maandag 28 september 2015

Hoe Manu Pilatie, stamgast met een bedenkelijke reputatie, een bar binnenwandelt en het verpest voor iedereen

HOE MANU PILATIE, STAMGAST MET EEN BEDENKELIJKE REPUTATIE, EEN BAR BINNENWANDELT EN HET VERPEST VOOR IEDEREEN

In JH De Fletse Flamoes drinkt men om te vergeten. Niet een traumatisch verleden of miserabele thuissituatie wil men tijdelijk uit het geheugen schrappen, maar de omstandigheden van de keet zelf. Je zou voor minder. Alles stinkt er naar kak en de breezersletten die er aan de lopende band hun diensten aanbieden, lijken nergens op.

Normaliter luidt Eric Moeder, voltijds alcoholicus en tuig van de richel, er zijn dagelijkse drinkgelag in met een oude graanjenever, maar vandaag heeft de man iets te vieren. Gisteren lag hij te slapen met het doodgewone aantal van tien tenen, maar toen hij vanochtend opstond, waren dat er al elf geworden. Een opmerkelijke groeischeut, geef toe. Niet dat de plaatselijke pers er ook maar een moer om geeft. Die interesseren zich liever in alweer een uitspraak van burgemeester Bert De Winne en schrijven er hun vodden mee vol. Elke dag een nieuw schandaal in die met letters bezette bodembedekking voor konijnenhokken. Hij zag het nog zo voor zich: met de quote "Nu kunnen mijn tenen eindelijk een voetbalploeg vormen" in de krant. Maar nee. Berbers zijn barbaren, drenkelingen onze schuld niet en andere prietpraat van een megalomane, in zijn functie verroeste zakkenvuller die dringend aan vervanging toe is.

"Elf tenen, Chantal", lacht hij naar de in luipaardmotief gehulde del die met haar volumineuze derrière op een barkruk staat geparkeerd. "Ik vraag me af of ik er morgen een twaalfde bij krijg." Deze kijkt hem bezorgd aan. "Zoiets is toch volstrekt onmogelijk?", vraagt ze zich luidop af. "Ik ken iemand die op een dag zonder piemel wakker werd, dat kan ik me ergens nog wel inbeelden, maar een elfde teen? Nee, dat is me toch al te gortig!"

"En dat is geen uitnodiging om het bewijs als een schoppenaas op tafel te smijten", voegt ze daar nog aan toe wanneer ze merkt dat Eric aanstalten maakt om zijn linkerschoen uit te trekken. Het rondje Duvels dat Eric heeft besteld, laat vooralsnog op zich wachten. Zat worden is dus nog niet voor meteen. Dat komt enkel en alleen omdat Wally Winterbommel, barman van dienst, op dat moment Erics verloofde Helena Hormans onophoudelijk en dus ook non-stop in het gezicht is aan het swaffelen. Helena heeft trouwens ook helemaal geen wiet en al helemaal geen weet van de aanwinst van haar bruidegom-in-spe en is dus ook helemaal niet van plan om dit met hem, aan de andere kant van de toog, te gaan vieren. Bovendien zit ze op haar knieën op de koude, smerige keukenvloer haar lijfstraf te ondergaan, en vanaf die ruimte kan je ook maar een heel klein stukje van de toog zien.

Ze had een weddenschap verloren tegen Wally's nonkel Stijn, die stelde dat hij zonder haar aan te raken haar van haar bloesje en bh zou kunnen ontdoen. Mocht hij hierin slagen, dan zou zijn neefje haar een afranseling naar keuze mogen geven. Lukte het hem niet, dan kreeg ze van hem vijf miljoen. Dat was de deal. Een minuut later staarde Stijn, ook wel eens de Ranzigaard genoemd, naar haar blote borsten. Hij had een klein pistool bovengehaald en haar aangeraden het bovenlijf ogenblikkelijk te ontbloten of hij schoot een kogel in haar smerige smoel. Dat was een week eerder in Het Hol, Stijns in de illegaliteit badende kroeg.

Geheel onverwacht komt er een man met een beer het jeugdhuis binnen. Het is Manu, door iedereen aanwezig ontzettend hard gehaat omdat hij wel eens vergezeld van een beer zijn intrede doet en ook omdat hij gewoon een ongelooflijke klootzak is. Hierdoor moet Willy zijn bezigheid staken en het op een lopen zetten. De beer slaat Chantal, Eric en Helena morsdood en zuipt twee vaten La Chouffe leeg alvorens de politie De Fletse Flamoes binnenvalt en de beer inrekent. Om deze reden maar ook om een geheel andere maakt Manu dat hij zich uit de voeten maakt. Niet zo ongelooflijk veel later zit hij Angela Merkels teennagels te knippen, maar dat is alweer een andere historie.

Lees ook: HOE WITVERLIESFILET HET NATIONALE GERECHT VAN MONTENEGRO WERD

En: WAAROM MANU PILATIE, GEZEGENDE REVELATIE, AALSTS SCHEPEN VAN VLAAMSE ZAKEN WERD, DIK TEGEN ZIJN GOESTING TROUWENS, MAAR DAAR VIEL NU NIET ECHT VEEL MEER AAN TE VERANDEREN, DUS MAAKTE HIJ ER MAAR HET BESTE VAN

Of waarom niet: HOE MANU PILATIE, TROTSKI'S REÏNCARNATIE, OM OLIE GING BOREN OP DE NOORDPOOL MAAR ER AAN DE PRAAT GERAAKTE MET EEN KLEPTOMANE ESKIMO, DIE ER MET ZIJN DRILBOOR VANDOOR GING, WAARDOOR ER VOOR MANU PILATIE, KNAKKER MET EEN ZWAK VOOR PENETRATIE, NIETS ANDERS OP ZAT DAN ER EEN VEGETARISCH RESTAURANT TE BEGINNEN, WAARDOOR HIJ ALS EEN OMGEKEERDE OOM DAGOBERT IN ZIJN SCHULDEN ZWOM, WANT ER KWAM GEEN KAT VAN ZIJN WITVERLIESRISOTTO OP GROOTMOEDERS WIJZE ETEN, EN EEN LANGE BRIEF NAAR OBAMA STUURDE OVER DE GEVAREN VAN OLIEBORINGEN OP DE NOORDPOOL

