Drie keer sprak de
adelaar: uw zoon, die gaat het maken, niet gewoon!, wel, aanhoor mijn elegie,
in de buik van Moria, in de beschutte werkplaats van de Olympus, en de zeven
pikhouwelen in de ijzermijn, hé-ho, hé-ho!, een diamant is nooit te klein, een
krater in de dieptemijn, de gretige vingers van Midas, en water in wijn, ik
bouw voor jou een gouden troon, geen brol van IKEA, ondanks mijn karig loon,
geen goudkoorts, verzamelwoede, geen Dagobert, avec sa culotte à l’envers, geen
Smaug, meer dan genoeg voor iedereen, een miljardair zou niet mogen zijn,
verarm ze of verplicht ze te delen, open hun beurzen of open hun kelen, geen
meesters boven de meesters, vreet de rijken op als je honger hebt, laat ze
dokken of barsten, ik ben geen Elon, ben van een ander allooi, noem mij
Eligius, of kortweg Elooi – Looi voor de vrienden – ik hou niet van winstbejag
en achterklap, geen blind gezag maar vakmanschap, een onvervalste koekoeksklok
uit het Zwarte Woud, of een houten korf, wel duizend jaar oud, een zilverschrijn
om te vereren, of een sneltrein voor gehaaste heren, ik ben watchmaker maar ook
matchmaker, nu ja, uit een lelijke vrouw valt geen schoonheid te boetseren,
hang haar boven het vuur, leg haar op het aambeeld als het moet, hammertime!,
maar ik ben ook niet perfect, vervaardig uit haar desnoods een gewillige aap, ik
weet het, mijn mirakels zijn van de Aldi, het liefst zuiver ik de markt van
magnaten zoals Jezus de tempel van woekeraars, verscheurt de beer de os, wie
mag dan het vuile werk doen?, zie jij zo’n miljardair al in de mijnen werken?,
een gloeiende kool in het gelaat van de droes die zijn werkvolk haat, een tang
in zijn neus en een paardentrap in zijn kruis, mijn schuur uit, duivelsgebroed,
geen plaats voor uitbuiters in Noyon of Bouillon en bij uitbreiding de wereld, vlieg met je
raket naar een andere planeet, want hier op aard staat de guillotine gereed.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten