zondag 2 oktober 2011

Als een Ballon - voorsmaakje

Ondertussen is mijn (eerste) roman alweer een halfjaar 'af' en een maand in de wachtrij bij de uitgeverij. De kans dat ze toehappen is natuurlijk klein, want zo gemakkelijk is dat jammer genoeg helemaal niet. Ook ben ik geen Paul Auster of John Banville, geen Jonathan Safran Foer en ook geen Aravind Adiga. Maar toch ben ik trots op m'n eerste creatie van de lange adem. Omdat er al veel mensen achter gevraagd hebben, kan ik jullie gerust stellen: ooit zullen jullie de roman kunnen lezen, ofwel - fingers crossed - in boekvorm, ofwel in een andere vorm. Hier is in elk geval al een passage eruit. Enjoy!



ALS EEN BALLON

There are moments when the past has a force so strong it seems one might be annihilated by it.
(John Banville, The Sea)

[...]

<<

Vergist hij zich nu of was dat al de derde bommelding op een jaar tijd? En altijd vals alarm, het begint komisch te worden. Nu ja, het moest maar eens echt zijn. Felix zakt wat achteruit in zijn fauteuil. Sanne heeft haar arm om zijn schouders geslagen en samen kijken ze naar het nieuws. Dit onverwachte lichamelijke contact doet Felix een beetje zweven. Als een ballon? Ach, hou op! Nee, Felix wordt er voelbaar kalmer door. Hij gaat dat goed doen. Nog een uurtje en de mensen die ’s avonds vroeg eten komen al af. Het zal druk worden in de Meereigen, en daar zal hij voor gezorgd hebben. Hij ziet Sanne graag. Dat weet hij. Dat voelt hij. Maar hij blijft verontrust door het feit dat hij al heel de dag aan Laura moet denken. Aan New York. Aan toen. Was dat beter? Nee, dat was… anders. Met meer passie. Was hij toen gelukkiger? Ja. Maar toen had hij nog geen zwaar verlies te verwerken. Hoe zou het tussen hem en Sanne gegaan zijn mocht Lien er nog zijn? Daar kan hij niet op antwoorden. Het probleem is dat hij gewoon te veel voor Laura heeft gevoeld om nu nog hetzelfde te voelen bij Sanne. Hij is te diep gegaan. Kan dat? Te diep? Te ver? Te veel? Te veel liefde koesteren voor iemand? Vóór Laura had hij daar nochtans weinig last van. Maar toen hij haar leerde kennen in New York… Toen is het fout gegaan. Of is fout wel het goede woord? Het was namelijk de gelukkigste periode uit zijn leven. Eerst had hij er veel moeite mee om Laura en Niels samen te zien. Maar aan hun lange relatie kwam een eind.
In de lente van 1997 kwam Laura erachter dat Niels haar bedroog met een jonge vrouw die twee verdiepingen hoger woonde. Ze was van Canada en heette Kathy. Ze betrapte hen doodeenvoudig omdat ze sinds kort, zonder dat Niels het wist, Kathy op de trap had leren kennen en een boek van Jane Austen van haar had geleend. Dat kwam ze nu terug brengen. Ze had toch twee uur niets te doen omdat één van haar lessen was afgelast. Toen ze aan de deur onmiskenbare geluiden hoorde, moest ze even giechelen. Blijkbaar was dit niet het juiste moment. Ze legde het boek daarom voor de deur en maakte net aanstalten naar de trap, toen ze duidelijk Niels’ stem kon uitmaken. Laura is altijd een passionele vrouw geweest. Vol vuur. Dat is iets wat Sanne toch een beetje ontbreekt. Op het podium staat ze in vuur en vlam, maar thuis is ze toch net iets meer de brave huisvrouw dan Felix zou willen. Het is dus typisch Laura om de deur, die trouwens niet eens op slot was, open te duwen, zich naar het bed te haasten en haar compleet verraste vrienden met Northanger Abbey te lijf te gaan. Na enkele seconden kon Kathy, die enkel nog haar roze sokken aanhad, naar de keuken vluchten en slaagde naakte Niels erin zijn kersverse ex in bedwang houden. Het zou hun laatste fysieke wapenfeit worden. Toen hij Laura eindelijk had kunnen overtuigen om hen alleen te laten, zonder ook maar van één woord van spijt te getuigen, kon Laura zich er toch niet van weerhouden om de rechterhelft van haar nieuwe paar botjes – die ze vorige week nog van hem had gekregen – niet al te zacht in zijn scrotum te placeren.
Dat was de laatste keer dat iemand van ons Niels had gezien. Op onverklaarbare wijze had hij de volgende dag zijn boeltje gepakt en was hij met Kathy naar de andere kant van Manhattan getrokken om daar nog voor zijn examens te blokken. Het is ongelofelijk dat niemand van ons hem die laatste maanden nog in New York tegen het lijf is gelopen. Voor mij was dit natuurlijk een mooie kans. Niet alleen was Laura nu weer beschikbaar, maar ook was mijn belangrijkste concurrent uitgeschakeld. Een week later was er nog steeds niet meer gebeurd dan wat oogcontact en enkele onmiskenbare flirterige blikken. Ik was ook niet echt de snelste in het verleiden van vrouwen, laat staan Laura. Ik besloot om het traag aan te pakken. Te traag. Op een avond, na een avondje zwaar drinken met Marie, Allen en diens neef Mark, had ik het bijna verprutst.
Felix staat met een luide geeuw recht, krabt wat aan het voor hem bereikbare rechterdeel van zijn rug, en gaat in de keuken wat frisdrank halen.
“Gij ook iets, schat? Nog een colaatje?”
“Nee, merci, ik zal me straks wel te goed doen aan de glühwein”, lacht Sanne. Ze voelt zich verstevigd. Niet door die cola natuurlijk, maar gewoon door het samen gezellig naar tv kijken. Tijdens Liefde en Leven leken ze eerst vreemden voor elkaar, maar vanaf dat hij erbij is komen zitten, zijn ze weer dichter naar mekaar gegroeid. Het was gezellig televisie kijken. Ook vanmorgen was ze zo lief voor Felix. Ze sprak hem moed in voor zijn drink en zo. En nu… Het was een fijne televisienamiddag. Tijdens het nieuws had Felix zelfs zijn arm rond haar schouder gelegd. Net zoals vroeger. Zou hij een volledig programma lang niet aan Laura hebben gedacht? “En dan vergeet ge de jenever nog”, zegt Felix met een grijns. Sanne glimlacht.
“Komt Bas niet naar huis?”, vraagt Felix.
“Nee, hij blijft bij Kobe eten. Rond acht uur komen Frank en Mathilde hem brengen. En dan is het meteen bed in natuurlijk.”
“Hij zal wel protesteren, met heel dien drink en al dat volk en zo.”
Weer een glimlach. “Hij had de keuze he, Felix.”
Felix opent de koelkast terwijl zijn gedachten weer richting Manhattan dwalen. Hoe ging die avond waar ik daarnet aan moest denken ook weer? Wat is er toen allemaal gebeurd? Hoe kon ik zo stom zijn?
Het grietje volgt me naar mijn appartement. Yves is met Michael naar Harlem en Niels woont hier toch niet meer. Waar de rest is, weet ik niet eens. Allen ging Mark en Marie nog iets laten zien. Waarschijnlijk slaapt Laura al in de kamer hiernaast. Die is niet mee gaan zuipen. De avond zou in elk geval heel anders zijn uitgedraaid. Ik wankel de trap op, val om de zoveel seconden. De treden dansen op en neer en een dichte gele mist verspreidt zich in de trappengang. Na twee minuten proberen lukt het me toch het sleutelgat te penetreren. Ik zoek het licht. Licht aan. Verblindend. Ik hou mijn handen voor het gezicht om mijn ogen te beschermen. De griet legt zich zonder wat te zeggen op de canapé. De kamer is een doek dat zachtjes door de wind wordt gestreeld. Wat is ze knap. Aan haar goed gebruinde benen lijkt geen eind te komen, hoewel ik dat einde liefst nog wil ontdekken voor ik in zwijm val van de alcohol.
Ik probeer haar te benaderen, maar struikel over het tafeltje, dat nog vol rommel van Michael ligt. Met een pijnlijke grijns op m’n gezicht probeer ik recht te komen. Dat lijkt niet te lukken. Kwaad sla ik de as van m’n kleren. Kan Michael zijn asbak nu nooit eens uitmesten? Honey, you’re too fucking drunk. Daar heeft ze een punt. Ze giechelt, hoewel ze ook een beetje bezorgd lijkt. Net of die trut zelf niet strontzat is. C’mere. I like this sofa. I’m starvin’. But first things first. Do you like butterflies? En niet enkel zat, heb ik indruk. Ik grijp de rand van de canapé vast, probeer me recht te trekken, maar val weer op de grond. Een val van misschien tien centimeter, maar voor mij lijkt het meters en meters en meters diep. Ik schreeuw. Kokhals. En ja. Omdat ik op m’n rug lig, krijg ik alles over me heen. Meer gegiechel. Het grietje trekt haar blouse uit en ondanks al de mist en het dansen van het meubilair en alles alles alles dat deze avond dreigt te vergallen, aanschouw ik de twee meest volmaakte borsten die je je maar kan voorstellen. Een zwarte bh. Langzaam schuift ze haar linkerhand naar haar rokje en beetje bij beetje trekt ze de onderkant van het al zeer korte rokje naar boven.
De wereld draait om me heen. De muren zingen. Overal is er gezoem. Mijn knieën doen pijn. Mijn baardje hangt vol met de inhoud van mijn maag en de smaak alleen al doet me bijna weer over m’n nek gaan. Maar ik blijf kijken. Gefascineerd. En blij. Oh, zo blij. Door mijn stomme glimlach brokkelt er nog iets van mijn onderlip af. Mijn glimlach wordt een grijns. Alsof ik niet besef waarom ze dit doet. Eens de sluier verwijderd, aanschouw ik eindelijk de sublieme waarheid. Na al deze beproevingen toont Isis eindelijk haar ware gelaat. En het is perfect. Het is gewoon perfect. Dit is gelukkig zijn. Dit is het ware geluk. Heb ik hiervoor zolang op Laura moeten wachten? Ik had dit veel eerder moeten doen. Wat kan Laura me nog meer bieden dan dit?
Niets, denk ik. Dit is het. Dit is gelukkig zijn. Alleen dit. Want verder gebeurt er niets. Verder dan deze seconde van geluk komt het niet. Niet omdat ik verlegen ben, of lui. Maar gewoon omdat ik vol hang met de restanten van mijn bami in biersaus. De kots verlamt me. Ik kan enkel nog staren, aanschouwen, vereren, met mijn mond wagenwijd open, volledig in trance. En de hele vertoning duurt geen minuten, maar uren, dagen, weken, jaren. Een eeuwigheid lig ik op mijn rug, te bidden voor al dat schoons. Wanneer ze ook nog haar bh uittrekt en haar volle borsten zich in de oogverblindende duisternis ontluiken, als twee perfecte waterlelies in een vijver dat wemelt van het leven, met salamanders, waterkevers, eenden, kikkers, een reiger, karpers en van die schrijvertjes – was het enkel bier en whisky vanavond? – wanneer ze haar borsten van hun tweeledig deksel ontdoet, en ik me probeer te ontwarren uit een psychedelisch kluwen van absurde metaforen, voel ik me plots als de uitverkorene. Dat ik dit mag aanschouwen! Ik! En ik ga zo op in mijn extatische ervaring, dat ik bijna bezwijk van pure gelukzaligheid. Haar stem maakt hier echter een abrupt einde aan. You’re so pathetic. You silly drunk. See what you’re missing. You’re gonna be sorry forever, man. You’ll never touch another glass because you’ll be afraid you’ll miss such an opportunity again. Ze is niet kwaad. Ze begint alleen luidkeels te lachen. Dan kleedt ze zich weer aan en een minuut later is ze verdwenen. Dat doet pijn. Toen haar bh haar borsten weer bedekten en het rokje weer naar beneden viel, was de betovering verbroken. Nu ben ik geen uitverkorene meer maar gewoon een strontzatte idioot in een plas braaksel. En nu lijkt het wel of er een vloek over me is uitgesproken.
Grappig genoeg ben ik het voorval snel vergeten. Twee weken later zie ik haar terug. In ons appartement nog wel. Nu met een witte blouse in plaats van de donkerblauwe en met een rokje dat zo mogelijk nog korter is. Net wanneer ik me afvraag wat ze hier in godsnaam weer komt doen, gaat de deur een tweede keer open. Yves. I see you already met Felix, baby. He’s a fellow student, also from Belgium. Felix, dit is Clarissa.” Clarissa. Zo heet ze dus. Ik zag haar nooit meer terug.
Tien minuten lang blijf ik nog zo liggen, bedolven onder Chinees eten dat er bijna even lekker uitziet als wanneer het nog niet twee maal de slokdarm is gepasseerd. Dan verzamel ik al mijn moed en kracht bijeen en sleep ik me naar de douche. Een lange lijdensweg voor ik weer min of meer proper ben. Eerst draai ik de koude kraan open. Te koud! Veel te koud!!!!!!! Ik gil, wankel en ga met m’n volle gewicht aan de warme kraan hangen. Een kokendhete straal water martelt mijn smerige lijf. Ik krijg de schrik van mijn leven, schreeuw moord en brand, laat de kraan los, realiseer me net op tijd dat ik geen houvast meer heb, grijp met beide handen naar de douchekop boven mij, weet die nog net aan het uiteinde te omklemmen en stort met douchekop, douchehouder, stukjes tegel en al de diepte in. Daar blijf ik verdwaasd liggen. Maar niet voor lang, want het kokende water spuit in het rond en raakt me op de meest gevoelige plaatsen. Gelukkig weet ik me recht te trekken aan het douchegordijn, maar ook die geeft mee, waardoor ik met een smak op de badkamertegels beland, veilig voor de hittestraal van de boosaardige douche, die nog steeds hevig te keer gaat.
Uiteindelijk lukt het me toch me fatsoenlijk af te drogen en mijn slaapkamer te bereiken, en net voor ik wil gaan slapen, zie ik Laura in het deurgat staan. De oergeluiden die uit de badkamer kwamen moeten haar hebben gewekt. We gaan op de canapé zitten en praten honderduit. Zo’n gesprek dat je je leven lang niet vergeet. Over de meest uiteenlopende zaken. Over Niels en hoe hij haar heeft bedrogen en waar hij en Kathy nu zouden zijn en of hij haar ook zou bedriegen en nog zoveel meer. Maar we praten vooral over elkaar. En dan gebeurt het. Zomaar. Plots. Opeens. De vonk slaat over.
En het was fantastisch. Onbeschrijflijk. En hier komt nu datgene waar ik me het meest voor schaam. Hoe goed ik me die keer met Clarissa nog herinner en hoe goed ik me de seks, die we nooit gehad hebben, waarschijnlijk nog zou herinneren, zo slecht kan ik me die eerste keer met Laura voor de geest halen, die nochtans diezelfde avond was, en in een iets nuchterdere toestand gezien de tijd die ondertussen was verstreken en de afwisselend ijskoude en moordend hete douche die ik heb moeten doorstaan. Ik weet er bijna niets meer van. Enkel dat het fantastisch was. En onbeschrijflijk. Die twee woorden moeten de lading dekken. Voor de rest niets.
Het was het begin van de mooiste periode uit mijn leven. Die lente, en vooral die zomer, van 1997. Het leek maar niet op te houden. Maar ophouden deed het wel. En achteraf gezien veel te snel. Hoe het precies eindigde, dat weet ik niet meer. Zo zie je maar, het begin en het einde ben ik vergeten, maar alles daartussen was goud waard. Alsof ik wil ontkennen dat het ooit geëindigd is. Alsof er geen grenzen waren. Alsof we in een soort van continuüm leefden. Zo gelukkig dat we waren. En dit zou allemaal geëindigd zijn omdat we contact verloren? Omdat we afstudeerden en terug naar België gingen? Zij ging nog in Londen iets studeren, en ik niet meer. Was dat zo onoverbrugbaar?
Hier heeft hij eigenlijk bijna nooit bij stil gestaan. Hij had gelukkiger kunnen zijn, veel gelukkiger, had hij voor zijn relatie met Laura gevochten. Of lag het niet aan hem? Heeft Laura zich subtiel van hem ontdaan? Maar hoe? En waarom? Biep. Biep. Biep. Felix heeft de deur van de koelkast te lang opengehouden. Snel neemt hij een blikje cola, sluit de deur en haast zich weer naar de woonkamer. Een dun straaltje bloed rolt traag over één van de colablikjes. Heeft hij weer staan nagelbijten?
In de woonkamer kijkt Sanne hem verbaasd aan. Haar gezicht één groot vraagteken. “Dat duurde nu zo lang? En wat is er, schat? Ge ziet lijkbleek.”

>>

Geen opmerkingen:

Een reactie posten