zaterdag 23 februari 2013

Athene, 16-21 februari, deel 2

Αθήνα, part 2...

When old age shall this generation waste,
Thou shalt remain, in midst of other woe
Than ours, a friend to man, to whom thou say'st,
'Beauty is truth, truth beauty,—that is all
Ye know on earth, and all ye need to know.'
(John Keats, Ode on a Grecian Urn)
Hier, aan de haven, vertrekken ferry's naar de beroemde eilanden Lesbos, Mykonos, Kreta, de Cycladen..., via de Saronische Golf. Ik eet m'n late lunch op het lelijke, vuile Pl. Karaïskaki, tussen de duiven en de honden, naast een bouwvallige wagon. Geen goed plan. Binnen de kortste keren ben ik omsingeld. Een Albanees probeert me een 'Rolex' aan te smeren en, wanneer ik weiger, vraagt hij een euro. Ik moet hem teleurstellen. Wat een lelijke voorstad. Enkel de haven zelf maakt deze opeenhoping van lelijke flats en havengebouwen goed, en dan nog. Hier en daar wel een aardig kerkje, maar niet om over naar huis te schrijven. Blaffende honden versperren de ringweg naar de voertuigen. Ze staan pal in het midden. "Only in Greece", zou Emma zeggen. Ik steek de baan over en verdwijn in de vuile binnenstad, waar een bus me naar Peraiki rijdt, waar m'n uitstap eindelijk de moeite loont. Hier aan de Limanakibaai wordt gevist en gezwommen tegen een achtergrond van zon, zee en bergen. Zwerfhonden kuieren langs rotsen, Atheners flaneren over de Akti Themistokleous. Hier kan je in een piepklein blauw-wit kapelletje gaan bidden voor zwemweer en de bijbehorende bikini's. Het is geen 4m2 groot maar bevat wel een kleine 100 heilige prentjes, plaatjes en schilderwerkjes. De kapel is doordringt met een aangename wierookgeur. Van aan de overkant van de baai ligt het er erg schattig bij.
Ik volg niet de dijk maar spring van rots naar witte rots, over de smalle kanaaltjes waarin krabben zich tussen zeeanemonen en visjes verschalken. In de verte ligt de witte Kastellawijk, aan de voet van de grillige heuvels. Aaah... dit is vakantie. Voorbij de 2400 jaar oude stadsmuurrestanten van de Baai van Skafaki leidt een wit trapje tot aan het water, waar je in een 'kapel' van 0,5m2 - of beter: een groot uitgevallen brievenbus - wierook en kaarsjes kan branden. Zwerfkatten krijgen er dagelijks eten. Vanaf de Psalimanibaai zie ik de Lykavittos ligen, ver achter het mastenwoud en de verdere kustlijn. Zoveel luxejachten bij elkaar. Verschillende ervan komen uit Malta.
Een kabelbus brengt me van Platia Kanari naar het volgende cirkelvormige havenbekken, Mikrolimano. De schemering valt over deze zeer aardige baai. Ik volg een kanaaltje dat tussen het volleybalstadium en de met trendy bars bezaaide Akti Dilaveri loopt en uitkomt op alweer een typisch Griekse kerk, met rijkelijk versierd interieur. Niet ver van het stadion neem ik de tram naar Athene en dineer ik aan het Syntagmaplein, in een restaurant genoemd naar Aesopos' fabel van de sprinkhaan en de mier.
De volgende morgen sta ik ontzettend vroeg op voor een busrit voorbij groene heuvels, roodbruine rotsen, meren als fjorden, half overstroomde velden. Het weer is abominabel slecht en ik vrees wat voor de rest van de dag. Pas na meer dan drie uur worden de tickets gecontroleerd. Ongeloof maakt zich van me meester wanneer de controleur me zegt dat dit niet de juiste bus is. Niet de bus naar Delfi, maar wel naar een andere bestemming. Ik heb dus geen flauw idee waar ik me ergens in Griekenland bevind! Een Engels koppeltje heeft hetzelfde voor. We willen naar Delfi, maar zijn bijna tot Lamia gereden! Dezelfde richting gelukkig, maar toch... We zijn Delfi gewoon voorbij gereden, want deze bus had daar geen stop. Nochtans stonden we op hetzelfde perron en namen we een bus die op exact hetzelfde tijdstip is vertrokken. Achteraf blijkt dat er op dat perron twee bussen van verschillende maatschappijen vertrekken. Dit misverstand moet vaak voorkomen en men had ons hier op z'n minst voor kunnen behoeden. Een andere bus brengt ons naar Lamia en van daaruit kunnen we naar de toeristische site in Delfi, dat tegen onze aankomst gesloten zal zijn. Merde! We gaan een hele dag verliezen. Onze tweede bus brengt ons langs besneeuwde bergtoppen in dichte nevel gehuld. In Lamia moeten we onze situatie met handen en tanden uitleggen. Na bijna een uur hebben we een bus naar Amfissa, waar we weer zullen moeten wachten op een bus naar Delfi. Deze busrit is erg mooi en gaat door ver uitgestrekte velden, met aan de horizon blauwe bergen die stilaan van kleur veranderen door het plotseling mooie weer. We rijden hoog de bergen in, en het panorama is werkelijk om van te smullen. De besneeuwde toppen rond het bergdorpje Kastellia, met het schattige kerkje, zijn een streling voor het oog. Hier lijken we ver weg te zijn van de beschaving. Een charmant paadje leidt over een snel stromend bergriviertje. In Gravia zijn er zelfs enkele watervallen te bewonderen. Weer hoog het Parnassosgebergte in, langs de woeste Cephisus. Arenden cirkelen boven de sneeuwwitte rotsen. Amfissa, gebouwd op de bergflank, blinkt in het zwakke zonlicht. De bergrit duurde anderhalf uur. De Britten en ik nemen onze vierde bus, dat meteen naar Delfi rijdt, door sublieme berglandschappen, langs de Saronische Golf, het ene bergdorpje al pittoresker dan het andere, en bij elke bocht wordt een nieuw panorama voorgeschoteld. Cipressen, olijfbomen en bloeiende fruitboompjes maken de ervaring compleet. Geiten grazen los in de weiden. En dan... rijdt de bus Delfi binnen.
De monumentale ruïnes liggen te midden van al die pracht. De belangrijkste site, met de restanten van de wereldberoemde tempel van Apollo is gesloten, maar wel kunnen we de heuvel afdalen naar de grondvesten van de tempel van Athena en de bekende Tholon van Athena Pronaia, een cirkelvormige zuilentempel waarvan er zich nog drie karakteristiek tegen de achtergrond aftekenen. Niet bijzonder hoog maar wel majestueus, een laatste stuiptrekking van antieke glorie. Ook de overige ruïnes dwingen een vorm van verering af voor al die voorbije eeuwen. Ik pluk een olijf en steek die in m'n mond. Pffft! Niet het juiste seizoen! Het is gezellig warm, de omgeving is ronduit schitterend en we hebben eindelijk, na zeven lange uren onderweg zijn, Delfi bereikt. We hoeven geen orakel te raadplegen om te weten hoe we terug geraken. Verschillende oudjes die zich perfect in het Engels kunnen behelpen, weten ons te vertellen dat er nog één bus naar Athene is. Anders zitten we vast in dit provinciestadje. We maken nog een rustige, plezierige wandeling - tijd zat - en dineren in de authentieke tavere In Delphi. Om niets aan het toeval over te laten staan we 45 minuten op voorhand op de uitkijk voor De Laatste Bus, die vlak voor de taverne halt houdt. Mijn hart maakt een salto van vreugde en opluchting wanneer die eindelijk verschijnt. De bus raast als een bezetene door het donkere berglandschap. Drie uur later zijn we in Athene. Deze opmerkelijke en erg lange dag zal geen van ons drieën ooit vergeten!
Bij het uitgraven van het Atheense metronetwerk werden heel wat nieuwe ontdekkingen gedaan. Verschillende blootgelegde nederzettingen kan je zo tijdens het wachten op de metro bezoeken. In het Monastiriastation kunnen de metroreizigers een betrekkelijk groot stuk nederzetting uit de 8e eeuw v. Chr., de geometrische tijd, bewonderen. Best indrukwekkend. Ik stap uit aan halte Victoria en neem een bus naar de zuidelijk gelegen Kaap Sounion. De bus rijdt heel Athene door en passeert twee betogingen op weg naar Syntagma. Verschillende pleinen vertonen een niet onbelangrijke politieaanwezigheid en het Syntagmaplein zelf wordt erg goed gewaakt. Dan houdt de bus even halt aan de Poort van Hadrianus en de Tempel van de Olympische Zeus, waarvan nog enkele torenhoge Corinthische zuilen overblijven. De omvang van deze tempel moet gigantisch geweest zijn. Ik ga er straks of morgen beslist even langs.
De rit gaat verder langs het hemelsblauwe water van de Saronische Golf, met toeristische badplaatsjes, jachthavens en tavernes, en de obligate wuivende palmbomen. Aan de andere kant van de weg staat er op een gevel in grote letters: WAKE UP. Een onvrijwillige schreeuw. Prachtige baaien rollen langs de ramen voorbij. Steeds met dat heel blauwe water en de reuzen van de Peloponnesus aan de horizon. Kaap Sounion scheidt de Golf van de Egeïsche Zee. Lekker weertje hier op het meest zuidoostelijke punt van de provincie Attika. Meeuwen gieren boven de kliffen. Een arend speurt boven het dorpje. Het heiligdom van Poseidon, waarvan de meeste pilaren nog overeind staan, kijkt uit over de azuurblauwe zee. Volgens Homeros' bekende epos was het op deze plek dat koning Menelaos zijn vriend Phrontis begroef, op de terugweg van het met de grond gelijk gemaakte Troje. De tempel was een ontzagwekkend bouwwerk, want de gunst van Poseidon was nooit een slechte zaak alvorens uit te varen. Van de Athenatempels blijft niet meer zoveel over. Twee patrijzen zoeken voedsel in het zand. Witte golven wassen de voeten van de rots. Gisteren leek het lente, vandaag is het zomer!
Op de terugweg geraak ik in gesprek met een Pool uit Wroclaw. Back in Athens volg ik de weg langs de Nationale Tuin, met op m'n pad de overblijfselen van Romeinse thermen, een standbeeld van Lord Byron, de marmeren Poort van Hadrianus, de Tempel van de Olympische Zeus, het Zappio... Aan de Poort van Hadrianus zit een oude man tegen honden te praten. Hij vertelt me over zijn job in Saoedi-Arabië, lang geleden. Goede job, zegt hij, maar vreselijke plek. Geen alcohol, geen vrouwen.
Een bezoek aan het Panatheens Stadion, het enige marmeren stadion ter wereld, waar het grote Olympische succesverhaal begon, is een echte aanrader. Hier werden onder meer de Olympische Spelen van 1896 en 2004 georganiseerd. Door en speciale gang loop ik naar het stadion, in de voetsporen van zoveel Griekse en andere atleten, maar ook van gladiatoren, op weg naar een bloedbad. Het uitzicht bovenop dit indrukwekkende stadion is erg mooi. Langs het presidentiële paleis ga ik terug naar Syntagma. Twee parkieten bekvechten letterlijk om een groot stuk brood. Wanneer de ene de touwtje-trekwedstrijd wint, vliegt die naar een naburige boom, maar wordt al gauw achtervolgd door de verliezer, die op dezelfde tak neerstrijkt. Hierop vliegt deze weer weg, waardoor z'n achtervolger bijna wordt weg gekatapulteerd. Grappig om te zien. In Athene ben ik verslaafd geraakt aan cappuccino. Ik bestel er één op het Syntagmaplein en wacht op Helena en Alexandra. We wandelen door de gezellige Plakawijk en proberen de gekken die ons lastigvallen te negeren. In de James Joyce pub bestel ik Molly Bloom's sausage & mash, al waren niertjes à la Bloom nog gepaster geweest. De gedachtesprong naar de Egeïsche Zee en Poseidon is snel gemaakt. What a day. Mijn gesprek met de twee dames turns political again, maar we hebben het ook over reizen en België versus Griekenland. Zeer fijne laatste avond in een stad die niet voor Rome moet onderdoen en zelfs is te verkiezen boven veel andere Europese steden, toch vanuit een toeristisch oogpunt. De reputatie van Athene is niet zo best en dat is gedeeltelijk terecht. Ja, het is een vuile stad, maar dat zijn veel steden in Europa. Ja, het is er niet zo veilig, maar dat zijn weinig andere grootsteden wél. De meeste wijken - zelfs de armste - zijn trouwens geïnspireerder en charmanter dan willekeurige grijze buitenwijken van veel andere steden. Er valt zoveel schoonheid te ontdekken in Athene en het is een uitvalsbasis naar prachtige berg- en kuststreken. Ik neem afscheid van mijn bevallige gezelschap op het Syntagmaplein. Door de staking rijden er geen bussen meer en moet ik te voet naar Goudi. Gelukkig weet ik ongeveer de weg en regent het niet. Ik geniet van m'n laatste tocht door nachtelijk Athene. Morgen de laatste dag... Ik wou echt dat ik kon blijven.
Ik bezoek het Archeologisch Museum van Athene. Een must. Het bevat een indrukwekkende verzameling van Griekse kunst, van de prehistorie tot de Romeinse tijd, met als hoogtepunten de Kouroi, het beroemde standbeeld van Zeus of zijn broer Poseidon, en reusachtige beelden van mensen, goden, mythische wezens (waaronder de Minotaurus en Sirenen). De tentoongestelde objecten laten de interessante evolutie van de weergave van het menselijke lichaam zien. Een bediende vertelt me dat de helft van het museumpersoneel onlangs is ontslaan. Het is zo ver gekomen met Griekenland dat mensen zoals u, beste lezer, en ik uit vuilnis moeten eten. Zelf heb ik het niet gezien, maar het gebeurt. Gisteren was er weer een staking, maar er was veel te weinig volk aanwezig, hoewel er ontzettend veel werklozen zijn in Athene en de rest van Griekenland. Wanneer gaan we eindelijk wakker worden? De rechtse en centrum-rechtse partijen blijven blijven op de verkeerde problemen focussen, en extreem-rechts biedt voor velen een aantrekkelijk alternatief. De aandacht wordt op een efficiënte manier van de crisis afgeleid door het vormen van een Vijand. Daklozen, immigranten, Europa, alles is goed. Mocht Griekenland een belangrijke Waalse populatie hebben, ook zij zouden worden geviseerd. Want dat komt ervan. Ik kan er niets aan doen. Griekenland is geen geïsoleerd geval. Ik moet voortdurend aan ons eigen land denken en de door bepaalde partijen opgedrongen polarisering, die het land stilaan in twee zaagt.
Ik ga nog het voormalige Klooster van Dafni aan de rand van de stad bezichtigen, maar het is door onderhoudswerken gesloten. Terug naar het centrum, waar ik me nog even neerplof op het Monastirakiplein, niet ver van de oude moskee en de ruïnes van Hadrianus' bibliotheek. Ik kijk recht naar de Acropolis. Gipsymuziek masseert mijn trommelvliezen. Ik ga deze stad van antieke schimmen en beroofde burgers missen, deze stad, ooit zo verheven, nu tot aan de kin in het water*. En bezorgd over de toekomst van een half vertrouwde stad, zeg ik: Kzie A gère!


*Profetische beeldspraak, want nog geen 24 uur later was Athene onderhevig aan ernstige overstromingen.

vrijdag 22 februari 2013

Athene 16-21 februari, deel 1

Αθήνα, part 1...

Another Athens shall arise,
And to remoter time
Bequeath, like sunset to the skies,
The splendor of its prime;
And leave, if naught so bright may live,
All earth can take or Heaven can give.
(Percy Bysshe Shelley, "A New World")
Elk Atheens avontuur zou op Syntagma moeten beginnen. Ik heb er met Helena - hoe Grieks - afgesproken. Tien seconden op dit zeer gezellige plein en ik herken haar al. Wat een toeval. Ze wacht nog op haar vriendin Alexandra. Het is haast niet te geloven dat het op dit plein was dat Dimitris Christoulas zich minder dan een jaar geleden een kogel door het hoofd schoot en dat betoging na betoging hardhandig door de politie in de kiem wordt gesmoord. Het neoclassicistische parlementsgebouw tekent zich streng en indrukwekkend boven het plein af. Aan de overkant van de straat paradeert de eregarde van de Evzonenwachters voor het Graf van de Onbekende Soldaat.Wanneer Alexandra aan de fontein arriveert, gaan we het gebouw van Public Multi Stores binnen, helemaal naar de drukke maar sfeervolle bar bovenin. We zetten ons op het terras en hebben een magnifiek zicht op het Plein van de Grondwet. Daar zit ik dan met twee 19-jarige Griekse vrouwen die erg op de hoogte zijn van de politieke en economische toestanden in Europa, de V.S. en het Midden-Oosten. We praten over al wat er mis gaat in Griekenland. Het loon van de Grieken - als ze nog het geluk hebben om hun job te hebben behouden - is tot 1/4 herleid, de besparingen zijn vernietigend, de crisis desastreus. We hebben het over de hypocriete Griekse politici, die geen deals met Zwitserland, Rusland en Japan kunnen sluiten, of ze worden door de CIA vervolgd. Sommige politici die de boel om zeep hebben geholpen, zijn ook gewoon plots verdwenen. Het domme volk stemt op uitersten. Zo is er natuurlijk de extreem-rechtse en gewelddadige partij Gouden Dageraad. We praten nog over het IMF, de banken, ja zelfs over mogelijke vrijmetselaarsloges die de wereld in de gaten houden. Deze meiden, en vooral Helena, zijn erg goed geïnformeerd. Plots horen we veel lawaai beneden. Een vreedzame Koerdische betoging begeeft zich naar het Syntagmaplein. Het wordt koud en we gaan binnen zitten, waar de discussie verder gaat. Die duurt bijna drie uur, waarna we de bar verlaten en ik de sleutel van een appartement in de Goudiwijk krijg.
Ik kuier nog wat door Athene, mijn eerste kennismaking! Eerst passeer ik langs het Hard Rock Café, waarna ik nog een wandeling in het nachtelijke Plaka maak. Ik wandel willekeurig door de wirwar van steegjes, trapjes en pleintjes, door de motregen. Het historische centrum van Athene is een pittoreske aaneenschakeling van souvenirswinkels, bars en terrasjes, waar bijna geen enkele auto is te bespeuren. Voor ik het weet, heb ik de Acropolis al half beklommen. De zijmuur is mooi verlicht, maar het wereldberoemde Parthenon laat zich nog niet zien. Ik draai me om en sta even versteld bij het zicht op de rotspiramide Lykavittos, die als een donkere onweerswolk, een Doemberg, een Etna boven de Griekse huizenzee uit torent. Ook deze rots zal ik beklimmen. Niet morgen, maar overmorgen. Vanavond zit er enkel nog een korte wandeling op terug naar het centrale plein, en dan met het openbaar vervoer naar Goudi. Op de bus geraak ik aan de praat met een jonge Griek die zijn gal spuwt over hoe de media en de overheid één pot nat zijn en hoe jongeren studeren maar geen werk vinden. Het zijn bikkelharde tijden voor dit ooit zo machtige land, de uitvinders van de democratie, de pioniers van de Westerse filosofie en cultuur. Het eens zo sterke Griekenland is een speelbal geworden van Europa en de V.S. En het is het volk dat daarvoor moet boeten. De verantwoordelijke politici en bankiers hebben het zinkende schip al lang verlaten.
Mijn eerste volledige dag in Athene begin ik in de Nationale Tuin, naast het parlement. Aanhoudende regen maakt de wandeling in de met mooie Zuid-Europese planten versierde tuin een kletsnatte ervaring. Vandaag zal ik de voornaamste Griekse en Romeinse ruïnes bezoeken. Eerst moet ik weer door de gezellige en toeristische Plakabuurt. Ik herken enkele plekjes van de avond voordien. Afdakjes bieden me slechts tijdelijke beschutting tegen de regen maar de plekjes worden wel dankbaar gebruikt door daklozen, die worden gewekt door de ochtendmis die door luidsprekers schalt. Op het Mitropoleosplein staat de Mitropolis, de belangrijkste kerk van Athene en tevens bisschopskerk, bijna integraal aan verbouwingswerken overgeleverd. In het kapelletje ernaast woon ik kort een orthodoxe mis bij. Een opmerkelijke ervaring. Met zijn lange witte baard heeft de priester iets van een profeet uit bijbelse tijden. Verder nu richting Acropolis. Ik passeer het mooie Ekaterinikerkje omgeven door Dorische zuilen en andere restanten en het opmerkelijke Lysikratesmonument. Niet ver van het Eteriasplein stuit ik op een bekende kledingzaak. Dimitris Tsounatos, de oprichter van Remember is kunstenaar, dichter en designer en heeft alternatieve kledij ontworpen die zelfs door The Scorpions werd gedragen. De enthousiaste verkoper laat me enkele coole ontwerpen zien en ik blader in enkele fotoalbums die tonen dat beroemde sterren deze winkel hebben bezocht: Iron Maiden, Motörhead, Pearl Jam, Nick Cave, Vaya Con Dios... Buiten het winkeltje, in de gietende regen, toont hij me nog enkele kunstwerken van de hand van Dimitris.
Vanaf het gezellige Agorasplein doemen de Griekse en Romeinse monumenten op. Zo zijn er naast een imposante moskee de ruïnes van de Bibliotheek van Hadrianus en de opvallende achthoekige Toren van de Winden. Hier beginnen de uitgestrekte velden vol antieke monumenten en hopen veredeld puin. Tussen de zuilen en brokstukken spelen zwerfhonden 'reisje rond de wereld'. Een van de tamme maar los lopende honden eet zelfs gras. Van hier heb ik een mooi zicht op de Acropolis, al kan ik het Parthenon nog steeds niet zien. De restanten van de Romeinse agora ademen een eeuwenoude trots uit. Ooit was dit een levendige ontmoetingsplaats, nu een etalage van vergane glorie. Cipressen en palmbomen maken het plaatje compleet. Dit alles doet me erg sterk aan de forums van Rome denken.
Ik ga verder en heb een mooi zicht op de nimfenheuvel, die ik in de late namiddag zal beklimmen. In een verbindingstraatje tussen de twee agoraruïnes is er een klein museum gewijd aan nationale trots Melina Mercouri, een zangeres, actrice en feministische politica uit de vorige eeuw. Op een scherm zie ik een video die taferelen uit haar leven afwisselt met een interview. De antieke Agora iets verder is adembenemend. Aan het schattige Apostolikerkje kan je de site betreden. Hier vind je enkele zeer belangrijke overblijfselen uit de Griekse Oudheid. Tempels, odeons, beelden, zuilen, altaars, huizen, steenwegen. Het terrein herbergt een fantastische collectie. Opmerkelijk is de tempel die gewijd was aan de godensmid Hephaistos. Het is de best bewaarde antieke tempel van Griekenland. Alle Dorische zuilen staan nog overeind. Het is een machtige tempel die meteen respect afdwingt.
De originele Stoa van Attalos bestaat niet meer, maar midden 20e eeuw werd wel een interessante kopie uit de grond gestampt, op de oorspronkelijke plek. Het imposante bouwwerk telt enorm veel zuilen en herbergt een museum boordevol knappe beeldhouwwerken - waaronder treffende borstbeelden - en de typische Griekse versierde vazen en maskers, beeldjes kleinoden. Scherven van vazen, waarin namen zijn gekrast, tonen het gebruik van ostracisme aan, je zou het schervendemocratie kunnen noemen. De politicus met de meeste scherven 'op zijn naam' kon zijn boeltje pakken. Scherven brengen dus niet altijd geluk.
Dit museum was nog maar een voorsmaakje. Het Acropolismuseum zal me pas echt met verstomming slaan. Maar nu is het hoog tijd dat ik dat beroemde plateau eens beklim. Het erg pittoreske steegje Odos Mnisikleous, met z'n populaire bars, brengt me de helling op. Zo beland ik in de opmerkelijke wijk Anafiotika, waar onnoemelijke kleine huisjes, dito kerkjes en schattige tuintjes langs een wit-blauw kronkelpad op me afkomen. Van in deze door straatkatten ingepalmde heuvelwijk, dat bijna een apart dorpje lijkt, is het zicht op de Lykavittos en de verre heuvels en bergen, erg mooi.
Iets verder bereik ik de zuidelijke helling van de Acropolis, die met verscheidene overblijfselen is bezaaid. De twee meest verbluffende zijn het Theater van Diosynus en het nog vrij intacte Odeon van Herodes Atticus. De trappen en weggetjes langsheen de archaïsche heiligdommen, fonteinen, stoa's, muren, theaters en tempels worden druk door toeristen en zwerfhonden bezocht. Verschillende trapjes leiden recht naar de drie wereldberoemde tempels: het petieterige Nike-tempeltje, het Erechtheion - met de bekende caryatiden, al zijn de huidige versies reconstructies - en natuurlijk het bekendste en meest tot de verbeelding sprekende monument van heel Griekenland: het ontzagwekkende Parthenon, zwaar in restauratie want de tempel verkeerd in niet zo'n goede staat. De versieringen die je nog steeds kan bewonderen zijn verbluffend. Al die details! Hoe heerlijk is het om op deze door de wind geteisterde tempelrots rond te hangen, en m'n ogen de kost te geven aan de beroemde, imposante monumenten en het uiteraard schitterende uitzicht over de hoofdstad en de verre omgeving. Vooral het theater en het odeon op de zuidelijke helling zijn zeer de moeite van op deze hoogte.
Na de Acropolis beklim ik nog de rots Areopagos, van waarop het zicht op de tempels bijzonder mooi is. De heuvelrug leidt me naar de autoluwe Apostolou Pavlou, een populaire wandelboulevard dat de wijken Thisio en Makrygianni met elkaar in verbinding brengt. Ik lunch in de Thisiowijk en volg daarna de straat tot aan het spiksplinternieuwe, hypermoderne Acropolismuseum, dat bovenop belangrijke opgravingswerken is gebouwd, als een vreemdsoortig ruimteschip, en de belangrijke kunstschatten die op de populaire heuvel werden gevonden, tentoonstelt. De verzameling is verbluffend. Het prettige is dat je als bezoeker tussen de vele beeldhouwwerken en Griekse vazen kan wandelen. De originele, door de tijd verminkte caryatiden van het Erechtheion staan er tegenover gigantische beelden van monsters, dieren, goden, halfgoden, helden, giganten, ga zo maar door. Zo is er een enorm beeld van een leeuwin - met manen weliswaar maar ook met onmiskenbare vrouwelijke tepels - die zich op een kalf stort. Een ander beeld toont dan weer de vergoddelijking van Herakles. Als een dolenthousiaste John Keats glijd ik van het ene beeld naar het andere. De Griekse cultuur, bakermat van die van het Westen, was een rijke cultuur, met voortreffelijke smaak. Op de bovenste verdieping wordt met de oorspronkelijke beelden - die vooral taferelen uit de Trojaanse Oorlog voorstellen - een simulatie van de fries van het Parthenon weergegeven. Het resultaat is bijzonder knap. Dit museum is zijn prijs meer dan waard.
Na al dat moois neem ik de metro naar Kerameikos. Ik volg de weg langs de voormalige gasfabriek, met vier monumentale schoorstenen, en bereik de archeologische site, achter de Agia Triada. De zon begint er eindelijk door te komen en de antieke overblijfselen schitteren in het herwonnen zonlicht. Ik passeer twee sobere synagogen en een holocaustmonument en stap Thisio weer binnen, deze keer vanuit het noorden. Aan de voetgangerstraat Ilia Poulopoulou en tegenover het metrostation liggen nat geregende hoopjes kleren her en der verspreid. Verschillende behoeftigen kijken of ze niets kunnen gebruiken. Ik volg weer de Apostolou Pavlou en sla rechtsaf naar de zeer mooie rood-wit gestreepte kerk Agia Marina. Een trap leidt me de nimfenheuvel op. Achter een grote telescoop is het puur genieten van een prachtig uitzicht over Athene, dat door de zon in een gouden antieke stad wordt getoverd. Ik ga op een steen zitten en blijf kijken naar de Acropolis, naar de Lykavittos, en weer terug. Dan sta ik op en vervolg ik m'n weg over de groene heuvel, tot aan de Pnyx, waar vroeger volksvergaderingen werden gehouden. Het zicht dat ik hier heb steekt dat van daarnet naar de kroon. Achter de Pnyx leiden stenen paadjes verder en verder de beboste heuvels in, langs verschillende antieke monumenten. Voorbij het merkwaardige kerkje van Dimitrios Loumbardiaris ligt het theater van Philopappos, dat helaas al is gesloten. Dan geniet ik maar van het spektakel van de zon, die laag aan de horizon staat en de havenstad Piraeus in lichterlaaie zet.
Ik daal af naar de Apostolou Pavlou en volg die tot in Thisio. De bars van de uitgaanssteeg Iraklidon zitten al bomvol. Het wordt donker. Jongeren drinken ouzo en wijn aan veel te kleine ronde tafeltjes, verwarmd door gloeiende kachels. Televisieschermen geven voetbal. James Woon galmt door de boxen. Aan de gasfabriek in de Gazibuurt sla ik een gezellig weggetje in dat me weer naar het metrostation brengt. Een 'dubbeldekfiets' haalt me in. Speciaal. Een bulldog rent op me af, een oranje balletje achterna. Ik heb enkel oog voor de verlichte tempels op de Acropolis. Magnifiek. Ik neem de metro naar Monastiraki en spreek er af met de Griekse dames Emma en Maro. Ze brengen me langs de spectaculair verlichte agora's naar de Odos Mnisikleous, dat gezellige trapsteegje dat naar Anafiotika leidt. We zetten ons op een druk bevolkt terrasje, naast een zwervershond, en drinken stomende chocomelk. Gezellig uitrusten en keuvelen na een zeer drukke toeristische dag.
Maandagmorgen. Te midden van de gezellige ochtenddrukte van het Omoniaplein koop ik een cappucino. De Grieken drinken warmen dranken uit een rietje en volg dan maar hun voorbeeld. Op het door duiven ingepalmde, Italiaans aandoende Platia Kotzias, tegenover het stadhuis, ga ik in de zon zitten. Duiven baden in de fontein, oudjes slenteren alle kanten uit, klaar voor een nieuwe dag. Een aangenaam plein in een wat armoedige maar karakteristieke buurt. Naast het stadhuis staat het bescheiden monument voor de laatste drachme, de vorige munteenheid van Griekenland. Iets verder in de Athinasstraat stuit ik op de Kentriki Agora, te midden van drukke kraampjes. De markthallen vormen een ware vleestempel, waarin tientallen slagers in witte, besmeurde jassen om het luidst roepen, tussen opgehangen karkassen van kippen, konijnen, lammetjes, druipend van het bloed, en regelmatig hun slagersmes neerploffen in een grote homp vlees. De geur van dode dieren doordringt je neusgaten en vullen je maag met ofwel honger ofwel walging. Een nachtmerrie voor de vegetariërs onder ons, want vlees pleegt hier een aanslag op elke zintuig. Ironisch genoeg is vandaag de enige dag op m'n reis dat ik zonder vlees doorkom. Ik zal na donderdag wel meer aandacht aan Dagen Zonder Vlees spenderen. De Emborikabuurt is heel gezellig, iedereen is druk in de weer! Er is wel een keerzijde. Voor de dolle pret die carnavalswinkels uitstralen, smeken bedelaars met kinderen op de schoot om een beetje geld. In het stenen Kyriakikerkje observeer ik hoe een handvol oudere mensen hun orthodoxe geloof belijden. Ze branden een kaarsje en doen hun ronde langs de rijkelijk versierde wanden. Bij bijna elk heilige plaatje maken ze driemaal een kruisteken, prevelen ze enkele woorden, waarbij de afbeeldingen vaak zelfs worden gekust. Aandoenlijk om te zien. In de grotere Agios Theodori doe ik hetzelfde. Eerst moet ik weer voorbij de carnavalswinkel. De man met het kind knikt me dankbaar toe wanneer ik hem iets toestop. In de Odos Evripidou ligt een man op een stenen bank, zijn mond half bedekt met een sigaret. Vele voorbijgangers blijven even kijken. Mijn hart slaat een slag over wanneer ik na tien seconden nog geen teken van leven zie. Een zachte beweging van de onderlip stelt mij en andere omstaanders gerust en we zetten onze weg verder. Verschillende pleinen en straten in de 19e- en 20e-eeuwse wijk Kolonaki brengen me steeds dichter bij het hoogtepunt van mijn dag: de rots Lykavittos.
In de El. Venizeloustraat biedt de tuin achter Heinrich Schliemanns muzenhuis me een oase van rust in het gezelschap van sfinxen, nu ja, straatkatten eigenlijk. Deze archeoloog liet de poort van zijn palazzo versieren met lieflijke sfinxen en swastika's. En laat ik over dat laatste geen enkele flauwe toespeling horen. Iets verder staat de Atheense kathedraal. Schitterend en vertrouwd katholiek interieur. Verderop ligt een van de mooiste pleinen van Athene: het neoclassicistische Pl. K. Palamak. De universiteit, academie en bibliotheek doen sterk aan de Acropolistempels denken. Plato en Socrates bewaken de ingang van de academie. Pallas Athena torent van op haar zuil boven het plein uit. Honden zoeken schaduw onder palmbomen en sinaasappelbomen. De graffiti op de muren van de academie waarschuwt ervoor dat fascisme geen oplossing voor de uitwassen van het kapitalistische systeem kan bieden. Rode letters roepen op tot solidariteit met de migranten. Een viool biedt troost tegen deze harde tijden. Achter de Ionische zuilen van het fraaie universiteitsgebouw laat ik m'n ogen langs de kleurrijke schilderingen glijden. Uilen, sfinxen en griffioenen bevolken de daken. Minstens honderd duiven verzamelen zich op een plek van 5m2 voor een beetje voedsel en stuiven daarna uit elkaar als ballen aan het begin van een biljartspel. Bloedmooie Griekse modellen poseren in klassieke Griekse gewaden op de met griffioenen versierde bibliotheekstrappen. Een brassband zet een vrolijk, bombastisch lied in. Ik ga even de bib vanbinnen bewonderen. Daarna verlaat ik het plein in de richting van de Lykavittos, dat als een onafwendbare lotsbestemming hangt voor het theaterplein, waar duiven onder wuivende palmbomen hun hygiëne verzorgen in de fontein.
Enkele blokken verder biedt de sublieme Agios Dionysios een prentenboek aan fresco's. Hier kan je uren langs de bonte bijbelse taferelen, marmeren zuilen, en gouden en houten versieringen wandelen. Je geraakt niet uitgekeken. Vooral de gedetailleerde en van tekst voorziene kruisigingsfresco achter de ingang is de moeite. Van in de koepel kijkt Jezus, omringd door engelen, me streng aan, het hand op de Bijbel. Verder in de Skoufa duikt het drukke Kolonakiplein op, niet ver gelegen van de Nationale Tuin, waar ik de dag voordien mijn tocht begon.
Op de trapjes die via met fraaie flora begroeide rotshelling naar boven klimmen, krijg ik een spontaan lentegevoel. Katten sluipen als tijgers door het oerwoud. Het zicht op de Acropolis, de zee en de Corinthische bergen is fe-no-me-naal. Hier zie je ook pas hoe uitgestrekt Groot-Athene is! Samen met een veertiger en een zeventiger beklim ik het laatste stuk. Het zijn twee Grieken, maar ze wonen nu in Montreal. De veertiger wijst naar een havik, die in een spiraal van warme lucht steeds hoger zweeft. Hij moet voortdurend zijn enthousiaste metgezel in toom houden. "Slow, George, slow! Take it easy, we have all the time. Don't knock yourself out." De witte kapel die op de top prijkt, is gewijd aan de vrome naamgenoot van de man, de heilige Georgius. De klokkentoren is besmeurd met lelijke graffiti. In de verte ligt het Lycabettustheater. Het Sint-Joriskapelletje is van binnen magnifiek beschilderd, op de typische orthodoxe wijze. Verschillende afbeeldingen van de drakendoder worden vroom gekust.De oude man die toezicht houdt, slokt zijn lunch naar binnen. En dan weer aan het werk. Ondertussen brandt George een kaarsje.
Weer buiten reikt mijn blik tot Piraeus, een ver vooruitzicht op wat er volgt. Daar sta ik één uur later. En dat en de overige dagen van mijn trip, kan je in deel twee van dit verslag lezen.


Beetje eng nieuws ook vandaag. Slechts enkele uren na mijn vertrek uit Athene is het erg hard beginnen regenen en is er meer water gevallen op één nacht dan normaal in de maand februari - hun ergste maand - valt. Daardoor zijn verschillende rivieren buiten hun oevers getreden, wat voor rampzalige overstromingen heeft gezorgd. Straten zijn beken geworden. Verschillende mensen zaten vast en moesten uit benarde situaties gered worden, en één jonge vrouw is omgekomen. De stroomvoorziening is uitgevallen en het metrosysteem ligt plat. Ik mag niet denken aan al die daklozen, die nu nog meer lijden dan voordien. De foto's zijn hallucinant. Ik ben heel blij dat ik hier net aan ben ontsnapt...
Bron: De Standaard

donderdag 21 februari 2013

Athene, verteerd door de crisis, verscheurd door extremen

Enkele foto's van de huidige sfeer in Athene. Hiermee wil ik zeker niet laten zien hoe achterop gesteld Griekenland is of beweren dat zulke foto's enkel in Griekenland kunnen worden genomen. Even schrijnende taferelen zijn in Italië, Portugal, Spanje en stilaan ook bij ons te zien. De foto's tonen ook de huidige politieke  verdeeldheid, en ook vele straathonden, die sowieso, ook al voor de crisis, een fenomeen waren in Griekenland. Het zijn de taferelen die niet op de foto's staan, die het ergst zijn. Maar uit respect heb ik nooit expliciete foto's van daklozen of bedelaars genomen. Ook van de vreedzame Koerdische opmars heb ik geen beeldmateriaal.
 Het Syntagmaplein is al meer dan een jaar het mikpunt van betogingen en conflicten. In het voorjaar van 2012 pleegde Dimitris Christoulas er zelfmoord en liet hij een brief na aan de Griekse jongeren, waarin hij oproept tot revolutie. De kapitalistische waanzin is te ver doorgedreven. En dit is het resultaat.
 Een zwerfhond krijgt aandacht van een voorbijgangster.
 Syntagmaplein.
 Zondagmorgen. Nabij dit kapelletje in de Plaka worden verschillende daklozen gewekt door de mis, die door luidsprekers wordt uitgezonden. Vele daklozen maken dankbaar gebruik van de grote afdaken, als beschutting tegen de regen.
 In de stad waar ooit de eerste vorm van democratie is uitgevonden, is er niet zoveel sprake meer van.
 Thisio metrostation. Atheners kijken tussen natgeregende hoopjes kleren of er iets bruikbaars tussen zit.
 Er zijn veel straathonden en -katten in de Griekse hoofdstad. Zicht op Acropolis.
 Bedelaars palmen de ingangen van de kerken in. Agios Theodori in Trigono.
 Politieke boodschappen op de muur van de neoclassicistische academie.
 Politieke boodschappen op de muur van de neoclassicistische academie.
 Socrates denkt er het zijne van.
 Zwerfkat op de Lykavittoshelling.
 Lelijke, vervallen Pl. Karaïskaki in havenstad Pirraeus, waar buitenlanders valse Rolexen proberen te verkopen.
 Graffiti op het Syntagmaplein. Het opkomende fascisme wordt door veel jongeren niet getolereerd, maar steeds meer mensen hebben er begrip en zelfs sympathie voor.
 Betoging Syriza. Staking 20 februari 2013.
 Een van de vele politieke 'cartoons' op de muren van de Nationale Tuin.
 Spandoeken aan de Technische Hogeschool.
 Zwaar beklad standbeeld naast de Technische Hogeschool.
Duiven voederen of een uiltje knappen op het Monastirakiplein.


Een uitgebreid verslag over m'n reis naar Griekenland en over wat ik er heb gezien en gehoord, volgt dit weekend nog! Stay tuned!

zaterdag 16 februari 2013

Top 10 jaren '90

Ook ik was deze week even gebeten door de nostalgische jaren '90-microbe. Hieronder mijn persoonlijke top 10 van beste nummers uit de jaren '90, één song per band, anders staat dat hier binnen de kortste keren weer vol The Cure en Radiohead.


1.       Sigur Rós – Staralfur
2.       The Cure – From the Edge of the Deep Green Sea
3.       Radiohead – Street Spirit
4.       Muse – Showbiz
5.       Iron Maiden – Blood Brothers
6.       Pearl Jam – Black
7.       Depeche Mode – Walking in My Shoes
8.       R.E.M. – Leave
9.       Nirvana – Aneurysm
10.   Suede – Europe Is Our Playground


zondag 10 februari 2013

Monthly singles chart

The heavy grunge of Alice In Chains is this month's number one single! You can find its great video below.

1 Alice In Chains - Hollow
2 Mono - Legend
3 O.Children - Chimera
4 Depeche Mode - Heaven
5 Aerosmith - Street Jesus
6 Yeasayer - Reagan's Skeleton
7 Retribution Gospel Choir feat Nels Cline - 7
8 Muse - Supremacy
9 John Grant - Pale Green Ghosts
10 Nabil Khazzaka - The Moorlough Shore
11 M83 - Wait
12 Animal Collective - Applesauce
13 Nick Cave & The Bad Seeds - We No Who U R
14 The Irrepressibles - Two Men In Love
15 Everything Everything - Kemosabe
16 Villagers - Nothing Arrived
17 Deftones - Tempest
18 Absynthe Minded - End of the Line
19 Great Mountain Fire - It's Alright
20 Grizzly Bear - Gun-Shy
21 Uni_form - 1984
22 Creature With the Atom Brain feat Mark Lanegan & Alain Johannes - Black Rider Run
23 The Strokes - One Way Trigger
24 Wild Cub - Thunder Clatter
25 Meuris - 1974
26 Borko - Born To Be Free
27 eels - New Alphabet
28 David Bowie - Where Are We Now?
29 Foxygen - Shuggie
30 Villagers - The Waves


zaterdag 9 februari 2013

In het spoor van Boon: De Kapellekensbaan

IN HET SPOOR VAN BOON:
DE KAPELLEKENSBAAN


DE TENBOONSTELLING
In november 2012 bezocht ik samen met andere ua-alumni, boonkenner en docent literatuur van de moderniteit kris humbeeck, en jo boon de spectaculaire tentoonstelling 'villa isengrimus' in het letterenhuis in antwerpen. Het was de laatste dag van de tentoonstelling, die een jaar had gelopen. Van de grijze arbeiderswereld van fabrieksstad chipka wandelden we langs lithos en manuscripten, oude fotos en videofragmenten, en dus door het leven van louis paul boon, zijn villa binnen. Die villa die hij in erembodegem had, is er nu niet meer, maar onder meer de verandadeuren konden nog worden gerecupereerd. De tentoonstelling eindigde aan boons massieve schrijftafel, waar je nog sporen van gemorste inkt op kon terugvinden. Aan het einde van de rit, en dus met veel meer kennis over deze grote schrijver in het achterhoofd opgeslagen, moesten de bezoekers uitmaken of boon een reinaert dan wel een isengrimus is naar het einde van zijn leven toe, een sluwe vos die overal mee weg komt en de wereld te slim af is, of een bange, bedrogen wolf die steeds het deksel op zijn neus krijgt. Zelf worstelde boon met deze gedachte, net zoals de geëngageerde dagbladschrijver johan janssens in de kapellekensbaan. Heeft hij de wereld kunnen behoeden voor het vlijmscherpe materialisme en afstompende decadentisme, voor het suïcidale geloof in de Vooruitgang, die ons in een eenmalige, langdurige rit in een helse machine regelrecht naar de afgrond brengt?

DE KAPELLEKENSBAAN
Na deze boeiende tentoonstelling, een lang en inspirerend gesprek met de sympathieke jo boon - enig kind van de emminente schrijver - en het lezen van diens meesterwerk de kapellekensbaan, heb ik honger naar meer. In het carnavalsweekend van 2013 trek ik naar erembodegem, waar boon is opgegroeid en vanaf 1953 weer heeft gewoond. Ik wil er even in de romanwereld van ondineke bosmans ronddwalen, gelijkaardig aan wat ik wel eens in parijs doe, in het spoor van franse schrijvers. De stoptrein uit brussel dommelt verder, langs ternat, voorbij denderleeuw, tot in aalst. Ik stap af in erembodegem. Het is mooi weer in het rustige, met confetti besneeuwde dorpje.Van het station is het niet ver naar het centrum, waar je aan het begin van de ter-murenlaan, de kerk van erembodegem en een oorlogsmonument vindt. Achter de kerk kabbelt de slaperige dender. Als je de brug oversteekt en de naar boven hellende hogeweg volgt, vind je op nr 74 een bakkerij die als speciale literaire lekkernij het ondineke verkoopt, een praline op maat van de kapellekensbaan gemaakt. Jammer genoeg voor mij is de bakkerij gesloten wanneer ik de top van de heuvel bereik. Ik had anders wel eens van ondineke willen proeven. Zouden de eigenaars op skiverlof zijn of willen ze aan carnaval ontsnappen? Terug naar de ter-murenlaan dan maar. Al na enkele seconden stappen voorbij de kerk ontwaar ik in de verte de fabrieksschoorstenen van 'de labor' en, veel belangrijker, het beroemde kapelleke van de kapellekensbaan!
Je bereikt het door eerst onder de spoorweg tussen erembodegem en aalst te duiken en dan rechtdoor de kapellekensbaan te volgen. Ik zet me neer in de kapel en lees er het fragment DE MISDAAD. Ondine, zelfverklaarde koningin van ter-muren, het middelpunt van de wereld, breekt er het offerblok open en neemt het geld weg. Dan gaat ze "langs de lange muur van de dekenfabriek de labor" (Boon 34) naar de grote stad. Het is haar eerste kennismaking met aalst. Voor mij is het al de derde keer. De vervallen fabriek iets verderop zou trouwens een goede urbex-locatie zijn! Het ligt er verlaten bij en borden waarschuwen dat betreden op eigen risico is. Ondine zou er eens mee lachen.
De muur gaat verder, van rood naar grijs, langs het vrolijke stadspark, de stad van daens binnen. Op de hoek van de houtmarkt en de pontstraat loop ik een ambachtelijke winkel binnen die bijna enig in haar soort moet zijn. Ik koop er ambachtelijke negerinnenzoenen met speculoos, en de verkoopster raadt me een ondineke aan, gEEn praline deze keer, maar wel een bier van de brouwerij de glazen toren. Ik beloof dat ik het savonds zou komen ophalen. De winkel wordt trouwens al vier generaties door dezelfde familie uitgebaat. Wandel er zEker eens binnen als je aalst bezoekt, rond sinterklaas/sint-maarten of iets voor pasen bijvoorbeeld. Het aanbod aan chocolade lekkernijen is onweerstaanbaar! Iets verderop ligt het begijnhof, met daarachter de rokende fabriek, als een stinkend, verdorven monster dat in schril contrast staat met het lieflijke witte wijkje.

BOONTJE LEEFT VOORT
Boon leeft voort in deze slapende stad - als stilte voor de carnavalstorm - maar je moet even zoeken. In een antiek boekwinkeltje in de voldersstraat kan je nog heel wat eerste uitgaven van boons werken kopen. De vriendelijke uitbater laat me er enkele zien. De schrijver heeft trouwens erg veel geschreven, en moet ontzettend veel tijd achter zijn schrijftafel hebben besteed. De zeer productieve auteur van mieke maaikes obscene jeugd heeft een twintigtal romans geschreven, en daarnaast nog erg veel kortverhalen kronieken essays, noem maar op! De carnavalskoorts heeft de stad trouwens danig in haar ban. De geïllustreerde caféruiten laten de voil jeanetten op hun best zien, maar het voornaamste mikpunt van de typische cartoons is de n-va, en meer bepaald christoph dhaese, al moesten ook onder meer de gentenaren en joke schauvliege eraan geloven. Ik kuier door de stad, over het marktplein, waar het zicht op het belfort grotendeels wordt gehinderd door de kermis. Aalst bereidt zich rustig voor op hEt evenement van het jaar: carnaval. En dat is eraan te merken. Overal.

HET STAARTJE
De grote stad maakt ondine angstig. Ze is totaal het noorden kwijt. Met het gestolen geld koopt ze een pop, maar wat moet ze met de overschot van het geld aanvangen? Ze gooit het weg in de gracht langs de kapellekensbaan. Wanneer ze zich terug naar ter-muren begeeft, lijkt alles haar, in vergelijking met de stad, veel kleiner, veel trager, tot in het absurde. Wanneer haar broer valeer haar pop per ongeluk een oog uitsteekt, smijt de teleurgestelde ondine de pop stuk tegen de muur. Ze gaat terug naar de kapel, vol van schuldgevoel voor wat ze heeft gedaan. Net wanneer ze een verhaal wil verzinnen over het offerblok, komt een oude vrouw de kapel binnen en merkt ze wat er is gebeurd. Meteen gaat die rondbazuinen dat het offerblok is opengebroken, het geld is gestolen en dat iemand ondineke iets heeft aangedaan. Plots heeft iedereen medelijden met het arme kind en moet onze heldin een lukrake beschrijving geven, maar wanneer een aan lager wal geraakte meesterknecht blijkt te voldoen aan ondines verzonnen beschrijving, begint het verhaal een eigen leven te leiden, met alle gevolgen van dien. De koningin van ter-muren geraakt steeds meer uitgekeken op haar nog jonge leven in ter-muren, dat ze wil ontsnappen, terwijl ze steeds het deksel op de neus krijgt en van een kale reis terugkomt. De lat van haar ambities wordt steeds lager gelegd en uiteindelijk trouwt ze met de kunstenaar oscarke, maar ze wordt er niet gelukkiger van. Integendeel... Humbeeck & vanegeren spreken over een allegorie van de mislukking (396-397). De daarmee gepaarde frustratie is iets wat elke mens herkent, en dat is een van de redenen dat de roman misschien wel een van de meest belangrijke werken over onze tijd is. In dat opzicht is er nog steeds niets veranderd.

DE ANTIROMAN
Ik ga mijn dorst lessen in het estaminet de babbelaer en bestel een geuze boon, what else? Ik lees nog enkele passages in de kapellekensbaan. Deze antiroman wil, met een omweg naar het verleden, meer bepaald het einde van de 19e eeuw, iets in het heden aanklagen, maar dus op een onrechtstreekse, niet voor de hand liggende manier. Dat maakt de roman ook vrij moeilijk om te lezen. Maar moeilijk gaat ook. Boontjes 1ste illegale roman gaat over de opkomst en de neergang van het socialisme en het belang van de vakbonden, die historisch gezien natuurlijk sterk met aalst zijn verbonden. De roman is zeer fragmentarisch en bevat sterke meta-tekstuele elementen. Eigenlijk is ook het falen van de literatuur om de eigen tijd te bevatten, een direct thema in het boek, dat ons grote modernistische epos zou moeten zijn, maar enerzijds nog met de voeten in de naturalistische traditie van zola staat en anderzijds al veel verder reikt, als voorbode van het post-modernisme. Ik drink mijn boontje op, maar moet toch toegeven dat ik mort subite verkies. Voor ik mijn ondineke ga ophalen, slenter ik nog langs het pad tussen de dender en de spoorweg, voorbij de syral-fabriek, waar voorheen het eiland chipka was. Tijd om te gaan eten. Brussel misschien. Van al dat literaire gedoe heb ik honger gekregen. Maar ook honger naar meer louis paul boon. Naar meer ondineke en oscarke, naar zomer te ter-muren, het vervolg op de kapellekensbaan. Al is een iets luchtiger werk van een compleet andere schrijver als tussendoortje misschien niet zo'n slecht idee. De avond valt. Aalst is er helemaal klaar voor. Ik neem de bus naar brussel en verlaat de stad voor de feestbom losbarst.

Bronnen
Boon, Louis Paul. De Kapellekensbaan, 1953, Utrecht, Uitgeverij De Arbeiderspers, 2012.
Humbeeck, Kris & Vanegeren, Bart. "Nawoord: Een Onfatsoenlijk Boek", 1994, in Boon, Louis Paul. De Kapellekensbaan, 1953, Utrecht, Uitgeverij De Arbeiderspers, 2012.