De kooi zit altijd in je hoofd. Aldus de geluksgoeroe die door het bedrijf een riante som kreeg uitbetaald om een blije boodschap uit een tube te komen verkondigen, op het zoveelste teambuildingevenement dat, in een onaflatende hr-dwaling, alweer de focus legde op positief denken en je eigen geluk creëren, in plaats van gewoon te opteren voor een decadent feestje met champagne à volonté en minstens drie chocoladefonteinen.
Letterlijk elke collega, zelfs de slome Gunter, die ik er altijd van verdacht een meelijwekkend vrijetijdsleven te leiden, met een oeverloos misprijzen voor zelfs de mildste vorm van vertier; letterlijk het voltallige team dus had met veel plezier deze welzijnsprofeet omgeruild voor een nachtje zuipen in teamverband en elkaar gulzig opvrijen ergens in een duister, door een wijd gordijn uit het zicht onttrokken achterhoekje. De kater, echtelijke schuldgevoelens en ongemakkelijke blikken op de werkvloer hadden we er met een zucht van vooruit dan maar bij genomen.
En hij méénde het. Dat werd met name duidelijk uit zijn treffende illustratie. Er zal altijd wel een cynische verkoper of typiste bij zitten, zo zal z'n al even peperdure opleiding hem wellicht wel diets hebben gemaakt: maar als meer dan drie paar wenkbrauwen in een kramp schieten, ga dan altijd voor de holocaust. Met een holocaust kan je niets verkeerd doen. Nu ja... Wellicht is dat niet de meest diplomatische manier om het te verwoorden. Bottomline is: van zo'n kampverhaal wordt zelfs de meest onvermurwbare it'er week. Raak even de lotgevallen aan van de jarenveertigversie van Job en zelfs de koppigste copywriter gaat door de knieën.
En zo leerden we op die heuglijke dag zonder post-its of printers, zonder Excel en DHL, en met de zeldzame goede luim van menig overwerkte collega, over de oude Jacob, die in Auschwitz-Birkenau de meest mensonterende en zielsbrekende gruwel moest doorstaan en daarbij nooit de moed verloor. Of zoiets. Want hij weigerde te kiezen voor de kooi.
Ik vraag me af of Lorenzo, want zo heette deze motivational speaker, ooit zijn goednieuwsshow in de gevangenis opvoert. Een dagje weg van het geschreeuw, de dwangarbeid, de smaakloze bajeskost, en luisteren, niet naar de escapistische liedjes van pakweg de Vlaamse Johnny Cash, maar naar Lorenzo, strak in het pak, met de geplamuurde smile, zijn beenharde helm van gel, zijn flitsende oneliners.
Zou hij zich dan niet op z'n minst een heel klein beetje kapot generen wanneer hij zijn sermoen afhaspelt?
De kooi zit altijd in je hoofd. Bedankt voor jullie aandacht. En graag gedaan trouwens. Ik was Lorenzo. Hopelijk hebben jullie er wat van opgestoken.
Foto: Aurélie Vandecasteele
Geen opmerkingen:
Een reactie posten