Ken je die feestjes waar drank wordt gemengd als ware het fruitsla,
Waar katers prematuur aan je geweten beginnen knagen,
Een rood signaal voor dronkemansoren,
Waar mannen onhandig en vrouwen losbandig,
En shotjes de ronde doen, mond in, mond uit,
Eindeloze estafettes van wodka, soms whisky,
Waar pillen en poeder als suiker en melk bij koffie,
Veelvuldig gebruikt als toppings op een roes waaruit je nooit wil ontwaken,
Want ze fluistert je toe wat je anders nooit doet:
Gooien met tafels van 't balkon naar beneden,
Vechten met security breder dan beren,
Wilder dan leeuwen, harder dan beelden,
Sneden en kneuzingen verzamelen als waren ze knikkers, eretekens -
De pijn slaat pas toe bij 't uitgesteld waken,
Jongleren met glazen en flessen en vazen,
Scherven brengen geluk en je dichter bij
Dat alcoholverbod dat de stad je al jaren wil geven,
Berucht als je bent om de keet die je schopt
In elke tent waar iets straffers dan cola of water.
Je slaat steeds de flater van ouzo te gieten nog voor je de deur uit,
Een shot jenever bespeelt steeds je lever in elke kroeg onderweg naar het feest.
Plassen doe je enkel in lege wijnglazen,
Die laat je dan achter voor wie niet voor witte wijn wil betalen.
Braken doe je steeds in dure handtassen, een waterval van gefilterde gal.
Misdragen was nooit zo volmaakt exemplarisch
Als toen de vestiaire in vlammen opging of toen je de dj permanent verving
En je slechts grindcore draaide, het is eens iets anders dan techno.
Een lege fles Martini kreeg je tegen je bek, zag je niet aankomen
Toen je te druk bezig was platen tot gruis te vermalen,
Toen je te druk bezig was platen tot gruis te vermalen,
Guetta en Skrillex onder de hamer, zo bracht je de dj zelfs aan het huilen,
Het volk woedender dan een op hol geslagen kudde haatbaarden.
De discobol swaffelen, dat was er misschien wat over,
Zo ook de drol die je op de dansvloer achterliet,
Gecamoufleerd door de rookmachine, geen kat die het zag.
Dat zijn van die feestjes die meer dan legendarisch
Zich wekelijks voltrekken als door het lot bepaald.
Ik word er te oud voor, de katers steeds kwader,
De flikken wanhopig, mijn spoedarts schatrijk,
En mijn vrouw overbodig.