vrijdag 5 september 2025

Ballonnenvrees 4 september 2025

En zo beginnen we aan een nieuw seizoen van Ballonnenvrees, zowel in Antwerpen als Mechelen. Eerst landden we in Het Maanlicht en daar legden we de lat voor het najaar alvast zeer hoog. Maren Moreau deelde het eerste stuk van haar roman-in-wording en die klonk veelbelovend. Daarop volgde een kwade tekst gericht tot gretig tastenden mannen die vrouwen op straat lastigvallen, iets wat helaas brandend actueel blijft. In haar gedicht 'Slotakkoord' hoorden we: "Je woorden waren karamel en kanker." Wat hielden we van haar rake spitsvondigheden, van de baarmoeder tot de archipel.
Meer lyrische boosheid was er bij Maxene Willems, met de cruciale goede raad: "spreek over die gitzwarte draak in het midden van je zijn." Keer op keer kwamen haar woorden keihard binnen, al kon het ook luchtiger, zoals bij 'Lentetrouw'. Het venijn zat in de staart: we kregen een speelse maar vooral ook boze afrekening met de meest schijnheilige partij van allemaal, de N-VA. Hierop probeerde Gert Vanlerberghe een gloednieuwe tekst die hij de dag voordien had geschreven en die aansloot op Maxenes afsluiter. Daarop volgde zijn 'Januariusblues', een lofzang op de patroonheilige van Napels, die sinds Diego Maradona de tweede viool moet spelen. Ook Lucas had de blues en hij bezong de pijn bij het luisteren naar de Ultratop. Het resultaat was een grappig nummer op de akoestische gitaar, heel leuk gedaan.
Dikke Van Daele heet eigenlijk Tiny met haar voornaam, maar kijk, de artiestennaam lag voor de hand. Zij sloot het eerste deel af met ijzersterke spoken word over zware thema's. Dat ze het leven deelt met constante pijn heeft ze prachtig beschreven in een subtiel woordspel. Ook hekelde ze de hypocrisie van het Westen ten opzichte van wat zich voor onze ogen afspeelde. Ze was lang niet de enige deze avond die Gaza vermeldde, de ene al subtieler dan de andere. We deelden onze onmacht en onze woede als waren we een hulpgroep met een microfoon. Dat moesten we even doorspelen met 'On the Rocks', een ontzettend speelse tekst over drinken - het ideale bruggetje naar de pauze.
Nadat Kevin en Elke ons weer van voldoende drank had voorzien, stormde Pierrette COffrée naar buiten, hoorn en ratel in de hand, waar de cafégangers op een duister terras de zomer nog wat trachtten aan te lengen. Ze dagvaarde het publiek weer naar binnen en liet haar ratel klinken. Ze heeft namelijk LMS, de scrollziekte, en als een dopaminemachine valt ze uit elkaar want ze voelt te veel dus voelt ze niets. Zuster Damiana is de Paul van Ostaijen van de streams, de likes en de clicks, van Damme tot Moloka'i. In Mechelen rookte ze de vredespijp met ons, echter: DO NOT SMOKE! Dan ziet ze haar publiek maar de Marche funèbre van Chopin mompelen terwijl ze haar pijp ritueel wilde begraven... tot ze tot de vaststelling kwam dat dat helemaal niet hoefde, en zo was er toch nog een happy end.
Met Anderthaler hadden we een straffe singer-songwriter in huis gehaald. We kregen Nederlandstalige liedjes waarmee hij zijn hersenspinsels vorm gaf, soms rustig, soms upbeat, altijd aangrijpend. Zo inspireerde het beeld van zijn zoontje bij een molen in de Auvergne hem tot een bloedmooi lied. Hij sloot af met het beklijvende nummer 'Zuiderzon'. En dan hadden we nog drie extra dichters op de open mic. Zo droeg Veerle Buyst enkele liedjes als gedichten voor. Ze vroeg zich af hoe je leven er als film zou uitzien. Marzena Lesińska las een reeks nieuwe gedichten over een zeer moeilijke zomer, en we kregen inkijk in haar hoofd en in haar lichaam. Tot slot een waarde concullega Felix Sandon met zijn klassieker 'Water', gevolgd door een gedicht over de oude Joodse begraafplaats van Bratislava, een mooi memento mori, waarmee de laatste woorden vielen.
We zijn weer vertrokken. Ik zie jullie heel graag terug op 1 oktober in het Antwerpse Café Boekowski en op 30 oktober in het Mechelse Café Het Maanlicht. Het wordt de moeite. Beloofd.

donderdag 4 september 2025

Heiligencyclus: Januariusblues

Twee heiligen ‘doe ik’ deze maand. Omdat ik binnen twee weken niet aan mijn blog kan werken, krijg je mijn Januariusblues vandaag al, twee weken te vroeg.Vanavond breng ik de tekst ook op Ballonnenvrees in Café Het Maanlicht, maar eigenlijk is het een van mijn eerste heiligenteksten, geschreven in het voorjaar. Januarius mag dan wel een minder bekende heilige zijn, in Napels is deze vrome Moor van groot belang, maar misschien ook weer niet zo beroemd als die Argentijnse voetballer. Enkele jaren geleden bezochten we er zijn tombe in de stoffige catacomben. Maar eigenlijk zit dat allemaal al in mijn tekst. Die gaat vandaag dus over Januarius van Benevento en zijn bloedstollende superkrachten.

Vier mij in september, in milde maandverwarring, ik slaap in catacomben, doe de goocheltruc met het vloeibare bloed, omdat het moet, ik wil niet weer een bombardement of pandemie op mijn geweten, de Vesuvius slaapt en men laat mij met rust, mijn arme hoofd werd al eens van mijn lichaam gescheiden, net Louis XVI, ijsheilige, net narcosanto Jesús Malverde, beschermheer van Heisenberg, snuif, smoor, spuit of slik, bloedstollende ik doe bloed vloeien voor een kick, ik prijs ijs, een friet met yayo, maar ben veroordeeld tot de tweede prijs, zonder het Argentijnse wonder was ik heer en meester van de stad en kuste men mijn graf als een maniak, maar het is Diego die Parthenope op haar knieën bracht, de eerste maand, de tweede viool, ik de armesukkelblues, hij de rock’n’roll, niet Batman maar Robin, niet White maar Pinkman, Schrute niet Scott, Sancho niet Quichote, ik ben het bloed op de klinkers van elke middeleeuwse markt, ik ben Egmont én Hoorn, en elke ontkroonde en onthoofde koning, breng mij geen nieuwe hoed want ik heb kopzorgen, ik ben de laatste geguillotineerde Belg, een Ardeense bandiet, in mijn gemummificeerde hoofd zijn al mijn woeste kronkels gedoofd, ik ben de doper, ik kniel oranje in de woestijn, de ketter, de heks, de journalist, de rebel, de verrader, de cartoonist, de vrouwen van Hendrik, die ben ik, ik ben Marie Antoinette en Blauwbaard, Cicero en Balthasar Gérard, ik ben Ed Truck en Medusa, Howard Payne en Tortuga, mijn hoofd rolt een korf in, konkel Concorde, reist op de rug van een schildpad, mijn lijf vergrijst in de muil van een tyrannosaurus rex, als ballerino grottesco draai ik overuren op de dansvloer, in de Carbonara besta ik niet meer, de eeuwigheid is relatief, dus eet je babà, drink je amaro, en laat mijn botten verbleken, Diego speelt voetbal met mijn hoofd, het is Napels zien en ruiken tot de dood.