Nog maar net had Ballonnenvrees Mechelen heroverd of er kwam alweer een editie in Café Boekowski bij. Op zaterdagavond verzamelde poëzieminnend Antwerpen zich weer in het literaire café op 't Zuid voor een stevig avondje woordkunst en muziek. Gert Vanlerberghe stak zelf van wal met twee nieuwe teksten, waarna Lynn Marien 'Als ik zwijg' voorlas, een speelse tekst over de tijd en de tikkende bommen in haar getikte hoofd. Net als in Het Maanlicht volgde het gedicht 'September', over winterdepressie (ja, van deze september wordt niemand vrolijk), en onder meer nog 'Hartheid'. Augustin Grenné wens in 'Lapidarium' een steen te zijn. In 'Cypriotische zonde' nam hij ons mee naar het verdeelde Cyprus. Volgden nog 'Triptiek van de teloorgang', 'Oestermes' en 'Reikwijdte van een lichaam'. We namen er open mic'er Manu Gabriels tussen. In 'Ik benijd je' wou hij dat hij een specht was. Zijn tweede en laatste tekst 'Bij het vallen van de bladeren' ging over manische depressie.
Hidde Moens had een glaasje met papiersnippers bij, waarop hij trefwoorden had gekrabbeld. Hij liet het doorgeven in het publiek, dat hem af en toe een woord mocht toewerpen, waarna hij een relaas afstak over een koffiebarbezoek dat helemaal misloopt. Heel soms werd hij dus onderbroken door een trefwoord, maar eigenlijk wou iedereen weten hoe het knotsgekke verhaal afliep. Zo werd het een soap die werd onderbroken door absurde wistje-datjes en andere oneliners. Héérlijk. Maxime Boel is woordkunstenaar maar ook zangeres. Met haar soloproject Amethyst verbaasde ze het café, en dat had vooral met haar intense zang en breed stembereik te maken - nu eens hoog, dan heel laag. Zo zong ze over een backtrack met zwoele maar duistere synthpop, met zangpartijen die nog het meest aan Oscar & the Wolf of Hozier deed denken. We kregen 'My Paradise', 'Shift', 'Dragon', 'Ode', 'Connect' en 'Shine'. Bij elke uithaal van haar stem kreeg Maxime applaus. Een mooie afsluiter van het eerste deel.
BAI, ofwel Bertrand Avery Iradukunda, dichtte aan het begin van het tweede deel over de strijd tussen hoofd en hart. Af en toe werd het wat meta, maar zijn voornaamste boodschap zat in zijn ode aan de liefde: die kan eng zijn maar neem je tijd. Annika Cannaerts had enkele van haar gruwelijke en wrede gedichten bij, over mensen met een doodswens overhalen om 'te blijven'. Haar gedichten waren kleine bakjes troost, al kon ze moeilijk titels kiezen, dus had elk gedicht een tiental titels. Ze sloot af met 'De kruipruimte', een gedicht over het fenomeen 'bed rotting'. Een tweede open mic'er vonden we bij Ken Post, met een tekst over de gapende kloof, en twee a capella songs, eentje over Bob Dylan en dan zijn klassieker over atomic bomb babies.
Dan was er Seppe Gesquiere en poëzie waarin hij liefde en geluk bezong. Ook bracht hij een poëtische cover 'De liefde' van Hans Teeuwen en vervolgens zijn eigen antwoord daarop. Hij eindigde zijn overtuigende set met een stille nachtzang. Anthony Albers is frontman van de hardpopformatie Guru Niaki, maar onlangs heeft hij zijn soloproject uit de grond gestampt. Als Bloeskroeg bracht hij twee breekbare nummers op de akoestische gitaar. Het ging om in het Antwerps hertaalde covers, van The Animals en van Dolly Parton ('New Orleans' werd 'Berchem-Zuid', 'Jolene' werd 'Brahim'). Muisstil werd het in Boekowski, met zo nu en dan een lachsalvo, want de hertaalde lyrics waren even ontroerend als grappig.
Meer open mic! Olav van Heesch las een 'Afscheid aan muze', gevolgd door 'Surrealistische kus', 'De terugkomst', en een brief aan een one-night stand uit Dresden. Gust Peeters had het openingsgedicht uit zijn dichtbundel Achtergrond bij, genaamd 'Grond', en raasde in het vormvaste 'Loedertaal' tegen taalbederf. Tineke Aertsen, kortweg Tin, las proza over euthanasie bij psychisch lijden en over de achterblijvers, maar deed dit door middel van een metafoor van een halfdood spreeuwenkuiken. Kwam binnen. Maike Bretschneider las 'Tijdreis' en ook het nieuwere 'Wake', over de verdachte dood van de Palestijnse man in het Stadspark. Manuel Somers bracht gedichten over de psyche en de maatschappij. Sven de Swerts sloot de boel af met een bevlogen punkgedicht. Een van de oneliners die hij in recordtempo op ons afvuurde was: "Alles is poëzie, ook al vinden mijn vrienden van niet."
We komen terug, en deze keer zal het niet eens zo lang duren. Op 19 oktober vind je ons alweer in Café Boekowski, met net als vanavond een mooie line-up en een ongetwijfeld even volle open mic. Ter plekke inschrijven is nog steeds de boodschap. Tot volgende maand!
Foto's: Gust Peeters