Het is weer half februari en dat betekent tijd voor We Are O'pen! In vergelijking met vorige edities had Trix het dit jaar wat kleinschaliger gemaakt. Minder grote namen, minder tickets, en de Zaal werd niet als podium gebruikt. Toch stonden er heel wat straffe namen op de affiche.
Op vrijdag 10 februari mocht Humble Flirt openen, maar wij arriveerden toen de beloftevolle Bed Rugs hun intro op de Club loslieten. Deze band gaat al enkele jaren mee en stonden hier twee jaar geleden ook al, ongeveer even 'vroeg'. Maar nu hebben ze een Afrekeninghitje en kunnen ze dus meer volk lokken. Over het algemeen muziek die goed in elkaar zit en die zeker niet verveelt, al zijn het ook nog geen hoogvliegers. Het singletje "What Does It Mean" is natuurlijk erg leuk. Enige werkpunt is hun bindteksten. Seriously.
Dan Star Club West, de band die voor de naam van We Are O'pen heeft gezorgd. Eén van hun albums heeft net dezelfde naam, behalve het afkappingsteken dan. Star Club West speelde in de Bar, maar voor niet al te veel volk. Songs als het erg knappe "54" en het meezingertje "New Life", hun nieuwe single, kwamen best aardig over, maar ik had het gevoel dat ze op TrixTrax (nog steeds elke derde donderdag van de maand én gratis!) enkele jaren geleden veel sterker waren. Echt straf vond ik het deze keer niet, maar het blijft wel een hoogst interessante band van eigen bodem.
Vervolgens al de headliner van heel het weekend: ex-Rock Rally winnaars The Hickey Underworld. Het was uitkijken naar dit optreden, want ze hebben een nieuwe plaat klaar en die klinkt naar verluidt... anders. Nieuwe single "Whistling" klonk alvast lekker zwaar door de boxen. Ze gooien het met de nieuwe nummers inderdaad wat over een andere boeg. Veel langere, rustigere nummers met een opbouw om U tegen te zeggen, maar die toch nog even wennen zijn. Maar ik herinner me dat ik zes jaar geleden, toen ik The Hickey Underworld ook al regelmatig zag, ook aan hun sound moest wennen. De nieuwe songs klonken lichtjes psychedelisch en alles klopte, maar we moeten ze enkel nog wat gewoon geraken. Verder waren hitjes als "Mystery Bruise" en "Blonde Fire" natuurlijk weer een schot in de roos, of beter gezegd, een vuistslag in de maag. Dit optreden was gewoon weer retestrak.
Dan een andere band die al erg lang meegaat, de Antwerpse rock'n'rollband To the Bone. Hoe vaak heb ik hen vroeger niet live gezien? In bruine kroegen, kleine jeugdhuizen en op buurtfeestjes. Altijd (inderdaad: AL-TIJD!) zorgen deze drie heren, die er ondertussen ook nog een pianist hebben bijgenomen (u weet wel, het klassieke zenuwachtig klinkende 'vuile pianootje'), voor een rock'n'roll show om duimen en vingers bij af te likken. Hun songs zijn zo to the point, zo in the face, dat je niet anders kan dan volledig in hun muziek op te gaan. Daar komt dan nog eens bij dat de bandleden werkelijk het beste van zichzelf geven en echte podiumbeesten zijn. Hoog tijd dat deze band wat meer aandacht krijgt, want ik vind ze al jarenlang absolute top!
Dan terug naar de Club voor de met gitaren gebalde woede van Drums Are For Parades. Deze zware metalen klonken ook al zo vet tijdens Here We Are Now Entertain Us, het 'Nirvana-fest' dat twintig jaar Nevermind vierde. Wat een geschift feestje was dat toen. Nu was het niet anders. Het publiek hield duidelijk van hun mathrock in beton, hun georchestreerde waanzin. Vooral "The Law" klonk ontzettend cool. Wat een allesverpletterende song! Younes Faltakh, zanger van Hickey, kwam ook meezingen op één van de songs. Hell yeah! Drums Are For Parades kwam, zag en overwon!
Als laatste zag ik de Brooklynse artiest Chris Brakow, bekend van de Amerikaanse slowcoreband Codeine. Hij leek erg moeilijke met zeer toegankelijke muziek af te wisselen, maar dit was aan weinig mensen besteed. Ook wij gaven er na een kwartier de brui aan.
Dag twee leek ons op het eerste gezicht toch iets minder dan de zeer geslaagde eerste dag, vooral dan dankzij The Hickey Underworld, To the Bone en Drums Are For Parades. Deze avond waren er drie podiums in plaats van twee, en dus ook veel meer bands. Het werd dus kiezen.
Opener was Birds that Change Colour, maar jammer genoeg hebben we die moeten missen. Het was pas tijdens de straffe Bar-set van Rones dat we Trix kwamen binnenvallen. Het was wat wennen om ze in zo'n klein zaaltje te zien, want een vijftal jaar geleden zag ik deze industrial rockers nog op de Main Stage van Pukkelpop. Deze keer hadden ze er een saxofonist bijgenomen. Ook hadden ze twee (2!) drummers! Samen met de gitaren, de saxofoon en de keyboards zorgde dit voor een erg volle sound. Al meteen rake muziek op deze zaterdagavond!
Daarna het fenomeen Blaudzun, de Nederlandse indieband rond Johannes Sigmond. Zijn hartverwarmende muziek mag dan wel iets te vertrouwd klinken, aangezien er veel zulke bandjes zijn momenteel, het klinkt toch erg goed in de oren. Ze openden met "Flame On My Head", hun huidige single. Voor sommige nummers werden mandolines en ukelele's gebruikt. Très folk. Geen hoogvlieger, dit hebben we al zo vaak gehoord, maar niet onaardig. Erg mooi wanneer Johannes in zijn eentje een nummer speelde. Kwam heel goed over.
Dan was het kiezen voor ons. Little Trouble Kids speelden in de Bar en Ping Pong Tactics in de Foyer. Beide bands had ik al eens live gezien, en Ping Pong Tactics zijn me daar het best van bijgebleven. Aanvankelijk niet veel volk in de Foyer voor deze piepjonge rockers, maar dat beterde tijdens hun set. Heel erg goede muziek die wat zweeft tussen noiserock en post-punk. Nog voor de twee laatste songs ging ik terug naar de Bar om daar het ijzersterke duo Little Trouble Kids te zien. ADHD'ers op speed, superstrakke gitaar/synthmuziek, The Kills in versnelling. Erg leuk en hip en zo, maar niet voor langer dan drie nummers. Hoe vet het ook klonk, het leek allemaal wat op elkaar.
Vervolgens in de Club het eerder middelmatige Superlijm. Aangezien ik geen fan was van hun singletjes, was ik benieuwd hoe ze het er live van zouden afbrengen. Niet zo goed, zo bleek. Hoewel er zeker goede songs tussen zaten, bleef ik het wat platjes vinden, te gewoon. Radiovriendelijke indie die duidelijk in de lijn ligt van heel wat andere Vlaamse bandjes maar die er zeker niet bovenuit steekt. Wellicht is dit te wijten aan het gebrek aan weerhaken. Niet slecht, maar eerder te verwaarlozen.
De vermoeidheid begon toe te slaan en het was tijd om neer te zitten en me al dan niet te laten bekoren door de experimentele muziek van BRNS (spreek uit: Brains). Helemaal overtuigd was ik niet, hoewel het allemaal erg opwindend klonk. Waar Rones twee drums had, had BRNS... anderhalf drumstel. Erg ritmische muziek dus. Straffe shit.
De volgende band die in de Club speelde, was Maxon Blewitt, ondertussen ook al een begrip in de moeilijkere Belgische muziek. Een hoopje straffe muzikanten op een hoop gegooid en je hebt een zeer mooi resultaat. Knappe muziek, maar ook weer geen hoogtepunt.
De afsluiter van de Bar was de band rond superartiest Tijs Delbeke, een begaafd muzikant die ik ook al bij SOPHA, Tom Pintens en Kawada heb zien spelen, en die enkele jaren geleden sessiemuzikant bij dEUS was op Pukkelpop. Met zijn 'eigen' band Sir Yes Sir oogst hij ondertussen best wat populariteit. De muziek zit heel goed in elkaar en is vrij afwisselend, alleen ontbreekt er hier en daar nog een ingrediënt. Echt wild werd ik er niet van. Dit is een typisch Vlaams experimenteel bandje. Maar ik ga ze volgende keer dat ik ze op een festival tegenkom, zeker niet uit de weg.
Het leek wel of ik bijna de hele avond heb staan wachten, met hier en daar uitschieters. Wachten op de afsluiter van deze tweede en laatste We Are O'pen dag: Kapitan Korsakov. Dit is opmerkelijk. Ik heb deze grungeband van eigen bodem namelijk al erg veel aan het werk gezien, vooral het afgelopen jaar. En toch. Telkens opnieuw wordt het een zwaar noiserockfeestje en deze keer was allerminst een uitzondering. Openers zijn al meteen songs als "When We Were Hookers", "Christmas Abortion" en "Cancer". Inderdaad, deze nog relatief onbekende band heeft toch al een paar stevige meezingers. Het hoogtepunt van het beukende, rammende, schreeuwerige concert was toen de zanger met gitaar en al op een van mijn maten sprong. Ze speelden samen gitaar en vervolgens mocht de laatstgenoemde nog een halve minuut wat alleen doorrammen. Op het einde kwamen de traditionele afsluiter "Cozy Bleeders" - dat extreem vuile, allesverwoestende, eindeloos lange nummer - en de donkere 'ballad' "In the Shade of the Sun". Wat mogen we trots zijn op deze rockband, die duidelijk aan een opmars bezig is. Dat we ze nog heel vaak live mogen zien!
We Are O'pen, u was geslaagd, maar had mogelijk toch een mindere editie!
ADHD'ers worden net rustig op speed ;)
BeantwoordenVerwijderen