zondag 27 september 2015

Ragusa Blues

En jazz kleurt de straten waardoor ik zwerf, de nacht domineert en de dag lijkt slechts een sluwe belofte in een verre toekomst. Maar jazz is het heden, zo ook de desolate mirages ingebakken in de stenen en de steegjes, waar de eeuwen langs de treden de rots afglijden, op zoek naar een riool donker genoeg om ze te vergeten. De leegte lonkt nog steeds en de wijn is nog niet op, maar doe alvast nog maar een fles. Hernieuw de radeloze roes, en leng de bodemloosheid van mijn bestaan nog wat aan met lekke dromen, praatjes die gaatjes al lang niet meer stoppen, maar de houdbaarheidsdatum van alweer een vat vol leugens alsnog probeert te verstoppen. Van de oude haven tot aan de kathedraal weerklinken piano en tromgeroffel, tot ver over de zee, zo lijkt het wel. Een heilige stad verketterd tot jazz en drank en de kille kreet die in mijn botten kruipt en daar nog even blijft zitten om te rijpen tot het kan verkondigen wat het al lang niet meer verkondigen wil. Bovendien zijn alle vensterluiken gesloten, net als elke ziel, ik sta alleen als enige getuige van het debacle van de nacht, waarmee elke dageraad wordt verward. De nacht is uit de stad gewassen, de jazz is gaan liggen, samen met de zoute zeebries. De knagende kever bezweert nu slechts mijn lever, maar ik ben de kater alweer bijna ontgroeid. En de zon verguldt de daken en de zee verzilverd door de zon, vleermuis ruimt baan voor zwaluw, en mijn hart, buiten adem, maakt plaats voor een nieuwe dag.

donderdag 24 september 2015

Ballonnenvrees 23 september 2015

We moesten er even op wachten, maar op 23 september was er de 25e editie van Ballonnenvrees, die de presentator-organisator inluidde met het 'Copropoëem', een waanzinnige scatologische tekst die hij voor het eerst bracht. Nederlands Slampioen Daan Zeijen, uit Utrecht, mocht vervolgens écht de spits afbijten met zijn originele slamteksten. Hij moest het wel opnemen tegen enkele boertige lawaaimakers, maar die waren gauw stil toen Didi de Paris zich ermee ging moeien. Vervolgens Jan Ducheyne, van de poëzieband Roes en tevens stalmeester van De Sprekende Ezels in Brussel. Ook hij komt met heel wat impressies terug van een week touren met de Poëziebus, en heeft er een, naar goede gewoonte, erg lang gedicht over geschreven, met een soort van inventaris van alle soorten dichters die op de bus zaten. Hij deed ook iets met een ballon. Maar David Cameron deed dan weer iets met een varken.
Brulboei en Tilburgs stadsdichter Martin Beversluis stampte schuimbekkend in het rond, waarbij menig ballon sneuvelde, zijn bundel Meanderthaler in de handen geklemd. Altijd impressionante performances van deze opperslammer. Antwerps singer-songwriter Til Roose - jong nog te ontdekken getatoeëerd talent - bracht korte Engelstalige liedjes op heerlijk nonchalante maar goedgemutste wijze en sloot daarmee het eerste deel af.
Deze avond was ook de voorstelling van Verdwenen, de tweede roman van Gert Vanlerberghe. Hij liet zijn publiek kennismaken met het tragische bestaan van Zatte Maurice, lid van de Pispotten. Lotte Dodion en Salomé Dos Santos konden er helaas niet bij zijn, maar, zie, ginds kwam de Stoomboot. In december brengt Niels zijn tweede cd uit en daar speelde hij vanavond enkele knappe nummers uit. Bijzonder leuke nummers en dito teksten!
Deel drie opende met een dansperformance zowaar! Denis Inghelbrecht deed heel 't Werkhuys versteld staan met een sterke, geïmproviseerde dans op ontroerende muziek. Woordkunstenares en actrice Stefanie Huysmans haalde een toneelstuk over Hector en Andromache van onder het stof en vroeg Michiel Van Opstal op het podium - die moest Hector vertolken. Erg leuke en goed geschreven dialoog. De boel afsluiten lieten we over aan Didi de Paris, die ondertussen al 38 jaar de Vlaamse podia onveilig maakt, onlangs nog het Sportpaleis, vanavond 't Werkhuys. Hij had een kersverse tekst bij over de vluchtelingen, en verder vroeg hij zich af waarom hij in godsnaam niet in Leuven was gebleven, een tekst die het altijd goed doet in Antwerpen, dat spreekt voor zich. En omdat er na Didi de Paris gewoon niets meer kan groeien of aarden of zijn, hielden we het hierna voor bekeken en keken we al meteen terug op een sterkte editie van Ballonnenvrees. Meer van dat op 16 oktober in Café Ami!

Foto's: Gust Peeters en Tsjêbbe Van Damme

Bekijk hier nog eens de trailer van Verdwenen:

dinsdag 22 september 2015

Balkan 13-20 september 2015, deel 3

Balkan, deel 3: Zwarte Berg


Vroeg in de ochtend klimmen we al naar 30°C. Onderweg naar het busstation kom ik nog het Kroatische meisje tegen en in de bus naar Kotor: Nadia. De bus klimt in de heuvel en schenkt ons een laatste prachtige uitzicht over Dubrovnik. We volgen de kust, over de grens met Montenegro, en passeren heerlijke baaien, met vissersdorpjes, mooie kerktorens... Er wordt druk gezwommen in het appelblauwzeegroene water.
Kotor heeft een versterkte binnenstad die een aaneenschakeling biedt van steegjes, pleintjes... Aan de toegangspoort worden we begroet door een reuzepop van Pipi Langkous, vlakbij de restanten van een middeleeuws klooster. Verder vind je er bastions, klokkentorens, kerkjes, de gezelligheid van pakweg Ravenna of Lucca, maar op zakformaat. De mooie versierde kathedraal is van de 12e eeuw en herbergt een schatkamer vol impressionante relieken. De heuvel waartegen de oude stad plakt, gaat verder omhoog in een kluwen van fortificaties. Een pelgrimstocht via een soort van mini Chinese Muur brengt ons tot helemaal bovenin de ruïne van het St.-Jansfort, een spectaculaire locatie waar je zo Legolas en Gimli zij aan zij ziet strijden tegen een leger Orks. We blijven tot de vleermuizen rond onze hoofden fladderen en alle lichten in Kotor aan gaan. De afdaling in het donker is best spannend, en het diner na afloop smaakt eens zo lekker. En Kotor by night is als een sprookje.
Op een vroeg uur slenter ik door de straten van Kotor, tussen de vele zwerfkatten. Gauw genoeg zijn de eerste toeristen er. We nemen deel aan de dagtrip 'Great Montenegro Tour' die onze hostel organiseert. Het busje volgt de historische Oude Weg vol haarspeldbochten de berg op. Het zicht over de Bokabaai is verbluffend. Het kasteel van gisteren lijkt nu helemaal niet meer zo hooggelegen en belachelijk klein, van deze hoogte.
We rijden door naar het Lovcen Nationaal Park, de Zwarte Berg (waaraan het land zijn naam ontleent) op. Van op de top kan je bij mooi weer zes verschillende landen zien en wel 60% van Montenegro! Het mausoleum van koning Njegosev ligt helemaal bovenin de top, de Grootste der Montenegrijnen. Deze man werd maar 30 jaar maar heeft wel ontzettend veel verwezenlijkt. Beelden van moeder en dochter bewaken het mausoleum, waar je onder een gouden plafond het beeld van Njegosev kan bewonderen. De tombe in kwestie ligt in de crypte, waar het erg koel is, heel welkom op deze snikhete dag. Onderweg naar Cetinje, de voormalige hoofdstad van Montenegro, halen we fris en helder bergwater uit de natuur. We wandelen voorbij het paleis van koning Nicolas II, nu de residentie van de president, en voormalige ambassades (nu omgevormd tot faculteiten kunst en letteren - mooi zo), leren wat bij over Tito en stoppen op de weg tussen de ruïne van het Klooster van Crnojevici en het majestueuze Klooster van Cetinje. Bij het betreden van dit orthodoxe heiligdom moeten blote schouders en benen worden bedekt. We vinden er de tombes van belangrijke bisschoppen, prachtige fresco's en heilige relieken. Buiten ligt een heilige cirkel waar koningen zwoeren dat ze goed zouden regeren. Het diende ook als parlement, met 21 raadslieden waaronder de koning zelf. We eindigen ons bezoek aan Cetinje met een stevige lunch: de legendarische Njeguski steak met traditioneel brood. Heerlijk! Onze gids pronkt met een Joegoslavisch biljet van vijftig miljard.
In het dorpje Crnojevica, aan de gelijknamige rivier, gaan we bootje varen. Eerst moeten we onder een brug die de koning wel drie keer heeft laten bouwen, want het stortte steeds in. De koning bleef er geld in steken, omdat hij vooral gezichtsverlies vreesde. Hij beloofde de werkmannen dat bij de derde keer de brug niet mocht instorten, of hij zou hun hoofd van hun nek scheiden. Het landschap in dit Nationaal Park is erg mooi en de streek heeft een rijke flora en fauna. Vanuit de boot zien we verschillende reiger- en eendensoorten, waterhoen, aalscholver, duizenden vissen, ijsvogel, gele kwikstaart en zelfs een waterslang.
Het busje passeert groene heuvels, tot we pauzeren om te genieten van het zicht over de Adriatische Zee, enkele eilanden en helemaal beneden de drukke badstad Budva, met haar exclusieve hotels en stranden, te veel lelijke flats en villa's, en het casino waar Casino Royal werd gefilmd. Het is met te veel fancy en te weinig authenticiteit. Zelfs de oude stad is propvol met shops. Wel zijn er mooie kerkjes, een citadel, een stadsmuur. We bollen uit op Jaz Beach.
In Kotor is er een alternatief barretje dat in het teken van Tom Waits staat. Nice. Goede muziek ook, in tegenstelling tot de meeste clubs en bars hier. Ik duik de nacht in met een stevige kroegentocht, de 'Numb Crawl', die het hostel organiseert. Heel wat nationaliteiten bij elkaar, steeds zatter, van bar tot bar, waarvan één aan het strand, en ten slotte in zo'n vreselijk drukke nachtclub. De heren van het hostel en de gids van vandaag gaan nog het hardst uit hun Montenegrijnse dak.

En zo wordt het weer zondagmorgen, de week is rond. Een grijze, natte morgen, voor het eerst tijdens mijn balkanreis. Waar de temperaturen de hele week lang een gooi deden naar de 40°C, is het nu 'eindelijk' herfstweer. Na een busreis beland ik weer in Podgorica en is de cirkel rond. Een wolkbreuk zet de straten van de hoofdstad net niet blank en zo compenseren de weergoden alsnog voor al de regen die we deze week niet kregen.

Balkan 13-20 september 2015, deel 2

Balkan, deel 2: De parel van de Adriatische Zee


De bus volgt de smalle zeestraat tussen het vasteland en het schiereiland Peljesac. Hier en daar baadt men in kleine groepjes in het water. De panorama's van de Dubrovnik Riviera zijn verbluffend. Dubrovnik zelf is een uiterst toeristische ommuurde stad, helemaal in het zuiden van Kroatië. In 1991 werd er hard gestreden tegen de Servische en Joegoslavische troepen, om de kersverse onafhankelijkheid te herwinnen en de Libertas in ere te herstellen, wat pas in 1995, na een felle oorlog, lukte. Pas in 1998 kreeg Kroatië al haar afgenomen gebieden terug. Het is erg warm wanneer ik langs de Gruzhaven, de rotskust en de heldere zee de weg volg naar de binnenstad. Ik word onderweg door de dood begroet. Er heeft zich net een motorongeval voorgedaan. Tussen een meterslang spoor van brokstukken en een enorme verkeersopstopping ligt het reeds bedekte lichaam op het asfalt, het bloed sijpelt nog van onder het laken. Gruwelijk.

Ik volg de lange autorij tot aan de Pilepoort en verdwijn in een zee van toeristen. Een ophaalbrug is de toegang tot deze onneembare stad, die pas door Napoleon op sluwe manier kon worden veroverd, door middel van tact en geduld, wat in 1808 het einde betekende van de Republiek Ragusa. Hoofdstraat Placa, ofwel Stradun, leidt kaarsrecht van de Pilepoort, de ronde Onofriofontein en de Verlosserskerk naar het Lucaplein, onderweg loop je voorbij meer dan 20 smalle zijstraatjes boordevol restaurants. Het plein herbergt enkele knappe monumenten. Zo is er de Orlandozuil met een beeld van deze ridder. Onder de sierlijke klokkentoren wassen duiven zich in een veel kleinere Onofriofontein dan die aan de andere kant van de Stradun. De Blasiusbeelden op het Sponzapaleis en de Blasiuskerk kijken elkaar recht in de ogen. Rechtsaf de gotische loggia van het Rectorspaleis en de kathedraal, vervolgens ontvouwt zich een schitterend uitzicht wanneer ik de oude haven bereik en net op dat moment de houten driemaster Karaka tussen de twee pieren aanmeert, verwelkomd door een middeleeuwse koning in vol habijt, dit tegen een achtergrond van een door de avondzon vergulde Srdberg, het massieve St.-Jansfort en het pittoreske plezierhaventje zelf. Een episch moment, zoveel is zeker! Terwijl de dappere vorst van deze King's Landing de toeristen op de boot helpt, zet ik me neer op het terrasje van een restaurant. Tijd voor mosselen!
Aan de Plocepoort en het Revelinfort is het zicht op Pustijerna, de oude haven en Porporela met het in de schemering spookachtige St.-Jansfort adembenemend. De voornaamste monumenten zijn subtiel verlicht. Zwermen zwaluwen slaken hun laatste geschetter. Het is weer tijd voor de heerschappij van de vleermuis. Aan de noordzijde van de binnenstad zit het Mincetafort, een massief uitkijkpunt over de dakenzee en de echte zee. Vervolgens lever ik me over aan het waanzinnige doolhof van trappen, steegjes en omwallingen. Erg karakteristiek allemaal met de vensterluiken, lantaarns, planten en wasdraden waarmee de op de Placa uitlopende trappenstraatjes zijn uitgerust.
Op het terras van het Troubadour Hard Jazz Caffe komt een peuter spontaan mee op de piano van een liveband spelen, bringing the free jazz to a higher level! Daarna mag hij aan het drumstel. Overal in de stad strijkt men neer op terrasjes en overal klinkt wel een straatmuzikant. Zo entertaint een band de vele toeristen op het Lucaplein met covers, terwijl een meisje voorbijgangers papegaaien op de schouders zet. Een rood exemplaar klimt op mijn nek en stuikt vervolgens in een gewaagde buiteling neer op de stenen van de Placa. Maar daar kan zo'n papegaai tegen. Aan de Pilepoort snuif ik nogmaals de nachtelijke zeelucht op, alvorens ik naar m'n hostel buiten de binnenstad keer.
Ik ontbijt op een dakterras, samen met Alex, een Australische jongeman die een halfjaar lang rondtrekt in Europa en nog een gigantische Hongaarse kater heeft. Aangekomen aan de oude stad kuier ik over de stadsmuren, die weergaloze panorama's voorschotelen van de daken, torens, straatjes, de helderblauwe zee, het fiere Lavrijenacfort, het eiland Lokrum en het immer klotsende water van de branding waarin een tiental kajakken volharden. Ik ga helemaal rond. Een stevige wandeling, zeker bij deze hoge temperaturen, in het gezelschap van honderden toeristen.

Ook in het Franciscanenklooster is het veel te druk. De kloostergangen zijn versierd met fresco's en dubbele pilaren met uitgehouwen dierenbeelden. Op het sfeervolle binnenpleintje vind je een droge fontein met een beeldje van onze dierenvriend. Goed zicht op de majestueuze 14e-eeuwse klokkentoren. Het klooster huisvest ook een van de oudste apotheken van Europa. In het museum bewonder ik enkele portretten, steenreliëfs, schilderijen, relieken (waaronder de voet van Blasius) en de reconstructie van een oude apotheek. In een hoek liggen enkele projectielen waarmee dit klooster in 1991 belaagd werd. Er waren 54 granaatinslagen, waarvan er enkele bewaard zijn gebleven. Ze herinneren ons aan een vreselijke periode uit de Kroatische geschiedenis.

Zeer de moeite is het Rectorspaleis, een knap staaltje van gotische, renaissance- en barokarchitectuur, met een sierlijk atrium met beeld van Miho Pracat, en enkele gevangeniscellen; verder beelden van Blasius en de oorspronkelijke bronzen beelden van de klokkenluiders in de toren. De kille trappen zijn versierd met drie grote handenbeelden. Boven zijn enkele prachtige vertrekken met schilderijen en draagkoetsen, waaronder de slaapkamer van de rector zoals die er destijds, onder de Republiek Ragusa, uitzag. Meer van dat moois in de schatkamer van de kathedraal, die pronkt met honderden relieken, waaronder een versierde huls met de schedel van Blasius en vaten met zijn handen en zijn andere been. Benieuwd waar de overige puzzelstukjes van deze gefragmenteerde heilige zijn verstopt.
Ik bezoek het huis van de Kroatische tegenhanger van Shakespeare, de toneelschrijver Marin Drzic. Kleurrijke tekeningen en poppen komen recht uit zijn verhalen. Zo is er de oude Stanac, die weer jong wilde worden. In het etnografisch museum Rupe leer ik wat over de klederdracht en het dagelijks leven vroeger in deze streek. Er zijn nog de op één na oudste synagoge van Europa, de monumentale trap die naar de jezuïetenkerk leidt, het Sponzapaleis met gotische kloostergangen en een ontroerende herdenkingszaal voor de verdedigers van Dubrovnik - ik word er stil van. Ze hebben hun Libertas dankzij deze dappere (en jonge!) mannen terug gewonnen, maar tegen welke prijs...

In het St.-Jansfort is een scheepvaartmuseum ondergebracht. Ooit was Ragusa als zeemacht een belangrijke rivaal voor Venetië en Oostenrijk. Daarna strip ik tot op mijn boxershort en ga ik zonnen op het uiterste punt van Porporela. De golven spatten hoog op wanneer ze op de pier inslaan. Mooi zicht op de eilanden en de verdere Dalmatische kust zuidwaarts richting Cavtat. Het natuurhistorisch museum biedt een blik op de fauna van de streek met tal van opgezette vogels, vissen, schildpadden, en botten van een blauwe vinvis en een nijlpaard. Lichtjes interactief en leuk voor kinderen, maar niets buitengewoons. Om de hoek, aan de kop de Spaanse trappen van Rome gelijkende jezuïetentrap, eet ik balkankost in een traditioneel restaurant. Aan het Clarissenklooster en de grote Onofriofontein weerklinkt het gekrijs van de papegaaien tegen dat van de zwaluwen op. Twee wachters in historisch habijt hebben post gevat aan weerszijden van de Pilepoort. Ik moet spontaan aan De Scepter van Ottokar van Kuifje denken. Horden toeristen blijven voorbij stromen. De avond brengt donkere wolken met zich mee, maar er valt geen druppel. Dubrovnik is klaar voor een nieuwe nacht, vrij van zorgen, want Blasius houdt de wacht, berekend en doordacht, de Libertas intact.

Na wat lummelen in de ochtendzon die op dit vroege uur al fervent op menig toeristenhoofd hamert, bezoek ik de dag nadien eerst War Photo Limited. Eloquente foto's vertellen over de gruwel van de religieuze burgeroorlogen in de Centraal-Afrikaanse Republiek, voornamelijk in 2013 en 2014, en de terreur die de anarchistische militanten Séléka en anti-Balaka zaaien. De wrijving tussen het christendom en de islam zorgt weer maar eens voor dood, verminking en verkrachting, niet voor vrede, waar beide religies toch beweren garant voor te staan. Een tweede expositie toont de miserie waartoe bot nationalisme kan leiden. We schrijven Dubrovnik 1991. Zo goed als heel de Adriatische kust is door het Joegoslavische leger en de Montenegrijnse troepen ingenomen... behalve Dubrovnik. Het beleg betekent de dood van heel wat burgers en soldaten, en de halve stad staat in brand of is aan gruzelementen geschoten, en vrouwen en kinderen zijn op de vlucht terwijl mannen worden gemobiliseerd voor de dood. Tot slot zijn er de foto's genomen tijdens de verschrikkelijke Bosnische oorlogen en het geweld tussen Serviërs en Bosniakken in Kosovo, wat nog maar 16 jaar geleden is. Nooit meer oorlog, we blijven het herhalen. Maar de foto's uit 2014 spreken boekdelen en dit jaar lijkt de hele wereld zich wel klaar te maken voor geweld. Zolang godsdienst en nationalisme de taal van de wapens spreken, moeten zij zwijgen.
Een jonge Kroatische vrouw met een kanjer van een Belgisch-bier kater verwijst me, na een interessant gesprek over de vluchtelingen, door naar een minihostel, King's Landing, beheerd door een Amerikaan en een Estse. De Amerikaanse 'kasteelheer' komt zo uit een Game Of Thrones episode, letterlijk, want hij speelde mee in de serie, en is op z'n zachtst gezegd een figuur. Ook ontmoet ik Alex, de jonge Australiër weer - what are the chances? Het Revelinfort herbergt enkele interessante archeologische vondsten uit de vroege Middeleeuwen. Dan neem ik de kabelbaan naar de top van de Srdberg. Het panorama over Groot-Dubrovnik, met al zijn eilanden, en over de zee en de bergen is adembenemend! Ik maak een wandeling in de rotsenwoestenij van Srd, zuidwaarts, en neem een Libertas-bus terug naar het centrum.

Ik baan me een weg door het volle maar gezellige Banjestrand, voorbij bikini's, monokini's en speedo's en placeer me op de rotsen, vanwaar ik een duik neem in de Adriatische Zee, tussen vissen groot en klein die net als ik de strijd aangaan met de golven. Heerlijk verfrissend en prachtig zicht op het eiland Lokrum en de oude stad. Op het strand ligt een jongen die dringend hulp nodig heeft. De redders passen eerste hulp toe, maar er is meer nodig, de jongen heeft te veel water binnen gekregen. Even later klinken de sirenes. Ambulanciers moeten hem vele trappen opdragen naar de veel hoger gelegen weg waar de ambulance staat.

Op het balkon van de villa waarin het Museum voor Moderne Kunst is ondergebracht, is het heerlijk vertoeven: de prachtige zuilen, de sculpturen, het panorama... Verder huist het 20e- en 21e-eeuwse lokale schilderkunst, en er zitten echte pareltjes tussen. Tijd voor Kroatisch bier en Dubrovnik op donderdagnacht. Alex slaat me tot ridder op de befaamde troon uit de serie (een kopie weliswaar, in een winkel). Het is het startschot voor een nachtje uit samen met drie toeristen van het andere geslacht, twee Duitsers en de Amerikaanse Nadia. We leveren ons over aan de geneugtes van de nacht en ik beland enkele uren later in de Revelin Culture Club, een nachtclub met schaars geklede danseressen. Tot slot loop ik door de voor de rest lege Placa, op een paar zwerfkatten na. 's Nachts ziet Dubrovnik er nog magischer uit, verlaten, vervormd, als een mirage, iets wat enkel en alleen in mijn verbeelding bestaat...

Balkan 13-20 september 2015, deel 1

Balkan, deel 1: Bruggen tussen beschavingen


Montenegro. Een land dat eigenlijk nog maar amper negen jaar van zijn onafhankelijkheid geniet, sinds het in 2006 van Servië afscheurde, met een bloederige Balkanoorlog van enkele jaren eerder nog vers in het geheugen. Het ligt aan de Adriatische Zee en is één van de vele landen die nog niet zo heel lang geleden deel uitmaakten van de Socialistische Republiek Joegoslavië. In de Montenegrijnse hoofdstad Podgorica is de zomer bijlange niet van plan om de aftocht te blazen. Het is een kleine stad aan de Moraca, een rustige rivier met groene oevers bezaaid met witte keien, waar de Montenegrijnen bij deze hitte gaan zonnen. Aan de horizon doemen bruine rotsen op. Klokkentorens, minaretten, cipressen en palmbomen klauwen naar een azuurblauwe hemel. De hypermoderne witte Millenniumbrug staat in schril contrast met de oude, slordige huisjes en 20e-eeuwse appartementsblokken. Het monstrueuze sportpaleis ligt aan de oever van de Moraca te verkommeren, beklad met graffiti, de ramen ingegooid. De Stara Varos, het oude stadsgedeelte, komt over als een dorp op het platteland. Het wordt gekenmerkt door een 18e-eeuwse Turkse moskee en een 17e-eeuwse klokkentoren.
Het moderne deel van Podgorica ligt aan de overkant van de rivier. Achter het sportcomplex ligt het Petrovicapark, met enkele sculpturen, een orthodoxe kapel en een roze-wit paleis. Echt niets spectaculairs of bijzonders. Ik dineer op het levendige Rimski trg, een groot plein omgeven door kantoorgebouwen, met zicht op de grote koepel van de kathedraal, iets verder naar het noorden. Tientallen gelovigen volgen er een orthodoxe mis, diep in religieuze vervoering, her en der verspreid in de schitterend vergulde en met magnifieke fresco's versierde kathedraal. Overal waar je kijkt, staren expressieve schilderingen je aan. Een interieur om van te snoepen, zoals vaak bij het orthodoxe geloof. De geur van wierook overheerst. De zangen zijn intens en mengen zich, terwijl ik het gebouw verlaat, met de beats van Major Lazer, op de kermis een tiental meter verderop. Verder bestaat deze wijk enkel uit een complex van appartementsblokken, als uit een nachtmerrie van Escher onttrokken. De avond valt hier veel vroeger dan bij ons, aangezien we hier helemaal in het oosten van onze tijdzone zitten.
Via de Millenniumbrug keer ik terug naar de rechteroever. De wijk net ten noorden van Stara Varos huisvest het bruisende uitgaansleven van Podgorica. Kinderen snorren er in stoere go-cart jeeps rond een grote lichtgevende fontein. De bar en clubs in de gezellige straatjes rond het grote Republica trg stromen stilaan vol. In de Tarantino Culture Club proef ik een Viljamovka takovo, tussen de kunst en de boeken. In een viersterrenhotel is een trouwfeest aan de gang. De ontroerende gipsymuziek van een liveband galmt over het kalme, donkere water. Koppeltjes knuffelen op de oude versterkingen aan de woeste oever, die als een soort van strand fungeert. Ook mijn hostel ligt aan het water, in de straatjes van de Stara Varos, op een heuvel die uitkijkt over de Moraca rivier. Slaapwel feestend Podgorica.

Na wat socializen met de andere reizigers in het hostel ga ik het Goricapark wandelen, een heuvel in het noorden van de stad. Mooie orthodoxe kapel en verder het Monument van de Onbekende Soldaat, ter herdenking aan de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Ik kom voortdurend Belgen tegen, van dezelfde lading als waarin ze me gisteren hier hebben gedropt. Nog even zonnen in de heerlijke rust aan de waterkant en dan de bus in, voor een erg lange tocht door het balkanlandschap. Bergen, meren, prachtige rotsformaties, bossen. We wippen de grens over en bereiken Trebinje, een stadje in Herzegovina, in een mooie, groene omgeving. Hooggelegen op een rots prijkt het klooster. Een opmerkelijke brug over de Trebisnjica is een voorbode van eindbestemming Mostar. In de Republiek Srpska moeten we verschillende keren plots remmen omdat een koe over de weg loopt. We houden even halt in het zonovergoten stadje Gacko, met bijbehorende orthodoxe kerk en moskee. Srpska wordt voornamelijk door etnische Serviërs bevolkt en is een niet-erkende republiek die samen met de Federatie Bosnië-Herzegovina het land Bosnië-Herzegovina vormt. Grenzen en nationaliteit zijn in deze streek absoluut niet vanzelfsprekend, en al helemaal niet in Kosovo, waar het nog allemaal een pak ingewikkelder is. Het schemert. We passeren een duister middeleeuws kasteel in een desolaat landschap. Mostar is niet ver weg.
De Bosnische stad is erg toeristisch en heeft iets magisch met haar smalle straatjes, verlichte minaretten en natuurlijk het zicht over de Neretva rivier. Best indrukwekkend is de centraal gelegen Karadjozbey moskee, gebouwd in de 16e eeuw. Aan de Koski Mehmed pasa moskee begint een gezellige weg met oosterse winkeltjes en restaurants, ingelegd met keien. Je krijgt het gevoel dat oost en west hier elkaar ontmoeten. Dat maakt het nog geen Istanboel natuurlijk, maar de Balkan is sowieso een smeltkroes van verschillende culturen, volkeren en religies. De burgeroorlog woedde hier dan ook heftig. Ik haal wat Bosnische marken uit de muur en dineer in een traditioneel balkanrestaurant. Na zeven uur in de bus door kronkelige wegen vlammen, smaakt dat eens zo goed. De oude ober is genoodzaakt bedelende kindjes weg te jagen. Maar ook strandhonden komen op het terras schooien.
Waar Podgorica niet echt overtuigde, doet Mostar dat uiteraard wel en dat heeft heel veel te maken met de imposante Oude Brug en haar wachttorens Tara en Halebija. Ik kijk uit over de donkere rivier en het woud van minaretten dat Mostar is. Het is trouwens best moeilijk om over die brug te wandelen, als je ter plekke bent, zal je merken waarom. Hierachter ontvouwt zich de magische nachtstad, met keiensteegjes boordevol restaurants en café's, gevestigd in oude huisjes en ruïnes langs de waterkant. De Radoboua kabbelt rustig onder sprookjesachtige bruggetjes en gezellige balkons. Uit de Black Dog Pub klinken covers van Pearl Jam. In deze heerlijke wijk hoor je te verdwalen, liefst lichtjes aangeschoten. Ook hier daal ik af tot op het strand, bijna met mijn voeten in de Neretva. De Oude Brug vormt met haar waterige weerspiegeling een groteske ovaal. Vleermuizen dartelen boven het water. Honden rusten uit op de rotsen. Jongeren hangen rond op het strand. Geliefden kussen in de romantische schijn van het wereldberoemde monument. Niemand ziet de bedelende kinderen nog.

In mijn zorgeloze kindertijd was het hier de hel. Het is moeilijk om me in deze serene oase dood en verminking voor te stellen. Toch is het allemaal echt niet zo lang geleden gebeurd. Op de brug herinnert een steen aan de vernietiging ervan: Don't forget '93. En dat mag ook nooit vergeten worden. Zolang we ook uit het gewelddadige verleden leren. Soms zit de oorlog gewoon achter een hoekje te schuilen dat nationalisme of religie heet, wachtend tot genoeg heethoofden zich dicht genoeg in de buurt wagen. De Ali Baba Lounge Bar is in de rotsen uitgekapt. Helemaal in oosterse stijl, met kussens en tafeltjes, en bovenin de rots zelfs een hemelbed om onder een laken van beats weg te dommelen, of weet ik veel wat hier allemaal nog gebeurt.
Ontbijten doe ik met een Française op het dakterras van hostel, met zicht op de minaretten en de ruige rotsen die de stad omsluiten. Het is vroeg maar nu al stralend weer. Samen met een Duitse student kuier ik door de prachtige binnenstad, tot aan de lelijke moderne kathedraal in het noorden en het compleet verlaten en overwoekerde partisanenkerkhof, een wat luguber monument met trapjes en gangen, waar hagedissen zich een weg banen door een doolhof van gebroken flessenglas. Perfecte locatie voor een horrorfilm. Hier liggen de dappere slachtoffers uit het partisanenleger, gesneuveld in hun strijd tegen de nazi's. De swastika's geklad op de muren zijn dan ook nergens zo misplaatst als hier. Spanski trg is dan weer een levendig plein in een wijk vol verlaten skeletten van gebouwen. Het knappe gele gymnasium domineert er het zicht. We nemen afscheid en ik stap nog eens een reisbus in, die enkele uren later in het Kroatische wijnlandschap zigzagt, langs azuurblauwe baaien en piepkleine eilandjes in de Adriatische Zee, met pittoreske dorpjes en koddige stranden. Alles is hier grillig, vooral de grenzen. Na een eerdere grenscontrole van bijna een uur, wordt de Zuid-Dalmatische kustlijn nog een keer kort onderbroken door Bosnië-Herzegovina, met dus nog twee douaneposten voor we Dubrovnik, Kroatië bereiken, de parel van de Adriatische Zee, als we Lord Byron mogen geloven.

zondag 20 september 2015

Hoe de hoogst toevallige geboorte en het door omgekeerd Darwinisme bepaalde overleven van de omstreden Manu Pilatie, vrij van elke interpretatie, rijp voor reparatie, de teloorgang van de huidige wereldorde inluidde en bovendien ook nog eens veroorzaakte

HOE DE HOOGST TOEVALLIGE GEBOORTE EN HET DOOR OMGEKEERD DARWINISME BEPAALDE OVERLEVEN VAN DE OMSTREDEN MANU PILATIE, VRIJ VAN ELKE INTERPRETATIE, RIJP VOOR REPARATIE, DE TELOORGANG VAN DE HUIDIGE WERELDORDE INLUIDDE EN BOVENDIEN OOK NOG EENS VEROORZAAKTE

Zijn naam was Manu Pilatie, een zondagskind en tevens Theseus vol gratie, zoals hij onschadelijk scharrelde in het in utero labyrint. De natuur had hem in haar rol van Ariadne een navelstreng gegeven, die hij maar hoefde te volgen, om zo met een vermetele kopstoot door de malse levenspoort te knallen, maar die rundskop van een moeder van hem liet hij ongemoeid. Hier was hij dan, Manu Pilatie, de redding van de Natie, een Messias zonder spatie, gelekt en bevlekt ontvangen en nu ook geboren, met de schaar gescheiden van de als een schoorsteen rokende kotmadam van zijn negen maanden lange verblijf, en klaargestoomd voor de emmer stront die onophoudelijk over zijn nu nog kale, weke hoofdje en zijn vooralsnog onbeschreven bestaan zou worden gegoten.

Dat Manu Pilatie, verkwister van alimentatie, hier op aarde een unieke en moeilijke taak had te vervullen, zou zijn ouders vierkant worst wezen, en net als zijn broer Pontius Pilatie, de schrik van de agglomeratie, kreeg hij als peuter voornamelijk witverliesfilet en kouwe kak te vreten, en werd vader en moeder vaak moeiteloos verweten hun zoontjes zonder schroom te verwennen met al dat lekkers. Maar waar Pontius op vijfjarige leeftijd stierf aan een lekke lever, overleefde Manu Pilatie, denker zonder ratie, de op zijn zachtst gezegd aberrante opvoeding waaraan zijn ouders hem onderwierpen, zonder al te veel te mopperen of in opstand te komen door bijvoorbeeld bh's van zijn moeder te verbranden, en aangezien pa en ma Pilatie, geheelonthouders m.b.t. parentale participatie, niet aan de heilzame werking van onderwijs geloofden, ging hun sterk ondervoede maar verder kerngezonde zoon op dertienjarige leeftijd in de fabriek werken.

Van het geld dat hij daar verdiende, kon hij pintjes gaan hijsen in jeugdhuis De Fletse Flamoes, waar hij in een fietsengestalde bakfiets een bakvis bezwangerde die zo nu en dan eens luisterde naar de naam Lisa Boon. Die kwam om haar loon, want ze had haar diensten niet gratis aangeboden, wat dacht hij wel, en zo moest Manu Pilatie, vader zonder relatie, ook nog eens voor de vleesgeworden schade opdraaien. De ongewenste bijwerking van zijn bakfietsavontuur werd Con genoemd, want Connie leek Manu een weinig potente voornaam, en zijn dochter moest een prinses in bed en een hoer in de keuken worden, zoals het een goede vrouw betaamt.

En terwijl Lisa Boon haar dochter op het juiste pad probeerde te houden, belandde haar beste klant in volle puberteit en ging hij om met zowel guur als onguur volk, waaronder bijzonder dubieuze individuen, zoals postbodes en vrouwen die op Kevin De Bruyne lijken en papegaaipunkers en zondagsrijders en tyfuslijders en scoutsleiders en copiloten en rare kwieten en kleuters met tieten en weerloze grieten en veldmuizen en aan lager wal geraakte matrozen en dichters en kathedraalpissers en haaskakkers en over het paard getilde sociale media goeroe's en van die idioten die de zwoerd mee met hun hesp oppeuzelen en koningskinderen en koppels met een fetisj voor varanen en schepenen van Vlaamse zaken en pedopriesters en paleontologen en vrouwen van 1m20.

Omdat hij in de fabriek zijn brooddoos in de machine had laten vallen, werd het hem hier te heet onder de voeten, en zo kwam het dat Manu Pilatie, ook hij gevoelig voor inflatie, naar Luttre moest verhuizen, waar hij, onderweg naar het gemeentehuis, door een verdwaald peloton werd aangereden en met spoed in het ziekenhuis moest worden opgenomen. Zo werd hij algauw voor de tweede keer die week ontslagen en bracht hij de rest van zijn adolescentie door in een Duits bordeel, waar zijn dagtaak eruit bestond de teennagels van de dames van plezier te knippen.

En zo kwam het dat hij Lisa Boon weer tegen het lijf liep en opnieuw moest hij dokken want Con Pilatie, kwalijk gevolg van ejaculatie, wou een staatsgreep plegen en Angela Merkel opvolgen, en daar was dus veel geld voor nodig, en crowdfunding had niet het verhoopte resultaat opgeleverd, en tevens had Lisa alweer een klein en uniek mirakel gescheten en zodoende moest Manu ook hiervoor geld neertellen want Lisa wist niet meer wie de vader deze keer was en dat arme bloedje moest toch ook eten en van enkel witverliesfilet word je niet groot en sterk en het kwam net zo goed uit dat ze hem hier in Aken terugvond.

En zo moest Manu Pilatie, straatarm en klaar voor een onwetmatige registratie, gaan bedelen en zich een vluchtelingenstatuut aanschaffen, wat hem wonderwel lukte, en uit medelijden nam Merkel hem in huis, waar hij het zilverwerk moest opblinken en haar teennagels een knipbeurt of twee, drie gaf, en waar hij rustig de staatsgreep van Con kon coördineren en beramen, die ondertussen was getrouwd met, uit Chili, Sin Carne, een farmaceuticamagnaat en vrouwenmagneet. Geld en pillen uitdelen was geen probleem, maar van staatsgrepen had hij geen kaas gegeten, en uit schaamte emigreerde hij naar Damascus, waar hij zich een klein paleis aanschafte en zich absoluut niet met staatsgrepen bezig hield. 

Het verlies en de teleurstelling vielen Con te zwaar en ze nam stante pede het vliegtuig naar Amerika, waar ze de persoonlijke styliste van Donald Trump werd, die nog steeds zwoer bij een Coupe Geert Wilders maar wiens bedenkelijke smaak in haardossen Con kon contourneren, waardoor ze miljoenen dollars verdiende en drones naar Syrië kon sturen om haar echtgenoot in de gaten te houden, want die was met van alle louche zaakjes bezig en had een cursus staatsgreep bij Juncker gevolgd en was vervolgens op de koffie gegaan bij Assad, waar ook Filip Dewinter van de (foute) partij was. Deze werd Vlaamse onafhankelijkheid beloofd als hij zijn eeuwige steun aan het regime verleende. Een wijze keuze, zo leert ons de geschiedenis, aldus beaamde Tom Van Grieken op zijn Twitteraccount.

Na een korte wereldoorlog die de familie Pilatie helemaal verscheurde, werden Angela en Manu naar het Saoedi-Arabische vluchtelingenkamp gedeporteerd, waar ze zich als vorsten vol vraten want er was te veel eten maar er waren geen vluchtelingen, en persoonlijk mochten getuigen hoe slavernij een positief effect had op de economie van Qatar. En op de wafelenbak van de top van de FIFA werden alle overgebleven wereldleiders uitgenodigd (en kreeg Blatter, vastgebonden aan een boom, helemaal geen wafels, maar lepels witverliesfilet in eigen (=Blatters) nat in zijn mond gepropt), al onthield president Le Pen zich, want vanuit historisch perspectief hield ze niet van Katharen. Maar dat is allemaal niet erg, want Le Pen is een vuile fascist.

FIN

zaterdag 12 september 2015

Schoon schip

Hier vielen mensen uit de lucht,
sneller dan het licht, zo leek het wel,
of was het in slow-motion?
Of ik me hun kreten nog herinner?
Die klonken als verrotting,
stonken naar een bliksemsnel aftakelingsproces.

Een lichaam wordt uit een toren gegooid, kerngezond,
en zo besmet met het virus dat 'de dood' wordt genoemd.
De ziekte heeft het hele lijf aangetast wanneer het de grond bereikt.
Volgens onze scherprechters hadden ze al een ziekte.
Ze hadden homo.
Of was het een vermeend geval van ketterij?

Heidenen als melaatsen:
wanneer ze de grond raken, kan je ze net zo goed bij elkaar puzzelen.
Jammer voor hen, want zij geloven niet in dualisme.
Hun ziel is evenzeer te pletter geslagen,
samen met hun vrijheidsdrang en persoonlijkheid aan diggelen.

Hier vielen mensen uit de lucht,
maar nu niet meer.
Alle kankers, alle pesten, alle kwalen,
alle tegenspraak, alles wat abnormaal en ongewoon:
het is uitgeroeid, het is niet meer, we hebben het gehaald.

Ons land is nu genezen van diversiteit,
nog zo'n vieze ziekte.

Adelaars

De adelaars komen,
gevleugelde hoop
boven met bloed
besmeurde vlaktes.
Terreur van 
onwetendheid
weldra geschiedenis.
Kalifaat van de haat
binnenkort uitgepraat.

Palmyra verlost,
Palmyra bevrijd,
stille getuige van
een glorieuze tijd.

De adelaars komen,
ijdele hoop
laat bange burgers
verdwaasd achter.
Geen hulp van hun koning, 
die zelf strijd vermijdt en zijn
onderdanen opsluit in wanhoop.

Hoeveel kost één mensenleven?
Hoe erg is wat bloedvergieten?
Hoe lang kijkt de wereld nog weg?
Maar de afloop is reeds 
door de goden beslecht.

En de laatste pilaren
van beschaving
zijn gesloopt,
net als de hoop.

donderdag 3 september 2015

Verdeel en heers

En pizza's worden als groente erkend,
en boren voor olie in het noorden.
Dat laatste verdrag is er weer bijna door,
want mensen zijn slechts letters,
lotjes in de loterij.
We maken niemand blij met
wapens naar barbaren die ons haten,
die ons radicaal en ongevraagd
de oorlog verklaren,
maar niemand die vraagt:
Waar komt dat vandaan?

Nee, jullie wijzen met de vinger
naar elkander en elkaar,
maar zijn amper nog in staat
om de waarheid te ontwaren.
En met het zwaard van goede raad
verdelen we meningen op straat,
en staan paraat met wapens,
voegen bij woord ook de daad. 
Verdeel en heers, kweek gelukkige slaven,
kanonnenvlees met bommenvrees,
wie het eerst de trekker 
overhaalt, die overleeft.

Platgespoten met uren
televisie en met liters cola,
we kweken slaven, dikke,
gehoorzame, gelukkige slaven,
paraat om voor de staat
'subjectief kwaad' neer te maaien,
misschien wel, maar vooral
programmeerbaar om elke vier jaar
een aangewezen bolletje rood te maken
om de publieke opinie grootschalig weg te draaien
van vrijheid en gelijkheid, vrije wil en educatie,
woorden die ook wij herkauwen
maar die schadelijk voor de natie.

Onze heilige Graal heet Winst,
steeds meer is ons doel,
en wat u daarvan vindt,
laat ons Antarctisch koel.
Wij exploiteren, jullie applaudisseren,
wij beloven, jullie geloven,
wij stelen, jullie delen,
wij rapen, jullie slapen.

Stap binnen en geef uw privacy af
bij de balie, dank u wel,
het is voor uw bestwil.
Het dreigingsniveau torenhoog, 
dus wij geoorloofd om
de grenzen van uw
burgerrechten te verleggen.
Stasipraktijken door een doel geheiligd
dat de veiligheid blijkt te zijn.
Laat bij u binnen kijken, 
u heeft toch niets te verbergen.

En betogen wordt verboden,
klimaatwetenschappers vermoord,
maar slaap vooral verder,
droom ongestoord voort.

dinsdag 1 september 2015

New singles chart

Another month has passed. These are my 30 favourite singles at the moment, with Youth Lagoon at the top position. We have Foals and Tame Impala twice in the list, and the return of some regulars, such as Silversun Pickups, The Dead Weather, Mercury Rev, New Order, Beach House and Deerhunter.
  1. Youth Lagoon - The Knower
  2. The Maccabees - Spit It Out
  3. Silversun Pickups - Nightlight
  4. Foals - Mountain At My Gates
  5. Low - No Comprende
  6. El Vy - Return To the Moon
  7. Beach House - Sparks
  8. Editors - Life Is a Fear
  9. Uncle Acid and the Deadbeats - Waiting For Blood
  10. Algiers - Irony. Utility. Pretext.
  11. Mercury Rev - The Queen Of Swans
  12. Deerhunter - Snakeskin
  13. Butsenzeller - According To Plan
  14. Beck - Dreams
  15. The Dead Weather - I Feel Love
  16. Ought - Beautiful Blue Sky
  17. Keep Razors Sharp - 9th
  18. The Germans - Are Animals Different
  19. Foals - What Went Down
  20. Muse - The Handler
  21. George Fitzgerald feat. Lawrence Hart - Crystallise
  22. Tame Impala - Eventually
  23. Great Mountain Fire - Lapis Lazuli
  24. New Order - Restless
  25. !!! - All U Writers
  26. Balthazar - Nightclub
  27. Tame Impala - The Less I Know the Better
  28. Marriages - Skin
  29. Alvvays - Party Police
  30. Blur - Lonesome Street