En zo kwam het populaire gloednieuwe festival Live /s Live naar de Middenvijver op de Linkeroever, na een eerste editie aan zee. Het resultaat is een mini-Best Kept Secret, kortom een festival waar het aangenaam vertoeven is, ondanks de verschroeiende hitte. Nieuwe acts vielen er dit weekend niet te ontdekken, de programmatie ging steevast voor gevestigde namen, maar die waren op beide festivaldagen niet van de minste: van een mooie selectie HUMO's Rock Rally winnaars tot legendarische bands van internationale faam - en tot die categorie hoort dEUS zeker ook. Wij kozen voor zondag, dag 2 dus.
Vroeg op de middag begonnen de Antwerpse rakkers van The Hickey Underworld aan hun set op de Main Stage. De band beleefde niet zo lang geleden hun lang verwachte comeback met de geslaagde single 'Living On Big Foot' en dit was de eerste keer dat ik ze weer live zag, trouwens weer in originele bezetting. Na een verschroeiende 'Whistling' als opener werd duidelijk dat de heren vooral uit hun debuutplaat zouden putten. Van die tweede plaat kregen we daarnaast enkel nog het haast psychedelische 'The Frog', een van m'n favorieten. Van plaat 3 alleen het woeste 'Dwamgoz'. Kopstoten als 'Mystery Bruise' en 'Sick Of Boys' waren er anders ook niet naast, en het handvol nieuwe songs ging er ook goed in. Voor een moshpit was het veel te warm, en dan was er nog dat onding van een Front Stage, waardoor de echte fans van de band werden gescheiden door enkele overbodige meters aan desinteresse. Zo'n Front Stage is de dood van de rock'n'roll. De hits 'Future Words' en 'Blonde Fire' deden het natuurlijk erg goed, en na afsluiter 'VRMNSMR' kan ik enkel besluiten dat The Hickey Underworld live nog steeds even straf, grappig (met heerlijk wazige bindteksten) en vooral razend overkomt. En ook al was dit een thuismatch, een zaaltje blijft de beste plek om onze Antwerpse gitaartrots live te zien. Het publiek was eigenlijk veel te mak, in vergelijking met hun memorabele zaalconcerten. Gans Antwerpen en omstreken wacht in elk geval vol ongeduld op die vierde plaat.
Met de bezwerende song 'Satantango' trapten Fenne Kuppens en haar Whispering Sons hun duistere zonnedans op gang. De woestijnvlakte voor de Main Stage, onder een ongenadige zon, mag dan niet de uitgelezen setting voor een new wave-concert zijn, de Limburgers wisten duidelijk hoe ze het publiek aan het dansen moesten krijgen. Ook Fenne zelf smeet zich weer volledig tijdens oud en nieuw werk. Zo kregen we enkele gloednieuwe nummers, en ook een gulle greep uit hun laatste wapenfeit Several Others, zoals het bloedmooie 'Aftermath', heel ingetogen met Fennes donkere stem en verder enkel piano. Het was een mooie afwisseling voor het hardere werk, waarin de zangeres al haar demonen ontketende en de wanhoop van zich af schreeuwde, zoals het fantastische 'Alone', het griezelige 'Got a Light' (die baslijn!) en het extreem intense 'Waste' als afsluiter. Na elk concert van Whispering Sons lijkt het of ik door een tunnel ben gekropen en nooit meer hetzelfde zal zijn. Dat was nu niet anders. De band bezit de gave hun publiek binnenste buiten te keren en hoort bij de absolute top van de 21e-eeuwse new wave. Niets dan lof.
De Schotten van Belle and Sebastian waren de enige band op de Main Stage die ik nog nooit eerder live had gezien. De meerkoppige band had een interessante verzameling instrumenten bij, zoals strijkers en blazers, en onze eigenste Antwerpse trots Sam Vloemans speelde mee op trompet. De indieband gaat al lang mee en kon uit heel wat platen kiezen. Nummers als 'The Stars Of Track and Field' en 'Funny Little Frog' werden voorzien van leuke visuals, en Stuart Murdochs bindteksten waren grappig. Zo merkte hij op dat Belle and Sebastian lager op de affiche stond dan dEUS en grapte dat dit in Glasgow toch lichtjes anders zou uitpakken. Toch verslapte mijn aandacht af en toe, omdat de nummers voor een leek als ik al gauw hard op elkaar lijken. Bij de hoogtepunten hoorden 'The Boy With the Arab Strap' en afsluiter 'Get Me Away From Here, I'm Dying', wat omwille van de moordlustige zon best een toepasselijke titel was. Ik heb best genoten van dit wat gezapige maar speelse concert, en van de muziek, waar je weinig tegen kunt hebben, maar die bij momenten best braaf is. Leuke en gezellige sfeer, dat moet niet veel meer zijn, en welkome afwisseling voor het gitaargeweld.
En dan was het de beurt aan de band waar ik het hardst naar uitkeek. Toen ik Suede voor het eerst live zag, was ik een jonkie van 16 die een drietal liedjes van de Britpoplegende kende. Twintig jaren verstreken en eindelijk kon ik de band voor de tweede keer live aanschouwen. Hoewel dit echt een straf concert was, wil ik het enige minpunt al even vermelden: dat de stem van Brett Anderson de hoge zanglijnen niet meer aankon, en sommige regels gewoon parlando bracht, of aan het enthousiaste publiek overliet, stoorde wel eens. De ijzersterke songs zijn net zo goed omwille van dat kenmerkende stemgeluid, dat de luisteraar vastgrijpt in een versmachtende knuffel. Niets aan te doen natuurlijk. Toch zegevierde de band, en ik kon m'n geluk niet op toen de ene meezinger de andere opvolgde. Met hits als 'Trash', 'Animal Nitrate' en 'Filmstar' werden we al vroeg verwend. En het nieuwe nummer 'Personality Disorder' neigt zelfs naar new wave. Zo blijft de band zich heruitvinden. Brett blijkt ook nog steeds dezelfde rasperformer als in de jaren negentig en had werkelijk energie te over. Zo dook hij het publiek in voor wat letterlijke knuffels en zwaaide hij niet zelden zijn microkabel als een lange lasso boven zijn hoofd. Voor een ingetogen 'She's In Fashion' deed de band nogmaals beroep op de zangkwaliteiten van hun fans - een van de hoogtepunten van deze oerdegelijke rockshow. De Londenaars sloten af met een trio van dikke hits: 'So Young', 'Metal Mickey' en natuurlijk 'Beautiful Ones', stuk voor stuk steengoede klassiekers. Suede kwam, zag en overwon, maar zou toch niet het beste optreden van de dag geven. Die eer ging naar alweer een thuismatch...
...en het gaat natuurlijk over dEUS! We hebben dertien lange jaren op een nieuwe plaat moeten wachten en How To Replace It heeft alle verwachtingen ook ruimschoots ingelost. Door met de titeltrack, meteen ook het beste nummer op de plaat, te beginnen, greep de band meteen onze aandacht. Dit is ongetwijfeld een van de beste nummers dat dit jaar zal verschijnen. Een instant klassieker eigenlijk, waar ze binnenkort een waanzinnig leuke videoclip voor zullen uitbrengen. We kregen deze op Live /s Live alvast in avant-première. Uit de plaat kregen we een vijftal nummers live te horen, en die raakten stuk voor stuk een gevoelige snaar. Een ander hoogtepunt onder de nieuwe nummers was de uppercut 'Man Of the House', opnieuw dEUS op z'n best. Aan klassiekers was er ook geen gebrek, met het waanzinnig goede 'Instant Street' en bommetje 'Suds & Soda' op kop. Ook 'W.C.S.' en 'Hotellounge', allebei van hun legendarische debuut, werkten goed, net als het ingenieuze 'Fell Off the Floor, Man'. 'Bad Timing was subliem en maakte 'Sun Ra' wat overbodig. En lead singles 'Quatre Mains', 'The Architect' en 'Constant Now' werken altijd, maar nog iets meer werk uit de jaren negentig zou de set nog beter hebben gemaakt. Maar nu ben ik aan het muggenziften, want feit is dat dEUS een vlekkeloze set speelde en menig harten veroverde of herveroverde. De klasse, de virtuositeit, het spelplezier straalden van het vijftal af. En al zaten de ondergaande zon en de welkome afkoeling er ook voor iets tussen, dit was werkelijk het meest aangename moment van de dag: met duizenden de onsterfelijke liedjes van onze favoriete band van eigen stad meebrullen.
De nacht was gevallen maar Live /s Live had nog één act voor ons in petto. En ook al was ik erg moe van een drukke en snikhete dag, toch wou ik het grootste deel van de levende legende die de headliner van vandaag was, nog beleven. Lang genoeg gekeuveld aan de ciderbar, tijd voor een feestje. Met veel bombast en omringd door een legertje enthousiaste muzikanten verscheen popdiva Grace Jones bijna een halfuur te laat op het podium, gehuld in maskers, verfpatronen en eigenzinnige outfits. Een uur lang bracht de 75-jarige zangeres ons in vervoering met haar grootste hits, en ineens ook enkele covers erbij. Sterk was 'Love Is the Drug', de hit van Roxy Music, ook de Pretenders passeerden de revue, maar op 'Amazing Grace' zat ik dan weer niet te wachten. Subliem was 'Williams Blood', haar meest aangrijpende nummer. Op muzikaal vlak toonde ze zich veelzijdig: het ging van pop en disco over new wave naar funk en reggae. Het Jamaicaans-Amerikaanse buitenbeentje van de muziekindustrie voerde het spektakelgehalte van haar concert nog wat op met kleurrijke lasers en een verbazingwekkend staaltje turnen (moet ik haar leeftijd herhalen?). Al dansend op een uitgesponnen versie van haar grootste hit 'Pull Up To the Bumper' begaf ik me naar de uitgang, hopend op een even sterke line-up in 2024. Want eindelijk heeft 't Stad weer een groot festival om mee uit te pakken!