maandag 29 juni 2015

De Baltische Staten, 20-27 juni: deel 3

De Baltische Staten, deel 3: Vilnius: blutsen en barok

Om 5u is het klaar dag en ondertussen is het opnieuw mooi weer. Toepasselijk begin ik bij de Aušrospoort, een bedevaardsoord dat 'Poort van het Ochtendrood' heet, met op de eerste verdieping een zeer geliefde Madonna. Ik ben moe maar dat is niet mijn voornaamste zorg, want ik heb mijn voet omgeslagen, en het lijkt vrij ernstig. Mijn wandeling voorbij de voornaamste barokkerken van de stad verloopt traag en moeizaam, maar ik heb tijd zat. Ik bereik een imposant artilleriebastion, met kazematten, niet ver van de Hemelvaartskerk op de Heilandberg.
Kreupel sleep ik me door de straten van Vilnius, voorbij de vele fraaie kerken. De roze Casimirkerk heeft een groene koepel met daar bovenop nog een vergulde zwarte 'kroon'. In de hoogbarokke Casimirkapel van de Dom woon ik kort een vroegmis bij. Naast het presidentieel paleis is er de universiteit, waar ik even binnenstap, al wordt me gauw medegedeeld dat het eigenlijk gesloten is.

In deze buurt moesten in 1941 de joden van de stad in mensonterende condities leven, en dat in twee kleine getto's. Al gauw werden ze door de nazi's naar concentratiekampen gestuurd, waarna de overgebleven joden in bombardementen van die getto's omkwamen. Totale vernietiging. Zo'n 220.000 Litouwse joden overleefden het niet. Een massamoord op gruwelijke schaal! Aan de Gaono gatvė 3 toont een plan hoe het 'Kleine Getto' was ingericht. Iets verderop stond de Grote Synagoge, die niet de Duitsers maar de Russen hebben afgebroken. In de Vokiečiu gatvė, de 'Duitse Straat', werkten eeuwen geleden heel wat Duitse kooplieden. Pas daarna, en tot aan de Tweede Wereldoorlog, werd dit het bruisende centrum van de joodse wijk van Vilne. Iets verderop staat de Nicolaaskerk, de oudste van de stad, uit de 14e eeuw. Hier was het 'Grote Getto', en waar nu het Jeugdtheater is, was het Gettotheater.

Vroeger waren er maar liefst 105 synagogen in Vilnius, maar er is er nog maar één van overgebleven! Het heeft een opvallende blauwe koepel. Ik mank door de wijk Senamiestis, maar pauzeer af en toe met mijn Auster in een koffiehuis, waar ik cappucino slurp tussen Frank Zappa look-a-likes. Die man is hier een legende en heeft zelfs een monument dat aan hem is opgedragen. Het is trouwens niet normaal hoeveel koffiebars er zijn in Vilnius... alleen al op de Gedyminasprospect... Die loopt uit op het Plein van de Onafhankelijkheid, met het parlement, dat in 1991, na een slachtpartij aan de televisietoren, werd bewaakt door 150.000 Litouwers. Gorbatsjovs tanks hadden genoeg aangericht en het leger rukte geen tweede keer op. De laatste stuiptrekkingen van de Sovjetunie in Litouwen waren een feit. In een prachtig bloemenperk staat een piramide met op alle vier de zijden een kaart van Europa die toont hoe groot Litouwen doorheen de geschiedenis was.
Bijzonder mooi zijn de laatgotische Anna- en Bernarduskerken. Voor Anna zijn er 33 soort baksteen gebruikt, en Napoleon zei ooit dat hij de kerk zo op zijn handpalm naar Parijs had willen dragen. Er begint net een mis, met weemoedig orgelspel en zang. Bernardus heeft dan weer fraai houtsnijwerk te bieden. Om de hoek is er het Shakespeare Boutique Hotel, waar elke kamer gewijd is aan een schrijver van weleer: Milton, Hugo, Byron, Lawrence... Ik bol uit in de gezellige drukte van de Pilies gatvė. Het was een prachtige dag, alleen jammer van die verrekte pikkel!
Ik slaap in de noordelijke randstad, bij Justina. Bij het ontbijt ziet mijn rechtervoet er nog gruwelijker uit dan gisteren, maar ik verbijt de pijn en reis per trein naar Trakai, aan het Galvemeer. Het stadje, met haar kolossale kasteel, was de allereerste hoofdstad van Litouwen, in de tijd van koning Gedyminas en zijn twee zonen. De aanblik van deze bakstenen burcht te midden van de meren roert de romantische ziel in mij. Tijdens een bezoek passeer je alle typische middeleeuwse elementen: van ophaalbrug tot wapenuitrusting (bijlen, kruisbogen, hellebaarden...). Het kasteel huisvest ook prachtige schatten, schilderijen, sculpturen uit de rijke geschiedenis van het land. Je leert ook meer over het leven van de Karaïten, die in dit merenlandschap leefden, en de geleidelijke restauratie van deze eilandburcht.
Terug in Vilnius bezoek ik een juweel van een godshuis: de Petrus- en Pauluskerk. Het barokke interieur is een explosie van emotie: 2000 bijbelse beelden, van angstige engelen tot grijnzende duivels. Impressionant. Op Pilies gatvė is er een chocoladerestaurant met een compleet chocoladesalon, inclusief open haard, diva, eettafel, kat en hond. Homer Simpsons natte droom. Het interieur van de Russisch-orthodoxe Heilige Geestkerk is ook om van te smullen. Justina en ik bezoeken deze naar wierook geurende tempel de dag nadien en geven onze ogen de kost aan de schitterende inrichting. Er liggen de lichamen van drie heiligen, en deze krijgen regelmatig een nieuwe outfit! Aan het riviertje Vilnia ligt de zelfverklaarde Republiek van Užupis. Deze kunstenaarswijk heeft een hilarische grondwet en de oevers van de Vilnia zijn bezaaid met bars, galerijen en moderne kunstwerken. Er is zelfs een knus bankje dat onderaan een brug is bevestigd, als een schommel. Je moet in het ondiepe, kabbelende water om erop te klauteren. Užupis is erg geslaagd als pittoreske artistieke wijk en natuurlijk ook een heel ludiek idee an sich.

