Identiteit en nationaliteit, het zijn twee begrippen die maar al te vaak met elkaar zijn verstrengeld, maar al te vaak komen er problemen van wanneer ze met elkaar worden verward. In zijn historische roman Léon l'Africain (1986) zet de Libanese schrijver Amin Maalouf het thema centraal. Het is zelfs de rode draad in zijn oeuvre. Maalouf vertelt het hoogst intrigerende levensverhaal van de 16e-eeuwse diplomaat Johannes Leo Africanus, ofwel Hassan el-Wazzan, wereldburger avant la lettre.
Hassan el-Wazzan krijgt al op jonge leeftijd heel wat van de wereld te zien. Hij wordt geboren in Granada maar moet als kind samen met zijn ouders naar Marokko verhuizen, op de vlucht voor de inquisitie. Zijn oom neemt hem mee op verscheidene diplomatieke reizen. Op zijn terugweg van een bedevaart naar Mekka wordt hij door Siciliaanse zeerovers ontvoerd en belandt hij in Rome, waar hij de slaaf wordt van Paus Leo X. Hij schrijft er uiteindelijk zijn belangrijke werk Description de l'Afrique, die vier eeuwen lang de belangrijkste bron van informatie over het Afrikaanse continent zal blijven. De roman is opgedeeld in vier delen: Granada (onschuld), Fez (angst), Caïro (passie), Rome (wijsheid) - de vier grote etappes van zijn leven.
Centraal in de roman staat de multi-culturele en dus hybride identiteit, een thema dat nog steeds erg actueel is. Het leven van el-Wazzan is de perfecte illustratie van de overtuiging dat elke mens het recht heeft uit verschillende culturen te bestaan, om niet aan één natie vast te hangen, om een eeuwige minderheid te zijn. Alles aan deze man was multi-cultureel, en zijn levensverhaal toont hoe bepalend nationaliteit en cultuur voor iemand kunnen zijn, zeker in periodes van oorlog of sociale onrust, en hoe frustrerend het opgelegde hokjesdenken moet zijn voor iemand die het liefst alle grenzen zou wegvegen. Zie ook Michael Ondaatjes aangrijpende roman The English Patient, die treffend met dezelfde thematiek speelt.
Nog steeds is het krampachtig vasthangen aan afkomst onlosmakelijk verbonden met nationalisme, en uiteindelijk ook met xenofobie, racisme, genocide, oorlog. Een mens is meer dan zijn afkomst, die door niets anders dan toeval wordt bepaald. Niet de mens zijn afkomst maar zijn identiteit is zijn essentie. En iemand die tot verschillende culturen behoort, kan even 'authentiek' zijn als iemand die beweert van maar één cultuur deel uit te maken, en heeft geen gespleten identiteit, of meerdere identiteiten, maar een eclectische identiteit, één die zich niet door één enkele afkomst laat bepalen.
Andere thema's zijn voortdurende ballingschap als gevolg van culturele en religieuze onderdrukking en vervolging. Hassan el-Wazzan is ooggetuige van zowel de katholieke inname van Al-Andalus, de Osmaanse verovering van Egypte als de Sacco di Roma. Drie uiterst gewelddadige historische gebeurtenissen die leiden tot vervolging van wie niet in het kraam van de veroveraar past, en waarvoor hij steeds opnieuw moet vluchten en zijn levensroute herberekenen.
In deze gewelddadige periode toont Leo zich een rasechte kameleon. Voortdurend moet hij een andere identiteit aannemen om zich uit gevaarlijke situaties te redden, zijn kwaliteiten als diplomaat en polyglot komen hem daarbij natuurlijk handig van pas. Bijna letterlijk stapt hij telkens opnieuw in een andere huid, een andere naam, een andere taal, een andere religie, een andere garderobe, een ander gezin, een ander leven.
