maandag 23 april 2018

Groeipijnen


Er kruipt een schaduw over mijn hart,
een vlokje ruis, een zeesponskluwen.
Het fluistert aanmoedigingen, dat mag ik hopen,
pompende ritmes voor op dodentocht.
Zet een klem op elk lapje huid van mij,
lepel mijn oksels uit,
breek een tand op de blanke pitten
in de wortels van mijn armen,

ontspin de zwarte waas
die rond mijn brein samenklit,
cortexeer mijn land, het is er dor,
je mag het hebben. Confabulaties
vormen geen betrouwbare onderdanen,
ook al zeggen ze van wel,
opvouwbaar evenmin,
maar altijd lachen geblazen.

Help me even aan wat anders denken
dan de reus die me optilde
en op m’n linkerkant kauwde.
Als hij had doorgebeten
zaten we hier niet zo
in onze lege wijsheid,
met de eelterige wetenschap
dat groei en goed nieuws
niet altijd samenhokken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten