Deze stad telt te veel koffiehuizen en te weinig rock'n'roll.
Een stad te groot voor mooie woorden en te klein voor protocol.
's Nachts trekken we de Hoogstraat door maar waar zijn de verhalen?
Waar is het leed dat overbleef, een klankbord voor het falen?
Ik leef in deze stad, al klopt mijn hart niet meer,
uitgedoofd als een verlegen vlam die verrast werd door slecht weer.
Fragmenten van illusies liggen her en der verspreid
in hippe bars en bruine kroegen, vergeeld door rook en tijd.
Op de Melkmarkt blijft de nacht maar duren, niemand die het merkt.
De dageraad ligt op de loer, maar de drank is nog het sterkst.
De nachtstad als een magneet, maar dan één die ons verslijt,
en als we ooit een remedie hadden, dan zijn we die nu kwijt.
Als hongerige zombies wachten we op een waarheid die nooit komt.