Amin Maalouf moest zelf tijdens de burgeroorlog zijn geboorteland ontvluchten en woont sindsdien in Frankrijk. Hij won in 1993 de Prix Goncourt voor Le rocher de Tanios en was de eerste Libanees die in de Académie française werd aangenomen. Léon l'Africain is een reis op zich, een prachtige biografie over een man bij wie het reizen in het bloed zat, en die reeds een half millenium geleden trachtte vastgeroeste ideeën te overstijgen. Het is een boek vol wijsheden en goede raad voor het leven, vol historische kennis en levensechte personages, een boek over liefde en vriendschap in woelige tijden en een wereld die voortdurend verandert, een boek dat zich afspeelt tijdens de Renaissance maar even goed over onze tijd kan gaan, een vakkundig geschreven roman die u toch maar eens moet aanschaffen.
donderdag 21 september 2017
dinsdag 19 september 2017
Viseer Zwarte Piet, Niet Canary Pete
Je hoort het tegenwoordig niet te zeggen, als 'linkse rakker', maar... Ja, ik flirt wel eens met Vander Taelen of Vermeersch of zelfs Boudry, al is het allemaal nogal oppervlakkig en wellicht niet wederzijds. Maar de intellectuele verzuiling dreigt me te verstikken. Tot laatstgenoemde weer eens iets schrijft dat helemaal van de pot gerukt is, en dan schrik ik weer wakker. Tenslotte praat deze generatiegenoot van me de coalitiepartijen iets te vaak naar de mond, een zegen voor Vlaams rechts, want hij is veel eloquenter dan de meeste rechtse politici (het is pijnlijk grappig, haast aandoenlijk, telkens opnieuw te merken hoe 'onhandig' Francken en Bracke met hun Twitteraccount omspringen, al kan je daar anno nu president mee worden). Toch slaat Boudry de bal bijna even vaak mis, doch niet systematisch. Zoiets toegeven, is vandaag al behoorlijk buiten de lijntjes van het linkse vakje kleuren.
Maar laat ik vooral zelf bij mijn eigen les blijven. Nee dus tegen dat verplichte hokjesdenken. En zowel het vertrek van Sanctorum bij Groen als dat van Vuye en Wouters bij de N-VA tonen hoe versplinterd links en rechts zijn geworden. En dat is interessant. Dat betekent dat het een en ander is aan het verschuiven. Maar niet noodzakelijk in positieve zin. De evolutie is zowel een verademing als een vloek.
Rechts lijkt in menig debat het concept inlevingsvermogen zélf tot vijand te hebben uitgeroepen. Stoer met de spierballen rollen wanneer het om bij uitstek humane kwesties gaat, daar scoor je de dag van vandaag mee. Zinzen vroeg zich onlangs meer dan terecht luidop af waar het mededogen is.
Links lijkt tegenwoordig dan weer hoofdzakelijk gegijzeld te worden door wie het hardst roept, en de laatste jaren is dat bijna uitsluitend het militante blok, de intellectuele armoede van een Jahjah, de stoere dreigementen van een Aziz, de vruchteloze kruistochten van Movement X in het algemeen. Ze worden steeds meer mainstream, en dat is niet verwonderlijk in een samenleving die zienderogen verzuurt en verhardt. Begrijp me niet verkeerd. Het begrip is er wel degelijk. Maar schouderklopjes moet men van mij niet meer verwachten.
Dialoog moet er zijn, en daar zijn zwarte panters niet meer toe in staat, zo leert ons de Amerikaanse geschiedenis. Meer Kings, minder Malcolms graag. Maar sommige blanke pitten zitten dan weer zo diep verankerd in hun bolster van eurocentrisch denken dat zelfs de beleefde verzoekjes van de gematigde Hermans haar een irma aan racistische bagger opleveren. Haar inbox zou als rampgebied moeten worden erkend. De verharding van het politiek correcte activisme is dus begrijpelijk, maar allerminst wenselijk, en op termijn een inherente bedreiging voor links zelf. En laat dat me nu niet toevallig zorgen baren.
Natuurlijk moeten die standbeelden van Leopold II naar musea worden verplaatst; daar hadden ze al lang moeten staan. Natuurlijk moet Zwarte Piet sterk gemoderniseerd worden. Maar uiteraard is Canary Pete geen racist omwille van een satirische cartoon. Uiteraard moet Böhmermann de gevangenis niet in voor een smakeloos gedicht. Wanneer slechte smaak strafbaar wordt, is het einde zoek. In je terechte kruistocht tegen door de overheid gedoogde koloniale sporen in onze samenleving schuilt het gevaar dat je, doelbewust of onbewust, de grenzen van het aanvaardbare blijft aftasten en uiteindelijk ook aantasten. Als je luid genoeg schreeuwt dat er koppen moeten rollen omwille van een cartoon zal er uiteindelijk wel een gek naar een AK-47 grijpen en een redactie binnenstormen.
Al jaren staan twee legers lijnrecht tegenover elkaar, en wie ideeën van het andere kamp opvangt, is per definitie verdacht, een xeno- dan wel oikofoob. Twee legers tot aan hun oren in de loopgraven van hun grote gelijk. En elk debat is een nieuwe veldslag waarin het rechtse kamp niet in eigen boezem wil kijken en geen millimeter toegeeft, en het linkse kamp tot op het bot wil gaan, alles of niets. Elke nuance is verraad, elke misstap betekent de kogel. Het is allemaal wat kort door de bocht maar dat is exact hoe deze loopgraafsituatie is ontstaan. Een witte vlag in beide kampen kan soelaas bieden. Maar dan moeten we eerst onze oorlogszuchtige generaals tot kalmte aanmanen. Daar had Céline ook het een en ander over te zeggen. Met een totale oorlog bereik je niets, maar bij vrede hebben generaals geen baat. Een militante levensstijl, of zij leven niet. Maar wij moeten wel overleven.
Dus ridiculiseer, parodieer, grap en grol erop los, want het is zo verdomd nodig, maar gom ook het koloniale kader weg waar wij nog steeds in leven, die doorn in het oog van velen. Want zolang dat overeind blijft, zal vrijheid van meningsuiting nooit vanzelfsprekend zijn. Zomaar alles kunnen zeggen 'kan' pas echt in een samenleving die dat koloniaal verleden op alle vlakken achter zich heeft gelaten. Als we lang genoeg in de spiegel kijken, moet dat vast en zeker lukken.
Maar laat ik vooral zelf bij mijn eigen les blijven. Nee dus tegen dat verplichte hokjesdenken. En zowel het vertrek van Sanctorum bij Groen als dat van Vuye en Wouters bij de N-VA tonen hoe versplinterd links en rechts zijn geworden. En dat is interessant. Dat betekent dat het een en ander is aan het verschuiven. Maar niet noodzakelijk in positieve zin. De evolutie is zowel een verademing als een vloek.
Rechts lijkt in menig debat het concept inlevingsvermogen zélf tot vijand te hebben uitgeroepen. Stoer met de spierballen rollen wanneer het om bij uitstek humane kwesties gaat, daar scoor je de dag van vandaag mee. Zinzen vroeg zich onlangs meer dan terecht luidop af waar het mededogen is.
Links lijkt tegenwoordig dan weer hoofdzakelijk gegijzeld te worden door wie het hardst roept, en de laatste jaren is dat bijna uitsluitend het militante blok, de intellectuele armoede van een Jahjah, de stoere dreigementen van een Aziz, de vruchteloze kruistochten van Movement X in het algemeen. Ze worden steeds meer mainstream, en dat is niet verwonderlijk in een samenleving die zienderogen verzuurt en verhardt. Begrijp me niet verkeerd. Het begrip is er wel degelijk. Maar schouderklopjes moet men van mij niet meer verwachten.
Dialoog moet er zijn, en daar zijn zwarte panters niet meer toe in staat, zo leert ons de Amerikaanse geschiedenis. Meer Kings, minder Malcolms graag. Maar sommige blanke pitten zitten dan weer zo diep verankerd in hun bolster van eurocentrisch denken dat zelfs de beleefde verzoekjes van de gematigde Hermans haar een irma aan racistische bagger opleveren. Haar inbox zou als rampgebied moeten worden erkend. De verharding van het politiek correcte activisme is dus begrijpelijk, maar allerminst wenselijk, en op termijn een inherente bedreiging voor links zelf. En laat dat me nu niet toevallig zorgen baren.
Natuurlijk moeten die standbeelden van Leopold II naar musea worden verplaatst; daar hadden ze al lang moeten staan. Natuurlijk moet Zwarte Piet sterk gemoderniseerd worden. Maar uiteraard is Canary Pete geen racist omwille van een satirische cartoon. Uiteraard moet Böhmermann de gevangenis niet in voor een smakeloos gedicht. Wanneer slechte smaak strafbaar wordt, is het einde zoek. In je terechte kruistocht tegen door de overheid gedoogde koloniale sporen in onze samenleving schuilt het gevaar dat je, doelbewust of onbewust, de grenzen van het aanvaardbare blijft aftasten en uiteindelijk ook aantasten. Als je luid genoeg schreeuwt dat er koppen moeten rollen omwille van een cartoon zal er uiteindelijk wel een gek naar een AK-47 grijpen en een redactie binnenstormen.
Al jaren staan twee legers lijnrecht tegenover elkaar, en wie ideeën van het andere kamp opvangt, is per definitie verdacht, een xeno- dan wel oikofoob. Twee legers tot aan hun oren in de loopgraven van hun grote gelijk. En elk debat is een nieuwe veldslag waarin het rechtse kamp niet in eigen boezem wil kijken en geen millimeter toegeeft, en het linkse kamp tot op het bot wil gaan, alles of niets. Elke nuance is verraad, elke misstap betekent de kogel. Het is allemaal wat kort door de bocht maar dat is exact hoe deze loopgraafsituatie is ontstaan. Een witte vlag in beide kampen kan soelaas bieden. Maar dan moeten we eerst onze oorlogszuchtige generaals tot kalmte aanmanen. Daar had Céline ook het een en ander over te zeggen. Met een totale oorlog bereik je niets, maar bij vrede hebben generaals geen baat. Een militante levensstijl, of zij leven niet. Maar wij moeten wel overleven.
Dus ridiculiseer, parodieer, grap en grol erop los, want het is zo verdomd nodig, maar gom ook het koloniale kader weg waar wij nog steeds in leven, die doorn in het oog van velen. Want zolang dat overeind blijft, zal vrijheid van meningsuiting nooit vanzelfsprekend zijn. Zomaar alles kunnen zeggen 'kan' pas echt in een samenleving die dat koloniaal verleden op alle vlakken achter zich heeft gelaten. Als we lang genoeg in de spiegel kijken, moet dat vast en zeker lukken.
maandag 11 september 2017
Nachtprater #3
In de zomer van 2017 verschijnt Nachtprater, mijn experimentele roman over de verlokkingen van fictie, gespleten persoonlijkheid en amateuristische zwendel. In deze korte en sterk versplinterde roman trapt het hoofdpersonage de deuren tussen realiteit, fictie en onderbewustzijn in. Zijn muzikale cadans en podiumpotentieel ontgaat ook Didi de Paris niet:
"Op zoek naar rust danst de Nachtprater op het slappe koord tussen het geschreven en het gesproken woord, gooit de deur van het schrijverskabinet achter zich dicht, en kiest, met vallen en opstaan, voor een bestaan on the road. Live on stage." - Didi de Paris
"Gert heeft een goede pen met een ruime woordenschat die hij zonder schaamte afvuurt op de lezer. Zijn stijl is bij momenten vulgair à la Brusselmans maar neigt ook naar een existentialistisch kantje. Dit boek is zowel inhoudelijk als structureel als experimenteel te benoemen en dat mag in de Vlaamse literatuur al eens wat meer gebeuren. [...] Met enige hulp van een betere uitgever geloof ik dat Gert nog indruk zal maken in de toekomst." - Tomas Serrien
"Deze novelle lijkt sterk de krijtlijnen uit te zetten voor de stilistische doorbraak waar Vanlerberghe overduidelijk op broedt. We hebben hier niet te maken met plot, eerder met het geveelschrijf van een auteur, de manie van het podiumpersonage Vanlerberghe, en de kwesties droom, daad en dada." - Nils Geylen
"Een ervaren, bedachtzamer, leper redacteur had Nachtprater kunnen oppoetsen tot een internationaal succesvol goudmijntje door een hippe Amsterdamse uitgever je door de strot geramd. Maar gelukkig is dat niet gebeurd en gelukkig is het een echte Vanlerberghe. Gedurfd, verbeeldingsvol en vooral niet braaf. Nachtprater conformeert niet. Nachtprater breekt bij je in, woelt nog enkele nachten met je mee. Slaapwel." - Nils Geylen (lees zijn volledige recensie HIER)
Die nacht, die vermaledijde nacht, reden we door de Rotterdamse straten in een oude houten kar, getrokken door twee gigantische zwarte ossen. Valerius gaf de dieren genadeloos de zweep en hoewel ze bleven slenteren, schoot het nachtleven voorbij, tegen een luid schreeuwende zwarte hemel die zichzelf voortdurend leek uit te braken.
We passeerden De Witte Aap en de Wunderbar en dure woorden als 'cult' en 'art' hingen als hooghartige bakens van beschaving te flikkeren in de lucht. Truman wees met zijn zweep naar De Schouw, waar een dichter wild gesticulerend een tekst stond te declameren voor een weinig oplettend publiek. "Larie en apekool, je reinste flauwekul, Patrick. Jij kunt veel groter worden met je poëzie. Besef je dat? Maar er zullen altijd mensen zijn die je willen tegenhouden. Kapers op de kust van je literaire ambitie. Bewapen je."
"Op zoek naar rust danst de Nachtprater op het slappe koord tussen het geschreven en het gesproken woord, gooit de deur van het schrijverskabinet achter zich dicht, en kiest, met vallen en opstaan, voor een bestaan on the road. Live on stage." - Didi de Paris
"Gert heeft een goede pen met een ruime woordenschat die hij zonder schaamte afvuurt op de lezer. Zijn stijl is bij momenten vulgair à la Brusselmans maar neigt ook naar een existentialistisch kantje. Dit boek is zowel inhoudelijk als structureel als experimenteel te benoemen en dat mag in de Vlaamse literatuur al eens wat meer gebeuren. [...] Met enige hulp van een betere uitgever geloof ik dat Gert nog indruk zal maken in de toekomst." - Tomas Serrien
"Deze novelle lijkt sterk de krijtlijnen uit te zetten voor de stilistische doorbraak waar Vanlerberghe overduidelijk op broedt. We hebben hier niet te maken met plot, eerder met het geveelschrijf van een auteur, de manie van het podiumpersonage Vanlerberghe, en de kwesties droom, daad en dada." - Nils Geylen
"Een ervaren, bedachtzamer, leper redacteur had Nachtprater kunnen oppoetsen tot een internationaal succesvol goudmijntje door een hippe Amsterdamse uitgever je door de strot geramd. Maar gelukkig is dat niet gebeurd en gelukkig is het een echte Vanlerberghe. Gedurfd, verbeeldingsvol en vooral niet braaf. Nachtprater conformeert niet. Nachtprater breekt bij je in, woelt nog enkele nachten met je mee. Slaapwel." - Nils Geylen (lees zijn volledige recensie HIER)
Die nacht, die vermaledijde nacht, reden we door de Rotterdamse straten in een oude houten kar, getrokken door twee gigantische zwarte ossen. Valerius gaf de dieren genadeloos de zweep en hoewel ze bleven slenteren, schoot het nachtleven voorbij, tegen een luid schreeuwende zwarte hemel die zichzelf voortdurend leek uit te braken.
We passeerden De Witte Aap en de Wunderbar en dure woorden als 'cult' en 'art' hingen als hooghartige bakens van beschaving te flikkeren in de lucht. Truman wees met zijn zweep naar De Schouw, waar een dichter wild gesticulerend een tekst stond te declameren voor een weinig oplettend publiek. "Larie en apekool, je reinste flauwekul, Patrick. Jij kunt veel groter worden met je poëzie. Besef je dat? Maar er zullen altijd mensen zijn die je willen tegenhouden. Kapers op de kust van je literaire ambitie. Bewapen je."
woensdag 6 september 2017
Nachtprater #2
"Het boek leest als een film noir." - John Brains
"Misschien geen grote literatuur - dat zal Vanlerberghe zelf ook niet beweren - maar hij durft wel experimenteren met taal en vorm." - Suiker
Plannen op lange termijn vind ik irrelevant. Je hebt geen verre toekomst als kanker in je familie woont als een met zijn hotelkamer vergroeide resident, die het zich jaren geleden gemakkelijk heeft gemaakt en in de verste verte niet van plan is om uit te checken. Een ongenode gast die ons af en toe op een zondags familiebezoekje trakteert. In vol habijt. En de angst voor zijn komst gaat nooit weg. De symptomen duiken overal in mijn lichaam op. De hypochondrische waanzin waait over de dorre toendra die mijn kennis over de wetenschap is. Een hysterische superstorm zonder weerga. En hoewel dokters een aardig centje verdienen aan mijn paniekerige bezoekjes aan hun praktijk, ben ik enkel nog welkom omdat ze in principe en bij wet geen patiënten mogen weigeren.
"Misschien geen grote literatuur - dat zal Vanlerberghe zelf ook niet beweren - maar hij durft wel experimenteren met taal en vorm." - Suiker
Plannen op lange termijn vind ik irrelevant. Je hebt geen verre toekomst als kanker in je familie woont als een met zijn hotelkamer vergroeide resident, die het zich jaren geleden gemakkelijk heeft gemaakt en in de verste verte niet van plan is om uit te checken. Een ongenode gast die ons af en toe op een zondags familiebezoekje trakteert. In vol habijt. En de angst voor zijn komst gaat nooit weg. De symptomen duiken overal in mijn lichaam op. De hypochondrische waanzin waait over de dorre toendra die mijn kennis over de wetenschap is. Een hysterische superstorm zonder weerga. En hoewel dokters een aardig centje verdienen aan mijn paniekerige bezoekjes aan hun praktijk, ben ik enkel nog welkom omdat ze in principe en bij wet geen patiënten mogen weigeren.
dinsdag 5 september 2017
Capriolen
We gaan niet naar de stad,
wij zien het groter dan dat,
maken van deze plek een hart
om weer deel van uit te maken.
