zondag 29 september 2024

Ballonnenvrees 28 september 2024

Nog maar net had Ballonnenvrees Mechelen heroverd of er kwam alweer een editie in Café Boekowski bij. Op zaterdagavond verzamelde poëzieminnend Antwerpen zich weer in het literaire café op 't Zuid voor een stevig avondje woordkunst en muziek. Gert Vanlerberghe stak zelf van wal met twee nieuwe teksten, waarna Lynn Marien 'Als ik zwijg' voorlas, een speelse tekst over de tijd en de tikkende bommen in haar getikte hoofd. Net als in Het Maanlicht volgde het gedicht 'September', over winterdepressie (ja, van deze september wordt niemand vrolijk), en onder meer nog 'Hartheid'. Augustin Grenné wens in 'Lapidarium' een steen te zijn. In 'Cypriotische zonde' nam hij ons mee naar het verdeelde Cyprus. Volgden nog 'Triptiek van de teloorgang', 'Oestermes' en 'Reikwijdte van een lichaam'. We namen er open mic'er Manu Gabriels tussen. In 'Ik benijd je' wou hij dat hij een specht was. Zijn tweede en laatste tekst 'Bij het vallen van de bladeren' ging over manische depressie.
Hidde Moens had een glaasje met papiersnippers bij, waarop hij trefwoorden had gekrabbeld. Hij liet het doorgeven in het publiek, dat hem af en toe een woord mocht toewerpen, waarna hij een relaas afstak over een koffiebarbezoek dat helemaal misloopt. Heel soms werd hij dus onderbroken door een trefwoord, maar eigenlijk wou iedereen weten hoe het knotsgekke verhaal afliep. Zo werd het een soap die werd onderbroken door absurde wistje-datjes en andere oneliners. Héérlijk. Maxime Boel is woordkunstenaar maar ook zangeres. Met haar soloproject Amethyst verbaasde ze het café, en dat had vooral met haar intense zang en breed stembereik te maken - nu eens hoog, dan heel laag. Zo zong ze over een backtrack met zwoele maar duistere synthpop, met zangpartijen die nog het meest aan Oscar & the Wolf of Hozier deed denken. We kregen 'My Paradise', 'Shift', 'Dragon', 'Ode', 'Connect' en 'Shine'. Bij elke uithaal van haar stem kreeg Maxime applaus. Een mooie afsluiter van het eerste deel.
BAI, ofwel Bertrand Avery Iradukunda, dichtte aan het begin van het tweede deel over de strijd tussen hoofd en hart. Af en toe werd het wat meta, maar zijn voornaamste boodschap zat in zijn ode aan de liefde: die kan eng zijn maar neem je tijd. Annika Cannaerts had enkele van haar gruwelijke en wrede gedichten bij, over mensen met een doodswens overhalen om 'te blijven'. Haar gedichten waren kleine bakjes troost, al kon ze moeilijk titels kiezen, dus had elk gedicht een tiental titels. Ze sloot af met 'De kruipruimte', een gedicht over het fenomeen 'bed rotting'. Een tweede open mic'er vonden we bij Ken Post, met een tekst over de gapende kloof, en twee a capella songs, eentje over Bob Dylan en dan zijn klassieker over atomic bomb babies.
Dan was er Seppe Gesquiere en poëzie waarin hij liefde en geluk bezong. Ook bracht hij een poëtische cover 'De liefde' van Hans Teeuwen en vervolgens zijn eigen antwoord daarop. Hij eindigde zijn overtuigende set met een stille nachtzang. Anthony Albers is frontman van de hardpopformatie Guru Niaki, maar onlangs heeft hij zijn soloproject uit de grond gestampt. Als Bloeskroeg bracht hij twee breekbare nummers op de akoestische gitaar. Het ging om in het Antwerps hertaalde covers, van The Animals en van Dolly Parton ('New Orleans' werd 'Berchem-Zuid', 'Jolene' werd 'Brahim'). Muisstil werd het in Boekowski, met zo nu en dan een lachsalvo, want de hertaalde lyrics waren even ontroerend als grappig.
Meer open mic! Olav van Heesch las een 'Afscheid aan muze', gevolgd door 'Surrealistische kus', 'De terugkomst', en een brief aan een one-night stand uit Dresden. Gust Peeters had het openingsgedicht uit zijn dichtbundel Achtergrond bij, genaamd 'Grond', en raasde in het vormvaste 'Loedertaal' tegen taalbederf. Tineke Aertsen, kortweg Tin, las proza over euthanasie bij psychisch lijden en over de achterblijvers, maar deed dit door middel van een metafoor van een halfdood spreeuwenkuiken. Kwam binnen. Maike Bretschneider las 'Tijdreis' en ook het nieuwere 'Wake', over de verdachte dood van de Palestijnse man in het Stadspark. Manuel Somers bracht gedichten over de psyche en de maatschappij. Sven de Swerts sloot de boel af met een bevlogen punkgedicht. Een van de oneliners die hij in recordtempo op ons afvuurde was: "Alles is poëzie, ook al vinden mijn vrienden van niet."
 
We komen terug, en deze keer zal het niet eens zo lang duren. Op 19 oktober vind je ons alweer in Café Boekowski, met net als vanavond een mooie line-up en een ongetwijfeld even volle open mic. Ter plekke inschrijven is nog steeds de boodschap. Tot volgende maand!
 
Foto's: Gust Peeters

vrijdag 27 september 2024

Ballonnenvrees 26 september 2024

Na vier maanden zonder Ballonnenvrees snakte Mechelen naar een podium in ongeblust maanlicht. Het was weer tijd voor poëzie in Het Maanlicht. Met vijf acts in de line-up en een overvolle open mic (waarin de presentator voor de laatste keer iederéén die wou aan het woord liet), werd het een heuse marathon. Op drie uur tijd zag Mechelen achttien artiesten passeren.
William Roelant scherpte onze goesting aan met zijn speelse en geestige spoken word, geput uit originele woordenschat. Van zijn unieke stijl worden wij heel blij. Emilie Pariel ging in Parijs op zoek naar de tijd en ineens ook alle mogelijke samenstellingen: komkommertijd, leeftijd, tijdgebrek... Ze vond poëtische schoonheid in een filosofie die handelde over lijden aan stilstand en het geheugen als lekkende kraan, terwijl ze verpoosde bij een plataan op het Île-de-la-Cité. Emilie in Parijs? Wij zijn fan! Mechels woordkunstenaar Felix Sandon nam ons mee in woorden van verwondering, met hoge herkenbaarheidsfactor. Hij evokeerde de term 'Irish goodbye', geplukt uit het werk van de alternatieve rockband Wolf Alice. Hierop volgden onder meer zijn watergedicht, het gedicht 'Resten' en een tekst vanuit het standpunt van de stad. Klasse!
Vervolgens swaffelde Dries Van Hooydonck ons een psychedelische schelmenfantasie in het gelaat. Terwijl hij zichzelf aankondigde, beloofde hij een fabel over vluchtgedrag, stront en gemarginaliseerde sjamanen. En of hij onze verwachtingen overtrof. Wat begon bij een verhaal van een traumatische jeugd eindigde in een soort van gestoorde Fear and Loathing in Roosendaal, waaruit hij één klankgedicht wist te persen. Hilarisch en hoogst entertainend. Muziek kregen we van het duo Jaune & Wijzer. Fijne covertjes in het Engels en het Frans, met enkele van mijn favoriete classics, van The Beatles over The Smiths tot Nick Cave.
Tot slot was er een open mic waar geen einde aan leek te komen. Ik heb de volgorde niet kunnen bijhouden, maar dat is bijzaak. In een onafgebroken stroom van talent kregen we de volgende dichters en muzikanten voorgeschoteld. Ekster Alven verwende ons met een parel van een gedicht en een beetje magie. Marzena Lesińska nam ons mee naar Dublin. Collagekunstenares Veerle De Graeve verblufte ons met 'Le malade imaginaire', een tekst over mentaal welzijn, een voorschrift voor empathie, en chronische creativiteit. Van Lynn Marien kregen we 'September' en 'Troost'. Liv Lot bracht het nummer 'Smelly' op gitaar. Beatrijs Deneckere gaf ons de gedichten 'Bodemloosheid' en 'Een vuur in de nacht'. Babs Beddeleem had ons mee met haar 'Gedicht dat zichzelf leidt'. We kregen treinpoëzie van Marc Cuypers. Meer muziek met Sophiaenne en een cover van 'Dag vreemde man' van Ann Christy. De Antwerpse rapper ssmlle bracht zijn nieuwe track 'Là-haut'. Gert Vanlerberghe gaf de avond nog een 'Aura'. Tot slot was er kersvers Antwerps kampioen poetryslam Vanessa Daniëls met een ijzersterk potje spoken word.
 
Oef. Wat een rit.
 
Op 24 oktober zie je ons opnieuw in het warme nest dat Het Maanlicht is. Nu zaterdag 28 september is het alweer tijd voor de 121e Ballonnenvrees, in hometown Antwerpen. Café Boekowski opent dan weer z'n deuren voor ons podium. Heel graag tot dan.

maandag 23 september 2024

Safari

In de grootstad, waar glas en beton alles en vooral elkaar verdringen. Waar afval een biotoop op zich vormt, een dampkring, een wetmatigheid. Waar leuzen hun machteloosheid van de muren schreeuwen, misvormde tags de lelijkheid aandikken als kersen op de mesthoop. Waar een natgeregende slaapzak beter is dan helemaal geen slaapzak, onder betonnen arcaden die meuren naar ongewassen lompen en verschaalde pis. Waar ratten de nacht en duiven de dag plukken, een walmend walhalla voor dieren die nergens hun neus voor ophalen, een hoorn des overvloeds voor wie het met minder doet. Waar zowel het slechtste als het beste in de mens kan gedijen. Waar misdaad en liefdadigheid welig tieren, ze komen uit hetzelfde nest, ze tellen vele tentakels, verstrengeld als de starten van de koning. Veel bloed, zweet en tranen, maar slechts weinig beloning. Waar hippe koffiezaken nog geen post hebben gevat. Waar huisjesmelkers gouden zaken doen, en in elke zak een kat. Bouwvallig de nieuwe opiumtenten. Gehavend elk ensorgezicht. Een banlieue die leest als een verlainegedicht. Naalden knisperen onder afgedragen zolen. Auto’s vlammen door grijze lanen waarin wij solidair stikken in smog en fijn stof.

Te midden van dit alles parkeert een vrouw van zestig haar buggy voor een herashek, daar waar de bakstenen muur grotendeels is afgebrokkeld, en de doorgang dus op een andere manier moet worden verhinderd. Het is de enige plek van de omheining van waar je het stadsmoeras kan zien, verscholen tussen puin en rotzooi, gekneld tussen de spoorweg en een bouwvallige huizenblok in.

Ze wijst naar het handvol wijfjeseenden en de aandoenlijke zwaan middenin de verkleurde waterzooi, en glimlacht naar haar kleinzoon.

“Kijk,” zegt ze, “dit is nou natuur.”

 

zondag 1 september 2024

Bron

al van bij de geboorte
pissen serafijnen je
wijsheden in de oren
blauwe lessen rode raad
 
en al van in de wieg
trekt de dood met de steurstaart
je suggestief bij de tenen
 
hangend aan moedersrokken
schuif ook jij door lange plassen
speel je met eikapsels en kokkels
 
je strandgaapt naar de lege lijn
vermoedt een einde ergens ooit
 
niet nu - nu schep je zand om
tot eetbare forten
waarin je wenst te [            ]
 
rillend achter geluidsdichte duinen
construeer je gipsen reuzen
een leger te weinig te laat
 
maar de dood is een orgie
met vele onbeslapen bedden
 
ze is een vrouw aan de piano
met een sleep die zich trapsgewijs
aan je bange blik onttrekt
maar we horen de aria
herkennen elke variatie
 
je smoort nachtmerries in prime time
met achter maskers maskers
tot je staart in het gelaat
van een opgedroogde bron