Jeker- en Maasvallei, de Sint-Pietersberg en de twee Limburgen, en knipoog naar de reusachtige stier: schieten jullie een beetje op? Wat een onwaarschijnlijke plek vol esthetische openbaringen en een ode aan de onbereikbare wereldvrede. Eben-Ezer is een inspirerende plek die blijft resoneren in je ziel.
In de tuin loopt een tentoonstelling met kunstwerken en foto's over de vrede. Bezoekers mogen op hun favoriet stemmen. Ik loop nog verder door het hellingbos, voorbij een cromlech, en bereik de reconstructie van een prehistorische hut. Op een smerige matras is een bizon afgebeeld. Na Eben overlapt mijn fietstocht gedeeltelijk met mijn vorige route naar Maastricht. Het pittige stukje bergrit herinner ik me nog levendig, al bijft het vandaag wel droog. Bij de sluis van Ternaaien heb ik een mooi zicht op de groene eilandjes van de Maas, en Petit Gravier, een schiereiland dat België in 2016 bij een landruil met Nederland kreeg. Dit is dus het jongste stukje België. Het Albertkanaal doorklieft het indrukwekkende Plateau van Caestert en scheidt zo de dorpjes Klein-Ternaaien en Kanne van elkaar, en dus ook Limburg van Luik.
Kanne is een van de mooiste dorpjes van Vlaanderen. Gezelligheid troef en op en top Limburgs, inclusief het sympathieke dialect. Daar hoort een vlaai bij. En een fanfare. Weergaloos zicht op de Doorgang van Caestert en de groene heuvels van Eben-Emael, waar de oorlog voor ons begon. Heel de gemeente Riemst is trouwens om in te lijsten. Misschien wel de Haspengouw op haar mooist. In de velden ben ik alleen met de kraaien en de valken. In Rijkhoven, op een heuvel met boomgaarden, kijk ik uit over de landcommanderij Alden Biesen. Wat een vredig kasteeldomein, waar cultuur en natuur elkaar de hand reiken. Op de horizon zit de basiliek van Tongeren, maar mijn eindpunt is Bilzen. Deze 50 km door een van de mooiste streken van ons land wil je niet missen.
Fietsknooppunten: (114 -) 407 - 432 - 405 - 412 - 411 - 401 - 402 - 80 - 540 - 81 - 89 - 68 - 108 - 85
Geen opmerkingen:
Een reactie posten