We dineren in een schattig Litouws restaurant in mijn geliefde Pilies gatvė. Ik neem de verrukkelijke zeppelin: een zoete aardappel gevuld met vlees, en gerookte varkensoren als snack. Terwijl Justina twee andere gasten bij haar thuis gaat oppikken, geniet ik van deze stralende vrijdagavond op het Domplein. Het weekend doet zijn intrede, net als een handvol luchtballonnen die boven de kathedraal en de Burchtberg zweven. We schuimen enkele bars af met een intrigerende Georgische filmmaker, en een Turkse reiziger, en de regisseur en ik nemen een iets te diepe duik in het Litouwse nachtleven. Om 4u is het al licht, maar wij blijven gaan, in een extatische honger naar meer, en belanden met enkele dronkenlappen, waaronder een Leuvenaar, op straat, waar de meest absurde gesprekken ontstaan, en later in een taxi op de snelweg, rond 6u, waar enkele jongeren in een rijdende auto blijven feesten. Van al die avonden moest ik toch minstens één nachtje feesten, en dat is bij deze geslaagd. Vilnius heeft het weekend stevig ingezet en dat hebben we geweten.
Het zomert langs alle kanten in Vilnius. Een korte ochtendslaap en een cappuccino in het park helpen me er wat bovenop, maar de echte tol van de nacht is de pijn in mijn voet, die er na een nacht probleemloos op te dansen alleen maar is verergerd. Ik bezoek het voormalige KGB-hoofdkwartier en leer over het vreselijke lot van zoveel Litouwers na de inval van het Rode Leger en tijdens het partisanenverzet, een vuile oorlog. Ik duizel van de cijfers, die de doden tijdens het nazi- en het Sovjetregime weergeven. De Litouwse identiteit werd stelselmatig door de Russen afgebroken, en wie moeilijk deed, werd gedeporteerd naar Siberië. Met een krop in de keel bezoek ik de cellen, afluisterkamers, folterkamers, executiekelders en isolatiecellen. De foto's van dood en verminking spreken boekdelen. Dit volk heeft ontzettend geleden onder het communisme dat hen met harde hand werd opgedrongen. Sommige delen van het museum zijn zo intens dat ze me van streek maken. Dit is allemaal helemaal niet zo lang geleden. Dit gebeurt nog steeds, elders in de wereld, terwijl de rest van de landen de andere kant opkijkt. Machtsspelletjes tussen grootmachten maken zoveel mensenlevens kapot, en bezetting en deportatie mogen nooit stilzwijgend worden getolereerd, nergens en door niemand...
Nog uren hang ik rond in het centrum, tussen zwervers, hipsters en zwermen toeristen. De vrouwen zien eruit om op te eten, net als vannacht, maar ik kies toch voor een Engels ontbijt. Ik tref de twee heren van vannacht, de Turk en de Georgiër, op het Domplein en we doen nog een terrasje in de zon. Het is belachelijk mooi weer en daar moeten we van profiteren. Daarna is het vaarwel heerlijk Vilnius!

zondag 28 juni 2015

Als de glazen vuil zijn

Samenwerking met Tegen Beter Weten In, op de EP-release van hun eerste worp Hoe Ik Later Word Als Man, You On Stage, Kavka. Ook 'Als de Glazen Vuil Zijn' staat op deze beklijvende EP.
Mijn stukje tekst komt uit 'IJskast'.

De Baltische Staten, 20-27 juni: deel 2


De Baltische Staten, deel 2: Tallinn, een Reval-atie

Via de bossen langs de Oostzee bereikt de bus de Estse grens. Estland is de transfer van Oost- naar Noord-Europa, en zowel Rusland als Scandinavië liggen 'net om de hoek'. Sint-Petersburg en Helsinki zijn niet meer ver weg. Het Ests leunt taalkundig gezien meer tegen het Fins aan, en Tallinn, vroeger Reval genoemd, vertoont enkele Scandinavische toetsen. Na enkele uren rijden door Estse wouden, arriveren we in de hoofdstad. Ik bereik de binnenstad via het zuiden. Aan een groot plein met Ests kruis kan je meteen de oude stadsmuren van het ooit onneembare Reval op. De massieve torens met brede rode puntdaken zijn heel kenmerkend. Van de oorspronkelijke 40 zijn er nog 28 over! Ik volg de stadsmuur aan de binnenkant van de stad en bereik de knappe resten van het sprookjesachtige bastion Viruvärava. Hier loop je zo het centrum van de hanzestad binnen. Het totaal van brede, puntige koopmanshuizen, thematische restaurants, decoratieve beeldjes en straatkeien is om van te smullen, en naar mijn mening nog geslaagder dan in Riga. En dan is er nog de slanke toren van het gotische raadhuis, met helemaal vanboven een gouden beeld van de stadsknecht Vana Toomas. Hier in hartje Tallinn wordt hard gepoogd de middeleeuwse sfeer te doen heropleven. Sommige mensen zijn zelfs in middeleeuwse kledij uitgedost.
Aan het bastion volg ik nu de schilderachtige straat Uus, met schattige, kleurrijke huisjes. Deze straat volgt netjes de stadsmuur en leidt me voorbij de Hellemanstoren, en iets verderop piept de toren van de St.-Olaf over de daken. Het geheel doet wat aan Stockholm denken. In deze straat vind ik een gezellige hostel. De Uus eindigt aan het zeepoortbastion, met de 25 m brede stadstoren, Dikke Margereta genaamd. Een kolos. Jongeren zuipen in het gras. Zwaluwen maken hun laatste acrobatentoeren. Hoewel... het zal best nog lang licht blijven. Een onderbroken boog herdenkt de dood van maar liefst 852 mensen toen de boot Estonia zonk. Ik stap onder de stadspoort door, laat de Sint-Olfa links liggen en volg de stadsmuur, voorbij een oude molen, tot aan het zeer charmante park Tornide Väljak, weer buiten de muren. De rode pinnemutsen van de vele torens schitteren in de late-avondzon. Spreeuwen pesten een luid schreeuwende zeemeeuw weg. Verder enkel wat getsjilp en gesuskewiet, en het lichte geraas van het weinige verkeer langs de weg. Maandagavond in een Ests park. En ik drink de rust met volle teugen en geniet van het stralende weer.

Onder de torens loop ik tussen ludieke, originele kunstwerken, zoals een mier op mensengrootte en de Olympische Spelen der Bloemen. Weer de benedenstad in, waar ik de prachtige versierde gildehuizen in de Pikk bewonder. Die van de Zwartkoppen heeft net als in Riga de Moorse heilige Sint-Mauritius als embleem. In een van de vele bars geniet ik van een Estse cider. Hell Hunt heet die, enkel verkrijgbaar in deze gelijknamige bar. Met een gelukzalige glimlach zoek ik mijn weg terug naar de hostel, maar niet zonder me eerst te laten verdwalen in deze idyllische binnenstad. De haven ligt op een boogscheut van de hostel verwijderd. Om 23u laaf ik me aan een zonsondergang om in te lijsten. De oranje-roze wolken weerspiegeld in de kalme zee, met op de voorgrond twee vissers op de pier, hier en daar slaan meeuwen hun laatste vleugels uit. Het lijkt wel een postkaartje!
Naast me slaapt een Oostenrijker die al sinds midden-april met de fiets onderweg is naar Noorwegen. Binnen drie dagen zal hij de ferry naar Finland nemen. Ik neem dan weer de tram naar Kadriorg, het Catharinadal. In het park schittert het Russische kasteel van Peter I in het zonlicht. Rood en groen zijn de overheersende kleuren. Mooie tuin. Ik doorkruis het park, tussen eekhoorns en lijsters, en bereik de zee. Hier staat het Russalka-monument, opgedragen aan de 177 doden toen in 1893 een oorlogsschip verging. Het is heerlijk strandweer. Hier zie je de ferry's die Estland met Zweden en Finland verbinden. Links van me ligt Tallinn, met haar spitse kerktorens. Ik passeer de mosselvormige concertzaal, waar in 1988 zo'n 300.000 mensen al zingend hun wens voor onafhankelijkheid duidelijk maakten. Zo kan het ook. Voor me herdenkt een 35 m hoge obelisk gesneuvelde Sovjetstrijders, die door de Esten met tegenzin wordt getolereerd.
Ik bereik Pirita en haar jachthaven. Erachter liggen de ruïnes van het 15e-eeuwse Sint-Birgittaklooster, met de imposante driehoekige gevel. Tijdens de Lijflandse Oorlog werd het door Iwan de Verschrikkelijke vernield. Het is aangenaam kuieren tussen de vele brokstukken.
Terug naar de binnenstad. In het raadhuis is er Draakon, een middeleeuwse taverne, ofwel donker hol, waar ik een kom traditionele soep van de deerne overhandigd krijg. Er speelt middeleeuwse muziek. Aan de Sint-Nicolaikerk beklim ik de Toompea of Domberg. Daar kom ik recht uit op de Russisch-orthodoxe Alexander Nevskikathedraal, met de typische puntige koepels; het wit-roze kasteel waar de president resideert; en Lange Herman, een 45 m hoge wachttoren. In de Nevskikathedraal bewonder ik de overdadige decoraties. De orthodoxe priester draagt een lang gewaad en een lange grijze baard. Voorbij de 13e-eeuwse witte Domkerk ligt een uitkijkpunt waar je zicht hebt op de hanzestad en de zee. Een gouden weerhaan op het puntdak van de stadspoort aan het einde van de Pikk jalg draait zachtjes mee met de wind. Een zilvermeeuw is duidelijk niet bang van de vele toeristen en komt heel dichtbij wat uitrusten. Een uitbundige Hare Krishna-stoet paradeert door de Pikk. Helaas zijn heel wat kerken en andere monumenten gesloten op deze 23 juni. Vannacht wordt namelijk de midzomernacht gevierd. De gotische Heilige Geestkerk, belangrijk voor de Estse onafhankelijksstrijd, is wel open. Mooi vleugelaltaar, tientallen schilderijen, knap houtsnijwerk. In de doorgang Katariina kaik, aan het Dominicanenklooster, staan enkele grote grafstenen uit lang vervlogen tijden.
Voor het Sint-Jansfeest zijn er festiviteiten in het Olympisch stadion. De opkomst is niet zo groot. Het is stevig beginnen regenen en eigenlijk vieren de Esten dit liefst op den buiten. Ondanks de regen danst jong en oud op de vrolijke muziek die een afgeborsteld bandje er speelt. De perencider is voortreffelijk!

Symmetrie moet er zijn, en aangemoedigd door de regenval neem ik na een verblijf van 24 uur in Tallinn alweer een bus. Ook in Riga regent het pijpenstelen, en ik stap er een Wit-Russische bus op die onderweg is naar Minsk. De dag breekt al op kousenvoeten aan wanneer we om 4u30 Vilnius binnen rijden. In totaal ben ik meer dan 9 uur onderweg geweest de afgelopen (midzomer)nacht.

De Baltische Staten, 20-27 juni: deel 1

De Baltische Staten, deel 1: Op weg naar de Hanzestad

Net terug van het indrukwekkende Middenrijndal en ik moet zo nodig weer op reis, deze keer naar een voor mij zo goed als onbekend stukje Europa. Van het politieke hart van ons continent vlieg ik naar het geografische centrum ervan: Litouwen, een van de drie Baltische staten, en haar barokke hoofdstad Vilnius, die met haar meer dan dertig kerktorens fier de Litouwse trots bejubelt en door Napoleon het Jeruzalem van het noorden werd genoemd. Ik stap uit de bus in stadsdeel Turakalnis. In het keurige parkje klinkt serene muziek uit boxen. Hier werd in 1991 het standbeeld van Lenin gesloopt. Aan de overkant van de Gedyminasprospect versieren kleurrijke bloemen en tekeningen een somber monument. Maar ook de tekeningen zijn allesbehalve vrolijk. Ze grijpen me naar de keel bij hun sterke evocatie van oorlog en deportatie. Ernaast staat het voormalige KGB-hoofdkwartier, met de namen van de vele Litouwers die er het leven lieten, in de stenen gekerfd. De hoofdstraat leidt recht naar het hart van de stad, langs barokkerken en pleintjes, het theater met de sculptuur Feest der drie Musae, en Novotel, vanwaar meters boven de stoep het standbeeld Hanging Man bengelt. Aan het stadhuis staat een impressionant beeld van schrijver Vincas Kudirka. Aan het einde van de prospect doemt de kathedraal op: een Griekse façade helemaal in classicistische stijl en 57 m hoge losstaande klokkentoren. Het Domplein is een oase van rust en recreatie. Stilaan maakt Vilnius zich klaar voor zaterdagavond.
Achter de kathedraal stuit ik op de burchtheuvel met de imposante achthoekige Gedyminas-toren van waarop de Litouwse vlag, een van de mooiste van Europa, wappert. Een keienweg kronkelt om de heuvel met de burchtruïnes, naar boven en het zicht op het schemerende Vilnius, met haar vele kerken, in alle vormen en maten, is schitterend. Je kan er 360° in het rond kijken naar wat wel de Baltische versie van een Italiaanse stad lijkt. Opvallend is de toren van de Johanneskerk. Deze stad is ook erg groen, met vele parken overal waar je kijkt. Naast de Burchtberg (nu ja, 'berg'...) ligt de Kruisberg, met de karakteristieke Drie Kruizen, witte kruisbeelden te midden van het Kalnųpark. Aan de voeten van deze heuvels stroomt de smalle rivier Vilnia in de Neris. Vleermuizen en zwaluwen buitelen in de lucht, die van oranje naar roze schakeert.
De Johanneskerk hoort bij de universiteit, aan de Pilies gatvė, een bruisende straat boordevol bars en restaurants. Ik ga op hotel aan de oever van de Neris, waar de oudste brug van de stad de twee stadsdelen verbindt. De Groene Brug vertoont enkele beelden die kenmerkend zijn voor het sociaal realisme, gebouwd in volle Sovjet-periode. Ze herinneren aan een zwarte pagina uit de Litouwse geschiedenis. Ook Poetin is hier natuurlijk allerminst geliefd. De Baltische staten liggen mooi tussen beide delen van Rusland (in het westen deelt Litouwen de Koerische Schoorwal met Rusland, in het voormalige Duitse Memelland) en de schrik zit er nog steeds in dat Rusland de drie landen opnieuw binnenvalt. De spanningen tussen de NAVO en de EU enerzijds en Moeder Rusland anderzijds zijn in elk geval te snijden. Onlangs noemde Lets president Andris Bērziņš Poetin nog een nieuwe Hitler, en Rusland dreigde vorige week nog met sancties tegen Zweden en België.

Maar genoeg geopolitiek! Ik passeer de nogal saaie beelden en kuier langs de rivier, richting Burchtberg, met daarop de spookachtig verlichte toren. Knap zicht. De volgende brug steek ik over en zo beland ik weer op het Domplein. Op de Gedyminas-prospect doe ik een terrasje. Ik word van alle kanten met dreunende beats om de oren geslagen terwijl ik een Litouwse wodka soldaat maak. De volgende morgen neem ik een heel vroege bus naar Riga, op doorreis van Berlijn. Het Litouwse platteland is nogal saai. In de velden duikt soms een ooievaar op, of een hert, of een verfomfaaid wit katje. Oude vrouwen werken in de boerderijen.

In Riga, ooit de op één na grootste stad van... Zweden, dan weer een Duitse hanzestad, wordt door zowat 50% van de bevolking Russisch gesproken en zijn de Letten eigenlijk bijna een minderheid. De Baltische metropool draagt nog heel wat van haar verleden, wat bijdraagt tot de status van wereldstad die Riga draagt. De jaren '40 van de 20e eeuw waren ook voor Letland rampzalig. Eerst verovert de Sovjetunie het land, met de deportatie van duizenden Letten, vervolgens valt Hitler de USSR binnen en verdwijnen joden in concentratiekampen en tot slot valt Stalin het land opnieuw binnen, waarna nog meer Letten naar Siberische strafkampen worden gevoerd. De pijnlijke gevolgen van het monsterpact tussen beide massamoordenaars.

Wanneer de bus de Westelijke Duina (Daugava) oversteekt, is de skyline van Riga, met haar vele hoge torens, meteen herkenbaar. Onder een lichte motregen verken ik Vecrīga, de oude binnenstad, die met haar vele historische pakhuizen wat op Bremen zou lijken. Tegenover het stadhuis staat het prachtige Huis van de Zwartkoppen, dat na een bombardement tijdens de Tweede Wereldoorlog volledig moest worden heropgebouwd. De reconstructie van dit juweel van baksteengotiek werd pas in 1999 voltooid, maar het resultaat mag er zijn: mooie beelden, versieringen, barokportaal en een schitterende astronomische klok. Ik passeer de Sint-Petruskerk, met haar opvallende spitse toren, en bereik de Dom, die helaas verbouwd wordt, dus van de massieve toren is weinig te zien. Binnen is een zondagsmis bezig.
De regen steekt een tandje bij. Na enkele minuten ben ik doorweekt en ga ik schuilen in een fraaie Anglicaanse kerk aan de Duina. Deze wijk telt heel wat mooie kerken, waaronder de katholieke Sint-Jacobskathedraal. Dan is er nog het kasteel, een wat bizar complex van verschillende stijlen, met twee forse witte wachttorens. Deze burcht was van de Orde van de Zwaardridders, maar nu is het de residentie van de president. In de geplaveide straatjes tel ik vele pakhuizen maar ook paleisjes in sierlijke jugendstil. Drie van de bekendste huisjes van Riga vind je vlakbij de kathedraal. De Drie Broers, van links naar rechts in het groen, het geel en het wit, staan er knus tegen elkaar gebouwd, al dateren ze van verschillende eeuwen. Iets verder, in het noorden van de binnenstad, is er de Jacobskaserne, met knappe restanten van de bakstenen omwalling en een ronde Kruittoren, half opgegeten door het klimop. Ooit waren dat 28 torens maar enkel deze heeft de tand des tijds doorstaan. Ik passeer twee gildehuizen en beland in het Kloosterhof. Deze buurt is waar de Zwaardbroeders hun eerste burcht bouwden maar die werd in 1297 door de inwoners van de stad met de grond gelijk gemaakt. Er is ook het pittoreske Johanneshof, en er staan drie kerken bij elkaar, waarvan de Sint-Petruskerk natuurlijk de meest opvallende is, met haar meer dan 64 m hoge spits. Tussen de kerk en het Kloosterhof bots ik op het standbeeld van de beroemde Bremer stadsmuzikanten, een cadeau van Bremen. De haan, de kat, de hond en de ezel, je kent ze wel.
In de binnenstad vind je enkele jugendstilhuizen, maar op de boulevards wemelt het ervan, elk uniek maar met de karakteristieke elementen, zoals bloem- en plantmotieven, maar ook dieren, draken en andere fantasieën. De meeste van deze huizen zijn een goede 100 jaar geleden als paddenstoelen uit de grond geschoten, toen het economisch weer beter ging - voor de komst van de Sovjettroepen dus. Een van de opvallendste huizen is het zogenaamde Kattenhuis. Op mijn art nouveauwandeling stap ik een eettent binnen, voor een late lunch van zo'n €3! Lets eten is boerenkost: eenvoudig, voedzaam en erg lekker. Achter de kazerne en de stadsgracht ligt een wijk waar de jugendstil welig tiert. Dit zijn geen huizen meer maar pompeuze paleizen, met een overdaad aan versieringen. Elk paleis is een uniek kunstwerk en vele zijn ontworpen door jugendstil-architect Michail Eisenstein. De Alberta iela is een decoratief orgie, zo'n beetje de Cogels-Osylei van Riga, maar verbluffender. Ik bezoek een paleis van de hand van Pēkšēns en Laube, met een indrukwekkende wenteltrap en bovenin een museumpje met enkele authentieke spullen van de Letse schilder Janis Rozentāls.
De vele parken die Riga rijk is, worden opgefleurd met knappe sculpturen. Aan de voet van de Bastionsheuvel ligt de 'Liefdesbrug', dat zucht onder het aloude recept van sloten die menige liefdesrelaties vereeuwigen. Op de Brīvības bulvāris staat de Laima-klok, een geliefde plek om af te spreken voor de Letten en tevens reclame voor Letse chocolade. Het imposante Vrijheidsbeeld is van zo'n grote en ernstige betekenis voor de Letten dat het non-stop wordt bewaakt. Na eeuwen van onderdrukking wordt dit monument fel gekoesterd. Iets verderop ligt de Nationale Opera met een fontein van August Volz. Ook de Wöhrmanntuin, de Esplanāde en het Kronvaldpark zijn groene oases van rust en cultuur. Tussen de parken liggen majestueuze museumgebouwen, maar het is de Russisch-orthodoxe Christus-Geboortekathedraal, met haar vijf koepels, die het meest in het oog springt.

Het is blijven regenen en tegen de avond heb ik er genoeg van. Ik ga schuilen in een restaurant waar de Letse keuken centraal staat. Heerlijk. Vervolgens steek ik de rivier over naar het grootse Overwinningsmonument, de tegenhanger van het Vrijheidsbeeld. Vier gigantische beelden en een bijna 80 m hoge zuil herdenken de bevrijding van Letland door de Sovjets aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Het monument is 'er wat over', op z'n Sovjets, en controversieel. Op de trappen liggen de resten van de anjers die Russische inwoners van de stad hier jaarlijks leggen om de Letse onafhankelijkheid te betreuren. Van deze oever is het kasteel een pak indrukwekkender, en de skyline van Riga biedt me een knap panorama. Weer de brug over, op zoek naar een hostel. Ik doorkruis Maskavas Forštate, ofwel de Moskouse Voorstad, een wijk met een sterk Russisch karakter dus, maar ook een hoog werkloosheidscijfer. Om halftien 's avonds is er nog steeds een markt aan de gang. De forse toren van de Academie van Wetenschappen domineert het zicht. Het wordt wel eens Stalins verjaardagstaart genoemd, en de eerste associatie die ik maak wanneer ik de wolkenkrabber zie, is met het Paleis van Cultuur en Wetenschap in Warschau. Nog veel hoger in de hemel klimt de televisietoren, een eind verderop langs de rivier. Deze futuristische naald is 368,5 m hoog. Dat kan tellen!
Zonlicht, veel zonlicht bij het krieken van de volgende dag! Ik bezoek het panoramaplatform van Stalins taart en ben er helemaal alleen. Heel mooi zicht op alle torens en wolkenkrabbers die Riga rijk is, en leuk om monumenten die ik de dag ervoor heb bezocht, in het stadsgewoel te herkennen: het Vrijheidsmonument, de Kruittoren, het stadhuis... Aan de andere kant strekt de Moskouse Voorstad zich onder me uit. Daarin laat ik me, zodra ik weer op de begane grond ben, wat verdwalen. Veel schrijnende armoede in deze wijk. Op de Letse arbeidsmarkt hebben de etnische Russen het niet gemakkelijk. Aansluitend is er de centrale markt, een gigantisch hangarcomplex dat oorspronkelijk als opslagplaats voor zeppelins zou dienen. Vis, vlees, fruit, honing, kruiden, hier kan je alles aan een heel lage prijs verkrijgen. Ik wandel tot het Radisson hotel, een wolkenkrabber aan de Esplanāde, en neem de lift naar de 26e verdieping. Helaas is er een conferentie in de Skyline Bar, maar door het raam pik ik toch nog het panorama mee.

Ik fiets tot het grote recreatiepark Mežaparks, ten noorden van Riga, aan het Ķīšezersmeer. Heerlijk om bij dit weer via de lange wegen in het bos rond te crossen. Op de terugweg passeer ik de keizerstuin en maak ik een deugddoende tocht langs de Westelijke Duina. Riga maakt zich klaar voor de midzomernacht en het Sint-Jansfeest. Overal worden podia gebouwd en heel wat Letten dragen eikenbladeren of weidebloemen in hun haar. Ik had nog meer van Riga kunnen zien en ik zou beter wat verder van de zon genieten, maar ik voel dat ik klaar ben met deze stad en ik wil verder, steeds verder. In de namiddag neem ik de bus naar Estland. Dat ik maar 24 uur in Riga was, is haast niet te geloven. Ik ben werkelijk all over the place geweest.

Kampvuur '32

Deze tekst gaat over de Bonus Army, veteranen van de Eerste Wereldoorlog die in 1932, in het midden van de Great Depression, op de Anacostia Flats in Washington, D.C. hun compensatie voor de bewezen diensten kwamen vragen. President Hoover begon dat bijzonder vervelend te vinden en riep het leger in om dit zootje ongeregeld van de straatstenen te vegen. Hoe ironisch, merkt Paul Auster in zijn non-fictieboek Report From the Interior op. En dan blijken de vooraanstaande helden van de Tweede Wereldoorlog, tien jaar later, nog de bevelhebbers te zijn geweest van deze verwerpelijke actie van de US Army. Een stukje Amerikaanse geschiedenis waar ik niets van af wist tot ik deze week Austers laatste boek in Litouwen las. Het inspireerde me tot het schrijven van onderstaande tekst:

Ze kwamen met velen. Ze wilden hun geld.
Ze hadden gevochten voor God en vaderland
in een oorlog tussen macholanden
die er zelf ook niet meer aan uit konden,
aan de andere kant van deze aardkloot,
een hele wereld in oorlog, een 'Grote Oorlog'.
De goeden hadden gewonnen en al was weer
peis en vree, maar nu stonden ze daar weer...
met tenten, kartonnen dozen, hoop op hun bonus
en een schouderklopje van Patman, de smeerlap.

Oorlogshelden, zoveel is zeker, maar nu zijn het aasgieren,
willen ze hun zogenaamde trauma's uitmelken om
beter door die rotcrisis te komen, alsof iemand
ooit al is gestorven omwille van wat honger,
alsof hun fantoompijn zou wegebben door in
de achtertuin van de president,
of all places, hun kamp op te slaan,
alsof Hoover geen andere zorgen aan zijn kop had.
Wat ze ook in Frankrijk hadden uitgevreten, hoeveel moffen ze ook afgeknald,
ze verlaagden hun status tot bedelaars, profiteurs van de Staat.

Een mooie kans voor hun opvolgers om de vorige generatie
zonder pardon weg te jagen: Patton! MacArthur! Eisenhower! De fik erin!
Zie katoen en karton branden. Weg met het leger, lang leve het leger!
Ooit zullen ook zij helden. Ooit landen zij op stranden, beschieten zij tanks
en sluiten zij kampen. Eerst nog wat oefenen op hun voorgangers.

Ze kwamen met velen. Ze gingen terug met lege handen, als ze die nog hadden.
En na vele jaren voelen zij soms nog de fantoompijn van hun vaderlandsliefde.

Bron: Auster, Paul, Report From the Interior, New York, Faber and Faber, 2013

Er was eens

Ik wil een mouw aan je passen
en de vrouw in je wassen,
je nirvana ontwijken
en de vulkaantop bereiken.
Je bent niet te gierig me te gidsen
door de cirkels van de hel.
Je bent een draak met zeven koppen
en een olifantenvel.
Blaffende honden blijten niet, 
jij huilt in schapenvacht.
Je spuwt vuur en gif
en vreet me op na een passionele nacht.
Je peperkoekenhart is er 
louter om me vet te mesten.
Als ik je terughaal uit de hel
keer je je om om mij te pesten.
Je sluit je op hoog in een toren
na een bezoekje aan de kapper,
schiet een brandende pijl af
zodra mijn vlag er eindelijk wappert.

Wel...
zing me een schipbreuk,
geef me die appel,
maak me een varken
en blijf me ontsnappen.

Ik ben niet bang om zeven legers te bevechten als het moet,
ik wil verbranden in jouw vuurhaard en verdrinken in je vloed.
Ik stroop je huid af, verkoop het op e-bay nog voor ik je durf schieten,
want mijn liefde voor jou leeft slechts voort in sprookjes en in mythes.

zaterdag 13 juni 2015

Honderd jaar

Het is niet erg als iedereen dood gaat
ambitie achterin een donkere wagen
in een hoge flat is er zoveel te doen
tijd om naar huis
gesprekken op de radio

er valt iets kleins uit je mond
en we lachen!
bidden voor iets beters
bidden voor iets beters

zie me graag
ontmoet mijn moeder
maar angst kent geen genade
sluipt de duistere trap op
wachten op de genadeslag
wachten op de genadeslag

mijn hand door jouw haar
terwijl vrijheidsstrijders
op het scherm worden neergemaaid
onze wereld vol geslachte varkens

hebben we alles?
ze probeert zich los te wurmen

de pijn
en de angst die sluipt
een klein zwartharig meisje
wacht op zaterdag
de dood van haar vader duwt haar

duwt haar bleke gezicht in de spiegel
de pijn van binnen
en draai me om
net als vroeger

een oude man strelen
portret van een doods gelaat
niet meer dan een nieuw stuk vlees in een nette kamer
de soldaten naderen onder een gele maan
schaduwen, verlossing
onder een zwarte vlag
honderd jaar vol bloed
donkerrood
het lint rond mijn keel verstrakt
ik open mijn mond
en mijn hoofd barst open
klinkt als een tijger die stampt
in het water
stampt in het water

steeds opnieuw
sterven we
allemaal sterven we
steeds opnieuw
sterven we
allemaal sterven we

het voelt net als honderd jaar
honderd jaar
honderd jaar
honderd jaar
honderd jaar

naar The Cure - One Hundred Years

maandag 8 juni 2015

Monthly singles chart

This month's singles chart features quite some Belgian bands, and no less than three Tame Impala songs! Muse has just released their latest album, including some promotional singles. Their latest one, "The Handler", has been stuck in my head for days now.
  1. Muse - The Handler
  2. Godspeed You! Black Emperor - Peasantry Or 'Light! Inside Of Light!'
  3. Morrissey - Kiss Me a Lot
  4. HEALTH - New Coke
  5. Tame Impala - Eventually
  6. Faith No More - Superhero
  7. Bed Rugs - Piles
  8. Lower Dens - Ondine
  9. Tame Impala - Let It Happen
  10. Hanni El Khatib - Melt Me
  11. Tubelight - Visions
  12. The Chemical Brothers ft. Q-Tip - Go
  13. Royal Blood - Little Monster
  14. Editors - No Harm
  15. STUFF. - Java
  16. The Soft Moon - Far
  17. U2 - Song For Someone
  18. Cheetahs - Murasaki
  19. The Vaccines - Dream Lover
  20. Other Lives - 2 Pyramids
  21. Balthazar - Bunker
  22. Mew - Satellites
  23. Mark Ronson ft. Mystikal - Feel Right
  24. Tame Impala - 'Cause I'm a Man
  25. Creature With the Atom Brain ft. Tom Barman - Night Of the Hunter
  26. Tout Va Bien - Old Love
  27. STADT - Aching Not To Call
  28. Mumford and Sons - The Wolf
  29. Raketkanon - Ibrahim
  30. Feder ft. Lyse - Goodbye

zondag 7 juni 2015

Nucleair

Onderstaande tekst schreef ik voor mijn optreden op het evenement 'Doel op de Radar' van de 11 maart-beweging. Samen met enkele sprekers en muzikanten dobberden we met een bootje op de Schelde, richting Doel. We kunnen het gerust een kernuitstap noemen. De tekst is eigenlijk enkel voor performance bedoeld, maar kom, hieronder kan je hem nog eens nalezen.


nucleair
reactionair
ordinair
inspectionair

lot mor zei 't em
ge hebt mij de hand geschud
die zweette
en er zat een briefke in

voor zoveel geld
sluit ik m'n ogen
pakt er zat een vliegske in

zoveel scheuren
zonder keuren
ge zult zien
ze zullen zeuren

scheuren zonder keuren
zullen onze dagen kleuren
groen zoals in de cartoons
nucleair
is in die air
toe-naait

now everybody!

nucleair is in die air
toe-naait

een kernuitstap naar doel
voor wratten op uw smoel
een uitstap naar tiehang
voor kieuwen op uw wang
een trip naar tsjernobil
voor builen op uw bil
een reis naar foekoesjiema
voor een bed in de kliena

en alle stront stoppen we
diep in de krochten van de aarde
diep onder de grond
in tempels van klei en beton
wc's voor kernafval
doorspoelen en weg ermee

FLUSH 
FLUSH
FLUSH

die zien we nooit meer te-rug!

tot plots, oh rampspoed!
wie had dat nu kunnen denken?

BRADABADABOEM!!!!!!!!!!!!!!!!!

I thought this was
only true in fairytales

aardbeving in doel
en wratten op uw smoel
aardbeving in tiehang
en kieuwen op uw wang
maak ons bang
en ook onze politici
maak ze zo bang
en voor zo lang
dat ze kruipen 
achter 't behang

and then I saw her face

(haar oogleden smelten
druipen in druppels
naar beneden
ze kan ze opvangen
met haar gevorkte tong
ze is voor 65% reptiel
en voor de rest seniel
vergeet make-up
haar face hangt nu in draden
ze was een ambetante tante
nu voltijds mutante
en nucleair
is in die air
toe-naait)

now I'm a believer!