vrijdag 23 februari 2018

De baas

Ik draag mijn stoelgang op
het stinken te staken,
neem afscheid van mijn schaduw,
zeg mijn aura adios.

Met de man in de spiegel
neem ik het risico van een duel.
Als ik niet oppas, word ik
gekaapt door mijn gedachten.

Ik boekbespreek mijn levensloop
en geef een zes, omdat ik de schrijver ken.
Mijn stem kreunt en piept,
ik vertik het haar naar de stemmenmakerij te dragen,

neem een hypotheek op mijn geheugen,
en twee dagen later nog één.
Mijn zintuigen gaan snel in overleg,
ik zal ze moeten kloppen in een volgende ronde.

Mijn geweten komt in opspraak,
m'n ziel in opstand,
m'n hartslag krijg ik niet klein
met de wapens die ik heb.

Elke dag opnieuw tracht ik
mezelf de baas te blijven.
Ooit komt de dag
dat dit me niet meer lukt.

Wanneer ik sterf,
verbrand me in zo'n grote oven.
Wat rest van mij, verdun je,
los je op, spoel je weg.

Wees mij altijd voor.

4 opmerkingen: