ARMENIË 13-26 september 2025
Deel 2: Kloosters en kloven
Op vrijdag verlaten we het zuiden voorgoed en trekken naar het noorden van het land. Na een stralende ochtend in waterstad Jermoek worden we op de voorlaatste dag van de zomer echter ook op regenweer getrakteerd. Onderweg bezoeken we een 14e-eeuwse karavanserai die op de Zijderoute lag. De stallen zijn nog steeds te bezichtigen. Blauwe bijeneters buitelen boven de bus. Raven waaien voorbij. Het middeleeuwse hotel is de laatste stop voor we via de duizelingwekkende Selimpas Gegharkunik binnenrijden, een streek die voor de helft wordt ingenomen door het uitgestrekte Sevanmeer. Op de oever van het meer ligt het stadje Noratus. Een eeuwenoude begraafplaats is bezaaid met honderden chatsjkars of kruisstenen, allemaal met unieke symbolen en patronen, waaronder eeuwigheidstekens. Net als de megalieten van Zorats Karer laat deze site een bevreemdende en mystieke indruk na. In zijn enthousiasme blijft Wilhelmus achter op de begraafplaats. Hasmik moet hem gaan zoeken terwijl wij in de bus wachten. Werkelijk een plek die je niet loslaat.
De bus rijdt verder langs het blauwe meer, de parel van Armenië, en tevens het op een na grootste bergmeer van de wereld. Vroeger lag het zoetwatermeer hoger maar de Sovjets hebben het kapot geïrrigeerd, waardoor het waterpeil kritiek is gedaald. Bij de lunch in Chkalovska drinken we duindoornsap, geneeskrachtig en een karakteristieke smaak. Aan de oever van het meer spot ik een hopvogel. De stad Sevan zelf maakt met haar homogene blokken een mistroostige indruk. De Sovjetsfeer blijft hier hardnekkig hangen. Op een schiereiland prijkt het Sevanklooster. In de aanzet van een onweer klimmen de moedigsten - of de dwaasten - onder ons naar de top van de kloosterheuvel. De ijskoude wind snijdt ons aan flarden. Twee fraaie kerken zijn versierd met uiterst gedetailleerde chatsjkars en andere orthodoxe ornamenten. De regen klettert naar beneden en ik vlucht de heuvel af, ga schuilen in een nostalgisch barretje met een halve liter Dilidzjanbier.
Dat is trouwens ineens onze volgende bestemming. De bus navigeert ons door de storm en we bereiken de stad Dilidzjan, net als Jermoek een kuuroord in Sovjettijden. Het ligt in Tavoesj, een streek die als dag en nacht verschilt met van Gegharkunik, maar in dit rotweer is daar weinig van te merken. We bereiken de stad door een moderne tunnel, de langste van het land, dwars door de Sevanpas. Het is even wat grimmig, met een haast pikzwarte lucht en een moeilijke helling, maar wanneer we het hotel bereiken, klaart het nog net voor de schemering weer op. Dili Town is een luxehotel met restaurant, spa en karaoke, en kijkt uit over besneeuwde bergtoppen. In het restaurant zorgt de Armeense popband Quattro voor een stevig feestje. Met een cognac in de hand veroveren we de dansvloer.
Hoog in de bergen is de eerste sneeuw gevallen. Het zomerse Jerevan ligt niet ver weg maar hier in de bergen rillen we in de ochtendkou. Vandaag verkennen we de provincie Tavoesj en het natuurschoon rond Dilidzjan, ook bekend als 'Armeens Zwitserland'. In de bossen zitten enkele interessante kloostercomplexen uit de middeleeuwen. Zo werd Haghartsin in de 12e eeuw voltooid. We bewonderen de chatsjkars en de ingenieuze architectuur van de refter. Een Madonna met Kind vertoont Aziatische gelaatstrekken. Het klooster ligt aan de onafgewerkte structuur van wat een kabelbaan moest worden. De gebouwen liggen mistroostig en onvoldaan in het woud. We rijden naar ons tweede klooster van vandaag, in Gosh, waar we de uitzonderlijke architectuur bekijken. Hier en daar herkennen we islamitische elementen in de kerken. Er hoorde ook een universiteit bij het klooster, waar al wandelend werd geleerd. Ook de toren van de voormalige bibliotheek is interessant. Hier verbrandden de Mongolen duizenden Armeense manuscripten. Onder kleurrijke tapijten verkopen stokoude vrouwtjes kruidenthee.
Ergens halverwege beide kloosters ligt het piepkleine Pazmeer, ideaal voor een late lunch. Prachtige regenboog op de terugweg naar Dilidzjan. In een 19e-eeuwse straat bezoeken we enkele werkplaatsen voor hout en keramiek. De stad bevat ook nog enkele opmerkelijke Sovjetmonumenten. In het hotel duiken we in de spa en tot slot in de bar. Met cocktails en cognac in de hand kijken we hoe een Armeense familie helemaal losgaat op de opzwepende muziek die de dj op ons afvuurt, al doen Shakira en Stromae het ook niet slecht.

Op de Armeense Nationale Feestdag en de eerste dag van de herfst reizen we naar Noord-Armenië. We rijd door de bergstreek Lori, passeren enkele Russische dorpen en stoppen in de Sovjetstad Vanadzor. In 1988 eiste een aardbeving hier tienduizenden levens. Hasmik koopt een hele voorraad fruit voor ons, die we in een stadsfontein gaan wassen. Met uitpuilende plastic zakken verkennen we het communistische stadscentrum en bekijken Sovjetbeelden en een gebeeldhouwde hamer en sikkel en berg Ararat, symbolen van communistisch Armenië. Meer naar het noorden in de Debetvallei liggen twee uitzonderlijke middeleeuwse kloosters op ons te wachten. Het gaat om grote complexen met bijgebouwen die als school, refter en bibliotheek fungeerden, en dan zijn er natuurlijk ook de vele chatsjkars. In een schitterend berglandschap zit het klooster van Haghpat, waar we de verbluffende architectuur en opmerkelijke fresco's bekijken. Het contrasteert enorm met de horrorsite van de verlaten mijnfabriek die een ecologische ramp heeft veroorzaakt. Halverwege de afstand is een kabelbaancabine in de lucht blijven hangen.
Het tweede klooster Sanahin ligt aan de andere kant van de kloof. De Armeense letters op de zuilen lijken een ondoordringbare waarheid te verkondigen. Enkele van de kruisstenen zijn versierd met swastika's. De religieuze zangen die worden afgespeeld brengen ons in serene sferen. De vloer bestaat louter uit grafstenen. Een raak memento mori. Een bezoek aan deze spirituele plek blijft nog lang nazinderen in de ziel. Iets verderop lopen een zeug en haar biggetjes over de grondvesten van een huis. Alsof de grote boze wolf net is gepasseerd. Een van de biggetjes wandelt net over de deur. Een kat zonder neus steekt de straat over. Onderweg naar Dzoraget zien we de grotten waar bij een invasie kostbare manuscripten werden verstopt. Het koper uit de mijnen van Lori werd gebruikt voor de constructie van het Vrijheidsbeeld. Het hotel, pittoresk gelegen op de oever van de snel stromende Debet, heeft wat een Twin Peaks-vibe. We eindigen de dag met Tufenkian-wijn en Ararat-cognac.
Op maandagochtend verlaten we het noorden en rijden terug naar de hoofdstad, met nog enkele interessante stops onderweg. Zo is er de Aragats, de hoogste berg van Armenië. Arenden en raven cirkelen rond de bergtoppen. Op de grens tussen Lori en Aragatsotn kijken we uit over de besneeuwde bergen. We passeren monumenten voor het christendom en het Armeense alfabet. Op de rand van een ravijn zit het klooster van Saghmosavank. In de verte tekent zich tussen de wolken de top van de berg Ararat af. Die hebben we een week lang niet gezien. Ook zien we Jerevan in de diepte liggen, voorbij het duizelingwekkende canyon. In de 13e-eeuwse kerk wordt net een huwelijk voltrokken. Wanneer het kersverse echtpaar de kerk verlaat, gooien familie en vrienden met bloemen.
Onze bus klimt de flank van de Aragats op tot aan het 11e-eeuwse Amberdfort, dat druk wordt gerenoveerd. Met een ongelooflijk zicht op Jerevan en de Ararat dalen we te voet af naar een pittoresk kerkje. Achter de Ararat zijn Turkse bergen zichtbaar, en dat is waar uiteindelijk Mesopotamië begon. In Agarak bezoeken we een archeologische site uit de Bronstijd. Hasmik toont ons de gaten waar sarcofagen werden gevonden en vertelt over de intrigerende gebruiken uit die tijd. In Osjakan ligt Mesrop Mashtots begraven, de ontwerper van het Armeense alfabet. Bovenop zijn graf werd een kerk gebouwd. In de tuin stelt elke chatsjkar een letter voor. Vredige sfeer in de late avondzon. We dineren bij een Armeens gezin, dat ons ontzettend hartelijk ontvangt. In een werkplaats zien we hoe de vrouwen lavash maken, het heerlijke luchtige brood waar we al meer dan een week van smullen. Het diner is overvloedig en overheerlijk. En zo rijden we in de avond Jerevan weer binnen. Een paar uur later slenter ik door de nacht. Het is bevreemdend om plots weer in de grote drukte van de Saryanstraat te zijn. En dat op maandagavond. Soldaten, punkers en alles ertussenin verkennen de kroegen van de Poesjkinstraat.
Net buiten Jerevan is nog heel wat te bezichtigen. In de ochtend rijden we naar Echmiatsin, het 'Vaticaan van Armenië', in de provincie Armavir. De zetel van de katholikos was onder de naam Vagharshapat ooit de hoofdstad. De stad telt enkele forse kerken, gebouwd op de plekken waar Armeense heiligen werden gemarteld en vermoord, zoals de heilige Hripsime. Ook hier vinden we in en rond de kerken unieke chatsjkars. Mayr Tachar betekent Moederkerk. Deze in de 15e eeuw herbouwde kathedraal bevat schitterende 17e-eeuwse fresco's en bijbelse schilderijen. Het is een absoluut meesterwerk. Het hele omvangrijke complex is voornamelijk opgetrokken uit tufsteen en men blijft religieuze gebouwen bijzetten. De toegangspoort wordt bewaakt door Gregorius en Tiridates IV. Van op dit spirituele oord hebben we zicht op zowel de Ararat als de Aragats en hun verse sneeuwlaagjes. De magnifieke basiliek van Zvartnots werd al in de 10e eeuw verwoest door een aardbeving. We bezoeken de zeer bezienswaardige ruïnes, met fraaie pillaren en met arenden versierde kapittelen, en verder een replica van een zonnewijzer (het origineel staat in het museumpje dat bij de site hoort). Heel bijzonder is de inscriptie van koning Russa II in spijkerschrift. Dat alles met de fotogenieke Ararat op de achtergrond. Zvartnots is een wonderlijke site boordevol geschiedenis.
Terug in Jerevan slenter ik over de drukke Vernissagemarkt, bezoek de enorme 21e-eeuwse kathedraal ter ere van Gregorius de Verlichter, en geniet van de gezellige drukte in het ringpark. Deze prettige groene oase, die enkele opmerkelijke fonteinen rijk is, voert me naar het noorden van het stadscentrum. Daar tref ik een oude boekenwinkel in openlucht aan. Deze ligt op een boogscheut van de heuvel waarop vroeger een gigantisch beeld van Jozef Stalin over Jerevan uitkeek, dat ondertussen werd vervangen door een uit de kluiten gewassen Moeder Armenië. In het Overwinningspark genieten Armeniërs van de namiddagzon en een kermis uit het Sovjettijdperk, met enkele moderne toevoegingen. Zo kan je Jurassic Park bezoeken, een attractie vol brullende dinosaurussen. Er is een reuzenrad en een kindertreintje. Dat laatste rijdt tot aan Moeder Armenië, die is omringd door raketten, straaljagers, tanks en artillerie. Hier is het plezier mogelijk bij gratie van defensie. Beetje bij beetje wordt Armenië uitgekleed en ontmanteld. Een streek hier, een enclave daar. De oorlog is niet voorbij. De dag wel. De septemberzon zakt weg achter de Ararat. De dag valt ook in West-Armenië, nu oostelijk Turkije. Zal Oost-Armenië haar eigenheid kunnen bewaren? Of offert de laffe internationale gemeenschap, kampioen in het wegkijken, Moeder Armenië op aan de malafide grootmachten die haar hebben omsingeld?
Ook de Cascade is wonderlijk bij valavond. Ik eindig de dag flanerend over de avenues. De volgende morgen daal ik af in de Hrazdankloof, passeer het gelijknamige voetbalstadion en beklim de heuvel naar het Genocidemonument, een beladen plek die de genocide van 1915 herdenkt. De schuin geplaatste stenen rondom de eeuwige vlam symboliseren de twaalf provincies die Armenië tijdens de Turkse veroveringsoorlog is kwijtgespeeld. De alomtegenwoordige Ararat, de Armeense heilige berg die nu in Turkije ligt, overal zichtbaar in Jerevan en de wijde omgeving, versterkt deze nationale pijn alleen maar. De 44 meter hoge zuil staat voor de hoop: ooit wordt Armenië weer één natie, met alle door de Turken en Azeri's gestolen provincies erbij. Ik hoop het van harte. De foto's en getuigenissen in het museum spreken trouwens voor zich. Wie nu nog de Armeense genocide ontkent, is zeer slecht geïnformeerd of van kwade wil. Wanneer ik de Armeense kinderen die op de muur verschijnen in de ogen kijk, zie ik ook de kinderen van Auschwitz, van Gaza, van Kosovo, van Oost-Congo, van Jemen. Holocaust na holocaust na holocaust. Gedoog een genocide en de volgende staat al klaar, aangemoedigd door het verpletterende stilzwijgen van de internationale gemeenschap.
Voorbij een indrukwekkende concertzaal, het Armeense Sportpaleis, steek ik via de Kievyanbrug de kloof weer over. De rest van de dag dwaal ik door de roze stad. Tussen het presidentieel paleis en het parlement ontdek ik het aangename Geliefdenpark. Ik neem de metro naar het stalinistische treinstation, waar ik aan de praat geraak met een Italiaanse vrouw die voor haar werk de trein naar Georgië neemt. Hier in het hart van het geïsoleerde Armenië lijkt het bijna een onmogelijke bestemming. Voor ik het historisch museum binnenstap, vind ik zowaar een ijs- en pizza-automaat. Misschien best elders lunchen. Het museum herbergt boeiende voorwerpen uit de rijke en dus ook tragische geschiedenis van het land. Ik bekijk petrogliefen, prehistorische begrafeniskarren, fallusstenen, allerhande versierde vazen, heidense beeldjes, inscripties in spijkerschrift, grensstenen van voor Christus, Romeinse mozaïeken en sieraden, allerhande munten verspreid via de Zijderoute, chatsjkars, de versierde deur van een 12e-eeuws klooster, geïllustreerde bijbels, de troon van Simeon I Yerevantsi enzovoort. Cocktail o'clock op het Aznavourplein, bij de dierenriemfontein. Op het Vrijheidsplein wordt een kostuumfilm opgenomen. Doorheen de dag kom ik de helft van de groep tegen op de avenues. Morgen zijn we nog een keer samen voor een laatste excursie.
Ten oosten van Jerevan ligt nog de provincie Kotajkh, die we op de laatste volledige dag van de reis bezoeken. In de buitenwijken passeren we het standbeeld van de profeet Haik, de stichter van Armenië, vertegenwoordigd door het sterrenbeeld Orion. In Voghjaberd stappen we uit voor een magnifiek zicht op de Ararat en in de diepte Jerevan. Heel veel toeristen kwamen op hetzelfde idee. In de mooie Azatkloof ligt het klooster van Geghard, gedeeltelijk uit de rots gehakt. In dit klooster werd lange tijd de heilige speer bewaard. Ook is er een bron met geneeskrachtig water. De kerk is versierd met geketende leeuwen, een gevecht tussen leeuw en stier, een arend di emet een ram wegvliegt, en enkele levensbomen en levensbloemen. Een spirituele plek met zoveel symbolische lagen. In een grotkerk met wonderlijke akoestiek zingt het vierkoppige koor Garni voor ons. Een moment van onversneden sereniteit. De tempel in Garni werd in de 1e eeuw opgericht om de god Mithras te vereren, maar werd in de 17e eeuw gevloerd door een aardbeving, en door de Sovjets waarheidsgetrouw heropgebouwd. Binnen in het Armeens-Romeinse heiligdom bespeelt een muzikant zijn doedoek, een Armeense fluit gemaakt uit abrikozenhout. De overblijfselen van een badhuis herbergen nog een kleurrijk mozaïek.
In een weelderige tuin met waterval zetten we ons aan een lange tafel om nog een laatste keer allemaal samen te lunchen. Ik improviseer een speech en we bedanken gids en chauffeur en overladen hen met chocolade en bloemen. Een ontroerend moment. Na de lunch dalen we af in een onwaarschijnlijk knappe kloof. Gigantische rotsen van gecrystaliseerde lavasteen vormen er een wilde symfonie van basalt, een kubistisch spijkerbed, een versteende vloedgolf die ons nooit zal overspoelen, het meesterwerk van orgelmaakster Moeder Natuur. De reis was al onvergetelijk, maar het hoogtepunt werd duidelijk voor het laatst bewaard. 'Symphony Of Stones' is het meest spectaculaire kunstwerk van Armenië. Via stoffige wegen rijden we terug naar Jerevan en genieten nog een laatste keer van de Midden-Oosters aandoende landschappen van Armenië. Dit gastvrije land heeft ons zoveel gegeven. Toen de Ark van Noach op de top van de Ararat strandde, kreeg de mensheid een tweede kans. Op dit kritieke moment in de geschiedenis zouden we net een stap terug moeten zetten, de wereld re-setten, en goed beseffen: we hebben enkel elkaar. Misschien een wat naïeve gedachte met zicht op een hermetisch gesloten landgrens en vanuit een land in oorlog, maar het alternatief is de finale neergang, de zondvloed, de moord op de mensheid, de meest volmaakte genocide. We hebben elkaar.
De terugweg duurt veel langer dan gepland. Voor de vier Belgen die tickets voor de opera hebben - en die liggen op hotel - wordt het nog spannend. Het verkeerd zit muurvast op de Masjtots. Ze zullen de voorstelling nipt halen. Ondertussen loop ik de Blauwe Moskee binnen en bewonder de schitterende tegels in de schemering. Ik krijg een hartelijke glimlach van de imam, in niets verschillend van die van de vele Armeens-apostolistische priesters die we op onze reis hebben ontmoet, in verre kloosters op de rand van een of andere kloof. Hier op de Masjtots, waar de Blauwe Moskee en een communistische megasoek elkaar net niet in de ogen kijken, begon een kleine twee weken geleden mijn reis. Na een abrikozenbiertje beland ik weer op het Plein van de Republiek, waar een kleurrijk fonteinspektakel het sluitstuk vormt van deze fantastische reis.
mooi en vlot geschreven reisverslag, Gert.
BeantwoordenVerwijderenDank je wel, Stephan! Ook voor het fijne gezelschap!
BeantwoordenVerwijderen