zondag 6 maart 2022

Fietstips voor kniekastijders

Naast poëzie, literatuur, muziek en reizen wil ik op deze blog graag ook enkele escapistes op twee wielen voor jullie tippen. Fietstochten waar je normaliter nooit aan zou denken, maar die alsnog nog, toevallig, de moeite zijn.
We beginnen met een eenvoudige fietstocht naar de grens, en dat via de mooiste poort naar Nederland, de Kalmthoutse Heide. Via de wijk Dam verlaat ik Antwerpen aan het Lobroekdok. In mijn geboortedorp Merksem passeer ik het militaire fort, een oase voor watervogels, en de typische oldskool volkstuintjes. Volgt de sprint naar het noorden, door de Antwerpse Kempen. De villawijken ruimen baan voor een wijds landschap, bezaaid met bunkers, met zicht op de haven.
Op de grens zit het kasteel Ravenhof, met in het koetshuis een brasserie. Grenspalen duiden hier en daar aan waar België eindigt en Nederland begint, en het dorp Putte ligt in beide landen. Ook de Kalmthoutse Heide strekt zich uit langs weerszijden van de grens. De ruige vegetatie doet Scandinavisch aan terwijl het duinlandschap aan de Afrikaanse savanne doet denken. Hie kan je heerlijk lange wandelingen maken in ongerepte natuur. Een reconstructie van de dodendraad herinnert ons aan een van de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog, toen Duitsland het bezette België hermetisch afsloot van het vrije Nederland door middel van elektrische draadversperring.
 
In Kalmthout buigt de route af richting Antwerpen. Want ik moet natuurlijk ook nog terug. Dat doe ik via de bossen van het Klein Schietveld, minder bekend dan de Heide, maar misschien wel even mooi. Op het militair vliegveld van Brasschaat landt net een legervliegtuigje. Ik blaas even uit in Perron Noord, er net tegenover. Grand café, terras, speeltuin in militaire stijl. De perfecte pleisterplaats voor het hele gezin op zondagmiddag. Of voor een eenzame kniekastijder. Op de laatste etappe huiswaarts zijn het Park van Brasschaat en het Rivierenhof nog twee hoogte- en rustpunten, en zo eindigt aan het Sterckxhof in Deurne een stevige fietstocht van 80 km, met zoveel natuurschoon dat m'n groene batterijen weer voor enkele weken zijn opgeladen.
 
Knooppunten: 04 - 13 - 56 - 26 - 79 - 78 - 34 - 12 - 50 - 77 - 76 - 14 - 85 - 17 - 84 - 02 - 01 - 83 - 02 - 81 - 25 - 75 - 72 - 27 - 21 - 38 - 39 - 11 - 51 - 10 - 32 - 20 - 16 - 30 - 11 - 03
 

Eind april heb ik nog eens zin in een fietsuitdaging. Ik begin absurde routes uit te stippelen, willekeurig, ware het niet dat ze toch een idiote logica volgen. Ik wil van Appels naar Peer fietsen, van Nazareth naar Bethlehem (Gert-Jans suggestie), van Reet naar Retie (Niels' suggestie)... u snapt het wel. Van het ene dorp naar z'n naammaatje. En zo kom ik op het belachelijke idee om samen met m'n fiets de trein te nemen naar de Limburgse mijnstreek, met het doel op het einde van de dag in de buurt van de luchthaven te belanden. Pakweg van Beringen naar Vilvoorde, 'station to station'. Of eigenlijk een fietstocht van Paal naar Perk. Fiets je mee?
Deze route is maar liefst 90 km lang en volgt bijna altijd de knooppunten, al kwam ik enkele omleidingen tegen, en één keer sneed ik een overbodig stuk af. Omdat Paal geen treinstation rijk is, start ik in het mijnstadje Beringen, tussen de terrils en de mijnschachten. Ik steek het Albertkanaal over naar Paal, en we zijn vertrokken! Aanvankelijk twijfelt de route tussen de Limburgse Kempen en de Merode, en aangezien Limburg en Vlaams-Brabant elk een eigen bewegwijzering gebruikt voor fietsknooppunten, kan dat verwarrend zijn. Na een streepje bos en heide stuit ik, pal op de provinciegrens, op de Abdij van Averbode, met de 17e-eeuwse kerk. Ik laat de norbertijnen voor wat ze zijn en fiets het Hageland binnen. Ik kronkel met de Demer mee naar Aarschot, waar ik mijn knieën te rusten leg.
De Demervallei wordt alsmaar mooier. Bij Betekom steek ik de opvallende Demerbrug over. In de buurt van Rotselaar spot ik een reebok in het bos. Fraai beverkunstwerk te Werchter. Op de boerenbuiten van Tildonk, tussen de bunkers die je her en der in de velden ziet, vind ik de hoevebrouwerij Hof ten Dormaal, waar ik framboos- en chocoladebier koop. In het café een groep Deense toeristen. Van 't witloofboerke in Kampenhout is het niet ver meer naar Perk, en wanneer ik de compleet nutteloze afstand Paal-Perk heb afgelegd, rest me nog een laatste etappe, die naar Vilvoorde, want daar is een treinstation. Van op een fietsbrug kijk ik uit over de luchthaven, Brussel, Vilvoorde. België is een zakdoek groot, tenzij je met de fiets bent.
 
Knooppunten (Paal-Perk): 330 - 332 - 331 - 84 - 83 - 18 - 56 - 80 - 03 - 51 - 15 - 16 - 17 - 92 - 91 - 67 - 71 - 72 - 26 - 27 - 28 - 97 - 87 - 98 - 5 - 6 - 7 - 56 - 23 - 24 - 47
 

Er zijn streken die minder bekend staan als fietsparadijzen. Wat heeft een fietser, of eender wie, bijvoorbeeld verloren in het Waasland? Een weinig bruisende streek, de grond propvol pfos en pfas, en wellicht nog wel ergens een wolf op de dool, zoniet een sluwe vos uit een of ander volksverhaal. Ik overdrijf vooral niet hoor. Toch ga ik hier geregeld graag fietsen. Op een dag midden in juni vertrek ik na mijn werk - de dagen zijn lang - en steek de Schelde over. Na enkele kilometers trappen door de Wase boerenbuiten stop ik voor een verfrissing in een volkse zomerbar in Kruibeke - de dagen zijn dorstig.
Het is vloeken op de kasseien van de Vestingstraat, maar ik krijg het onooglijke Fort van Haasdonk als beloning. Het beste aan Temse is de brug naar Bornem. Het tweede beste de dijk met de sculpturen. En al moet je er de spuuglelijke luxeflats in de Scheldebocht bij nemen, het uitzicht mag er wezen. In de tavernes aan het water ga ik op deze dinsdagavond nog in vakantiestemming geraken.
Terug naar Antwerpen via de polders. Het jaagpad meandert mee met de rivier. ERgens in het bos slaat een koekoek het misse uur. Bergeenden rusten in het slik. Aan de overkant van de Schelde De Notelaer en de Sint-Bernardusabdij. Alsmaar verder langs het water, door het pittoreske Rupelmonde, geboortedorp van Gerard Mercator, waar de sculpturen ondeugender worden. Dwars door het natuurschoon van de Kruibeekse polders. Hier, op een zucht verwijderd van de metropool, kom ik tot rust. Verlaat de linkeroever toch maar niet te gauw.
Een tiental luchtballonnen hangt in de avondlucht wanneer ik de veerboot neem naar Hoboken. Een prettige manier om een geslaagd fietstochtje mee af te ronden. De route is nog geen 60 km lang, afhankelijk van waar in Antwerpen je vertrekt, dus nog best mals voor de knieën, en perfect voor na de werkdag op een zwoele zomeravond.

Knooppunten: 57 - 27 - 31 - 99 - 53 - 50 - 47 - 48 - 67 - 9 - 95 - 98 - 99 - 75 - 74 - 86 - 72 - 71 - 54 - 53 - 42 - 43 - 52

Nu we toch bezig zijn... Kan ik na het werk nog een langere fietstocht maken? Van pakweg meer dan 70 km? Eind juni begin ik vroeg aan mijn werkdag en stop vroeg. Na acht uur werken fiets ik naar Antwerpen, waar op de linkeroever een nieuw parcours door het Waasland start, van nog eens bijna acht uur fietsen, deze keer weg van de Schelde. Met het fraaie park Crommewalle in Beveren, inclusief kasteel met slotgracht, krijg je een eerste hoogtepunt. De taverne is een verplichte pitstop. Hierna is het toch voornamelijk boerderijen, weilanden en sloten, hier en daar een bruine kroeg op een dorpsplein. Overal bunkers in de velden, Enver Hoxha zou zich hier veilig voelen.
Het ezelopvangcentrum in Sint-Gillis-Waas is dan weer schattig. Alles staat hier in het teken van Reinaert de vos. Zo overlapt mijn fietstip met zowel de Nobel- als de Canteclaerroute. En leerlingen van de Academie van Sint-Niklaas maken schetsen van hun favoriete dieren uit het schelmenverhaal. Ik volg een uitgedoofde spoorweg en passeer het oude stationsgebouw van Stekene, op een zucht van de Nederlandse grens. Na een welverdiende rosé op het terras van Het Zomerhuis volg ik de Molenbeek, die door een erg mooi lapje Wase natuur kabbelt. Een fuut leert haar kuikens zwemmen. Een koeienwei met een honderdtal kieviten, nog nooit gezien. Een haas in het veld, een daas op mijn knie. Twee scholeksters bovenop een mesthoop.
Op de terugweg passeer ik nog het dorpje Sint-Pauwels, met de oude Roomanmolen, en uren later vind ik in Burcht de Schelde terug. Verliefd kijk ik naar mijn stad aan de horizon. Mijn knieën zullen de rust goed kunnen gebruiken. Wanneer ik Antwerpen binnenrijd, beginnen ze net niet te kraken.

Knooppunten: 57 - 27 - 31 - 99 - 53 - 50 - 7 - 6 - 5 - 71 - 2 - 72 - 74 - 81 - 84 - 86 - 91 - 94 - 93 - 92 - 87 - 85 - 83 - 79 - 96 - 95 - 9 - 67 - 48 - 47 - 20 - 44 - 41 - 40

Later die week, begin juli, verken ik de minder populaire provincies van Wallonië per fiets. Wanneer we aan Waals-Brabant of Henegouwen denken, zijn we niet echt op slag in vakantiestemming. Nee, dan denken wel: industrie, mijnen, lelijke arbeidersstadjes, en Charleroi, de lelijkste stad van de Benelux. Verschillende uitstapjes wezen me er echter al op dat er zoveel moois valt te ontdekken in westelijk Wallonië. En zo begin ik aan de fietstip met de klinkende naam Halle-Bergen. Halle is een rustig historisch stadje aan de Zenne. Hier wip ik de taalgrens over, van Vlaams- naar Waals-Brabant. Het is kalm fietsen door het Hallerbos, nu zonder paars-wit en dus zonder toeristen. De klim naar het bos is pittig, de afdaling naar Kasteelbrakel of Braine-le-Château spectaculair. Veel heuvels op de weg naar Bergen. In Itter volg ik het kanaal naar het Hellend Vlak van Ronquières, een 1,5 km lang alternatief voor een bootlift, met een hoogteverschil van 68 km. Indrukwekkend industrieel.
In Ecaussines is er een feest aan de gang. Iemand speelt doedelzak. Ik neem de gelegenheid om wat in het leuke stadje rond te wandelen, passeer het Château de la Folie en het massieve Château de Lalaing, een feodale burcht uit de 12e eeuw. De 150 meter hoge toren van het Hellend Vlak kan je nog tot op het platteland van Le R
œulx in de verte spotten. We zijn ondertussen in Henegouwen beland. Ik sla een praatje met een bakker, die me vertelt dat ze op sommige plekken in Vlaanderen vriendelijker wordt geholpen wanneer ze Engels praat dan wanneer ze Frans praat. Het is om in de grond te kruipen van schaamte. In Wallonië drinkt men Ricard in de zomer. Een welverdiend verzetje nu ik mijn bestemming nader. De beroemde scheepsliften van het Centrumkanaal zitten hier om de hoek, museumstukken in openlucht, maar die laat ik voor wat ze zijn, en ik buig af naar Bergen.
In Gottignies wordt mijn fietstocht een wandeling. Ik rijd mijn band lek en moet de overige 12 km, als het al niet langer is, te voet afleggen. Geen cadeau wanneer je binnenband in je wiel verstrikt geraakt. Ik keek al uit naar de Cité du Doudou, het charmante Bergen, maar na een urenlange vermoeiende voettocht kan je wel raden hoe groot de ontlading is. Het belfort hoog op z'n heuvel, de collegiale kerk, de middeleeuwse steegjes, street art, uitgelaten Montois. Heerlijke stad en een mooie beloning na vijf uur fietsen en drie uur ploeteren. Voor wie deze 60 km lange route ook wil fietsen, liefst zonder platten banden:
 
Knooppunten: 65- 55 - 58 - 57 - 56 - 25 - 24 - 23 - 33 - 34 - 20 - 68 - 51 - 94 - 27 - 34 - 7 - 29 - 83 - 77 - 64 - 55 - 98 - 87 - 92 - 99 - 23 - 10 - 11 - 13 


Ik eindig met nog een 'mislukte' fietstip, althans voor mezelf. Tijd voor nog eens een kortere route, van Antwerpen via de Rupelstreek naar Klein Brabant en terug. Na een spurt bereik ik de Sint-Bernardusabdij in Hemiksem en het Hof Ten Laere in Schelle, met bezienswaardige kasteelpoort. Even verderop steek ik met het veer de Rupel over naar het Noordelijk Eiland. Aan boord ontmoet ik twee mannen die vandaag van Bilzen naar de zee fietsen. Dat is pas een fietstip waard!
Het is zalig fietsen door de natuur van Rivierenland, aan de monding van de Rupel in de Schelde, en voorbij dorpjes als Wintam en Eikevliet. In de verte draait Tomorrowland zich nog eens om. Het Hof van Coolhem is de perfecte plek om even uit te blazen. In Ruisbroek heb ik weer pech en loopt mijn recent herstelde achterband weer plat. Ik moet met de trein terug en kan mijn verdere fietsplannen weer even opbergen. Voor wie de fietstocht alsnog wil maken, die gaat nog via Boom terug naar Wilrijk.

Knooppunten: 40 - 52 - 43 - 33 - 32 - 84 - 70 - 85 - 30 - 34 - 31 - 20 - 35 - 36 - 37 - 82 - 83 - 11 - 38 - 28 - 29 - 25 - 18 - 91 - 17 - 16 - 08 - 15 - 25 - 26 - 09

 
De fietstips hervat ik in een nieuw blogbericht zodra mijn fiets is hersteld. Tot dan zal ik me dan maar bezig houden met hiken en met feesten. Maar blijf vooral fietsen!

2 opmerkingen: