"welkom thuis, rijd binnen
in mijn heilige marmeren midden"
gietijzeren vingers hemelwaarts gevouwd
hier belijden wij het geloof in veilig naar huis
een buis voor buizingen
allicht maar verder vlekkeloos
door jugendstille wouden
betonnen reuzen waarop
ons godshuis kan steunen
hardleerse bedelaars
bivakkeren in wat nooit
bedoeld was als hotel of zo
bovenal wees mobiel
blijf niet, reis ten allen tijde
deze treden verdragen
geen sedentaire konten
blijf in uw kot is een verbod
op de vrijheid van het verder kijken
kruimelduiven struinen
rond op roze stompjes
vertolken zo een middeleeuwen
die we niet meer begrijpen
psalmen galmen die we
ongewild uit het hoofd - maar
liever niet - kunnen meelippen
"de ic-trein richting brussel-zuid..."
we zuchten bij vertraging
maar zo heeft Hij het gewild
wellicht, een offer op het spoor
tussen lier en oude god of zo
de cijfers kleuren rood in koor
er wordt gebiecht aan de loketten
tien weesgegroetjes en uw geld terug
de tienbeurtenkaart kreunt:
"ga en vermenigvuldig u
van aarlen tot de panne"
en je gaat op bedevaart
oreert je wijze laatste woorden:
"ik ken geen tien geboden
laat staan bijbels uit het hoofd
maar maak de treinramp in mij wakker
de wereld weet dat we niet sporen"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten