vrijdag 21 juli 2017

Venturi

Gentse Feesten. Halfzes. In het prille ochtendgloren van de Nationale Feestdag grijp ik net naast de eerste trein. De Overpoort spuwt een verse lading feestgangers de vertrekhal binnen. Een uit de kluiten gewassen wachtkamer voor een roes die tientallen kilometers verder zal worden uitgeslapen. Maar eerst allemaal dat zelfde deurtje door. Agenten spreiden verdachte ledematen uit over de wand van hun combi. Het zullen niet de eerste drugs of wapens zijn die ze deze ochtend in beslag nemen.

Mijn wachtkamer naar keuze is kleiner van formaat, een café naast de sporen. Het is een laatste toevluchtsoord voor wezens die het daglicht nog niet verdragen. De voorraad sterke drank is als bij wonder nog niet uitgeput geraakt. Er is nog troost genoeg voor de troostelozen, in deze tempel van flesgroene hoop.

De stamgasten lijken wel uit een Ensor ontsnapt. De conversaties die je hier hoort, zijn haast niet te geloven. Kelen klussen bij als afvoerpijpen. Ook neusgaten werken met zuigeffect. Hier worden zuigkrachten gebundeld tot een wildgroei van overschot. Dit lijkt net niet echt. Er is zelfs een dwerg.

Instinctief speurt mijn oververmoeide geest de vergeelde afgebladderde muren af, op zoek naar clous voor een mystiek spel dat niemand snapt. Een jonge vrouw werpt een muntstuk in de jukebox. Ze kiest Moby met 'Go'.
 
Ceci n'est pas un rêve.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten