waarzonder je verdwijnt,
ik bloed al jaren uit onzichtbare wonden.
Dit potje schermen houdt geen steek.
Leg je wang tegen de mijne
wanneer de inkt in mijn aders stolt.
Bevriest ook de fontein en ik verbleek,
al sinds we vrijen in schuilverband, uit scheldverzuim.
Ik smeed mijn leugens om mijn bestwil,
wit bedrog uit zelfbehoud.
Wat is een waarheid toch opzichtig,
een schietschijf voor de snipers
op de daken van deze brandende stad.
Nog voor ons geloof verkoolt,
lekt maagdelijk bloed tussen de fijne lijnen
van ons schaakbordeel.
Deze tekst werd opgenomen in de verzamelbundel Sneeuwwoordje en de Zeven Verzen van Poemtata.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten