Toegegeven, het is al kort na onze afzonderlijke Afrikaanse uitjes, maar tegen een wereldstad als Istanbul zeg je geen nee. Het idee was er plots en is hardnekkig blijven hangen. Zoveel beschavingen, culturen en historische scharniermomenten hebben dit oude Konstantinopel, dit Rome aan de Bosporus, dit vermomde Byzantium kleur gegeven. Deze metropool met één voet in Europa en de andere in Azië, één in traditie en één in de toekomst. In de meest bruisende stad van Erdoğans verscheurde Turkije zullen we zeven dagen en evenveel nachten vertoeven in volle Ramadan en net na Pasen. Mijn eerste keer Turkije, Teutës tweede keer Istanbul. We starten in de Beyoğluwijk, het moderne stadsdeel, met het beroemde Taksimplein als kloppende hart. Achter het Onafhankelijkheidsmonument zitten een enorme moderne moskee en de Aya Triada, de eerste moskee en de eerste kerk van vele op deze trip. Hier begint de drukke Istiklâl Caddesi, hoofdstraat van Beyoğlu en de heuvel Pera. We stappen van kerk naar moskee naar kerk, slenteren door charmante honderd jaar oude passages, zoals de populaire Bloemenpassage, en verpozen op een trendy pleintje in de Kattenpassage, dat barst van de koffiebars. We kiezen voor onze eerste Efes op een terras in de Tünelpassage. Deze wijk was een eeuw geleden al bijzonder kosmopolitisch, getuigen de consulaten, die door zwaar bewapende agenten worden bewaakt. Een rood trammetje rijdt door de Istiklâl Caddesi, van Taksim tot Tünel. In de zijstraatjes antiquairs, restaurants, boekwinkels, bioscopen, marktjes, muziekwinkels, kunstgalerijen... Straatkatten worden hier in de watten gelegd. Ze hebben hun eigen huisjes, die her en der zijn neergezet, zodat ze altijd onderdak vinden. In de bars en restaurants, en bij de vissers op de kade, komen ze bedelen om een stukje vis of vlees. Dit is de kattenhoofdstad van de wereld. Een van de kerken gaat vooraf door een imposante neo-Venetiaanse poortgevel. Dit is de grootste katholieke kerk van de stad. Ook Galata en Karaköy zijn heel levendige buurten, met heel wat clubs en discotheken, en vooral cafés waar wij heel blij van worden, het ene al origineler ingericht dan het andere. De Genuese Galatatoren krijgt kleurrijke projecties nu onze eerste Turkse avond is gevallen. In een hip restaurant met authentieke keuken tafelen we bij een klok gevormd door literaire klassiekers. Het is tien over Orwell. Omdat de steegjes steil afbuigen naar de Bosporus, is het nog best lastig om te pintelieren in de bars van de Peraheuvel en daarna af te dalen naar het hotel.
Wat een contrast met het historische centrum, het oude Stamboel, de wijk Sultanahmet met de beroemde moskeeën en bazaars. Hiervoor steken we de Gouden Hoorn over via de moderne Galatabrug, die de wijken Karaköy en Eminönü verbindt. De brug bulkt van de vissers en visrestaurants. Aan de overkant zien we de koepels en minaretten van de Nieuwe Moskee en ook het treinstation waar de mythische Oriënt-Express stopte. We bezoeken de kraaknette Egyptische bazaar, uit de 17e eeuw, snuiven de diverse geuren op van de specerijen en kruiden, trachten aan de verlokking van de schalen boordevol Turks fruit te weerstaan. De drukke straatjes van Tahtakale, tjokvol met marskramers, leiden naar de Rüstem Paşamoskee, een van de mooiste Ottomaanse moskeeën van de stad. Vooral het vredige interieur, met blauwe tegels uit Iznik, maakt indruk. Een weg bevolkt met karavanserais, hamams en kleine moskeeën leidt de heuvel op naar de toeristische wijk Sultanahmet.
Rond de wereldberoemde mastodonten Aya Sofia en Blauwe Moskee, die elkaar recht in de ogen kijken, met hun leeftijdsverschil van een slordige duizend jaar, heerst een bijzondere drukte: handelaars, ronselaars, verklede mannen met kleurrijke papegaaien, maïsverkopers, en niet te vergeten de hordes toeristen. Vlakbij de roze Aya Sofia bezoeken we de basilicacisterne of het 'opgeslokte paleis', een Byzantijnse cisterne van enorme afmetingen. Samen met een honderdtal andere bezoekers vergapen we ons aan maar liefst 336 zuilen. Twee ervan rusten op een Medusahoofd, er is ook de 'Tranenzuil'. Het waterreservoir is magisch verlicht, en moderne sculpturen en projecties zorgen voor een knap effect. Tussen Aya Sofia en Blauwe Moskee strekt zich een gezellig plein uit met fontein en tuin. Overal om ons heen rijzen koepels en minaretten op. De Byzantijnse hypodroom is nu een langwerpig plein, volledig leeggeplunderd. Drie opmerkelijke zuilen slaan ons met verstomming - of toch hun leeftijd. De Obelisk van Theodosius is 3500 jaar oud, de door keizer Constantijn uit Delphi meegebrachte Slangenzuil is uit 479 v. Chr., en van de stenen zuil weet men de leeftijd niet eens. Iets verderop, bij de Sokollu Mehmet Paşamoskee, kijken we uit over de Zee van Marmara en haar olieschepen. En net als de grote is ook de kleine Aya Sofia een tot moskee omgebouwde kerk. In de voormalige kloostertuin dommelen katten weg in de zon.
Bij de kustweg strekken zich de overblijfselen van het ooit majestueuze Boucoleonpaleis uit. Grote schepen en vissersbootjes varen voorbij. In een haventje rust een ijsvogel uit op een rots, de turquoise veren schitteren in de zon. Aan de overkant van de monding van de Bosporus is de Aziatische oever, met haar wolkenkrabbers en buitenwijken, zichtbaar. Terug naar Sultanahmet. In de wijk van de universiteit zijn heel wat bezienswaardige moskeeën. De mooiste en grootste is de Süleyman de Grotemoskee, ontworpen door meesterarchitect Mimar Sinan. In het tuintje bij de moskee hebben we een fantastisch zicht op de Bosporus, de Gouden Hoorn, de moderne wijken, met als blikvanger de Galatatoren, en de Aziatische kant. Süleyman zelf ligt begraven in een eigen mausoleum.
Voorbij de Beyazittoren ligt de volkse Fatihwijk, met verscheidene Byzantijnse kerken die nu moskeeën zijn, en dus intrigerende hybride architectuur. We bezoeken er enkele. Een verbluffende 800 m lange restant van het aquaduct van Valens domineert de wijk. Bovenop de heuvel kijkt de Fatihmoskee uit over Istanbul, maar wij zijn de moskeeën wat beu voor vandaag. We ploffen neer op het terras van Zeyrekhane, dat nogmaals een subliem panorama voorschotelt. Na het diner terug in Beyoğlu nemen we de lift naar een 360°-rooftop bar in de Istiklâl Caddesi. De wolkenkrabbers en moskeeën zijn knap verlicht. De Bosporus is een gitzwart heelal en miljoenen sterretjes fonkelen in de verre heuvels.
We ontwaken weer in Karaköy en verkennen de trendy straatjes, met de typische kleurrijke paraplu's die je in de hippe wijken van alle wereldsteden vindt tegenwoordig. Ook stappen we een Turks-orthodox kerkje binnen. Een van de twee grote moskeeën op de Karaköyoever van de Bosporus lijkt een kleine kopie van de Aya Sofia. We volgen de zeestraat naar het weelderige Dolmabahçepaleis, waar Atatürk, de stamvader van Turkije, in 1938 zijn laatste adem uitblies. Iets verderop, bij het Scheepvaartmuseum, vinden we het standbeeld en mausoleum van admiraal Barbarossa, die onder Süleyman de Grote diende. Nog verder, in de wijk Beşiktaş, gaan we wandelen in het heerlijke Yildizpark, een groene oase op een helling, met kiosken, vijvers met bruggetjes, watervallen, bijzondere flora, luid parende kikkers, en is dat een eendenverkrachting?
In Beşiktaş nemen we een boot naar Azië en varen langs het Dolmabahçepaleis, de Galatatoren, het Topkapipaleis, de moskeeën van Sultanahmet en Fatih, en enkele pronkerige paleizen op de Aziatische oever. We zien de Gouden Hoorn en de Zee van Marmara, de monding van de Bosporus. Onze boot verlaat Thracië en dus Europa en vaart Anatolië en dus Azië binnen, zonder de stad te verlaten. We meren aan in Kadiköy, een moderne wijk met drukke straatjes boordevol hipsterbars, orthodoxe kerkjes, kleurrijke winkels. We dalen af naar het Modawijkje aan de zee, en aan de nostalgische aanlegsteiger zien we de Prinseneilanden ver in zee liggen. Vervolgens duiken we de veganistische bars, hippe koffiehuizen en diverse cafés in. Want in die zin lijken Karaköy en Kadiköy hard op elkaar. Er is een Friends Café, ingericht zoals de koffiebar en de appartementen van Monica en van Joey, inclusief potsierlijke windhondsculptuur en Hugsy de pinguïn. Je kan ook stemmen of Ross en Rachel 'on a break' waren of niet. Op de boot van Kadiköy naar Karaköy hult de Aziatische oever zich in een treurige mist, terwijl de zakkende zon oranje strepen smeert boven de Blauwe Moskee, de Aya Sofia en het Topkapipaleis, vertrouwde oriëntatiepunten van het oude Stamboel. De verre Bosporusbrug verbindt beide werelden, dwingt ze tot een smeltkroes waarin het klinkt of botst. Een wirwar van tradities en ambities die hoe dan ook tot een min of meer coherent stratenplan moet komen. Een broos maar noodzakelijk evenwicht.
Na een avondje in de kroegen van Karaköy trek ik er alleen op uit. In het Sirkecistation neem ik de stadstrein naar Samatya en volg de overblijfselen van de stadsmuren van Konstantinopel met maar liefst 96 torens. Atilla de Hun kon de stad niet innemen maar Mehmet de Veroveraar deed het op één dag. 's Avonds wapperde de halve maan reeds bovenop de Aya Sofia. Hij liet een burcht bouwen bij de zee: het Yedikule of Kasteel met de Zeven Torens, waar sultan Ottoman II werd terechtgesteld. Achterin de burcht stuit ik op de Gouden Poort, een triomfboog uit de 4e eeuw, geflankeerd door twee enorme marmeren torens. Ik neem een taxi en volg de indrukwekkende met bomen en tuintjes overwoekerde stadsmuren voor zo'n 3 km en ga te voet verder. Op sommige stadspoorten zijn nog Griekse inscripties leesbaar. Grote straathonden chillen in het langwerpige braakland langs de muur. De Kanonnenpoort kreeg die naam omdat Mehmet de Veroveraar op deze plek een bres in de muur schoot met zijn kanon genaamd Orban.
Meer naar het noorden bezoek ik alweer een noemenswaardige moskee, de fraaie Mihrimal Sultan Camii. De voormalige Onze Heiland in Chorakerk is in renovatie dus ik kan de mozaïeken en fresco's met apocriefe scènes helaas niet bewonderen. In de plaats beklim ik de muren van het paleis van Constantijn Porphyrageneten, uit de 12e eeuw, en kijk uit over de miljoenenstad. Hier eindigt mijn tocht langs de stadsmuren en begin ik de authentieke wijken van de Gouden Hoorn te verkennen. In het volkse Eğrikapi bestel ik lekkere aardappelbürek in het Duits. Op de plek waar vroeger de Blachernaekerk stond, zijn nu een rustige tuin en orthodoxe kapel met mooie iconostase. Nu volg ik de oever van de Gouden Hoorn naar de heilige plaats Eyüp. Honderden pelgrims, heel wat vrouwen in boerka, steken het gezellige plein over naar het heiligdom. De gebedsoproep galmt door de wijk terwijl ik de heuvel met een uitgestrekte islamitische begraafplaats beklim. Het zweet staat op mijn voorhoofd wanneer ik de top bereik en neerplof op het terras van Café Pierre Loti, dat een fantastisch uitzicht over de Gouden Hoorn biedt. Kijk al die minaretten en koepels eens! Ik daal af tussen grafstenen en cipressen en neem de bus naar Karaköy, waar ik weer met Teutë heb afgesproken. Want de grootste overdekte markt ter wereld staat op het programma.
Om in de straten van de befaamde Grote Bazaar te gaan verdwalen moeten we de Galatabrug dus weer over. We wringen ons door de honderden kopers, voorbij schreeuwende marskramers, voorbij verkopers die ons vriendelijk hun koopwaar tonen, dit alles in een overwelfd doolhof. Nog tijdens het gebed bezoek ik met enkele toeristen de Sokullu Mehmet Paşamoskee, omdat iemand die hier achteraf niets over blijkt hebben te zeggen ons uitnodigt. De bewaker verzoekt ons echter met klem deze prachtige moskee weer te verlaten. In de winkel wijk Lâleli zoek ik de Bodrummoskee, vroeger het Myrelaionklooster. Wanneer ik van Lâleli via de twee bazaars naar het hotel wandel, lijkt Istanbul op één groot winkelcentrum. Tot slot verkennen we de cafés bij het Taksimplein en in Tarlabaşi. Tijd voor raki.
Op woensdagochtend bezoeken we het Topkapipaleis, met de iconische Poort van de Vredesgroet, gebouwd door Hongaarse gevangenen, enkele uitstrekte binnenhoven, en de schitterende vertrekken van de harem. In deze gouden kooi woonden altijd rond de duizend vrouwen. De sultan had dus keuze te over. Maar is een harem niet haram? We bezoeken de vele vertrekken, de hamams van de sultan, die van de slavinnen en die van de eunuchen, en het magnifieke salon van de sultan. Onze ogen smullen van al die vergulde weelde, mozaïeken, fresco's, kleurrijke patronen in duizenden tegels, koepels met psychedelische motieven, passeren mysterieuze gesloten deuren in bewerkt hout, oosterse vensters en gewelfde passages, fonteinen, mihrabs, tronen, baden... Werkelijk een verbluffende plek, getuige van een uitzonderlijke tijd, van wrede pracht en praal.
In de paviljoenen bekijken we sieraden, dolken, bijlen, kromzwaarden, geweren, horloges en staande klokken, niet zelden tot in de kleine details versierd met diamanten en edelstenen. In de enorme keuken met de rij schoorstenen op het dak wandelen we tussen ovens, ketels, schitterend Chinees porselein, en leren bij over Turkse koffie en de waterpijp. In het Paviljoen van de Heilige Mantel bezichtigen we enkele relikwieën van de Profeet, terwijl een imam aan een tafeltje onafgebroken koranverzen voorleest. Sta even stil bij hoe absurd dit tafereel eigenlijk is. Een van onze favoriete plekjes is de Tulpentuin, met schitterende paviljoenen en marmeren fonteinen. In dit kleine paradijs hebben we zicht over de Bosporus en de Gouden Hoorn, terwijl over heel deze stad der steden de gebedsoproep weerklinkt. We sluiten ons bezoek aan dit verbluffende oord af met de Byzantijnse Irenekerk, die de sultan als wapenarsenaal gebruikte.
En dan is er nog het beroemdste monument van Istanbul: de voormalige fiere kathedraal van de Heilige Wijsheid, de 6e-eeuwse Aya Sofia, trots van het Byzantijnse Rijk. Volgens de legende kreeg keizer Justinianus het bouwplan voor de kerk van een engel. Op die fatale dag in 1453, waarop de Ottomanen Konstantinopel veroverden, wat zou leiden tot de val van het Oost-Romeinse Rijk, werd de Aya Sofia tot moskee verklaard. Weg met het gros van de mozaïeken en kruisbeelden, welkom minaretten, medaillons en mihrab. Vijf eeuwen lang was de machtige Aya Sofia een moskee, tot Atatürk er een van de bekendste musea van Europa van maakte. Nu is het moskee én museum. Het interieur is zowel adembenemend mooi als razend interessant. We gaan zitten op het groene tapijt tussen honderden andere toeristen, afgescheiden van de gelovigen door een hek, en genieten van de pracht van de mozaïeken, medaillons, zuilen en gigantische koepel. We bekomen van al die schoonheid van vandaag in het zonnige Gülhanepark en steken opnieuw de Galatabrug over.
In de Galatawijk bezoeken we een tekke van de dansende derwisjen, waar we leren over de soefische zang- en danscultuur. De elegante grafstenen lijken een tulband te dragen, net als, bij leven, de derwisjen zelf. In straatjes met streetart waarop we Einstein, Marilyn Monroe, Tony Montana en Tyler Durden herkennen, vinden we nog wat sporen uit het Genuese en Ottomaanse verleden van Karaköy: enkele paleizen, een oude bazaar, een stadspoort, en een tot moskee omgebouwde kerk: de Arabische moskee. Erg leuk zijn de Camondotrappen, in art nouveau. We sluiten onze wandeling af met heerlijke bürek waar ze ons veel te veel voor aanrekenen. Tourist traps kunnen ook lekker zijn.
Dan breekt de laatste dag aan van de Ramadan. We nemen een authentiek Turks ontbijt met sloten çay en bezoeken Pera Palas. Dit was het eerste luxehotel in Istanbul en het eerste gebouw in Turkije met een elektrische lift. Alles ademt de sfeer van de vroege 20e eeuw uit. Heel wat beroemdheden verbleven in dit hotel en kamer 101, die van Atatürk, is als museum ingericht. Een bediende leidt ons rond en even wanen we ons honderd jaar terug in de tijd. Aan de overkant van de Gouden Hoorn ligt de kleurrijke wijk Balat, hipster en traditioneel tegelijk. Volgt heel wat geklim en gezigzag in nauwe straatjes. We bezoeken de twee voornaamste moskeeën en een Bulgaarse kerk met vergulde torens. Het Grieks-orthodoxe patriarchaat is een van de belangrijkste orthodoxe heiligdommen van Europa en herbergt een schitterende iconostase in zijn Sint-Joriskerk. Het ligt op een boogscheut van de onwaarschijnlijk toffe vintage barretjes, waar we granaatappelsap en Koerdische koffie drinken, en antieke winkeltjes vol snuisterijen. We ontdekten dit wijkje toevallig maar het zou niet aan een reis naar Istanbul mogen ontbreken. Eigenlijk verkiezen we Balat boven Kadiköy.
Per tram reizen we naar de voormalige elektriciteitscentrale in het noordelijke puntje van de Gouden Hoorn, waar twee rivieren samenvloeien, maar Santral Istanbul is gesloten. Bij het eveneens gesloten transportmuseum zijn straaljagers, wagons en stoommachines uitgestald. Gelukkig is er in Beyoğlu het restaurant Vegan Istanbul, garant voor een overheerlijk diner, om deze milde teleurstellingen mee weg te spoelen. Overal in de stad spotten we grote portretten van Erdoğan. De aanloop naar de verkiezingen is begonnen. Op sommige campagnefoto's komt hij over als een leider van het volk en een kindervriend. Potsierlijke propaganda. Flagrante schendingen van mensenrechten blijven een groot probleem in Turkije. We zijn op het Taksimplein wanneer het einde van de Ramadan wordt aangekondigd. Beer o'clock.
Suikerfeest. Ik steek per boot de Bosporus over naar het Aziatische Üsküdar, waar Sinan een handvol moskeeën bouwde in zijn herkenbare stijl. Voor de oever ligt het eilandje met de Leandertoren. Hoog op een heuvel is de hypermoderne Camlicatoren in mist gehuld. Dit is de hoogste toren van Istanbul. Een boottochtje op de Bosporus op zich is al een hele belevenis, maar een koppel dolfijnen dat voorbij zwemt, maakt het echt af. Bij de Cinilimoskee vraagt een groepje jonge mannen met Turkse vlag en trom om baksjisj. Ik zeg, "Eid Mubarak" en loop door. Op de oever bij de Bosporusbrug zit het 19e-eeuwse Beylerbeyipaleis. Dit verrukkelijke zomerverblijf werd opgetrokken door de broer van de architect van het Dolmabahçepaleis, aan de overkant van de zeearm. Helaas zijn de meeste monumenten vandaag gesloten omwille van het Suikerfeest. Op een overbeladen boot keer ik terug naar Europa.
Duizenden gelovigen hebben zich op het streng bewaakte plein bij de Blauwe Moskee verzameld, het meesterwerk van architect Mehmet Ana, uit 1616. Zes minaretten, vier halfkoepels, talloze mini-koepels en één enorme koepel - een herkenbaar silhouet waar je alleen maar ontzag voor kan hebben. Een honderdtal politie- en legerbusjes staan op de pleinen rond de moskee opgesteld. Ik word twee keer gefouilleerd. Door luidsprekers spreekt een stem het volk toe en wordt af en toe op luid gejuich onthaald. "Dat is hier Miami niet", lacht de eigenaar van Optimist caffe wanneer ik in een zomers hemdje çay kom drinken. Opmerkelijk hoe snel ik op het terras kan chillen, met de luie muziek van Daft Punk op de achtergrond - een oase te midden van de mensenmassa.
Met Teutë haast ik me weg uit het centrum, want ook in Karaköy is het ontzettend druk - naar het levendige Ortaköy. Synagoge, kerk en moskee zitten broederlijk naast elkaar. Die laatste is de Witte Moskee, in subliem rococo. Aan de overkant van de Bosporus zien we het Beylerbeyipaleis, waar ik uren geleden nog op mijn kin kon kloppen. Na vele omzwervingen en teleurstellingen - want ook dat is Istanbul - kan ik in het levendige Ortaköy eindelijk wat van mijn dag maken. In de 'Kumpirstraat' schreeuwen de verkopers naar de passanten en proberen ons naar hun kraampje te trekken door ons een hand te geven. We mogen onze gevulde aardappel zelf samenstellen. Lekker smullen op het Ortaköyplein met zicht op de Bosporusbrug en Üsküdar. Tijdens een stortbui vluchten we een sympathiek cafeetje binnen, waar we onder het genot van karak, een Midden-Oosters drankje, onze laatste avond inzetten. Het was een citytrip vol contrasten, met hoogte- en dieptepunten. De grootste stad van Europa is duur en druk, claustrofobisch volgebouwd, en de helft van de monumenten staat in de stellingen. Gelukkig zijn er de cocktails rond Tünel, de restaurants van Beyoğlu, het kleurenpallet van Balat, Ortaköy en Kadiköy, en de adembenemende schoonheid van de Aya Sofia en het Topkapipaleis. En een week lang was Karaköy waar ons bed stond, de perfecte uitvalsbasis om naar alle kanten uit te waaieren.
En er is nog de Blauwe Moskee, die we op onze laatste dag bezoeken. Deze roze-blauwe droom is een van de hoogtepunten van onze reis, een duizelingwekkende ophoping van koepels, pilaren, gewelven, tegeltjes en faienceversieringen. Van een briljante elegantie. We maken er nog een prachtige dag van in Sultanahmet en Karaköy, waarna we dit uit zijn voegen barstende vat vol tegenstrijdigheden verlaten. En wie weet verschijnen de oevers van de Bosporus, met haar koepels en minaretten, marskramers en straatkatten, raki- en bürekbars, en bruggen vol vissers wel nog in onze dromen. En is dat dan in de gedaante van Byzantium, Konstantinopel of Istanbul?