dinsdag 30 september 2025

Jerry kan het

Je vindt geen leeuwen in Slovenië, maar er stroomt veel meer water dan in de woestijn, had ik misschien niet moeten reizen, niet naar Rome, niet naar Trier, niet naar Constantinopel, want vroeg of laat stoot je ergens iemand voor de borst, en terwijl je kennis schept uit boeken en je uitmunt in polemiek, speld je een schietschijf op je ribbenkast, je zou voor minder kluizenaar worden, jezelf opsluiten in de geboortestad van de Zaligmaker en de bijbel updaten, het woord van God volgens Jeroen, in alle talen zadel ik de wereld met mijn meningen op, ik jongleer met termen, net een AI-bot, maar ChatGPT maakt krom wat recht is, en mijn kennis encyclopedisch, ik ben Wikipedia zonder hyperlinks, Google zonder de ads, tolk in talen en dialecten, van Hindi tot Navajo, van Fins tot Armeens, op Duolingo onderwijs ik mezelf in Klingon en Hoog-Valyrisch, je weet nooit wanneer het van pas komt, men noemt mij Janos, onbetrouwbaar, een brutale papegaai, men wil me vervangen door artificiële intelligentie, maar een echte Bosch vervang je toch ook niet door namaakbrol van op de vlooienmarkt, maar bon, iedereen is tegenwoordig specialist, viroloog, criminoloog, bioloog, bondscoach, een mening staat gelijk aan feiten in deze nepnieuwseeuw, beter laat ik mijn brein verzekeren of uitroepen tot rampgebied, het is maar hoe je het ziet, al dat verzonken talent, breinparia in een kunstmatige wereld waarin iedereen zich enthousiast verliest zoals soldaten die fluitend naar de oorlog vertrekken, homo universalis, noem het en ik verzeker u, Jerry kan het, ik overleef de woestijn, haal een doorn uit de poot van de laffe leeuw, eerder Aslan of Simba, misschien wel Leo, of allicht de Vlaamse leeuw, die klauwt niet meer, dat maakt van mij nog geen Samson of Herakles, die temden geest en duisternis, ik ben zeker geen Jerommeke, kies brein boven spieren, ik ben geen Killer, ik ben maar een heremiet, geketend als Alice, schijterig als Jerry Smith, ik schrijf een boek en ik weet hoe dat moet, in schemerlicht bezonken rood wacht ik op een verzonnen dood, SERENITY NOW!, ik kan mijn leven niet aanlengen met de talen die ik spreek, life, vie, vita, vida, jeta, elämää, Leben, liv, bizitza, élet, hayat, jîyan, život, zindagee, saol, jinsei, amûr, zhizn, zoí, daxar, death, ooit houdt het op. 

zaterdag 27 september 2025

Armenië, 13-26 september 2025, deel 2

ARMENIË 13-26 september 2025
 
Deel 2: Kloosters en kloven
 
 
Op vrijdag verlaten we het zuiden voorgoed en trekken naar het noorden van het land. Na een stralende ochtend in waterstad Jermoek worden we op de voorlaatste dag van de zomer echter ook op regenweer getrakteerd. Onderweg bezoeken we een 14e-eeuwse karavanserai die op de Zijderoute lag. De stallen zijn nog steeds te bezichtigen. Blauwe bijeneters buitelen boven de bus. Raven waaien voorbij. Het middeleeuwse hotel is de laatste stop voor we via de duizelingwekkende Selimpas Gegharkunik binnenrijden, een streek die voor de helft wordt ingenomen door het uitgestrekte Sevanmeer. Op de oever van het meer ligt het stadje Noratus. Een eeuwenoude begraafplaats is bezaaid met honderden chatsjkars of kruisstenen, allemaal met unieke symbolen en patronen, waaronder eeuwigheidstekens. Net als de megalieten van Zorats Karer laat deze site een bevreemdende en mystieke indruk na. In zijn enthousiasme blijft Wilhelmus achter op de begraafplaats. Hasmik moet hem gaan zoeken terwijl wij in de bus wachten. Werkelijk een plek die je niet loslaat.
De bus rijdt verder langs het blauwe meer, de parel van Armenië, en tevens het op een na grootste bergmeer van de wereld. Vroeger lag het zoetwatermeer hoger maar de Sovjets hebben het kapot geïrrigeerd, waardoor het waterpeil kritiek is gedaald. Bij de lunch in Chkalovska drinken we duindoornsap, geneeskrachtig en een karakteristieke smaak. Aan de oever van het meer spot ik een hopvogel. De stad Sevan zelf maakt met haar homogene blokken een mistroostige indruk. De Sovjetsfeer blijft hier hardnekkig hangen. Op een schiereiland prijkt het Sevanklooster. In de aanzet van een onweer klimmen de moedigsten - of de dwaasten - onder ons naar de top van de kloosterheuvel. De ijskoude wind snijdt ons aan flarden. Twee fraaie kerken zijn versierd met uiterst gedetailleerde chatsjkars en andere orthodoxe ornamenten. De regen klettert naar beneden en ik vlucht de heuvel af, ga schuilen in een nostalgisch barretje met een halve liter Dilidzjanbier.
Dat is trouwens ineens onze volgende bestemming. De bus navigeert ons door de storm en we bereiken de stad Dilidzjan, net als Jermoek een kuuroord in Sovjettijden. Het ligt in Tavoesj, een streek die als dag en nacht verschilt met van Gegharkunik, maar in dit rotweer is daar weinig van te merken. We bereiken de stad door een moderne tunnel, de langste van het land, dwars door de Sevanpas. Het is even wat grimmig, met een haast pikzwarte lucht en een moeilijke helling, maar wanneer we het hotel bereiken, klaart het nog net voor de schemering weer op. Dili Town is een luxehotel met restaurant, spa en karaoke, en kijkt uit over besneeuwde bergtoppen. In het restaurant zorgt de Armeense popband Quattro voor een stevig feestje. Met een cognac in de hand veroveren we de dansvloer.
Hoog in de bergen is de eerste sneeuw gevallen. Het zomerse Jerevan ligt niet ver weg maar hier in de bergen rillen we in de ochtendkou. Vandaag verkennen we de provincie Tavoesj en het natuurschoon rond Dilidzjan, ook bekend als 'Armeens Zwitserland'. In de bossen zitten enkele interessante kloostercomplexen uit de middeleeuwen. Zo werd Haghartsin in de 12e eeuw voltooid. We bewonderen de chatsjkars en de ingenieuze architectuur van de refter. Een Madonna met Kind vertoont Aziatische gelaatstrekken. Het klooster ligt aan de onafgewerkte structuur van wat een kabelbaan moest worden. De gebouwen liggen mistroostig en onvoldaan in het woud. We rijden naar ons tweede klooster van vandaag, in Gosh, waar we de uitzonderlijke architectuur bekijken. Hier en daar herkennen we islamitische elementen in de kerken. Er hoorde ook een universiteit bij het klooster, waar al wandelend werd geleerd. Ook de toren van de voormalige bibliotheek is interessant. Hier verbrandden de Mongolen duizenden Armeense manuscripten. Onder kleurrijke tapijten verkopen stokoude vrouwtjes kruidenthee. 
Ergens halverwege beide kloosters ligt het piepkleine Pazmeer, ideaal voor een late lunch. Prachtige regenboog op de terugweg naar Dilidzjan. In een 19e-eeuwse straat bezoeken we enkele werkplaatsen voor hout en keramiek. De stad bevat ook nog enkele opmerkelijke Sovjetmonumenten. In het hotel duiken we in de spa en tot slot in de bar. Met cocktails en cognac in de hand kijken we hoe een Armeense familie helemaal losgaat op de opzwepende muziek die de dj op ons afvuurt, al doen Shakira en Stromae het ook niet slecht.
Op de Armeense Nationale Feestdag en de eerste dag van de herfst reizen we naar Noord-Armenië. We rijd door de bergstreek Lori, passeren enkele Russische dorpen en stoppen in de Sovjetstad Vanadzor. In 1988 eiste een aardbeving hier tienduizenden levens. Hasmik koopt een hele voorraad fruit voor ons, die we in een stadsfontein gaan wassen. Met uitpuilende plastic zakken verkennen we het communistische stadscentrum en bekijken Sovjetbeelden en een gebeeldhouwde hamer en sikkel en berg Ararat, symbolen van communistisch Armenië. Meer naar het noorden in de Debetvallei liggen twee uitzonderlijke middeleeuwse kloosters op ons te wachten. Het gaat om grote complexen met bijgebouwen die als school, refter en bibliotheek fungeerden, en dan zijn er natuurlijk ook de vele chatsjkars. In een schitterend berglandschap zit het klooster van Haghpat, waar we de verbluffende architectuur en opmerkelijke fresco's bekijken. Het contrasteert enorm met de horrorsite van de verlaten mijnfabriek die een ecologische ramp heeft veroorzaakt. Halverwege de afstand is een kabelbaancabine in de lucht blijven hangen.
Het tweede klooster Sanahin ligt aan de andere kant van de kloof. De Armeense letters op de zuilen lijken een ondoordringbare waarheid te verkondigen. Enkele van de kruisstenen zijn versierd met swastika's. De religieuze zangen die worden afgespeeld brengen ons in serene sferen. De vloer bestaat louter uit grafstenen. Een raak memento mori. Een bezoek aan deze spirituele plek blijft nog lang nazinderen in de ziel. Iets verderop lopen een zeug en haar biggetjes over de grondvesten van een huis. Alsof de grote boze wolf net is gepasseerd. Een van de biggetjes wandelt net over de deur. Een kat zonder neus steekt de straat over. Onderweg naar Dzoraget zien we de grotten waar bij een invasie kostbare manuscripten werden verstopt. Het koper uit de mijnen van Lori werd gebruikt voor de constructie van het Vrijheidsbeeld. Het hotel, pittoresk gelegen op de oever van de snel stromende Debet, heeft wat een Twin Peaks-vibe. We eindigen de dag met Tufenkian-wijn en Ararat-cognac.
Op maandagochtend verlaten we het noorden en rijden terug naar de hoofdstad, met nog enkele interessante stops onderweg. Zo is er de Aragats, de hoogste berg van Armenië. Arenden en raven cirkelen rond de bergtoppen. Op de grens tussen Lori en Aragatsotn kijken we uit over de besneeuwde bergen. We passeren monumenten voor het christendom en het Armeense alfabet. Op de rand van een ravijn zit het klooster van Saghmosavank. In de verte tekent zich tussen de wolken de top van de berg Ararat af. Die hebben we een week lang niet gezien. Ook zien we Jerevan in de diepte liggen, voorbij het duizelingwekkende canyon. In de 13e-eeuwse kerk wordt net een huwelijk voltrokken. Wanneer het kersverse echtpaar de kerk verlaat, gooien familie en vrienden met bloemen.
Onze bus klimt de flank van de Aragats op tot aan het 11e-eeuwse Amberdfort, dat druk wordt gerenoveerd. Met een ongelooflijk zicht op Jerevan en de Ararat dalen we te voet af naar een pittoresk kerkje.  Achter de Ararat zijn Turkse bergen zichtbaar, en dat is waar uiteindelijk Mesopotamië begon. In Agarak bezoeken we een archeologische site uit de Bronstijd. Hasmik toont ons de gaten waar sarcofagen werden gevonden en vertelt over de intrigerende gebruiken uit die tijd. In Osjakan ligt Mesrop Mashtots begraven, de ontwerper van het Armeense alfabet. Bovenop zijn graf werd een kerk gebouwd. In de tuin stelt elke chatsjkar een letter voor. Vredige sfeer in de late avondzon. We dineren bij een Armeens gezin, dat ons ontzettend hartelijk ontvangt. In een werkplaats zien we hoe de vrouwen lavash maken, het heerlijke luchtige brood waar we al meer dan een week van smullen. Het diner is overvloedig en overheerlijk. En zo rijden we in de avond Jerevan weer binnen. Een paar uur later slenter ik door de nacht. Het is bevreemdend om plots weer in de grote drukte van de Saryanstraat te zijn. En dat op maandagavond. Soldaten, punkers en alles ertussenin verkennen de kroegen van de Poesjkinstraat.
Net buiten Jerevan is nog heel wat te bezichtigen. In de ochtend rijden we naar Echmiatsin, het 'Vaticaan van Armenië', in de provincie Armavir. De zetel van de katholikos was onder de naam Vagharshapat ooit de hoofdstad. De stad telt enkele forse kerken, gebouwd op de plekken waar Armeense heiligen werden gemarteld en vermoord, zoals de heilige Hripsime. Ook hier vinden we in en rond de kerken unieke chatsjkars. Mayr Tachar betekent Moederkerk. Deze in de 15e eeuw herbouwde kathedraal bevat schitterende 17e-eeuwse fresco's en bijbelse schilderijen. Het is een absoluut meesterwerk. Het hele omvangrijke complex is voornamelijk opgetrokken uit tufsteen en men blijft religieuze gebouwen bijzetten. De toegangspoort wordt bewaakt door Gregorius en Tiridates IV. Van op dit spirituele oord hebben we zicht op zowel de Ararat als de Aragats en hun verse sneeuwlaagjes. De magnifieke basiliek van Zvartnots werd al in de 10e eeuw verwoest door een aardbeving. We bezoeken de zeer bezienswaardige ruïnes, met fraaie pillaren en met arenden versierde kapittelen, en verder een replica van een zonnewijzer (het origineel staat in het museumpje dat bij de site hoort). Heel bijzonder is de inscriptie van koning Russa II in spijkerschrift. Dat alles met de fotogenieke Ararat op de achtergrond. Zvartnots is een wonderlijke site boordevol geschiedenis.
Terug in Jerevan slenter ik over de drukke Vernissagemarkt, bezoek de enorme 21e-eeuwse kathedraal ter ere van Gregorius de Verlichter, en geniet van de gezellige drukte in het ringpark. Deze prettige groene oase, die enkele opmerkelijke fonteinen rijk is, voert me naar het noorden van het stadscentrum. Daar tref ik een oude boekenwinkel in openlucht aan. Deze ligt op een boogscheut van de heuvel waarop vroeger een gigantisch beeld van Jozef Stalin over Jerevan uitkeek, dat ondertussen werd vervangen door een uit de kluiten gewassen Moeder Armenië. In het Overwinningspark genieten Armeniërs van de namiddagzon en een kermis uit het Sovjettijdperk, met enkele moderne toevoegingen. Zo kan je Jurassic Park bezoeken, een attractie vol brullende dinosaurussen. Er is een reuzenrad en een kindertreintje. Dat laatste rijdt tot aan Moeder Armenië, die is omringd door raketten, straaljagers, tanks en artillerie. Hier is het plezier mogelijk bij gratie van defensie. Beetje bij beetje wordt Armenië uitgekleed en ontmanteld. Een streek hier, een enclave daar. De oorlog is niet voorbij. De dag wel. De septemberzon zakt weg achter de Ararat. De dag valt ook in West-Armenië, nu oostelijk Turkije. Zal Oost-Armenië haar eigenheid kunnen bewaren? Of offert de laffe internationale gemeenschap, kampioen in het wegkijken, Moeder Armenië op aan de malafide grootmachten die haar hebben omsingeld?
Ook de Cascade is wonderlijk bij valavond. Ik eindig de dag flanerend over de avenues. De volgende morgen daal ik af in de Hrazdankloof, passeer het gelijknamige voetbalstadion en beklim de heuvel naar het Genocidemonument, een beladen plek die de genocide van 1915 herdenkt. De schuin geplaatste stenen rondom de eeuwige vlam symboliseren de twaalf provincies die Armenië tijdens de Turkse veroveringsoorlog is kwijtgespeeld. De alomtegenwoordige Ararat, de Armeense heilige berg die nu in Turkije ligt, overal zichtbaar in Jerevan en de wijde omgeving, versterkt deze nationale pijn alleen maar. De 44 meter hoge zuil staat voor de hoop: ooit wordt Armenië weer één natie, met alle door de Turken en Azeri's gestolen provincies erbij. Ik hoop het van harte. De foto's en getuigenissen in het museum spreken trouwens voor zich. Wie nu nog de Armeense genocide ontkent, is zeer slecht geïnformeerd of van kwade wil. Wanneer ik de Armeense kinderen die op de muur verschijnen in de ogen kijk, zie ik ook de kinderen van Auschwitz, van Gaza, van Kosovo, van Oost-Congo, van Jemen. Holocaust na holocaust na holocaust. Gedoog een genocide en de volgende staat al klaar, aangemoedigd door het verpletterende stilzwijgen van de internationale gemeenschap.
Voorbij een indrukwekkende concertzaal, het Armeense Sportpaleis, steek ik via de Kievyanbrug de kloof weer over. De rest van de dag dwaal ik door de roze stad. Tussen het presidentieel paleis en het parlement ontdek ik het aangename Geliefdenpark. Ik neem de metro naar het stalinistische treinstation, waar ik aan de praat geraak met een Italiaanse vrouw die voor haar werk de trein naar Georgië neemt. Hier in het hart van het geïsoleerde Armenië lijkt het bijna een onmogelijke bestemming. Voor ik het historisch museum binnenstap, vind ik zowaar een ijs- en pizza-automaat. Misschien best elders lunchen. Het museum herbergt boeiende voorwerpen uit de rijke en dus ook tragische geschiedenis van het land. Ik bekijk petrogliefen, prehistorische begrafeniskarren, fallusstenen, allerhande versierde vazen, heidense beeldjes, inscripties in spijkerschrift, grensstenen van voor Christus, Romeinse mozaïeken en sieraden, allerhande munten verspreid via de Zijderoute, chatsjkars, de versierde deur van een 12e-eeuws klooster, geïllustreerde bijbels, de troon van Simeon I Yerevantsi enzovoort. Cocktail o'clock op het Aznavourplein, bij de dierenriemfontein. Op het Vrijheidsplein wordt een kostuumfilm opgenomen. Doorheen de dag kom ik de helft van de groep tegen op de avenues. Morgen zijn we nog een keer samen voor een laatste excursie.
Ten oosten van Jerevan ligt nog de provincie Kotajkh, die we op de laatste volledige dag van de reis bezoeken. In de buitenwijken passeren we het standbeeld van de profeet Haik, de stichter van Armenië, vertegenwoordigd door het sterrenbeeld Orion. In Voghjaberd stappen we uit voor een magnifiek zicht op de Ararat en in de diepte Jerevan. Heel veel toeristen kwamen op hetzelfde idee. In de mooie Azatkloof ligt het klooster van Geghard, gedeeltelijk uit de rots gehakt. In dit klooster werd lange tijd de heilige speer bewaard. Ook is er een bron met geneeskrachtig water. De kerk is versierd met geketende leeuwen, een gevecht tussen leeuw en stier, een arend di emet een ram wegvliegt, en enkele levensbomen en levensbloemen. Een spirituele plek met zoveel symbolische lagen. In een grotkerk met wonderlijke akoestiek zingt het vierkoppige koor Garni voor ons. Een moment van onversneden sereniteit. De tempel in Garni werd in de 1e eeuw opgericht om de god Mithras te vereren, maar werd in de 17e eeuw gevloerd door een aardbeving, en door de Sovjets waarheidsgetrouw heropgebouwd. Binnen in het Armeens-Romeinse heiligdom bespeelt een muzikant zijn doedoek, een Armeense fluit gemaakt uit abrikozenhout. De overblijfselen van een badhuis herbergen nog een kleurrijk mozaïek.
In een weelderige tuin met waterval zetten we ons aan een lange tafel om nog een laatste keer allemaal samen te lunchen. Ik improviseer een speech en we bedanken gids en chauffeur en overladen hen met chocolade en bloemen. Een ontroerend moment. Na de lunch dalen we af in een onwaarschijnlijk knappe kloof. Gigantische rotsen van gecrystaliseerde lavasteen vormen er een wilde symfonie van basalt, een kubistisch spijkerbed, een versteende vloedgolf die ons nooit zal overspoelen, het meesterwerk van orgelmaakster Moeder Natuur. De reis was al onvergetelijk, maar het hoogtepunt werd duidelijk voor het laatst bewaard. 'Symphony Of Stones' is het meest spectaculaire kunstwerk van Armenië. Via stoffige wegen rijden we terug naar Jerevan en genieten nog een laatste keer van de Midden-Oosters aandoende landschappen van Armenië. Dit gastvrije land heeft ons zoveel gegeven. Toen de Ark van Noach op de top van de Ararat strandde, kreeg de mensheid een tweede kans. Op dit kritieke moment in de geschiedenis zouden we net een stap terug moeten zetten, de wereld re-setten, en goed beseffen: we hebben enkel elkaar. Misschien een wat naïeve gedachte met zicht op een hermetisch gesloten landgrens en vanuit een land in oorlog, maar het alternatief is de finale neergang, de zondvloed, de moord op de mensheid, de meest volmaakte genocide. We hebben elkaar.
De terugweg duurt veel langer dan gepland. Voor de vier Belgen die tickets voor de opera hebben - en die liggen op hotel - wordt het nog spannend. Het verkeerd zit muurvast op de Masjtots. Ze zullen de voorstelling nipt halen. Ondertussen loop ik de Blauwe Moskee binnen en bewonder de schitterende tegels in de schemering. Ik krijg een hartelijke glimlach van de imam, in niets verschillend van die van de vele Armeens-apostolistische priesters die we op onze reis hebben ontmoet, in verre kloosters op de rand van een of andere kloof. Hier op de Masjtots, waar de Blauwe Moskee en een communistische megasoek elkaar net niet in de ogen kijken, begon een kleine twee weken geleden mijn reis. Na een abrikozenbiertje beland ik weer op het Plein van de Republiek, waar een kleurrijk fonteinspektakel het sluitstuk vormt van deze fantastische reis.

vrijdag 26 september 2025

Armenië, 13-26 september 2025, deel 1

ARMENIË 13-26 september 2025

Deel 1: Het geïsoleerde zuiden
 

Op de grens van Europa en Azië balanceert een klein landje met een eigen identiteit, maar sterk beïnvloed door Rusland en door het Midden-Oosten. Geografisch in Azië, cultureel in Europa, ex-Sovjet-Unie en de blik op de toekomst. Armenië stond niet noodzakelijk op mijn bucketlist, maar door een niet onprettige samenloop van omstandigheden bevind ik me midden september op groepsreis naar dit intrigerende land in de zuidelijke Kaukasus. Armenië telt enkele problematische grenzen. Zo is die met Turkije gesloten door de zeer moeilijke geschiedenis tussen beide landen. Tot vandaag weigert de Turkse staat nog steeds de genocide op meer dan een miljoen Armeniërs te erkennen. En door de recente oorlog om Nagorno Karabach is ook het grensgebied met Azerbeidzjan op slot. De hoofdstad Jerevan, die omwille van de neo-classicistische Sovjetblokken opgetrokken in tufsteen ook wel de roze stad wordt genoemd, is onze eerste bestemming. We landen rond middernacht en vinden elkaar in de luchthaven. "My dears, welcome to our house on wheels", zegt onze gids Hasmik wanneer we de bus instappen. We rijden de nacht in, op weg naar ons bed.
Onder een diagonaal afgeroomde maan rijden we over de schreeuwerige avenues van nachtstad Jerevan. Een van die tufstenen hotels is het onze. We slapen vlakbij de authentieke wijk Kond, die de 20e-eeuwse verbouwingen heeft overleefd en dateert uit de 19e eeuw. Verder is de architectuur bijna even homogeen als de bevolking - bijna elke inwoner van Jerevan is etnisch Armeens. De binnenstad is met haar avenues en dwarsstraten overzichtelijk. Overheidsgebouwen en nationale monumenten wedijveren om mijn aandacht wanneer ik, na uren wakker liggen, vroeg in de ochtend het hotel verlaat en op verkenning ga. Aan de Masjtots avenue vind ik de 18e-eeuwse moskee en een Armeens-apostolistische kerk. Bij het ravijn aan de oever van de Hrazdan kijk ik uit over de zuidelijke wijken, met de cognacstokerij en het voetbalstadion. De berg Ararat wijst erop dat je tot in Turkije - of eigenlijk West-Armenië - kan kijken. Bij de Sint-Gregorius-de-Verlichterkathedraal, de grootste van Armenië, begint het Oglakadzjev-ringpark, dat in een halve maan de oostrand van het historische centrum vormt. Ik kom er heel wat standbeelden van beroemde Armeniërs tegen. Iets verderop wordt zorgvuldig de Vernissagemarkt opgesteld, een grote openluchtmarkt waar je souvenirs kan kopen. De langwerpige markt leidt naar het centrale Plein van de Republiek, een enorm plein met tufstenen mastodonten.
Na een verkwikkend ontbijt in het hotel loop ik de ongezellige Masjtots avenue af naar het noorden, waar het Vrijheidsplein een gezellig complex van bars en restaurants vormt, tussen het strenge operagebouw en het wat bevreemdende Zwanenmeer. Het is prettig om hier wat rond te hangen en voorbijgangers te observeren. Een strakke as voert me door een kunstmarkt en naar de meest opmerkelijke attractie van Jerevan. De Cascade is een marmeren stairway to heaven, een eindeloos ogende trap die de heuvel op klimt, tot aan een kolossaal Sovjetmonument. Onder de vele sculpturen van beroemde kunstenaars die ik onderweg passeer, springen die van Fernando Botero het meest in het oog. En met Jaume Plensa lijkt een stukje van oud Nice naar Armenië te zijn geteleporteerd. Wat een elegant, mondain en bij momenten surrealistisch geheel. Een ronduit fantastische plek in een stad die het echt van zulke hotspots moet hebben. Je bezoekt een openluchtmuseum en werkt tegelijk aan je conditie. Het laatste stukje klimmen moet wel langs een bouwwerf, maar denk de puinhoop weg en dit is toch een panorama om over naar huis te schrijven. Ik keer op mijn passen terug, deze keer via de roltrappen langs de designcollectie. Halverwege de Cascade bots ik op Koen en Kissi, een koppel van de groep, en met zijn drieën wisselen we reisverhalen uit in het mooiste decor van de stad.
Rond de middag duik ik de binnenstad weer in. Bij de Zoravarkerk ben ik getuige van een misviering. Er is zoveel volk dat men tot in de tuin staat te bidden, met tranen in de ogen. Verder is dit een wijk die vooral op toeristen en andere hippe vogels mikt, met koffiebars, boekenwinkels, barbiers en zelfs een pub in het teken van The Beatles. Vaak moet ik aan Sofia denken maar deze wijk rond de Poesjkinstraat heeft dezelfde trendy vibe als Bllokku in Tirana. Ik klim de heuvel op naar een oude kerk verstopt tussen de Sovjetblokken. Hier begint de vervallen wijk Kond, die eindelijk wat authenticiteit toont, want de socialistisch-nationalistische architectuur heb ik nu wel gezien. In de snikhete steile kronkelsteegjes stap ik een oud café binnen. In een piepklein kamertje boordevol Armeense snuisterijen perst de barman granaatappelsap voor mij. Op straat toont een oude vrouw me munten en postzegels uit de communistische periode. De hamer en de sikkel. Lenin. Katten en honden luieren in de lommerte van een vervallen muurtje. Een bejaarde vrouw hangt de was te drogen. Het is niet eens zo ver van de luxehotels en de hippe avenues, en zelfs vlakbij ons hotel. De cirkel is rond.
Na een korte koortssiësta tussen slapen en waken ga ik een hapje eten op de Masjtots. Slaaptekort, verkoudheid en hitte zweren samen tegen mij maar ik blijf overeind. Op het Charles Aznavourplein stuit ik op een standbeeld van de bekende Frans-Armeense chansonnier. Tientallen handen vechten om zijn iconische witte handdoek. Ook de dierenriemfontein bij Cinema Moskou valt op. Aan het Zwanenmeer is de sfeer op en top zondags. Ik strijk neer met een thee op het Vrijheidsplein. Een straatmuzikant zingt 'Nothing Else Matters' en 'House Of the Rising Sun' met volle overgave. Een Jack Russell loopt twee katten achterna, die elk verschrikt als eekhoorns in een andere boom kruipen. Op de noordavenue worden een aapje en een chihuahua aan elkaar voorgesteld. Een vreemde ontmoeting. Vroeg in de avond trekken we er met de groep, en onder leiding van Hasmik, op uit om meer van het historische centrum te verkennen. Ze leidt ons een 19e-eeuws pand met kleurrijke tegelvloer binnen waar een bar en een kunstgalerij huizen. Van het Zwanenmeer tot de Cascade, nu mooi verlicht, volgt een straathond ons trouw. Met Mario, Luc, Christophe en Kenneth maak ik me los van de groep en we gaan lekker Armeens eten. Daar hoort een Araratcognac bij, op basis van abrikoos. De eerste van vele cognacjes deze reis. Het was een ontzettend lange dag en met 28 km in de benen en wel wat promille in het hoofd stort ik tevreden neer in bed.
Maandagochtend verlaten we de hoofdstad en rijden door het Armeense hoogland. Uit het raam van onze reisbus hebben we een prachtig zicht op de meer dan 5000 meter hoge berg Ararat, een gedoofde vulkaan, en zijn eeuwige sneeuw. Dat de voor Armeniërs heilige berg net over de Turkse grens ligt, een grens die tevens gesloten is, wordt als pijnlijk ervaren. De berg is iconisch en zou de plek zijn waar de Ark van Noach is gestrand toen het water weer begon te zakken. De berg en de ark zijn belangrijke Armeense symbolen. Doorheen de geschiedenis waren in totaal zo'n twintig hoofdsteden gevestigd in de Araratvallei. Ook de Zijderoute liep door deze streek. We bezoek het klooster Khor Virap, een belangrijk bedevaartsoord. Hier zat de heilige Gregorius in de 3e eeuw dertien jaar lang gevangen in een put. Na zijn bevrijding bekeerde hij de Armeense koning tot het christendom, waardoor Armenië de eerste christelijke natie ter wereld werd. Het klooster zelf werd gebouwd in de 17e eeuw, bovenop een rots. Onder het altaar van de kleinere kerk dalen we af in de kerker van Gregorius de Verlichter. Het is een wat spannende afdaling via een ladder. Helemaal beneden proberen we ons in te beelden om hier zo lang vast te zitten. Kippenvel. We klimmen nog naar een hoger gelegen kruisbeeld voor een prachtig zicht over het klooster en de grens tussen Armenië en het door de Turken bezette West-Armenië.
We rijden verder naar het bergachtige zuidoosten van het land, door landbouw- en industriegebied en een ruig en droog landschap. We volgen de Turkse en vervolgens de Azerbeidzjaanse grens. Een verdedigingsmuur van bunkers bemand door soldaten moet een mogelijke nieuwe aanval vanuit Azerbeidzjan weren. Er is Armenië al zoveel afgenomen. Rusland en Turkije houden het land in een imperialistische wurggreep en, na het verliezen van de oorlog om Nagorno Karabach, gaat Armenië een onzekere toekomst tegemoet. Het stadje Areni, gelegen aan de rivier Arpa, is bekend om zijn rode wijn. Een wijnproeverij lijkt ons een uitstekend idee. Van de vijf wijnsoorten krijgt die op basis van blauwe bessen mijn voorkeur. Volgt een feestmaal van lokaal eten op het balkon, dat uitkijkt op de wijngaarden van Areni. We rijden verder door een roodbruin landschap dat ons wat aan Jordanië of Utah doet denken. Nog een must-see in Vayots Dzor is het klooster van Novarank, dat met enkele fraaie middeleeuwse kerken kan pronken, tegen een achtergrond van grillige rode rotsen - wat een idyllisch plaatje. De façade van een van de kerken is versierd met een zeldzame weergave van God Onze Vader met het hoofd van Adam in de linkerhand en een vogel in zijn baard. Binnen bewonderen we de unieke patronen op de kruisstenen. Deze gebeeldhouwde chatsjkars zijn heel kenmerkend voor Armenië. We gaan er nog duizenden zien. De spectaculaire landschappen langs ravijnen, kloven en roodbruine bergen, waar we bezoargeiten spotten, volgen elkaar op. Nog dieper in de bergen ligt het 19e-eeuwse stadje Goris, vlakbij wat tot voor kort de hoofdweg was naar het autonome Nagorno Karabach, een conflictgebied dat Trump onlangs heeft opgeofferd voor zijn zogenaamde vredesdeal. Goris ligt in de meest zuidelijke provincie Sjoenik, tevens de poort naar Iran. De mist en regen bij onze aankomst in Goris zijn zeker niet uitzonderlijk voor Sjoenik. We proeven opnieuw van de lekkere lokale keuken. Brandewijn brandt een gat in mijn zijn. Ik tuimel in een diepe slaap.
Het geïsoleerde zuiden van Armenië heeft nog veel meer te bieden. Vanuit Goris is het niet zo ver rijden naar andere bezienswaardigheden. Een minibusje rijdt ons de mistige bergen in richting grottendorp Khndzoresk. Tot in de 19e eeuw woonden nog duizenden mensen in de grotten. Een lange smalle hangbrug overspant een diepe kloof. We zien deze in de diepte liggen en dalen via een netwerk van houten trappen af naar de rand van de kloof. Hier stelt Hasmik ons voor aan de oude man die in een van de grotwoningen is geboren. We bezoeken enkele van deze opmerkelijke woningen, die tot 80 jaar geleden nog bewoond waren. Opmerkelijk is een gereedschap dat als pamper dienst deed, een voor jongens, een voor meisjes. Ook de 17e-eeuwse kerk is deels door de natuur ingenomen maar nog in functie. Van op de wiegende hangbrug hebben we een spectaculair zicht op de vele grotwoningen in de grillige rotsen. Over de brug wandelen is wel best spannend, zeker met de lage balustrade en de diepe afgrond. Na deze onvergetelijke excursie rijden we verder via slijkweggetjes die in wel heel slechte staat verkeren. Een grapjas heeft halverwege snelheidscamera's geplaatst met een bord dat aanduidt dat je hier niet sneller dan 30 km per uur mag gaan. Raven vliegen al nimmermerend door de mist. Bergtoppen verschijnen en verdwijnen als vluchtige mirages. Nu is het landschap er wel, dan weer niet. Wanneer we Goris weer passeren, werpen nog een blik op de scherpe rotspunten van de zogenaamde steenpiramiden.
We lunchen op de rand van het Vorotanravijn, bij de kabelbaan van Halidzor. De hardnekkige mist ontneemt ons nog een groot deel van het panorama. We rijden door naar het klooster van Tatev, een complex uit de 9e eeuw met drie kerken. Opmerkelijk is de gavazan, een zuil die aardbevingen moest voorspellen en aan de basis zou liggen van de Armeense kalender van Haik. Ook was Tatev een belangrijke verdedigingspost tegen de Turken en de Perzen. Verder werd wetenschappelijk onderzoek hier bevorderd en dat al in de 14e eeuw. We bekijken een oude oliepers in een voormalige molen en de vervaagde fresco's van Het Laatste Oordeel in de hoofdkerk. Tatev is een inspirerende plek waar de geest van het Armeense verzet rondwaart. We nemen de langste ononderbroken kabelbaan in twee richtingen ter wereld terug naar Halidzor. We scheren letterlijk over toppen, zweven boven het ravijn, zien een tweede klooster in de diepte liggen, op de oever van de Voratan. Een slangenarend duikt onder ons door. Een spectaculaire rit met een minimum aan mist. De andere helft van de groep rijdt met het busje terug omdat ze vreesden voor nog te veel mist, maar toch hebben ze veel gemist. Terug in Halidzor waait een steenarend voorbij. De vleugels van Tatev nemen afscheid.
Op de terugweg naar Goris moeten we hard remmen voor drie paarden in de mist. Een haast surrealistisch tafereel. Aan de rand van Goris stoppen we bij een platform dat ons op een fabelachtig zicht trakteert op de oude grotwoningen van Goris, uit de grillige rotsformaties van tufsteen gehakt. Met vier blijven we achter in het centrum van Goris. Wendy, Stephan, Wilhelmus en ik bekijken de recente kogelinslagen in de gevel van de Sint-Gregorius-de-Verlichterkerk, van tijdens de oorlog om Nagorno Karabach. Op het centrale plein passeren we een model van de Eiffeltoren. Hier beginnen twee grote straathonden drie van ons te volgen naar het hotel, en dat is toch een heel eind. Pas in de verwarring die ontstaat wanneer een taxi me aanrijdt, raak ik ze kwijt. Ik steek over bij groen en een taxi mist me op een haar na niet. Geen pijn van de lichte impact. Ik kom er met de schrik van af. Niets wat een overheerlijk diner en Armeens bier en wijn niet kan remediëren.
Op woensdag trekken we naar een nieuwe regio, al meer richting het noorden van Armenië. Eerst stoppen we in Zorats Karer, waar 200 megalieten het 'Armeense Stonehenge' vormen. Mogelijk was dit een prehistorisch observatorium om de sterren te meten. Deze opmerkelijke bezienswaardigheid ligt midden in een weergaloos vulkanisch landschap. Boven de dorre velden wemelt het van de torenvalken. We verlaten deze mystieke plek en rijden westwaarts, door gele velden en bergdorpen, en zo verlaten we Sjoenik voorgoed en rijden Vayots Dzor weer binnen, waar we het kuuroord Jermoek bereiken. Daarvoor moeten we door het smalste stuk van het huidige afgeslankte Armenië, een bottleneck tussen door Azeri's bezet gebied. Hier bevindt zich ook de jongste maar alsnog 40000 jaar oude vulkaan van het land. In dit natuurgebied willen Turkse bedrijven met goud- en uraniumontginning van start gaan maar aangezien dit tot een natuurramp zal leiden, is er veel protest vanuit de ecologische beweging. De inwoners van het gebied rond Jermoek leven dus in onzekerheid over de toekomst van dit prachtige landschap en de grond waarop zij al generaties lang leven. Wordt vervolgd...
Jermoek is bekend van de warmwaterbronnen en de spa's, en het bekendste Armeense water komt uit die bronnen. We drinken het al vijf dagen lang. Na een lunch met heerlijke forel rijden we met vijf 4x4's de bergen in. We kruipen de 3330 meter hoge Ukhtasar op en zien uiteindelijk Jermoek diep tussen de bergen liggen. Dit hooglandgebied is heilige grond voor Armeniërs, al krijgen we op onze gsm het bericht: 'Welkom in Azerbeidzjan!' In het rotslandschap gaan we op zoek naar petrogliefen, een slordige 20000 in steen gekerfde dieren. Vooral de bezoargeiten zijn goed vertegenwoordigd, maar even goed katten, honden, kauwen en panters. Een unieke zoektocht in een weergaloos decor. Terug in Jermoek kijk ik tevreden uit het raam van mijn hotelkamer voor een uitzicht over de Arpakloof en de omliggende bergen. Hoog op een heuvel schittert het zilveren Hert van Jermoek in de late nazomerzon. Als kuuroord tracht Jermoek de grandeur van weleer terug te winnen. Dat maakt het een aangenaam stadje met elegante hotels en artificiële watervallen aan de rand van de kloof.
Armeense stadjes hebben een koffieautomaat op bijna elke straathoek, handig op mijn ochtendwandelingen door Goris en Jermoek. Een schitterende nieuwe dag breekt aan in het hoogland. Opnieuw trekken we per 4x4 de bergen in. In een idyllisch decor gaan we baden in een warmwaterbron, een natuurlijke jacuzzi. De 4x4's zetten ons af aan de sierlijke neoclassicistische watergalerij, in hartje Jermoek. Hier proeven we van het bronwater. Net als in Spa smaakt het wat metaalachtig. We amuseren ons met de hagedisjes die over de stenen snellen. De helft van de groep doet met Hasmik een terrasje aan de vijver. Onder het genot van koffie en taart wisselen we moppen over Belgen, Nederlanders, Georgiërs, Azeri's en natuurlijk Armeniërs uit. Daarna dalen we af naar de Arpakloof. De hoogste waterval van het land daalt er als lang golvend vrouwenhaar de kloof in. De Armeniërs zien er dan ook de haarlokken van een zeemeermin in. Via een roestende trap die over beide ravijnen naar boven klimt en de rivier overbrugt, bereiken we een groot hotel. Op een terras dat uitkijkt over de kloof blazen we uit. Septemberzon en Araratbier. We zijn content. Ik maak me los van de groep en wandel rond de vijver. In de kalme, luie vooravond vind ik uit rotsen gebeeldhouwde gezichten in de Heroes Alley. Ook zij hebben de antwoorden niet.
 
Deel 2 volgt gauw.