Het is ondertussen traditie geworden om elk jaar een dag naar de Beekse Bergen af te zakken voor het prettige festival Best Kept Secret. Ook dit jaar kiezen we voor zaterdag, omdat er iets meer interessante bands te zien zijn dan op de andere dagen.
De Amerikaanse singer-songwriter Kevin Morby begon er al vroeg aan, om 12u opende zijn band de Two met 'This Is a Photograph', de ijzersterke titeltrack van zijn nieuwe plaat, gevolgd door het aangrijpende 'A Random Act Of Kindness'. Naast de gebruikelijke rockinstrumenten doken hier en daar ook een viool, dwarsfluit en saxofoon op, die de nummers extra pit en gevoel gaven. Na vier songs moest ik me echter naar het andere uiteinde van het festivalterrein verplaatsen, tot voorbij de vijver. In The Secret begon het Nederlandse fenomeen De Staat aan de blauwe set. Vrijdag speelden ze dan de gele en zondag de rode set. Dit is een gewaagd experiment, want bij 'blue' kregen we dus enkel de trage liedjes. Die mogen er weliswaar zijn - zoals het puike 'Devil's Blood' of de recente single 'Running Backwards Into the Future' - maar bij een band die bekend staat om hun powerpop wil je op den duur gewoon gaan springen. Nummers als 'Someone To Be' en de overbodige cover van 'Firestarter' - een mellow versie van het explosieve geweld van The Prodigy - waren een pak minder overtuigend. Toch was het publiek gretig, dankbaar en geduldig, en terecht. Dit muzikale vakmanschap verdient alle liefde. Voor de gelegenheid hadden ze een extra drummer, wat de ingetogen set toch iets meer power gaf. Een geslaagd concert, maar ik was toch liever bij de rode set geweest. In het najaar doen ze dit trouwens opnieuw in De Casino in Sint-Niklaas: drie avonden, elk in een andere kleur en mood.
Nog een Nederlandse band in de Casbah, met het piepjonge Marathon, dat zich de laatste jaren reeds bewees in de oververzadigde postpunkscene, en dat bescheiden succes vandaag mocht verzilveren op het coolste podium van Beste Kept Secret. De Casbah barstte uit z'n voegen wanneer de jongens en meisjes 'Mosquitoes & Flies' inzetten. Een stevige moshpit werd op gang gezet en de frontman dook meerdere keren het publiek in. Op een gegeven moment ging hij samen met de keyboardiste crowdsurfen. De band kon zelf niet goed vatten wat er gebeurde, en de zanger zei dat ze dit moment nooit zouden vergeten. Afsluiter was 'Age', de single waarmee ze op mijn radar verschenen. Helemaal terug naar de Two, voor een band die ik al veel eerder had moeten zien. Black Country, New Road, het is een apart verhaal. Deze meerkoppige Britse brand bracht twee platen uit die voor altijd een plekje in mijn hart hebben gekregen. Op beide klassiekers van de jaren twintig is Isaac Wood op zang te horen. Maar bij het verschijnen van hun tweede album kwam ook de aankondiging dat de frontman uit de band stapte omwille van zijn mentale gezondheid - de druk van het vele touren werd hem te veel. De band moest het dus over een andere boeg gooien en al gauw hadden ze genoeg nieuwe nummers klaar om een hele liveset te vullen. De sfeer op het concert ging van pastorale progrock - door de fluit waanden we ons in de jaren zeventig - tot woeste postpunk uit hetzelfde doosje als black midi. Soms trad een dialoog van viool en piano op de voorgrond, dan weer de hoekige gitaren - altijd keurig afgemeten, als bij een symfonisch orkest. Maar liefst drie leden namen afwisselend de zang op zich, en Tylder Hyde, die toch het voortouw nam, wisselde voortdurend tussen bas en gitaar. Hoogtepunten? Het hele concert leek één groot hoogtepunt. Van het doldwaze 'Up Song' tot het intieme 'Turbines/Pigs', met een prachtige uitvoering van 'Dancers' op de koop toe: het repertoire van Black Country, New Road stuitert alle kanten uit, en toch slaagt de band erin een soort van homogene eigenheid te behouden. Hoewel de nieuwe nummers de legendarische status van die eerste twee albums nog niet hebben behaald begin ik ze stilaan te koesteren. Ik kan niet wachten op die derde plaat.
Ondertussen was het snikheet geworden op het terrein en samen met andere festivalgangers zocht ik al pootjebadend verkoeling in het meer. De kabbelende desert blues van de Malinese band Tinariwen, op de One (Main Stage), was hier de ideale soundtrack voor. "Welcome to the Sahara", zei de band en samen met de Toeareg-rockers maakten we er een sloom feestje van en dansten we op de chille riffs van onder meer 'Sastanàqqàm', hun ode aan de woestijn. Meer laidback muziek met Dope Lemon, de band rond de Australische singer-songwriter Angus Stone, in de Two. De folk en soul van nummers als 'Rose Pink Cadillac' gingen er goed in, maar op den duur begon alles toch wel hard op elkaar te lijken. Hoewel een tropisch warme dag als deze om zulke muziek smeekt, had ik toch zin in iets energiekers. Met Two Door Cinema Club op de One voedde ik mijn Nillies-nostalgie. De Noord-Ieren trakteerden ons op een best-ofset met de vele hits die we van hen kennen en kleurrijke visuals. Persoonlijke favorieten zijn 'I Can Talk', 'Are We Ready?', 'Lucky', 'Sleep Alone' en 'Something Good Can Work'.
Een tweede grote hoogtepunt, na BC,NR, kregen we met Young Fathers in de Two. Het Schotse collectief had eerder dit jaar al eens een sublieme show neergezet in Trix, met hun speciale fusion van soul, gospel en hiphop met punkvibes, en hun concert op Best Kept Secret moest daar niet voor onder doen. Met aanstekelijke dans, prachtige samenzang, een heel arsenaal aan instrumenten, en energieke songs als 'Queen Is Dead', 'Get Up', 'Rain Or Shine', 'I Saw' en 'Rice', haalden ze alles uit de kast om de tent in lichterlaaie te zetten. De toewijding van de vocalisten en muzikanten was bewonderenswaardig. Tijdens de meezinghit 'Shame' ging zanger-rapper Kayus Bankole het publiek in en na de energieke afsluiter 'Toy' was het duidelijk: Young Fathers kwam, zag en overwon. Een uur later was het op hetzelfde podium de beurt aan de New Yorkers van Interpol, een van mijn favoriete bands aller tijden. En wat kan een groep die ik al zo vaak live heb gezien nog bijbrengen, behalve ons dan alweer op een ijzersterk concert trakteren. Er zaten voldoende hits in de set, zoals 'Obstacle 1', 'Narc', 'Evil', 'Slow Hands' - de band blééf maar tappen uit de eerste twee platen Turn On the Bright Lights en Antics, onbetwiste Nillies-klassiekers. Toch waren er ook nummers bij waar ik niet op had durven hopen, zoals het moordlustige 'Roland' en het kille 'The New', of het ontroerende 'No I In Threesome'. Dat Interpol maar één nummer uit hun meest recente plaat koos, het knappe 'Fables', was helemaal niet erg. Met songs als 'Take You On a Cruise', 'All the Rage Back Home' en het claustrofobische 'PDA' heeft de band een afwisselend repertoire met toch stuk voor stuk nummers die onmiskenbaar Interpol zijn. Een magistraal concert van een topband en dus een derde hoogtepunt voor de zaterdag van Best Kept Secret.
We belanden weer in de Casbah voor de tweede helft van de Britse punkers van Big Joanie. We zijn fan van deze aanstekelijke rammelrock van een jonge band die zich 'black feminist' noemt maar meerdere keren tijdens hun set opriep om elke emancipatiestrijd te steunen, tegen racisme, seksisme, transfobie... Met 'In My Arms' en 'Fall Asleep' hebben ze in elk geval twee klassiekers aan de Britse underground toegevoegd. Kort daarop begonnen de sympathieke Australiërs van Psychedelic Porn Crumpets aan een verschroeiende set in de volgeladen tent van The Secret. De band was onder de indruk van de opkomst en de energie van het publiek en zanger Jack McEwan deelde met ons dat dit tot op heden hun grootste show ooit was. Met vijf albums en gloednieuwe single 'Nootmare (K-I-L-L-I-n-G) Meow!' onder de arm hadden ze keuze genoeg en ze gingen voor hun meest opzwepende en bekende songs. Hun gespierde nummers blaken van de levenslust en zijn psychedelisch, snedig, vrolijk en intelligent tegelijk. Mijn persoonlijke hoogtepunten van de set waren 'Acid Dent', Mundungus', 'Lave Lamp Pisco', 'Cubensis Lenses' en natuurlijk het epische 'Found God In a Tomato'. Met de kopstoot 'Hymn For a Droid' sloten ze hun concert af, dat veel te kort was naar mijn goesting - time flies when you're having fun. En inderdaad, dit was mijn vierde hoogtepunt van deze festivaldag. The Secret stond de heren als gegoten. Toen ze hun eigen instrumenten kwamen afbreken, kregen ze opnieuw een staande ovatie en bisverzoekjes van hun fans.
Ik sloot de nacht af met een London Calling-feestje in de Casbah, met de onvermijdelijke DJ Olly achter de draaitafel. De BKS-festivalgangers dansten die laatste liters zweet uit hun lijf en kweelden elke lettergreep van de populaire indie-anthems mee. Een geslaagde eerste kennismaking met London Calling dus! Om 4u was Best Kept Secret dag 2 voorbij en begon ik aan een vrij avontuurlijke en tergend lange terugweg naar Antwerpen, via een Safaripark, dan met de auto van een werknemer van het festival, tot in de klaarlichte maar lege straten van Tilburg, wachtend met zoveel andere festivalgangers op die eerste trein.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten