De zee bolt ballorig op,
twijfelt tussen tinten,
spilliaertzwart of ensorgrijs,
nooit aan haar woeste wijsheid.
Uit de waterwereld rolt,
stug als de rug van een zeepokdalige walvis,
een stenen tong met glibbergroene slijmen,
fluistert halve geheimen.
Zouden de schippers aan de einder ze begrijpen,
de meeuwen als tolk ontoereikend.
Hier sta en staar ik, het pad, glad als taal,
naar de wortel van de spraak,
een onderwaterwalsen.
Al jaren spreek ik spiegels in scherven,
nu haast volleerd folieglot.
Wat als ik binnenhink nu ze vloeibaar voor me,
tot ik zink als een steen naar de waarheid
of, mislukt, weer bovendrijf.
Zeerotten
BeantwoordenVerwijderenOoit heb ik ergens gelezen
over de vrouwen van Constantinopel
en hun bevallige bewering
dat meeuwen de zielen zijn
van verdronken matrozen.
Maar toen ik onlangs neerstreek
in het hoge noorden van Iberië
hadden die wit gevederde geesten
heel prozaïsch en concreet
mijn oostelijk terras volgescheten
en met hun navaja-messen
een dozijn vissen gefileerd.
Gevleugelde zeeratten!
zei mijn schoonvader. Hombre!
en uit zijn gebreeuwd aangezicht
trok hij een tong van leer.
Schoonvader is een man van eer,
ik ben hem uiterst volgzaam
want hij kent de knopen van het vak
en het klappen van de zee.
Slechte tijding was mijn deel:
bij gebrek aan middelen
had het schepencollege beslist
om de nesten van de zielen
niet langer te liquideren
op kosten van de gemeente.
Dus schreef ik in gevlerkte verzen
een vlammende aanklacht
vanop mijn westelijk terras
en vroeg me af of vleermuizen
muizen zijn en hoe ze te verzuipen
in mijn zee van tijd.
Frederik De Cock - juli 2019
Ohhh zeker brengen op Ballonnenvrees, als je wil!
BeantwoordenVerwijderen