dinsdag 3 maart 2015

Aantekeningen uit Al-Andalus

Enkele teksten die ik schreef tijdens mijn reis in Andalusië, die me enorm hard heeft geïnspireerd.

Eerst een lofzang op de Andalusische flamenco en de gitaarmeisjes uit de Trianawijk in het bijzonder: 


DUENDE (Flamencomeisje)

Je bakt je wensen in keramiek,
klinken voor klinker,
mijn trommelvlies een rode lap
voor je plosieven, die als stieren
me op hun horens willen nemen,
je klankspel een corrida.

Je akkoorden temmen de tango
in mijn buik en onderbuik,
kletteren als castagnetten
in mijn schedel van beton.

Zing de zon, de zomer in Sevilla,
extase in Granada, cadans in Cádiz.
Drink je málaga en laat
de noten dansen, kroongetuigen
van onze Spaanse romance.

Laat de flamenco in me dwalen,
zonder aarzelen noch dralen,
laat me in bodega's smachten,
aan de Mezquita op je wachten.

Pottenbakster uit Triana,
smeed je klanken met gitaren
en sluit me in je armen,
want ik slaap niet meer in bedden.
Teerbeminde Carmen,
slechts flamenco kan me redden.






PAELLA

Met onze laatste krachten
visten we voedsel uit de zee,
maakten een paella en
aten het bij kaarslicht.
Zo proefden we een luxe,
rolden ons galgenmaal
op onze tong naar binnen.

De zon maakte je een blondine,
de wind voegde tien jaar
toe aan je gezicht.
Je zegt dat het zo lijkt
of we samen oud werden.

Hoe lang zitten we hier al?
Je weet het niet. Ik zeg
morgen gaan we dood, 
en je knikt. Maar eerst
nog even smullen.


Het nachtleven op Plaza del Salvador in Sevilla inspireerde me tot de volgende tekst:


LEVENSLIJN

De maan grijnst door
sinaasappelbomen,
je Spaanse gelaat
in de spotlight.
Je zwarte haren
steeds soepel en sierlijk,
hoe dronken je
ook wordt vandaag.

Je vraagt twee cervezas
en rilt op je barkruk,
het is koud maar
je wil niet naar huis.
Nog één sigaret,
nog wat tapas en misschien 
nog een rondje of drie.

Je leest de levenslijn 
van je buur maar
ontcijfert slechts pijn
in zijn grote handen.
Voor we naar huis
beloof je hem vreugde,
in dosissen groot en gul.

Om de hoek van het plein,
onderweg naar ons bed,
pluk je een verdwaalde
traan van je wangen.
Het is laat en de nachten
zijn koud. Ook in Sevilla.




DE BOODSCHAP

We zaten en aten ons bord leeg,
de kruimels die braken we in twee.

Ja, we zaten en aten ons bord leeg,

de boodschapper at een bord mee.
Onze ogen doken in lege taloren,
en vorken prikten denkbeeldige kruimels.
De hond gromde, de klok bleef tikken,
maar niemand zo wijs dat
hij wijzers kon doorgronden,
om ze tot rechtsomkeert te dwingen,
tot vlak voor de boodschap verstomde
wat net nog zo vrolijk en ongedwongen.
Vader haalde de pan van het vuur
toen de deurbel onze eetlust
aan diggelen sloeg.
Kom en eet een bord mee.
En wat voor nieuws?
Uw zoon zei hij, mijn broer dacht ik.

We zaten en aten ons bord leeg,
de kruimels die braken we in twee.
Ja, we zaten en aten ons bord leeg,
de boodschapper at een bord mee.
We zaten en aten ons bord leeg,
maar nooit meer met René.


Ode aan de wijk Sacromonte in Granada:


SACROMONTE

Sacromonte, enclave in Granada,
een bestaan vol flamenco en wijn.
Mijn huis in wit en blauw,
een bekoorlijke vrouw.
Het Alhambra en zambra
voor dag en dauw.
Gracias, de nada,
de Sierra Nevada,
cuevas, agaven.
En 's avonds ons laven
aan Arabische thee, en
de habas, tapillas
gesmaakt in de maag
na een dag in de stad,
en de hond die eet mee.




Even terug in de tijd van Al-Andalus en de Almohaden, voor de katholieke koningen deze relatief tolerante oase voor kunst en wetenschap binnenvielen en de moslims genadeloos buiten trapten:

1492: GEEN GENADE IN GRANADA

Reiziger in het verre Granada,
witte stad vol grandeur en genade.
In het rijk van de Nasriden
voert een oosterse wind
cultuur en kennis mee,
om aan de donkerste eeuwen
wat kleur te doneren.
Médina Al Hamrá,
paleis van duizend dromen,
feest van muquarnas,
van alicatados.
Emirs en sultans,
harems, hamams,
mudejar en mihrab.
Drink thee met Almohaden
in het Alcaicería,
verlicht je duistere geest
in geschriften van de medersa.

De zon schrapt je zorgen,
het kost je geen duit.
Maar morgen knippert Karel
het oosterse licht uit.



Aangezien Morrissey's 'The Bullfighter Dies' de hele week in mijn hoofd speelde en ik het er maar niet uit kreeg, heb ik er maar een Nederlandstalige versie van gemaakt:


CORRIDA

Merde in Madrid
Griep in Gibraltar
Verloren in Barcelona
Plots verneem je het nieuws
en je juicht
hoera, hoera!
De stierenvechter sterft
Hoera, hoera!
De stierenvechter sterft
En niemand vindt dat erg
Nee, niemand vindt dat erg
want we willen allemaal
dat de stier wint.

Malaise in Malaga
Geen genade in Granada
Manco in Salamanca
Dan verneem je het nieuws
en je juicht
hoera, hoera!
De torero gaat eraan
Hoera, hoera!
De torero gaat eraan
Maar niemand laat een traan
Nee, niemand laat een traan
want we willen allemaal
dat de stier het haalt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten