Conversaties met hommels. Duiven tellen tussen de bloesem. Vaststellen dat een woerd de twee meter afstand bewaart van zijn nieuwe vlam, zijn prinses in schutkleuren. Medelijden met de hond met drie poten. Sympathie voor zijn baasje. Blikken mogen nog kruisen, het is nog niet verboden. Een glimlach is nu meer waard dan wat centen.
Nog nooit zoveel winterkoninkjes gezien. Een beloning voor het verpozen. Vertraagd leven loont. Het gastvrije grasveld waar iemand zijn sleutels tussen de keutels is verloren. Beloning voor de eerlijke vinder. De eerste vlinder. Waarop wacht de zwaluw? Het luchtruim al geruime tijd door buizerds ingenomen. Ze zijn hier koning te rijk. Wij zijn volkomen te rijk en vrezen reikhalzend wat moet komen. Ook wij bidden. Al is het in onze dromen.
Het is druk in de parken als niemand thuis blijft. Achter ramen zie ik enkel pluche beren en de kat. Ze wachten bang af. Om acht uur geklap. Ook witte lakens bedanken onze mondmaskerhelden. Ze symboliseren de goede afloop: ook vandaag stapt dit gezin niet in het graf.
Eeuwige vraagstukken die ik mezelf voorleg:
Zal ik me straks dan toch in het wassalon wagen?
En de nachtwinkel?
Kan een brood mij besmetten?
Komen die fietsers niet te dichtbij wanneer ze me inhalen?
Zal ik dierbaren verliezen aan het virus?
En wat als ik zelf drager ben?
Flarden van gesprekken opvangen. Of Yellow Submarine wel van The Beatles is. Zij denkt van niet. Haar vader wint het debat. Er is Google. En ik kon het niet laten in te grijpen. De eerste keer dat ik vandaag het zwijgen verbrak.
Een dochter die haar moeder, na een blik op het infobordje van Natuurpunt, moet geruststellen. Dit is een salamander, mama. Geen krokodil. En ze zijn veel kleiner. Geen nood. Je bent hier veilig. Oranjebuik doet geen vlieg kwaad.
In het wassalon vraagt een jonge man zich luidop af of ook senioren Tinder gebruiken. Het zou me verbazen van niet. Tinderbereik stopt niet aan de grens. Matchen doen we op krediet. Swipen als tijdverdrijf, de tijd niet om het tinderen te minderen. We lijken wel kinderen.
Dat we ook in tijden van corona kunnen lachen. Het is al even gezond als uit uw kot komen en blijven bewegen. In de bufferzone die we lockdown light noemen, om ons eraan te herinneren dat het allemaal veel erger kan. Zodra onze eigen angsten in bedwang, kunnen we nadenken over vluchtelingen, over daklozen, over kankerpatiënten, over andersvaliden in tijden van corona. Over coronapatiënten in tijden van corona.
Vandaag denk ik weer: het kan allemaal veel erger. Vandaag weet ik zeker: dit komt goed.
Maar vraag het mij morgen nog eens.