En dan weer weg.
Elke glimlach op verpakking,
en de tronies in het zand,
en jij dan steeds bij me,
bij verval, bij angst, bij strijd.
Brede grijns,
helemaal terug in de tijd,
mijn hele leven lang,
zonder celgenoot.
Wat als we wegkijken?
Het alziende oog liegt nooit,
laat je minnaar niet gaan.
Streel je dijen, geef je ogen de kost,
ik ben de enige, ik ben de eenzame.
Beheers me en troost me,
ik geef liefde en respect.
Wij twee in bed,
eerst ik, dan jij erbij,
van tijd bevrijd.
Tijdloos als een gebroken horloge,
je komt naar mij
om me te weerstaan.
Zoek me, verzet je,
alles komt goed.
De mooiste boot
die je ooit.
Wie van ons aast op wie?
Vind me, verzet je niet,
alles komt goed.
Niemand die zoekt,
die het wat kan schelen.
Verspilde liefde regent
uit een treurige wolk.
Je nam mijn hart en mijn ziel,
liet een woestenij achter.
Het doet geen pijn, dus juichen we maar.
Maar ik ben getrouwd met je elegantie.
Geef me een gitaar
en ik bezing je net als vroeger.
Als dingen tot leven komen,
zweer ik geweld af.
Persoonlijkheid als littekenweefsel,
subtiel als een leeuwenkooi.
Voel de warmte van mijn oprechtheid,
laat ons hand in hand
nieuwe vrienden maken.
Doe iets met je tijd, geef betekenis.
Er zijn er die god vinden
voor ze sterven,
maar de sterren
zullen we omleiden
door de ruimtes
tussen je ogen.
Zolang onze lichamen
maar overblijven.
Dus blijf nog even,
we moeten nog vrijen.
Het is te laat om vast
te zitten in onszelf.
Je houdt van een ander,
was het maar anders,
kon ik ook maar veranderen.
We maken tijd en gaan op zoek.
Acclimatiseer, wandel
samen aan het meer.
Het is te laat.
Is dit ons lot,
geen tijdsbesef
van in het begin.
Ze zullen je aanstaren
met kille harten.
Toch zetten we voort,
stellen hartzeer uit.
Bloed op het strand.
Een boot. Hij trekt je aandacht.
Trage slapende wanhoop.
Je oefent interactie,
houdt hem stevig vast.
Kon dit maar voor altijd.
Maar hij is er niet meer.
Hij zou bezwijken aan
wat je niet zag.
Hij ziet te graag
wie je nooit was.
De zeepbel staat op springen.
Je kan niet weg.
Vrij vertaald uit de lyrics van Antics, het tweede studioalbum van Interpol, uit 2004.
vrijdag 1 september 2017
Nachtprater #1
In de aanloop naar de boekvoorstelling van Nachtprater op 16 september om 14u30 in de Standaard Boekhandel op de Schoenmarkt in Antwerpen, verschijnt er om de zoveel dagen een snipper op mijn blog. Beginnen doen we met:
"Vrouwen", zei vader op zijn eerste heldere dag na het alcoholinferno waarin hij als gevolg van het bedrog van moeder was weggegleden, "zijn bedrieglijke schepsels. Ze glimlachen eens lief, veroveren je hart, zuigen je leeg en kruipen met een andere man in bed nog voor je 'In goede en kwade dagen' kan zeggen." Hierop greep hij reflexmatig in het ijle. De fles hadden we voor hem weer verborgen.
"Vrouwen", zei vader op zijn eerste heldere dag na het alcoholinferno waarin hij als gevolg van het bedrog van moeder was weggegleden, "zijn bedrieglijke schepsels. Ze glimlachen eens lief, veroveren je hart, zuigen je leeg en kruipen met een andere man in bed nog voor je 'In goede en kwade dagen' kan zeggen." Hierop greep hij reflexmatig in het ijle. De fles hadden we voor hem weer verborgen.
Abonneren op:
Posts (Atom)