Jonathan Coe has done it again! Met zijn twaalfde roman Middle England (2018) krijgen we weer te horen van onze favoriete personages uit The Rotters' Club (2001) en The Closed Circle (2004). Middle England is daarmee het derde deel van zijn politiek-sociologische kijk op de Britse samenleving en de invloed van politieke beslissingen op een handvol families uit Birmingham: de Trotters, de Andertons, de Chases enzovoort.
Met zijn gebruikelijke gevoel voor op en top Britse humor pikt Coe de draad een zestal jaar na de frappante ontknoping van The Closed Circle weer op. Doug Anderton werkt en leeft op de eerste rij van de politieke ontwikkelingen, en ligt overhoop met zijn aristocratische echtgenote en zijn tienerdochter, die de levensstijl van haar moeder verafschuwt en haar vader niet radicaal genoeg vindt. Sophie Potter breekt met haar traditie om enkel met intellectuele mannen te daten en verrast iedereen, ook zichzelf, met haar nieuwe partner.
Benjamin Trotter, onze favoriete anti-held, blinkt zoals gewoonlijk uit in afwezigheid bij de tijdsgeest. Hij leeft afgezonderd, maatschappelijk losgekoppeld, en is altijd de laatste die iets te weten komt. Toch heeft hij zichzelf, en vooral zijn obsessie met Cicely Boyd, heruitgevonden. Zijn onafwerkbare superroman krijgt met de hulp van uitgever Philip Chase een nieuw elan. Zijn decennia lang gekanaliseerde obsessie bereikt zo haar hoogtepunt met een publicatie.
Pijnlijk amusant zijn de dialogen tussen Doug Anderton en Nigel Ives, waarin de glibberige logica aan de oppervlakte komt waarmee de 'gewone Brit' in de aanloop naar het referendum werd bespeeld. Het is vooral hun laatste ontmoeting, het post-Brexitinterview zeg maar, dat een zware klomp in de maag achterlaat. De complete u-turn van de Tories, het gevoel van “We’re fucked” en vooral de onvergetelijke exit van Nigel Ives geven een beklijvend beeld van de sfeer na de voor velen onverwachte resultaten van het referendum. De Tories hadden erop aangestuurd, in een sterke overtuiging van een overwinning voor Remain, en waren compleet onvoorbereid op een zege voor Leave. Je krijgt letterlijk het gevoel dat de politieke leiders van Britain absoluut niet weten waar ze mee bezig zijn. Deze passage is een van de meest frappante uit Jonathan Coe’s oeuvre.
Ook de scherpe verschillen tussen Dougs visie en die van zijn dochter Coriander tonen treffend de verdeeldheid binnen links: de oude salonsocialist versus de jonge Social Justice Warrior, de oude tegen de nieuwe punk. De verraderlijke framingtechnieken van zowel de pers als hordes SJW's (iedereen kent wel een Corrie Anderton) komen aan bod, niet zonder hun slachtoffers. Het andere uiterste is dan mogelijk de opmerkelijke vergelijking die Sophie's conservatieve schoonmoeder Helena maakt tussen de open censuur in China en de verdoken tirannie in het Verenigd Koninkrijk, die van het politiek correcte denken. Het is de tweede vorm die ze de ergste acht. De occasionele uiting van linkse intolerantie en het rechtse snowflake-vingertje wijzen erop dat niets eenduidig is, en dat het politieke spectrum allicht een gesloten cirkel is in plaats van een horizontale lijn, zoals ook al in de vorige roman werd gesuggereerd, niet het minst door zijn titel.
In elk portret dat hij tekent van Britain in de Tennies weet Coe de sterk gepolariseerde tijdsgeest te vangen. Van de gewelddadige rellen in Noord-Londen tot de steenrijke bejaarden op cruise in de Baltische Zee, overal houdt Coe de vinger op de pols van Merrie England, dat gekke land dat, dromend van een eenvoudiger, eenvormiger verleden, afdrijft naar een onzekere, beangstigende toekomst. De vermeende vijand wuift het van op de kade uit, bezorgd, steeds minder goed zichtbaar, ze weet het zelf ook allemaal niet meer.
Het begon met ergernis, altijd die betutteling, politieke correcte regeltjes en wetjes, snelheidsboetes, andere culturen die zich hier komen moeien. Speldenprikjes werden door sluwe politici genre Farage en Johnson opgeblazen tot steekwonden, muggen die prikken met de slurf van een olifant. De grootste partij werd handig bespeeld, een referendum zorgvuldig gesponnen, de illusie van echte democratie en zelfbeschikking glinsterend in het zonlicht. Het vrije land drijft verder af. Niemand weet wat er zich achter de mistbanken schuilhoudt. Maar het ga je goed, dear old Blighty.
En dan zijn er nog de talloze verwijzingen naar de eerste roman: Hatfield & The North, The Lark Ascending, Longbridge, The Grapevine, Othello - weet je nog? Er is zelfs een tekstueel knipoogje naar de interieure monoloog van Benjamin op het einde van The Rotters' Club, nog steeds de langste zin uit de Engelstalige literatuur. Ook zijn er een heleboel nieuwe personages om ons blij over te maken, net als enkele verrassende comebacks. Voor wie de eerste twee boeken nooit heeft gelezen is het perfect mogelijk om meteen met Middle England te beginnen, want er is geen betere periode om het boek te lezen dan nu, vlak voor de feitelijke Brexit (of 'Brixit' volgens Nigel Ives). Al zou je de subtiele knipoogjes, de hilarische verwijzingen, de lezersnostalgie missen, die het boek extra aangenaam maken, naast ontzettend relevant.
De enige optie als lezer is Remain, want er zijn nog wel wat rekeningen te vereffenen, hoofdstukken af te sluiten.
Op 29 maart kan je samen met onder meer Jonathan Coe en Ali Smith het Verenigd Koninkrijk gaan uitzwaaien op het Passa Porta Festival in de Bozar in Brussel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten