dinsdag 5 november 2019

De poenschepper-weldoener


In zijn nieuwe boek Waarom De Superrijken De Wereld Niet Zullen Veranderen verzucht Anand Giridharadas dat, ondanks alle innovatie en vooruitgang, de minderbedeelden het nog steeds niet beter hebben. De kern van zijn betoog is dat de rijke weldoener een problematisch gegeven is. Vaak gaat het vooral om image-building en er blijft onderweg te veel geld aan hem of haar kleven. Ook is de vrijgevigheid altijd volgens hun eigen voorwaarden, want waarom zouden ze het risico lopen dat de innovatie henzelf schaadt? Filantropie die vooral de elite zelf, die hij MarketWorld noemt, dient te beschermen is misschien wel goedbedoeld maar vooral ook inefficient.

In zijn inleiding linkt hij dit fenomeen aan populisme en zijn beste voorbeeld, Donald Trump, die zowel een onthuller als een profiteur is van de status quo. Hij slaagt er als geen ander in om volkswoede op te kloppen en die vervolgens te richten op de kwetsbaarste Amerikanen. Dit is een vertegenwoordiger van de elite die zich vermomt als een rebel tegen de elite. En het werkt. “Het enige dat nog beter is dan geld en macht in handen hebben, is de pogingen in handen te hebben om geld en macht anders te verdelen”, zo stelt Giridharadas. De elite zit zowel op de eerste rij als in de beste positie om dat zo te houden.

In het boek volgen we het levenspad van een handvol gedreven altruïsten in hun dilemma’s, van de wieg tot hun verpletterende successen. Sommigen van hen laten zich overtuigen en overtuigen zichzelf om de wereld van het grote geld te betreden en zo de vaardigheden te leren om net die mensen te helpen die door die wereld in armoede zijn beland. Langzaam maar zeker blijkt dit ijdele hoop en wordt de wereldverbeteraar in spe zelf onderdeel van het systeem, door groepsdruk, de bedrijfscultuur en zelfmisleiding. Hierbij moet deze voortdurend vechten tegen het stemmetje in zijn of haar hoofd dat fluistert dat er nog steeds niets is veranderd.

Want dat zijn de waarden van MarketWorld, dingen veranderen zonder iets te veranderen. Het win/win-paradigma geeft deze verlichte elite waar voor hun altruïsme: door goed te doen kunnen ze er zelf ook nog voordeel uit halen. Enkel door de Syrische humanitaire crisis als verdienmodel te presenteren krijg je MarketWorld geïnteresseerd om hun kapitalistische steentje bij te dragen. De rijke weldoener kan blijven leven als voordien en kan er een stukje schuldgevoel voor inlossen.

Giridharadas legt enkele denkfouten in deze visie bloot. Zo helpt snellere software ontwikkelen om iedereen productiever te maken de minderbedeelden niet in een tijd waarin de productiviteit stijgt en de lonen bevriezen, althans die van de gewone mens. Dit win/win-isme linkt de auteur aan oude, meer gematigde theorieën zoals de onzichtbare hand en het doorsijpeleffect. Filantrokapitalisme als de beste manier om de wereld te verbeteren afschilderen, is misleidend. Het geloof dat, om optimaal te kunnen goeddoen, de elite geen strobreed in de weg mag worden gelegd, doet juist afbreuk aan het beeld van een gelijkere wereld. Hoe meer innovatie, technologie, start-ups, hoe minder leed – zo werkt de maatschappij nu eenmaal niet.

Naast een aantal blinde vlekken heerst ook de idee dat maatschappelijke verandering altijd voordelig moet uitdraaien voor de winnaars. Op die manier wordt filantropie net een middel tot een doel, namelijk nog meer geld voor de superrijken. Het win/win-isme dient dan vooral het eigenbelang, en van goeddoen is eigenlijk amper nog sprake, want een groot deel van de behoeftigen valt hierdoor uit de boot.

Het is niet zo moeilijk voor een MarketWorlder om de toekomst in zijn of haar richting te duwen. Vooral Silicon Valley zou goed hebben geleerd om, door trends in de pijplijn te voorspellen, zélf die trends door de pijplijn te duwen. Als je mensen bewust maakt van wat er volgens jou staat te gebeuren is de kans niet gering dat ze hun leven zo gaan inrichten. Het is een sluwe en doeltreffende manier om je eigen doelstellingen te framen, en om jezelf als rebel te framen die strijdt tegen de heersende macht, en niet als de macht zelf – zoals we zagen bij Donald Trump. Hoe groot de macht en rijkdom van durfkapitalisten ook worden, ze blijven zichzelf zien als de kleine man en hanteren taal die doet denken aan burgerrechtenbewegingen, wanneer ze vakbonden en sociale wetgeving afbreken. Lichtjes gênant.

Giridharadas verwoordt het voortreffelijk: “Als je aanvoerder nog altijd de baret draagt uit het rebellenleger, is dat iets om je zorgen over te maken.” Zelfs wanneer bedrijven als Uber en Airbnb dan door de gewone man voor de rechter worden gedaagd, gedragen ze zich als rebellen, zich compleet onbewust van hun morele taken als machthebbers, waarvan ze beweren die niet te zijn. In plaats van de mensen te helpen die uit de boot vallen, zou MarketWorld meer ongelijkheid creëren, net omwille van het schizofrene karakter van technologie: zowel democratisch als feodaal. Dat kan anders, door die platforms, meestal in het bezit van een heel beperkte groep van heel rijke investeerders, écht te democratiseren en burgers hun eigen platforms te laten ontwikkelen.

Een andere manier van de elite om de status-quo in stand te houden is om, bij problemen op wereldschaal zoals de klimaatcrisis en armoede, het belang van hoop te benadrukken en met suggesties op de proppen te komen om met deze problemen te leren leven, in plaats van ze op te lossen en de daders op hun verantwoordelijkheid te wijzen. Hoed u voor wie zegt, “Ik ben ergens voor, niet tegen.” Zo hebben opinieleiders, goed betaald door de elite, het aanzien overgenomen dat intellectuelen genoten. Ook nieuwe ideeën, verspreid via TED Talks, krijgen dus de stempel van MarketWorld en worden uiteindelijk propaganda van het grote kapitaal, zij het in een trendy jasje.

Een lichtend voorbeeld is Amy Cuddy, een feministisch denker, wiens lezing over powerposes enkel viraal ging omdat ze er de scherpe randjes had afgeveild – weg haar argumenten tegen het patriarchaat, weg de kans op structurele verandering door haar publiek wakker te schudden. Toen ze alsnog haar focus verlegde van slachtoffer naar dader van seksisme, werd ze zelf slachtoffer van weerzinwekkende vrouwenhaat. Simon Sinek daarentegen schept poen door een generische, hapklare en rendabele boodschap te verkondigen, helemaal in de lijn van MarketWorld.

Ook de idée fixe dat je door versplinterde protocollen te leren al aan liefdadigheid doet, remt echte verandering af. Wie het vermogen heeft om problemen op te lossen, kan die ook definiëren en daardoor andere invalshoeken verdringen. Het versplinteren van die problemen in subcategorieën verschuift de aandacht weg van het grote geheel. De ‘fix it’-mentaliteit uit het bedrijfsleven verkiest snelle oplossingen, maar zo zitten structurele problemen nu eenmaal niet in elkaar. Oplossingen dreigen zo een verlengstuk van het probleem te worden.

En wanneer liefdadigheid een bedrijfskarakter krijgt, via foundations, kan filantropie paternalistische trekjes krijgen. De overtuiging dat de rijken niet moeten inleveren want dat ze sowieso zullen teruggeven aan de samenleving is niet noodzakelijk goed nieuws voor de minderbedeelden. Gulheid zou geen vrijgeleide mogen zijn.

Tot slot neemt de auteur de elitaire globalisten onder vuur, die met privé-feestjes waarop ze de wereld willen redden, totaal van die wereld vervreemd blijken, en zo bijdragen aan de volkswoede en het wantrouwen. Ook hier heeft Donald Trump handig op ingespeeld bij de verkiezingen. Populisme gedijt namelijk goed in zulke tijden, en zijn tegenspeler Hillary Clinton was de perfecte booswicht om hun woede op te richten.

Wanneer MarketWorld dan eindelijk de vraag durft te stellen, “Ligt het misschien aan ons?”, moet een paneldiscussie, waarop enkel globalisten zijn uitgenodigd, het probleem oplossen. Zelfs wanneer de elite er iets aan tracht te doen, zit ze vast in weinig doeltreffende en ongeloofwaardige oplossingen die elitair, exclusief en haast antidemocratisch zijn. Het is frappant hoe op dit debat, waar iedereen het met elkaar eens is, zowel de koningin van Jordanië als de CEO van Western Union, uithalen naar de politiek – alsof het probleem altijd al daar heeft gelegen. Nee, deze kosmopolieten regelen hun zaakjes liever zonder democratisch verkozen pottenkijkers. Wat te denken van zogenaamde wereldverbeteraars die publieke problemen het liefst in gouden achterkamers aanpakken, en volgens hun voorwaarden?

De kern van het probleem is volgens Dani Rodrik – geciteerd in het boek – dat, in de geest van internationale samenwerking en ondernemend wereldburgerschap de elite zich distantieert van de burger, wat leidt tot verlies van vertrouwen. Dit schept dan weer een broeihaard voor populisme en nepnieuws. MarketWorld promoot zaken als globalisatie of feminisme voornamelijk uit eigenbelang, aldus Giridharadas. Echt feminisme ga je in hun kringen nooit tegenkomen. Enkel bij hun veilige versie valt geld te rapen: activisme voor commerciële doeleinden.

De verhalen in het boek zijn niet zelden meeslepend, van het weerzinwekkende seksisme waar Amy Cuddy meet te maken krijgt tot de honderdduizenden overdosissen door pijnstillers omdat de Sacklers regulering bestrijden om geen miljoenen mis te lopen. Ze zijn ook wel eens doorspekt met tegenstellingen. De argumenten die de interviewees gebruiken om hun situatie en gedrag goed te praten, zijn vaak van een verknipte logica. Opmerkelijk is bijvoorbeeld dat Bill Clinton, die zijn hele leven voor de politiek heeft ingericht, nu private beslissingen promoot als de enige manier om de wereld te redden, een haast absurde uitspraak voor een voormalige president van de Verenigde Staten. Zijn geval van zelfmisleiding is, onder de vele getuigenissen in het boek, misschien wel het meest frappante.

Pas helemaal op het einde van het boek verklapt Giridharadas dat hij een insider-outsider is van MarketWorld. Van alle elitaire fenomenen die hij bekritiseert, heeft hij zelf ooit deel uitgemaakt. Daar is hij op tijd mee gestopt en nu waarschuwt hij de wereld ervoor. Tot slot is het een morele kwestie. De elite is gefaald in haar poging de wereld te verbeteren en heeft die voor een stuk zelfs onzekerder gemaakt. De ommezwaai gaat van andere instanties moeten komen. Zijn boek is een spiegel voor MarketWorld, en het is nu aan hen, zijn rijke lezers, om ermee aan de slag te gaan.

Deze long-read verscheen ook op Mirari en een beknopte recensie op Cutting Edge.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten