België heeft enkele bijzonder zwarte pagina’s in haar geschiedenis, iets wat in andere landen niet anders is. De twee wereldoorlogen worden tot in elk boerengat herdacht met een monument. Lest we forget. En zo hoort het ook. Ook de zeer pijnlijke geschiedenis van Belgisch Congo mag nooit vergeten worden en is iets waar we onze kinderen moeten blijven over onderwijzen. Maar dat kan ook anders dan door de aanstichter van al die gruwel nog steeds op een voetstuk te plaatsen, door hem nog steeds die vele standbeelden te gunnen. Er is mijns inziens geen enkele reden om die beelden nog op de huidige plekken te houden. Werp ze voor mijn part in een donker hoekje van één of ander museum, maar op een marktplein, op één van de drukste straten van België, aan de populaire Oostendse gaanderijen, hebben ze echt geen plaats meer. Niet in 2016.
Want dit valt in geen enkel opzicht te
vergelijken met herdenkingen aan de vele slachtoffers van de
wereldoorlogen, of met die van de Shoah. Leopolds standbeeld is geen
symbool van het lot van zijn 8 miljoen slachtoffers. Integendeel, het is
een bevestiging van zijn beleid, een schouderklopje voor onze dynastie,
een signaal dat we het wel in de tijdsgeest kunnen plaatsen, dat het
z’n plek heeft in de geschiedenis, dat we er vrede mee hebben genomen.
Welnu, ik neem daar geen vrede mee. Ik aanvaard deze typisch Belgische
berusting in deze situatie niet. En ik ben niet de enige. In Oostende
werd een hand afgezaagd van één van de beelden die een Congolees
voorstelt en in Brussel kreeg het beeld van de koning al eens een douche
van bloedrode verf.
Maar waarom vinden de meeste Belgen het
behoud van deze standbeelden wel best oké? Waarom nemen we onze
verantwoordelijkheid niet? Zo’n grote opoffering kan het niet zijn om
hier komaf mee te maken, om een krachtig signaal te geven dat we deze
donkere pagina van ons verleden afkeuren en verwerpen, om ons nageslacht
te tonen dat Belgisch Congo een grote fout was, met afschuwelijke
gevolgen, om Leopold II ondubbelzinnig de geschiedenis te laten ingaan
als een massamoordenaar die enkel moet onderdoen voor Hitler, Stalin en
Mao en zo op de vierde plaats eindigt van regimes met het hoogste aantal
moorden in de 20e eeuw. Waar in Duitsland vind je nog een standbeeld van Adolf Hitler in het straatbeeld? Ik zal het u vertellen. Nergens.
Ondertussen heeft men bij het beeld op de
zeedijk in Oostende een infobordje geplaatst om het allemaal wat te
duiden, wellicht om de gemoederen bij de activisten wat te bedaren. De
vraag is of dat voldoende is. En ook of het consequent of wenselijk is.
Het is zo’n beetje zoals de waarschuwingen op sigarettenpakjes. We
verkopen ze nog van harte en maken er nog reclame voor, want het geld
komt met hopen binnen, maar met een foto van gitzwarte longen of een
zieke foetus sussen we ons geweten. Zeg niet dat we jullie niet hebben
gewaarschuwd, lieve roker. Bovendien is het bordje niet meer dan een
doekje voor het bloeden. Er wordt gewezen naar de controverse, met als
voorbeeld de door de activisten afgehakte hand van de beeldengroep, en
daar stopt het zowat. Schepen van Cultuur Bart Plasschaert (CD&V)
vindt een complete herschrijving van de geschiedenis overbodig en stelt
dat er wel belangrijkere problemen in Oostende zijn. Zonder twijfel.
Maar je merkt meteen hoe weinig belangrijk het allemaal is. De discussie
gaat voor velen om iets louter symbolisch, iets om politiek correcte
wereldverbeteraars mee bezig te houden, maar hoe kunnen we aan een
betere toekomst werken als we op deze manier met ons verleden omgaan?
Nee, zo’n infobordje gaat het tij niet keren. Activisten gaan terecht
niet op hun lauweren rusten. Met alles wat we weten over wat daar
gedurende 23 jaar in Belgisch Congo is gebeurd (moet ik nog een
opsomming van de misdaden tegen de mensheid geven of is het voldoende in
ons historisch geheugen gegrift?), is er maar één actie wenselijk: het
beeld uit het straatbeeld weghalen.
Is het zonde om een karakteristiek
monument van Oostende of Brussel zomaar te verwijderen? Niet
noodzakelijk. En eigenlijk enkel als je ook belang hecht aan de
betekenis van het standbeeld. Beide steden hebben heel veel andere
troeven waar ze mee kunnen uitpakken, en waar we niet tot diep in onze
vezels schaamte voor moeten voelen telkens wanneer we er voorbij
wandelen. Beide steden hebben tal van andere beelden, voor wie daar dan
toch zo op kickt. Beelden beelden beelden. Je ziet bijna niets anders.
Op één beeld zal het niet steken. En aangezien het hier niet bepaald om
sculpturen van Michelangelo of Rodin gaat, zonder eender wiens
vakmanschap te willen bagatelliseren, hebben de beelden in kwestie enkel
een inhoudelijke waarde. Ze zijn er om ons collectieve geheugen mee te
ondersteunen, niet voor ons esthetisch genot.
In Boedapest zijn ook zo goed als alle
beelden uit de communistische periode uit het straatbeeld verdwenen en
verbannen naar net buiten de stad, in Memento Park. Ja, zelfs de beelden
van Marx en Engels. Wie daar zin in heeft, kan die beelden daar gaan
bezoeken – een aanrader trouwens. Wie geen zin heeft om die elke dag
voorbij te hoeven lopen – en dat zijn er gezien het collectieve trauma
heel wat – moet geen uitstap naar Memento Park plannen. Zo eenvoudig kan
het zijn. Elke verzuchting over verarming van het straatbeeld of
esthetische verloedering gaat compleet aan het ethische aspect en het
superieure belang daarvan voorbij. Misschien is dit appels met peren
vergelijken, want onze eigen voorvaderen waren nooit het slachtoffer van
de misdaden van Belgisch Congo, terwijl de Hongaren wel degelijk zelf
hebben gezweet onder Rákosi en zijn rode rakkers. Zijn we daarom zo
onverschillig? Omdat de Congolezen, en niet de Belgen destijds het
slachtoffer waren van Leopolds regime? Maar kijkt het Brusselse
standbeeld van onze tweede vorst niet lijnrecht naar de Matongéwijk?
Waarom smelten wij onze herinneringen aan
historische figuren zo graag om in een standbeeld? Omdat deze
landgenoten iets hebben betekend voor onze samenleving. Omdat we deze
personen letterlijk op een voetstuk plaatsen en aan onze kinderen
vertellen, “Kijk, dat is een belangrijk persoon geweest. Willen jullie
weten waarom?” En die kinderen, leergierig als ze af en toe nog durven
zijn, zullen antwoorden, “Ja, dat willen wij.” En dan kan je over Jacob
Van Artevelde vertellen, over Daens en Jordaens, over Paul Van Ostaijen
en Peter Benoit. Maar los van het feit dat Leopold II de koning van
België was, kan je aan geen kind of toerist uitleggen waarom deze door
de rest van de wereld uitgespuwde vorst nog steeds in volle glorie in
het straatbeeld van verschillende Belgische steden staat. Tenzij je het
meest typische antwoord hanteert dat een Belg kan geven: “Het is nu
eenmaal zo. Waarom dat dan gaan veranderen? Laat het toch zijn.”
Praktijktesten? Ach ja, laat dat toch. Zwarte Piet aanpassen? Moet dat
nu echt? Dat is traditie. De Belg is net zoals die schepen van Oostende
erg diplomatisch en traditioneel ingesteld. We geven alle partijen iets,
zodat we niet tegen iemand zijn of haar schenen moeten schoppen, en we
laten de dingen liever zoals ze zijn. En we zijn bereid daar heel ver in
te gaan. Maar zo verandert er niets. Zo verander je niet. En dat is in
sommige kwesties een kwalijke zaak.
Bron: Truyts, J., Nieuw infobord bij omstreden standbeeld van Leopold II in Oostende, geraadpleegd op 02/11/2016, van http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/regio/westvlaanderen/1.2764959.
Lees het artikel hier op Mirari.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten